34 790 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 1 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN HC COÖPERATIEF U.A. EN HC GEEL BV2 INZAKE EEN KLACHT OVER AFWIJZING VAN EEN VERZOEK TOT TOEPASSING VAN DE ENERGIE-INVESTERINGSAFTREK VOOR EEN IN HET BUITENLAND GEPLAATST BEDRIJFSMIDDEL

Vastgesteld 28 september 2017

Klacht

Verzoekster, een bedrijf voor verhuur van apparatuur voor omzetting van uitlaatrestwarmte in electrische en thermische energie, beklaagt zich over de afwijzing van haar verzoek tot toepassing van de energie-investeringsaftrek op de verhuur van een dergelijk bedrijfsmiddel aan een in het buitenland gevestigde onderneming.

Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoekster heeft als ondernemingsactiviteit het verhuren van een syteem voor omzetting van restwarmte in electrische en thermische energie, dat een substantieel inversteringsbedrag vergt en dat in aanmerking komt voor toepassing van de energie-inversteringsaftrek EIA). Een voorwaarde voor toepassing van deze fiscale stimuleringsregeling is dat het bedrijfsmiddel niet ter beschikking mag worden gesteld/verhuurd aan een niet in Nederland gevestigd lichaam.

Omdat verzoekster onlangs een dergelijk bedrijfsmiddel aan een Belgische onderneming heeft verhuurd, heeft zij de Belastingdienst verzocht om een ontheffingsmogelijkheid in verband met toepassing van de EIA. Dit verzoek is geweigerd onder verwijzing naar de parlementaire behandeling van artikel 3.45 van de Wet op de Inkomstenbelasting waarbij is aangegeven dat ontheffing alleen kan worden verleend indien er sprake is van een positieve bijdrage aan de werkgelegenheid in Nederland en de met het bedrijfsmiddel behaalde resultaten in aanzienlijke mate in Nederland worden belast. Anders dan de Belastingdienst meent verzoekster dat aan deze voorwaarden wordt voldaan aangezien het onderhoud deels wordt uigevoerd door een in Nederland gevestigd bedrijf en de huuropbrengsten in de Nederlandse heffing worden betrokken.

Overwegingen

Als gevolg van het verzoek van de commissie om nadere inlichtingen heeft de Staatssecretaris bij brief van 8 november 2016 aangegeven aanleiding te zien om de eerder genomen beslissing te heroverwegen. Op 20 juni 2017 bericht hij aan de commissie dat er inmiddels van de belastingplichtige nieuwe informatie beschikbaar is gekomen waaruit kan worden opgemaakt dat in het voorliggende geval de EIA mag worden toegepast op de verhuur van bedrijfsmiddelen aan een niet in Nederland gevestigd lichaam.

Oordeel van de commissie3

Nu aan het verzoek van adressant is tegemoet gekomen, is er voor de commissie verder geen rol weggelegd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De fungerend voorzitter van de commissie, Bruins Slot

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Bruins Slot (fng. voorzitter) (CDA), Beertema (PVV), Kooiman (SP), Bruins (CU), Ozutok (GL), Sazias (50PLUS), Bouali (D66), Visser (VVD) en de plaatsvervangend leden: Futselaar (SP), Van Rooijen (50PLUS) en Van Oosten (VVD).

Naar boven