34 776 Homogene Groep Internationale samenwerking 2018 (HGIS-nota 2018)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

1.

 

Leeswijzer

2

 

1.1

Wat is de HGIS?

2

 

1.2

Opzet HGIS-nota 2018

2

2.

 

Beleidskader

4

 

2.1

Nederlandse inzet in het buitenland

5

 

2.2

Hulp, handel en investeringen

11

3.

 

HGIS naar beleidsthema’s

17

       

Bijlagen

   
       

Bijlage 1:

De HGIS-verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2017

39

Bijlage 2a:

De HGIS-uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

40

Bijlage 2b:

De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

50

Bijlage 3:

Berekening ODA-plafond 2017–2022

52

Bijlage 4:

De ODA-uitgaven naar beleidsthema

53

Bijlage 5a:

De geplande ODA-uitgaven in partnerlanden (hulprelaties en overgangsrelaties) 2018

55

Bijlage 5b:

De geplande ODA-uitgaven in exitlanden

59

Bijlage 6:

De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

60

Bijlage 7:

Internationale Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2018

63

Bijlage 8:

Internationale inspanningen voor migratie 2018

65

Bijlage 9:

Indicatoren en streefwaarden 2018 voor BHOS

68

1. Leeswijzer

1.1 Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en de overige uitgaven voor het buitenlands beleid (non-ODA).

De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt er verantwoording afgelegd aan de Tweede Kamer over de HGIS. Parallel aan het begrotingsproces wordt op Prinsjesdag de HGIS-nota aangeboden aan de Staten-Generaal. Op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven aan internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

1.2 Opzet HGIS-nota 2018

De HGIS-nota 2018 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2018. In het beleidskader worden de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid geschetst. Daarna wordt per beleidsthema nader ingegaan op de accenten in het begrotingsjaar 2018. De indeling naar acht beleidsthema’s en een categorie overig is gebaseerd op een samenstelling van de indelingen van de begroting van Buitenlandse Zaken en de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2018 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht. Voor een gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de respectievelijke begrotingen.

Zoals gebruikelijk wordt in meerdere tabellen naast de HGIS-bedragen het ODA-aandeel daarin weergegeven. Voor het Budget Internationale Veiligheid (BIV) is nog niet duidelijk in welke mate er sprake zal zijn van een ODA-component conform de OESO/DAC-definities. In het HGIS-jaarverslag over 2018 wordt het ODA-aandeel in het BIV als onderdeel van de realisatie gerapporteerd.

Na de beleidsthema’s volgen negen bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel.

  • Bijlage 1: Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2017 en HGIS nota 2018.

  • Bijlagen 2a en 2b: Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement.

  • Bijlage 3 geeft een berekening van het ODA-plafond.

  • Bijlagen 4, 5a en 5b: Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per land.

  • Bijlage 6: Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema.

  • Bijlage 7: Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2018 gepresenteerd.

  • Bijlage 8 betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2018 op het terrein van migratie.

  • Bijlage 9: Ten slotte is een nieuwe bijlage opgenomen. Het betreft een overzicht van indicatoren en streefwaarden. Dit onderdeel was in de HGIS-nota 2017 nog niet opgenomen. In lijn met de toezegging aan de Kamer zijn vanaf het BHOS-jaarverslag 2016 deze indicatoren opgenomen. Omdat deze indicatoren ook zijn benoemd in de BHOS-begroting 2018 is ervoor gekozen het overzicht binnen de HGIS als bijlage op te nemen.

2. Beleidskader 2018

Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet treft u een begroting op hoofdlijnen aan. Wanneer een nieuw kabinet aantreedt, kan dit aanleiding geven tot aanpassingen in de begroting. De voorliggende begroting geeft weer hoe Nederland in 2018 vorm wil geven aan het buitenlandbeleid. Nederland moet dagelijks inspelen op internationale ontwikkelingen. Deze hebben (grote) invloed op ons land.

«2018: Voor Nederland, wereldwijd – actieve diplomatie voor een veilige, welvarende en toekomstbestendige wereld»

Wereldwijd bepaalt een aantal grote trends de agenda in 2018. Het betreft niet alleen de economische en geopolitieke verschuiving oostwaarts, maar ook onzekerheid over de opstelling van de VS op vele terreinen, het assertieve gedrag van landen als Rusland, Iran en Noord-Korea, evenals de dreiging van het internationale terrorisme, de vluchtelingen- en migratiecrisis en de gevolgen van klimaatverandering.

Ook op Europees vlak zijn er verschuivingen. Na een periode waarin solidariteit tussen lidstaten op de proef is gesteld door gebeurtenissen met grote consequenties (de economische crisis, de migratiecrisis en het Britse besluit tot een vertrek uit de Unie), zoekt de Europese Unie naar een vernieuwende, toekomstbestendige samenwerking. Europa moet zijn koers herijken. Die kans moeten we niet laten lopen, want juist de komende jaren hebben we de Europese Unie hard nodig voor veiligheid en welvaart, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. We hebben nieuw draagvlak nodig om de sterke positie van de Europese Unie te behouden.

Nederland heeft veel te bieden. We zijn de 6e Europese economie, 7e donor op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, 2e exporteur van landbouwproducten en actief contribuant aan vredesmissies en de G20. We worden in het buitenland gezien en gehoord. Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 is daarvan het resultaat. Dit biedt een kans de Nederlandse stem nog steviger te laten klinken. Of het nu vrede en veiligheid betreft, Europese integratie, of ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel: geïntegreerd optreden is een «must».

Ontwikkelingssamenwerking gericht op de allerarmsten blijft nodig. Om hun positie te verbeteren, en om daarmee conflicten en migratie bij de bron aan te pakken. Werken aan ontwikkeling gaat om het scheppen van rechten en kansen voor mensen. Zodat ze op eigen benen kunnen staan en zich kunnen ontplooien. Delen van de welvaart leidt tot een veiliger wereld. Daar draagt ook de Nederlandse private sector aan bij.

Behoud van de welvaart en welzijn vraagt om een actieve inzet van de overheid. Een zo open en eerlijk mogelijk wereldhandelssysteem is voorwaarde voor het succes van een sterk op exportgerichte economie als de Nederlandse. Multilaterale samenwerking is een voorwaarde voor het verwezenlijken van andere, grotendeels overlappende doelen: bevordering van inclusieve economische groei wereldwijd, bevordering van universele waarden, de rechtsstaat en naleving van de mensenrechten. In 2018 zet Nederland de uitvoering voort van het in 2017 vastgestelde nationale plan van aanpak voor de Sustainable Development Goals (SDGs).

Op al deze vlakken werken we in het begrotingsjaar 2018 aan een veiligere, welvarende, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, voor Nederland wereldwijd.

2.1 Nederlandse inzet in het buitenland

Nederland en Europa bevinden zich in een wereld die sterk in verandering is. Ons land is er de laatste decennia in veel opzichten op vooruit gegaan en welvarender geworden. Nederland behoort tot de wereldtop op veel terreinen: persvrijheid, innovatie, concurrentiekracht, het sociale vangnet, de internet-dichtheid, het maatschappelijk engagement, persvrijheid. Verworvenheden die Nederlanders tot de gelukkigste mensen van de wereld maken. We hebben dus ook veel te verliezen. Veranderingen in het geopolitieke krachtenspel zorgen naast kansen ook voor dreigingen en onzekerheden die Nederland en Nederlanders steeds directer raken.

Het veranderende geopolitieke krachtenveld wordt mede veroorzaakt door het schuivende economische krachtenveld, met name richting het Verre Oosten. Waar de landen van de EU vijf jaar geleden nog 20% van de wereldeconomie vertegenwoordigden, is dat naar verwachting over vijf jaar nog slechts 15%. En ook met de Brexit neemt het strategisch gewicht van Europa af. Op veiligheidsgebied is de wereld onzekerder geworden, en beduidend minder overzichtelijk. Waar de dreiging nog geen 30 jaar geleden enorm was, was deze tijdens de Koude Oorlog eenduidig gedefinieerd. Tegenwoordig hebben we te maken met zogenaamde hybride dreigingen, waar het verschil tussen conflict en vrede schimmiger is geworden. Een complexe veelvormige en steeds veranderende dreiging, zoals cyberaanvallen en terrorisme. Daarbij moet op vele schaakborden tegelijk worden gespeeld met zowel statelijke als niet-statelijke actoren, zoals ISIS. Naast het schuivende geopolitieke krachtenveld, speelt de instabiliteit aan de Europese zuidflank een belangrijke rol bij de toegenomen uitdagingen waarvoor Nederland zich geplaatst ziet. De sociaaleconomische spanningen en de grote ideologische, religieuze en etnische tegenstellingen in de regio hebben bijgedragen aan conflicten en de opkomst van terroristische organisaties. Een direct gevolg van deze instabiliteit, maar ook van demografische druk vanuit sub-Sahara Afrika, Afghanistan, Pakistan en Bangladesh, is de fors toegenomen migratie richting Europa. Instabiliteit is er ook aan de grenzen van de Koninkrijksdelen op het Westelijk Halfrond. De sociaaleconomische en politieke spanningen in Venezuela kunnen grote gevolgen hebben voor Curaçao, Aruba en Bonaire. Nederland blijft daarom nauw optrekken met relevante spelers zoals de Organisatie van Amerikaanse Staten.

De nauwe verwevenheid tussen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen is voor iedereen zichtbaar. Globalisering is meer dan ooit een gegeven en velen plukken er de vruchten van. Velen, maar niet iedereen. De winst wordt breed gedeeld, maar de kosten kunnen geconcentreerd terecht komen. De neiging om ons terug te trekken met gelijkgezinden, zowel binnen onze eigen samenleving als in internationaal verband, is een logische reactie. Toch zijn niet eilandjes, maar bruggen de oplossing. We moeten gezamenlijke uitdagingen actief tegemoet treden en samen tot een effectieve aanpak te komen – binnenlands en buitenlands.

De beschreven trends vormen mogelijke risico’s voor Nederland en Nederlanders, waarvoor we oplossingen moeten vinden, binnen onze grenzen en bilateraal in samenwerking met andere landen. Dit vereist een tevens effectief buitenlands beleid gericht op verdediging, innovatie en modernisering van de belangrijke internationale instituties die we na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd. De risico’s van protectionisme boven eerlijke handel, van conflict in plaats van diplomatieke oplossingen, en van opruiende internationale retoriek boven samenwerking vormen bedreigingen die Nederland met een actief buitenlands beleid het hoofd moet bieden. Tegelijkertijd biedt de vermindering van armoede en de opkomst van een steeds grotere middenklasse wereldwijd, mede dankzij het succes van de Millennium Ontwikkelingsdoelen, kansen voor welvaartsgroei. Juist voor een open en op exportgerichte economie zoals de Nederlandse.

De EU moet gezamenlijk koers bepalen

Voor een effectieve aanpak van gezamenlijke uitdagingen heeft Europese samenwerking veel te bieden. Dat is des te noodzakelijker nu de positie van de VS verandert en onvoorspelbaarder is geworden en de ring van instabiliteit om de EU de keuze tussen exporteren van stabiliteit of importeren van instabiliteit urgenter dan ooit maakt. De EU zal de komende jaren echter wel tegenstellingen moeten overbruggen en haar koers moeten herijken. Vooral een goed functionerende Frans-Duitse as is daarbij een aanjager voor Europees succes op tal van terreinen. De onderhandelingen over Brexit zijn dit voorjaar gestart en een aantal sleuteldossiers blijft onverminderd op de agenda, zoals een goede gezamenlijke omgang met de aanhoudende migratiedruk. Ook de formele onderhandelingen over de EU-begroting, het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027, zullen naar verwachting in de tweede helft van 2018 starten.

Nederland zal zich blijven inzetten op het versterken van de interne markt, een belangrijke motor van economische groei in de Unie en ons land. Het kabinet is daarbij ook groot voorstander van een eerlijkere interne markt, die sociale standaarden zoals gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats respecteert. Lidstaten kunnen ook van elkaar leren als het gaat om effectief sociaal- en arbeidsmarktbeleid. Tegelijk zijn het doorvoeren van structurele economische hervormingen en gezond begrotingsbeleid cruciaal voor gezonde, competitieve en schokbestendige Europese economieën.

Met het vertrek van het VK verliest Nederland binnen de Unie een belangrijke handelspartner, een gelijkgezinde lidstaat en een bondgenoot in het Europees extern beleid. Daarom is het wenselijk om ook in de toekomst een nauwe relatie met het VK te onderhouden, niet alleen op het gebied van handel, maar ook wat betreft veiligheid, zowel binnen als buiten de Unie. Nederland en de overige lidstaten hechten eraan dat de Brexit-onderhandeling in opeenvolgende fases plaatsvindt. In de eerste fase wordt over de uittreding onderhandeld. Nederland zet hierbij in op snelle duidelijkheid voor burgers over hun rechten, waarbij het belangrijk is dat Nederlanders in het VK hun recht op wonen en werken behouden. Ook wil Nederland onzekerheid voor bedrijven zo veel mogelijk wegnemen. De uittreding door het VK dient ordelijk te verlopen waarbij onzekerheid en het risico op disrupties zoveel mogelijk beperkt moet worden. Pas als in deze eerste fase voldoende voortgang is geboekt, volgen voorbereidende besprekingen over de toekomstige relatie. Er dienen ook afspraken te worden gemaakt over de hervestiging van de Europese agentschappen. Nederland heeft zich kandidaat gesteld als vestigingsplaats voor het Europees medicijnagentschap.

Ook buiten haar grenzen moet de EU een vuist kunnen maken en een open hand kunnen bieden en zo haar strategische positie versterken. Met de in juni 2016 gepresenteerde EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (EUGS) heeft de Hoge Vertegenwoordiger een gedeelde visie uiteengezet die de basis vormt voor gemeenschappelijke actie voor een sterker Europa dat burgers beschermt. Eén van de prioriteiten van de EUGS is het versterken van de Europese veiligheid en defensie. Waar de NAVO de hoeksteen blijft voor onze collectieve verdediging, moet de EU tegelijkertijd beter toegerust, opgeleid en georganiseerd zijn om externe dreigingen adequaat het hoofd te bieden. Een sterk Europees defensiebeleid is in het belang van de NAVO.

Er zal veel aandacht zijn voor het bevorderen van terugkeer van mensen die geen recht hebben op verblijf in de EU. Bij voorkeur via positieve maatregelen en partnerschappen waar beide partijen baat bij hebben, ook al zijn negatieve maatregelen niet uitgesloten. De herziening van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel zal veel inspanning vergen. Het vraagt om overeenstemming op het hoogste niveau over lastige vraagstukken, zoals de verplichte herverdeling van asielzoekers en invulling van de begrippen «effectiviteit en solidariteit» op een manier die concrete en bindende resultaten verzekert. Ook de uitvoering van de afspraken met Turkije blijft in 2018 aandacht vragen, net als de ondersteuning van lidstaten aan de buitengrenzen die het meest met instroom te kampen hebben zoals Griekenland en Italië. Bijlage 8 van deze HGIS nota zal verder ingaan op de inspanningen voor migratie in 2018.

Instabiliteit en veiligheid: brede invulling veiligheidsinzet

Interne en externe veiligheid zijn sterk met elkaar verweven. Om de veiligheid van Nederlanders in ons land en wereldwijd zoveel mogelijk te garanderen, moeten we sterk op onze externe veiligheid inzetten. Instabiliteit in de ring rond Europa, terrorisme, cyberaanvallen, maar ook bijvoorbeeld klimaatrampen, blijven een bron van veiligheidsrisico’s. Langdurige inzet om deze dreigingen te adresseren is daarom onvermijdelijk, zowel militair als via diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Hiertoe coördineert het Ministerie van Buitenlandse Zaken het tot stand komen van een nieuwe internationale veiligheidsstrategie. Tegelijkertijd is het Nederlandse veiligheidsbelang nadrukkelijk gediend met een actieve geïntegreerde Nederlandse bijdrage aan internationale missies en coalities ter bevordering van de internationale rechtsorde, zoals bijvoorbeeld aan de VN-missie in Mali, MINUSMA, de internationale coalitie in de strijd tegen ISIS en de missie in Afghanistan. Net als de bestrijding van internationale, grensoverschrijdende (georganiseerde) criminaliteit op thema’s als migratie, mensenhandel, wapensmokkel en terrorisme, en internationale informatieuitwisseling ter voorkoming van criminaliteit en terrorisme. Ook blijft Nederland inzetten op non-proliferatie en wapenbeheersing, gericht op het voorkomen van de verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens en het verminderen van het huidige aantal van deze wapens.

Veiligheid is alleen duurzaam als we het breed invullen door een geïntegreerde benadering. Door aandacht te hebben voor zaken als conflictpreventie en -bemiddeling, deradicalisering, en early warning en early action, kunnen we opkomende conflicten tijdig signaleren en voorkomen. Hiernaast heeft veiligheid ook te maken met uitdagingen op het gebied van het milieu en klimaatverandering (bijvoorbeeld migratie als gevolg van droogte of kusterosie; conflict over toegang tot schaarse waterbronnen), waarbij Nederland met het Planetary Security Initiative ook in 2018 een leidende rol zal spelen. Ook neemt Nederland verantwoordelijkheid in het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen wereldwijd en in eigen land.

Ook in Syrië hanteert Nederland een geïntegreerde benadering in zijn inzet, gericht op het mitigeren van vluchtelingenstromen door steun voor opvang in de regio, belangrijke bijdragen aan humanitaire hulp om de grootste humanitaire noden te ledigen, steun aan gematigde krachten zoals de Vrije Syrische Politie en burgerhulpverleners zoals de Witte Helmen, en inspanningen gericht op stabilisatie om nieuwe machtsvacua en invloed van extremisten tegen te gaan. Daarnaast is Nederland in internationale fora, zoals International Syria Support Group, en via de EU en VN (en straks in de VN-Veiligheidsraad), actief om staakt-het-vuren dichterbij te brengen en om de conflictpartijen aan de onderhandelingstafel te krijgen. De situatie in Irak telt eveneens meerdere uitdagingen. Voornaamste opdracht in Irak, naast het definitief verslaan van ISIS, is behoud en bestendiging van de precaire vooruitgang. Nederland zet in op vier terreinen in Irak: veiligheid, verzoening, stabilisatie en transparantie. Deze vier beleidsprioriteiten dienen ter bevordering van het herstel van vertrouwen in de Iraakse overheid, in medeburgers en in een veilige en voorspoedige toekomst in Irak. Militair levert Nederland een aanzienlijke bijdrage aan de strijd tegen ISIS en Irak, met o.a. trainingen van Iraakse troepen en Koerdische Pershmerga. Nederland draagt tevens bij aan humanitaire ontmijningsactiviteiten via de VN (UNMAS) en NGO-partners.

Rechtsorde onder druk

Respect voor de rechtsstaat, internationaal recht en multilaterale samenwerking zijn van belang voor onze veiligheid en welvaart en voor de bevordering van een rechtvaardige en toekomstbestendige wereld. Nederland richt zich – ook binnen de EU – op waarborgen en bevorderen van sterke nationale rechtsstaten. De rechtsstaat is van essentieel belang voor de bescherming van democratie en fundamentele rechten. De Europese waardengemeenschap heeft voortdurend aandacht nodig. Dit vereist Nederlandse inzet, zowel op Europees niveau als bilateraal. Nederland blijft zich bovendien inzetten voor specifieke aandacht voor versterking van de rechtsstaat in het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid van de Europese Unie. In dit verband is Nederland in toenemende mate bezorgd over de rechtsstaat en de achteruitgang van de mensenrechtensituatie in Turkije. Ook in de rest van de wereld zet Nederland zich hard in voor universele waarden en mensenrechten. We moeten in binnen- en buitenland blijven staan voor universele waarden. Nederland blijft in deze context een voorvechter van mensenrechten, een hoeksteen van het Nederlandse buitenlands beleid. Ons land bevindt zich daarmee structureel in de mondiale voorhoede, in het bijzonder als het gaat om vrouwenrechten, de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen, transgenders en interseksen (LHBTI), mensenrechtenverdedigers, en mensenrechten en bedrijfsleven.

Zetel VN-Veiligheidsraad: strategische kansen voor Nederland

Het lidmaatschap van het Koninkrijk in de VN-Veiligheidsraad in 2018 biedt een uitgelezen kans om internationale besluitvorming over kwesties van vrede en veiligheid te beïnvloeden, handhaving van internationaal recht te bevorderen, en daarbij de Koninkrijksbelangen te behartigen. Het Koninkrijk zal als verkozen lid zijn profiel als betrouwbare en actieve bruggenbouwer in het internationale speelveld bevestigen, op het hoogste mondiale niveau. De politieke actualiteit is leidend en zal in belangrijke mate de verhoudingen en de positionering in de VNVR bepalen. Daarbij gaat het Koninkrijk voor een «Europese invulling» van onze zetel, en op termijn wil Nederland zich inzetten voor een Europese zetel. Tegelijkertijd heeft de samenwerking tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland in de campagne voor een VNVR-zetel zijn vruchten afgeworpen, onder het motto dat we zowel Europees als Caribisch zijn. We zullen in 2018 dan ook met z’n vieren «in de stoel» zitten.

Cyber- en internetbeleid: Nederland in voorhoede

Als er iets geen grenzen kent, is het de nieuwste dreiging in cyberspace. Steeds meer staten ontwikkelen (militaire) cybercapaciteiten, terwijl duidelijke gedragsregels ontbreken. Gezien het grensoverschrijdende karakter van het cyberdomein vergt deze problematiek per definitie een internationale aanpak. Nederland bevindt zich in de internationale voorhoede bij het vormgeven van een normatief kader voor een veilig, vrij en open cyber domein. Hierbij zal Nederland kansen die digitalisering aan onze economie en samenleving biedt volop blijven benutten, en tegelijk dreigingen het hoofd bieden en fundamentele rechten en waarden beschermen. Nederland zet zich internationaal in voor een open, vrij en veilig internet, met een adequate bescherming van de internetvrijheid en mensenrechten online.

Multilateralisme en coalities

Naast het vormen van coalities, blijft het stelsel van multilaterale instellingen van levensbelang om veiligheid, welvaart en rechtvaardigheid wereldwijd te bevorderen. De VN en andere multilaterale instellingen dragen bij aan vrede en veiligheid, zijn voorvechters van internationale normen en waarden bieden capaciteitsopbouw en ontwikkelingssamenwerking wereldwijd.

Het verschuivende geopolitieke krachtenveld vraagt om een proactieve en strategische Nederlandse houding in het internationale speelveld, waarbij noodzakelijke coalities en multilateralisme centraal moeten staan. Dankzij coalities en multilateralisme hebben wij reeds successen kunnen boeken de laatste jaren. Het akkoord over het Iraanse nucleaire programma, de totstandkoming van de duurzame ontwikkelingsdoelen, het klimaatakkoord van Parijs, de sterkere sancties tegen Noord-Korea, de succesvolle bestrijding van ISIS, zijn allemaal voorbeelden van het nut en de noodzaak van gezamenlijk internationaal optreden, waar ook de hand moet worden uitgestoken naar minder gelijkgezinde landen.

Het vervolgen en berechten van degenen die verantwoordelijk waren voor het neerhalen van vlucht MH17 blijft een topprioriteit van het kabinet, conform VNVR-resolutie 2166. Nederland blijft zich hiervoor inspannen, in nauw verband met de landen die deel uitmaken van het «Joint Investigation Team».

Mondiale strategische partners

Hoewel de VS de afgelopen jaren aan relatieve (economische) macht heeft ingeboet blijft de VS een belangrijke partner voor Nederland, ook in multilateraal verband. Een intensieve relatie met dit land is en blijft voor ons van groot belang. Dat geldt uiteraard op het terrein van de defensie- en veiligheidspolitiek en de NAVO. Maar ook op bilateraal economisch terrein zijn de belangen aanzienlijk: de VS is een van de grootste handels- en investeringspartners van het Koninkrijk meer dan 640.000 banen in Nederland hangen hiermee samen. De onderlinge betrokkenheid is geen automatisme zoals in de afgelopen maanden bleek. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor multilaterale kwesties als het klimaat. De regering betreurt dat de VS zich heeft teruggetrokken uit het klimaatakkoord van Parijs; het blijft echter belangrijk de VS te betrekken bij de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan. Het Amerikaanse bedrijfsleven en sub-nationale overheden (zoals Californië) spelen hierbij een belangrijke constructieve rol.

Het stijgende geostrategische gewicht van Azië vraagt om een verhoogde inzet van Nederland en de EU op politiek en economisch vlak om in deze regio actief partners te betrekken op dossiers waar gemeenschappelijke belangen zijn. China is als regionale grootmacht en tweede economie in de wereld in toenemende mate medebepalend voor de stabiliteit in belangrijke regio’s, zoals het Koreaans Schiereiland, de Zuid-Chinese Zee, en de Indische Oceaan. Met zijn Belt and Road Initiative reikt China’s geopolitieke én economische invloed van Centraal-Azië tot in het Caribisch gebied. Voor Nederland betekent dit de noodzaak voor brede betrekkingen met China, langs bilaterale band, maar ook via de EU en VN gericht op samenwerking in het multilaterale stelsel.

India kijkt nu meer dan ooit naar landen in Europa en zeker ook naar Nederland om internationaal mee samen te werken. Zo liggen er kansen vanuit gedeelde waarden zoals democratie en rechtstaat voor samenwerking op het gebied van het bevorderen van een vrij en veilig internet. Ook met Indonesië en andere landen in de ASEAN, het verband van tien Zuid-Oost Aziatische landen, die gezamenlijk de grootste groeimarkt voor Nederlandse bedrijven vormen, zal meer worden ingezet op het gezamenlijk optrekken bij de bestrijding van terrorisme, bevordering van eerlijke handel en vreedzame internationale geschillenbeslechting. Met gelijkgezinde landen als Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland, zal Nederland bilateraal als ook in EU-verband zich blijven inzetten voor een mondiale ordening gebaseerd op effectief multilateralisme, een open wereldeconomie en respect voor mensenrechten en internationaal recht.

Internationaal cultuurbeleid

Cultuur overschrijdt grenzen en kan mensen over de hele wereld verbinden, ongeacht hun herkomst, hun politieke of hun religieuze overtuiging. Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie zijn in deze tijden van internationale spanning dan ook een belangrijk element in de dialoog met de wereld om ons heen. Naast haar intrinsieke waarde, heeft het delen van cultuur een belangrijke toegevoegde waarde in de betrekkingen met landen waarmee de bilaterale relatie complex of gespannen is.

Internationaal cultuurbeleid en culturele diplomatie fungeren ook als verbindende schakels tussen de politieke, economische en maatschappelijke onderwerpen waar het buitenlandbeleid zich op richt. Cultuur is een onmisbaar onderdeel van staatsbezoeken, handelsmissies en Holland Branding, maar is ook ondersteunend aan mensenrechtenbeleid, vrede en veiligheid, en aan rechtsstaatontwikkeling. Positieve beeldvorming geeft een impuls aan internationale en bilaterale samenwerking en het stimuleert de export. Goede culturele betrekkingen kweken goodwill, openen deuren, en zorgen bovendien voor vertrouwen.

Het nieuwe, vierjarige beleidskader voor internationaal cultuurbeleid waarmee in 2017 van start is gegaan, wordt in 2018 voortgezet. Daarbij wordt een tweesporenbenadering gehanteerd. Aan de ene kant wordt de Nederlandse cultuursector gestimuleerd, aan de andere kant wordt internationaal cultuurbeleid ingezet als instrument van buitenlandbeleid. Daarmee worden de culturele betrekkingen met landen waarmee de culturele relatie sterk is, onderhouden. Voor het eerst wordt het internationaal cultuurbeleid ook ingezet om een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld, te beginnen in een selecte groep landen in de ring van instabiliteit rondom de EU.

Postennet

Om de Nederlandse belangen wereldwijd te behartigen heeft het Koninkrijk der Nederlanden een modern postennet dat door het Ministerie van Buitenlandse Zaken Rijksbreed wordt gecoördineerd. Het behartigt de belangen van Nederlandse burgers en bedrijven in de EU, de NAVO en de VN, maar ook binnen bilaterale contacten en via een constante dialoog met het maatschappelijk middenveld in binnen- en buitenland. De verscheidenheid van die inzet weerspiegelt de rijkheid van de Nederlandse samenleving en zijn belangen, variërend van LHBTI-rechten, (begeleiden van) militaire missies, hulp aan landgenoten in nood, tot het ondersteunen van bedrijven op moeilijke markten en ontwikkelingssamenwerking. Het werk van ambassades en consulaten is de afgelopen jaren noodgedwongen steeds omvangrijker en complexer geworden. In 2014 en 2015 zijn de ambassades en consulaten rond de EU reeds versterkt. Door toenemende migratie, terrorisme, criminaliteit en cyberdreigingen, maar ook door wensen van het bedrijfsleven moeten er scherpe keuzes gemaakt blijven worden om Nederlandse belangen wereldwijd effectief te behartigen.

2.2 Gecombineerde agenda voor Hulp, Handel en Investeringen

Het uitbannen van extreme armoede, het bereiken van duurzame inclusieve groei en het tegelijkertijd het creëren van kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven vormen de essentie van de agenda voor hulp, handel en investeringen. In 2018 zal het kabinet samen met partners uit het bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld doorgaan op de ingeslagen weg. Voor de gecombineerde agenda hulp, handel en investeringen is in bijlage 9 een «indicatoren en streefwaarden» tabel opgenomen voor de speerpunten uit de BHOS-begroting 2018.

Veiligheid en rechtsorde

Landen waar conflicten heersen, blijven sterk achter bij het behalen van mondiale ontwikkelingsdoelen. Extreme armoede is een probleem dat in toenemende mate met name in deze landen speelt. Het ontbreekt de inwoners aan voldoende bestaansmiddelen en basisvoorzieningen. Wetteloosheid en gewelddadig conflict brengen hun fysieke veiligheid en rechten in gevaar. De effecten van deze fragiliteit kunnen landsgrenzen ver overschrijden en hele regio’s ontwrichten. Nederland richt zich binnen het speerpunt veiligheid en rechtsorde onder andere op de ontwikkeling van de rechtstaat. Rechtvaardige behandeling van mensen en duurzame oplossingen van conflicten staan centraal. In 2018 wil het kabinet in fragiele of post-conflictlanden de toegang tot de rechtspraak verbeteren voor 50.000 mensen, onder wie voor minstens de helft vrouwen.

Ook in 2018 wordt het Noodhulpbudget ingezet ter financiering van hulp in chronische en acute crises. De algemene niet-geoormerkte bijdragen die Nederland verleent, zijn belangrijk voor meer flexibiliteit voor hulporganisaties om snel te kunnen reageren in noodsituaties.

Klimaat, voedselzekerheid en water

Nederland streeft naar duurzame ontwikkeling en vergroting van de bestaanszekerheid van mensen in ontwikkelingslanden via programma’s gericht op voedselzekerheid, water en hernieuwbare energie. De programma’s zijn gericht op de toegang tot basisvoorzieningen, duurzame groei waar iedereen van profiteert en het tegengaan van (de gevolgen van) klimaatverandering. In alle programma’s is extra aandacht voor vrouwen en meisjes.

Momenteel zijn er twee miljard mensen ondervoed, waarvan 795 miljoen chronisch hongerlijden. Het meest kwetsbaar zijn jonge kinderen tot twee jaar, want zij kunnen opgelopen groeiachterstanden nooit meer inhalen, en hun moeders. Nederland beoogt in 2018 de voedselinname van vijftien miljoen kinderen aantoonbaar te verbeteren.

Landbouw wordt in veel landen steeds belangrijker om de bevolking te voorzien van voedsel. Nederland maakt gebruik van zijn uitgebreide kennis en reputatie op het gebied van landbouw en voedsel en het innovatieve bedrijfsleven: twee miljoen boeren krijgen nieuwe kennis en/of technologie en meer dan honderd kennisinstituten worden in 2018 versterkt om duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector te stimuleren.

Waterzekerheid is een mensenrecht, een publiek en een economisch goed. Waterzekerheid staat wereldwijd onder grote druk door economische en bevolkingsgroei, verstedelijking en klimaatverandering. Een gebrekkige hygiëne is van grote invloed op gezondheid; vijfduizend mensen, merendeels kinderen, sterven dagelijks door gebrek aan schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Nederland streeft ernaar in 2018 2,3 miljoen mensen toegang te geven tot sanitaire voorzieningen en 1,6 miljoen mensen toegang te geven tot water.

In 2018 beoogt Nederland toegang tot hernieuwbare energie aan 2,5 miljoen mensen te verschaffen. Nederland geeft in het bijzonder aandacht aan hernieuwbare energieoplossingen in sub-Sahara Afrika en werkt samen met NGO’s, bedrijven, ontwikkelingsbanken en overheden om de investeringen in hernieuwbare energie te verhogen.

Vrouwenrechten en gendergelijkheid

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen is nog nergens ter wereld bereikt. Op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg is de kloof tussen mannen en vrouwen de laatste decennia kleiner geworden, maar over het algemeen is de vooruitgang langzaam. Nederland richt zich op het versterken van maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten en op het bevorderen van vrouwelijk leiderschap. Deze organisaties en individuele vrouwenrechtenverdedigers spelen een cruciale rol bij het aanjagen, agenderen en monitoren van vrouwenrechten en gendergelijkheid. In 2018 wordt gestreefd naar het versterken van 200 maatschappelijke organisaties die werkzaam zijn op het gebied van gendergelijkheid. Via deze weg beoogt Nederland dat vervolgens 200 publieke instanties en bedrijven in ontwikkelingslanden actie ondernemen voor verbetering van vrouwenrechten en gendergelijkheid.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

Op veel plaatsen in de wereld hebben mensen amper of geen toegang tot informatie en middelen waarmee zij kunnen beschikken over hun eigen seksuele gezondheid en vruchtbaarheid. Dit belemmert hun mogelijkheid economisch zelfstandig te worden en een redelijk bestaan op te bouwen. De Nederlandse inspanningen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) hebben tot doel mensen de kans te geven keuzes te maken. En overheden aan te zetten mensen daartoe in staat te stellen, als onderdeel van een op duurzame groei gericht beleid. Kerndoelstelling van de beweging She Decides, die in januari 2017 door Nederland op gang is gebracht, is om meer vrouwen en meisjes wereldwijd de mogelijkheid te bieden zelf te bepalen wanneer, met wie en hoeveel kinderen zij krijgen. De beweging groeit en wordt steeds diverser; steeds meer landen en organisaties sluiten zich aan. Ook in 2018 zal Nederland zich inspannen om met deze beweging de toegang tot gezinsplanning en veilige abortus mogelijk te maken. In 2018 streeft Nederland ernaar om vier miljoen extra vrouwen en meisjes toegang te geven tot moderne anticonceptie. Speciale aandacht gaat uit naar toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid voor mensen die afhankelijk zijn van humanitaire interventies.

Versterkt maatschappelijk middenveld

De ruimte voor maatschappelijke organisaties om hun werk uit te voeren neemt af. Mensenrechtenverdedigers en journalisten worden vervolgd en organisaties die opkomen voor vrouwenrechten of vrijheid van meningsuiting worden monddood gemaakt. Zij mogen bijvoorbeeld geen bankrekening openen of buitenlandse financiering ontvangen. Maatschappelijke organisaties zijn belangrijk om duurzame en inclusieve ontwikkeling te bereiken. In fragiele situaties bereiken ze mensen die door overheden aan hun lot worden overgelaten. Ze pleiten voor gelijke rechten voor vrouwen, jongeren en gediscrimineerde groepen. Ze roepen hun overheden ter verantwoording voor het nakomen van hun sociaal, economisch en milieubeleid. Door het versterken van de capaciteit van ten minste duizend organisaties als streefwaarde in 2018, bevordert Nederland lokale sociale verandering. Hiermee ondersteunt Nederland het openhouden van de democratische ruimte voor maatschappelijke organisaties en hun onafhankelijke waakhondfunctie.

Versterkte kaders voor ontwikkeling en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid

Nederland investeert in VN-organisaties die resultaten behalen op voor Nederland prioritaire gebieden, zoals seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, water, voedselzekerheid, veiligheid en rechtsorde en humanitaire hulp. Door de gerichte inzet van Nederlandse kennis, expertise en financiële middelen kan Nederland invloed uitoefenen op het functioneren van VN-organisaties en daarmee veel voor de eigen beleidsagenda bereiken.

De Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en hun fondsen voor zachte leningen en schenkingen zijn vanwege hun omvang en hefboomwerking belangrijke bronnen voor financiering van de SDGs en uitvoering van het klimaatakkoord in ontwikkelingslanden. Nederland stuurt in zijn betrekkingen met de banken ook in 2018 in het bijzonder aan op een goede samenwerking tussen de ontwikkelingsbanken en de VN, en meer aandacht voor conflictpreventie. Binnen deze ontwikkelingsbanken zet Nederland met succes in op een sterke focus op groene en inclusieve groei met speciale aandacht voor de armste en fragiele staten.

Private sector ontwikkeling

Handel en investeringen zijn cruciaal voor inclusieve economische groei. Het is van groot belang dat de groei ook ten goede komt aan de minst bedeelden en andere achtergestelde groepen, vooral jongeren en vrouwen. Nederland werkt samen met andere landen, internationale organisaties, de private sector en het maatschappelijk middenveld om groei duurzaam en inclusief te maken. Enerzijds investeert Nederland in het ondernemingsklimaat en de private sector van lage- en middeninkomenslanden en anderzijds betrekt Nederland de (Nederlandse) private sector bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, zoals het tegengaan van klimaatverandering.

De private sector is de motor voor economische groei in ontwikkelingslanden: negen van de tien banen daar ontstaan in de private sector. Ondernemers uit lage- en middeninkomenslanden moeten de mogelijkheid hebben toe te treden tot de lokale, regionale en internationale markten. Hiervoor zijn naast marktkennis, ondernemersvaardigheden, productverbetering en infrastructuur ook investeringen en toegang tot financiering nodig. In 2018 worden naar verwachting drieduizend investerings- en handelsplannen van bedrijven in lage- en middeninkomenslanden ondersteund.

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Nederland geeft prioriteit aan het verduurzamen van mondiale waardeketens en Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Bedrijven die een beroep doen op de Nederlandse overheid worden geacht goede ambassadeurs van IMVO in het buitenland te zijn en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen na te leven, waarin de UN Guiding Principles on Business and Human Rights zijn opgenomen. In 2018 blijft Nederland zich samen met bedrijven en internationale en maatschappelijke organisaties richten op de verduurzaming van waardeketens van verschillende sectoren. Daarbij is speciale aandacht voor leefbaar loon, tegengaan van kinderarbeid, bestrijding van geweld tegen vrouwen en duurzamer watermanagement.

Nederland is uniek in de wereld met de convenantenaanpak: Nederlandse bedrijven hebben in samenwerking met maatschappelijke organisaties, vakbonden en overheden sociale- en milieurisico’s in mondiale waardenketens in kaart gebracht. Ook worden er vergaande afspraken per sector gemaakt om misstanden in de keten terug te dringen en werk- en leefomstandigheden te verbeteren. De convenanten zijn sector-breed; niet alleen de grote bedrijven maar ook het midden- en kleinbedrijf nemen zo gezamenlijk hun verantwoordelijkheid.

Handelspolitiek, handels-en investeringsverdragen

Globalisering en internationale handel hebben wereldwijd gezorgd voor een sterke toename in welvaart. De afgelopen jaren is het draagvlak voor globalisering en internationale handel echter afgenomen. Dit laat zien dat niet iedereen in gelijke mate profiteert van de stijgende welvaart. Globalisering en technologische ontwikkelingen hebben directe impact op nationale economie en de arbeidsmarkt. We moeten ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen profiteren van globalisering en dat negatieve effecten worden ondervangen. Openheid en inclusiviteit moeten hand in hand gaan; het streven is protectie zonder protectionisme. Dat vraagt om transparante internationale onderhandelingen die leiden tot handels- en investeringsverdragen die duurzaamheid en inclusiviteit zoveel mogelijk promoten, in ontwikkelende en in ontwikkelde landen. Nieuwe handelsverdragen moeten ondersteunend zijn aan recent overeengekomen hogere werelddoelen zoals de Sustainable Development Goals en het klimaatakkoord van Parijs. Langs deze principes zet Nederland in op een vernieuwing, een «reset», van de vrijhandel zowel in Nederland als in de Europese Unie.

Nederland ondersteunt het streven van de EU om door te gaan met onderhandelingen over bilaterale handels- en investeringsakkoorden met handelspartners. Komend jaar worden naar verwachting de onderhandelingen tussen de EU en Mexico over modernisering van het bestaande akkoord en de onderhandelingen van de EU met Mercosur over een nieuw handels- en investeringsakkoord afgerond. Daarnaast zullen de onderhandelingen van de EU met onder andere Indonesië, Australië en Nieuw-Zeeland over nieuwe bilaterale handels- en investeringsakkoorden worden voortgezet. Het akkoord met Japan wordt naar verwachting nog in 2017 afgesloten.

De terugtrekking van het VK uit de EU treft Nederland als buurland, als grote handels- en investeringspartner en als «mainport» tot het continent economisch relatief zwaar. Met sectoren die nadelige gevolgen voorzien, wordt gesproken over hoe het kabinet voor hun belangen kan opkomen en hoe bedrijven zich kunnen voorbereiden. Behalve nadelen biedt de Brexit op onderdelen ook kansen. Zo is er een toenemende interesse van internationale bedrijven om activiteiten naar Nederland te verplaatsen of zich in Nederland te vestigen. Het kabinet ondersteunt bedrijven en sectoren die extra kansen zien voor Nederland en heeft extra mensen in de VS, in Londen en in Den Haag aangesteld om buitenlandse investeringen aan te trekken.

Succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland

Nederland verdient één derde van zijn totale inkomen (Bruto Binnenlands Product, BBP) met export. Dit zorgt voor eveneens een derde van de werkgelegenheid: 2,2 miljoen voltijdbanen. In Nederland gevestigde buitenlandse bedrijven zijn goed voor 1,3 miljoen voltijdbanen. Als zeventiende economie ter wereld is Nederland de vijfde exporteur van goederen in de wereld en de zesde exporteur van diensten. De export- en concurrentiepositie van Nederland is sterk. Om die sterke positie vast te houden en te verbeteren werkt het kabinet aan effectieve economische dienstverlening, toegang tot financiering voor bedrijven, toegang tot nabije en groeimarkten en intensievere publiek-private samenwerking.

De Nederlandse economie is gebaat bij inkomende investeringen van buitenlandse bedrijven die bijdragen aan het ecosysteem van bedrijven, aan innovatie en aan werkgelegenheid. De strategische acquisitie van buitenlandse bedrijven voor de Nederlandse economie, uitgevoerd door het Netherlands Foreign Investment Agency, is erop gericht die investeringen naar Nederland te halen die het meest bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland.

In 2018 gaat het kabinet verder met de inrichting van investeringsinstelling Invest-NL1. Ondernemers kunnen straks via één loket bij Invest-NL terecht voor risicokapitaal, garanties, exportkredietverzekeringen en internationale financieringsprogramma’s gericht op ontwikkelde en op ontwikkelende markten. Invest-NL gaat zowel projecten ontwikkelen als financieren. Zo kunnen we bevorderen dat veelbelovende projecten die nog niet goed genoeg zijn uitgewerkt, van de grond komen.

3. HGIS naar beleidsthema’s

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

54.569

7.127

60.066

7.740

56.035

7.740

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

56.243

35.117

54.614

35.250

53.770

35.250

V&J

91.01 Europol en Eurojust

27.873

0

33.308

0

21.314

0

 

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

534

0

540

0

540

0

 

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

22

22

200

200

200

200

 

91.01 WIPO

218

0

362

0

362

0

BZK

07.01 Overheid als werkgever

0

0

1.900

0

200

0

IenM

17.01 Luchtvaart

1.113

0

1.312

0

1.311

0

 

18.01 Scheepvaart

925

0

1.067

0

1.066

0

 

Totaal

141.497

42.266

153.369

43.190

134.798

43.190

Financiële instrumenten

BZ

  • Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan (het restmechanisme van) het Joegoslavië- en het Rwanda-tribunaal zijn inbegrepen alsmede de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Strafhof (ICC).

  • Het budget voor versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten is verhoogd ten behoeve van de Carnegiestichting voor het Vredespaleis. De extra uitgaven houden onder andere verband met een onderzoek naar de omvang van aanwezigheid van asbest en het nemen van beveiligingsmaatregelen.

  • Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de prioriteiten uit de mensenrechtenbrief «Respect en recht voor ieder mens». De daarin genoemde prioriteiten zijn: inzet ten behoeve van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor LHBTI, gelijke rechten voor vrouwen. Nederland besteedt ook aandacht aan ernstige mensenrechtenschendingen (doodstraf, foltering), vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, mensenrechten en ontwikkeling en mensenrechten en bedrijfsleven (inclusief kinderarbeid).

  • Bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités.

  • Subsidie aan onder andere RNW Media voor de verkondiging van het vrije woord in het buitenland en als onderdeel van de subsidie mensenrechten.

V&J

  • Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

  • Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.

BZK

  • Afrondende bijdrage van de tweedaagse conferentie United Nations Public Service Forum in het World Forum in Den Haag in juni 2017.

IenM

  • Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).

  • Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).

  • Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).

  • Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)

  • Bijdrage aan de Donaucommissie

  • Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

Beleidsthema 2: Veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, vluchtelingenstromen, piraterij, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

16.919

0

17.329

0

11.015

0

 

02.02 Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

7.694

0

8.835

0

9.265

0

 

02.03 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

12.343

2.298

11.493

3.438

10.855

3.252

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

259.698

79.378

211.455

67.313

197.978

67.313

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

22.191

8.322

26.628

7.822

20.257

7.822

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

247.216

245.862

220.191

219.000

205.191

204.000

 

04.03 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

353.591

353.591

333.935

333.935

191.788

191.788

 

04.04 Noodhulpfonds

184.735

184.735

160.348

160.348

0

0

V&J

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

Defensie

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties (inclusief contributies)/tevens verdeelartikel BIV

275.226

0

255.542

0

332.682

0

 

Totaal

1.388.125

882.698

1.254.356

800.456

987.631

482.775

Financiële instrumenten

BZ

  • Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO. Tot en met 2017 is hierin ook de Nederlandse bijdrage aan de nieuwbouw opgenomen.

  • Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen. In dit kader wordt onder meer een financiële bijdrage geleverd aan het Instituut van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).

  • Jaarlijkse bijdragen aan het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), de Organisatie voor het Verbod op Chimische Wapens (OPCW) en de Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organization (CTBTO).

  • Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

  • Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnership op het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.

  • Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

  • Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.

  • Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.

BHOS

  • Bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp.

  • Bijdragen aan de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), het United Nations Children’s Fund (UNICEF) en het World Food Programme (WFP), eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van hulp.

  • Bijdragen aan organisaties die zich bezighouden met rampenparaatheid, innovatie, veiligheid van hulpverleners en opvang in de regio, waaronder steun aan lokale autoriteiten en gastgemeenschappen.

  • Landenspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA).

  • Bijdrage aan een legitieme en capabele overheid via een aantal grote, internationaal opererende NGO’s en IGO’s op het gebied van corruptiebestrijding, democratisering en lokaal bestuur.

V&J

  • Het leveren van een bijdrage aan internationale missies door de inzet van civiele politie en justitie experts.

Defensie

  • Jaarlijks komt uit het BIV bij Voorjaarsnota EUR 60 miljoen beschikbaar voor BZ en BHOS ten behoeve van de inzet van de hervorming van de veiligheidssector, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is (via de BSB; Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten), rechtsstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw. Tevens worden op dat moment middelen beschikbaar gesteld voor de geplande activiteiten bij Defensie in het kader van het BIV (EUR 59,5 miljoen). Jaarlijks wordt interdepartementaal besloten over de inzet van deze middelen.

  • Monitoren van vredesakkoorden, opleidingen en trainingen, herstellen van de orde, hervorming van de veiligheidssector, grensbewaking, het beschermen van goederenstromen, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw.

  • Financiering van activiteiten die de inzet in bijvoorbeeld vredesmissies of fragiele staten ondersteunen (waaronder inzet van transportvliegtuigen of beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dit noodzakelijk is).

Beleidsthema 3: Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vormgeven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

03.02 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden

174.600

174.600

192.479

192.479

192.735

192.735

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.734

0

9.720

3.888

9.720

3.888

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

27.908

0

5.227

0

5.327

0

VWS

02.11.06 Opdrachten (EMA)

0

0

700

0

1.100

0

 

02.11.07 Bijdragen agentschappen (EMA)

0

0

2.700

0

2.700

0

Toerek.

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

 

Totaal

617.842

504.467

616.426

526.234

617.182

526.490

Financiële instrumenten

BZ

  • Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de ACS-landen en de overzeese gebieden uitvoert. Het budget en het programma van het EOF is voor een periode van zeven jaar vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.

  • Bijdrage aan de Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa.

  • Bijdrage aan de Benelux.

  • Subsidie aan European Institute voor Public Administration.

  • Brexit-programma’s gericht op geschillenbeslechting, monitoring en toezicht, en hoe om te gaan met verschillen in regelgeving (‘dynamische equivalentie’). Daarnaast mogelijke studies op gebied van geschillenbeslechting in een nieuwe relatie EU-VK en /of regelgeving, in algemene zin of in bepaalde sectoren.

VWS

  • Omdat het Verenigd Koninkrijk heeft besloten zich uit de EU terug te trekken heeft het kabinet eind vorig jaar de ambitie uitgesproken om het hoofdkantoor van de European Medicines Agency (EMA), nu nog gevestigd in Londen, te bewegen naar Nederland. Het kernpunt van het Nederlandse bod daarbij vormt het optimaal faciliteren, ondersteunen en ontzorgen van de EMA bij een eventuele vestiging in Nederland. Vooruitlopend op een besluit hierover worden de gevraagde middelen hiervoor opgenomen op de VWS-begroting als onderdeel van de HGIS als uitwerking van het eerder genomen besluit (EUR 2,1 miljoen voor een periode van drie jaar). Tenslotte heeft VWS in totaal EUR 2,7 miljoen per jaar verzocht voor de periode 2017–2020 ten behoeve van investeringen in de EU-geneesmiddelen autoriteit ter compensatie van de gevolgen van de Brexit en ter ondersteuning van het Nederlands bod om de EMA in Nederland te huisvesten.

Toerekening

  • De toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie. Uit dit hoofdstuk worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het Instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheids Beleid (GBVB) en Humanitaire hulp.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van excellente consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; meer ruimte voor cultuur in een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van het buitenlands beleid, zoals het mensenrechtenbeleid.

Nederland heeft een internationaal toonaangevende positie als gastland van vele internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.

De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Internationaal Cultuurbeleid

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zoals opgenomen in het beleidskader internationaal cultuurbeleid 2017–2020 wordt voor de versterking van de Nederlandse cultuursector gekozen voor acht focuslanden (voorheen vijftien) waar de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture en anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie. Daarnaast vormt een nieuwe doelstelling om met cultuur een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld gericht op zeven landen in de ring rond Europa, waaraan met een bundeling van non-ODA en ODA-middelen op geïntegreerde wijze invulling wordt gegeven, en kleinschalige ondersteuning van culturele diplomatie wereldwijd

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

04.01 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

13.378

0

13.645

0

13.645

0

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

7.659

0

6.304

0

6.199

0

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7.154

0

7.876

0

7.856

0

 

04.04 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

18.999

106

19.401

136

19.606

136

 

04.05 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

22.586

0

4.005

0

2.787

0

OCW

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

450

0

426

0

426

0

 

14.71/76 Cultuur; subsidies/Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

5.739

0

4.640

0

4.617

0

 

Totaal

75.965

106

56.297

136

55.136

136

Financiële instrumenten

BZ

  • Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.

  • Verstrekken van reisadviezen.

  • Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies.

  • Verstrekken van visa kort verblijf.

  • Afnemen van inburgeringsexamens.

  • Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.

  • Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties.

  • Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door V&J mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.

  • Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.

  • Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.

  • Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten als bijeenkomsten. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.

  • Naar aanleiding van het in 2016 verschenen proefschrift van dr. Rémy Limpach over het gebruik van extreem geweld in toenmalig Nederlands-Indië heeft het kabinet in december 2016 opdracht gegeven tot een breed en onafhankelijk vervolgonderzoek over deze periode. Het onderzoeksvoorstel is geraamd op totaal EUR 4,1 miljoen voor de periode 2017–2020.

  • Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten.

  • Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael.

  • Uitgaven ten behoeve van uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en Internationale Organisaties.

  • Ondersteuning bij het profileren van Den Haag als wereldwijd centrum van kennis op het gebied van vrede en recht.

  • Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationaal juridische instellingen, in samenspraak met andere ministeries zorgdragen voor onder andere gevangenisruimte, beveiliging en medewerking bij het in- en uitreizen van verdachten en getuigen.

  • Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon en het Internationaal Strafhof.

OCW

  • In het kader van het internationaal cultuurbeleid financieren OCW en BZ samen een internationaliseringsprogramma (zie ook beleidsthema 7).

Beleidsthema 5: Duurzame handel en investeringen

Algemeen

Met de agenda voor hulp, handel en investeringen werkt Nederland aan het uitbannen van extreme armoede, het bevorderen van inclusieve en duurzame groei en succes voor Nederlandse bedrijven in het buitenland. De inzet is om duurzame handel en investeringen te bevorderen door versterking van het internationaal handelssysteem. Daarbij is er aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), de versterking van de Nederlandse handel- en investeringspositie, economische naamsbekendheid, de bevordering van de private sector en de randvoorwaarden voor duurzame en inclusieve groei in ontwikkelingslanden. Voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) is een belangrijke rol weggelegd om het Nederlandse en lokale midden- en kleinbedrijf te betrekken bij duurzame economische ontwikkeling in de DGGF-landen.

Binnen maatschappelijk verantwoord ondernemen is speciale aandacht voor de bestrijding van kinderarbeid. Er wordt invulling gegeven aan de motie Van Laar en Voordewind (Kamerstuk 34 550, nr. 26), die het kabinet verzoekt EUR 10 miljoen per jaar te besteden aan een fonds om organisaties en bedrijven te helpen kinderarbeid te bestrijden. Het budget voor het Fonds Bestrijding Kinderarbeid wordt vanaf 2018 gecontinueerd door de toevoeging van EUR 7 miljoen per jaar. De overige EUR 3 miljoen voor de uitvoering van de motie wordt gevonden in het bestaande partnerschap met ECPAT en Terre des Hommes tegen kinderprostitutie (beleidsthema 7 sociale voortuitgang).

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

01.01 Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

14.305

5.010

18.483

9.048

19.113

9.758

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid

58.139

0

92.555

0

84.031

0

 

01.03 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

314.331

306.774

298.024

290.443

292.186

283.535

 

01.04 Dutch good growth fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met een focus op het MKB

73.451

73.451

108.500

108.500

113.500

113.500

EZ

1 Goed functionerende economie en markten

           
 

1.55 Opdrachten

10

0

120

0

145

0

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.655

0

2.512

0

2.498

0

 

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

           
 

2.05 Subsidies

89

0

0

0

0

0

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

0

0

402

0

402

0

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

3.606

0

1.588

0

1.929

0

 

Totaal

466.586

385.235

522.184

407.991

513.804

406.793

Financiële instrumenten

BHOS

  • Contributies aan internationale organisaties zoals de OESO en WTO.

  • Programma’s ter ondersteuning van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

  • Financiële ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de centrale uitvoeringsorganisatie voor publieke handelsbevordering.

  • Het instrument Starters International Business (SIB) biedt startende exporteurs de mogelijkheid om samen met de Kamers van Koophandel en andere organisaties een actieplan voor export op te stellen.

  • Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.

  • Het DGGF is een revolverend fonds dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en export-transacties. De doelstelling van het DGGF is het vergroten van de werkgelegenheid, productiviteit en kennisoverdracht in ontwikkelingslanden. De financiering is additioneel aan wat reguliere marktpartijen bieden.Het instrument DTIF beoogt de faciliteiten FOM, FIB, DHI (Demonstratie, Haalbaarheids- en Investeringstudies), alsmede exportfinanciering te integreren. De middelen uit de bestaande begrotingsreserves voor de FOM (Faciliteit Opkomende Markten) en FIB (Finance for International Business) worden hiertoe ingezet. Het DTIF biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden, en er wordt voldaan aan de criteria die gelden voor publieke interventie.

  • Het Partnerschapsprogramma met de International Labour Organization (ILO).

  • Bijdragen aan beleidsondersteuning en -onderzoek en evaluatie, alsmede incidentele projecten, zoals de Nederlandse deelname aan buitenlandse Wereldtentoonstellingen.

  • Voor het Nederlands paviljoen aan de EXPO 2020 in Dubai, welke plaatsvindt van oktober 2020 tot en met april 2021, is er totaal EUR 6 miljoen vrijgemaakt over de periode 2018–2021. De EXPO biedt onder andere als publieksevenement een uitstekend platform om Nederland te presenteren aan een economisch zeer interessante doelgroep.

EZ

  • Contributies aan de International Telecommunications Union (ITU) en de Universal Postal Union (UPU).

  • Door de bijdrage aan de World Intellectual Property Organization (WIPO) wordt internationale innovatie gestimuleerd door middel van een effectief internationaal systeem voor intellectueel eigendom.

  • Bijdragen aan de World Tourist Organization (UNWTO) en de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer.

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

Algemeen

Een toename van voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen; en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het tegengaan van klimaatverandering en een vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

02.01 Toename van voedselzekerheid

335.375

335.375

347.795

347.795

337.295

337.295

 

02.02 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

194.457

194.457

195.210

195.210

199.283

199.283

 

02.03 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

118.697

116.883

118.574

116.628

129.918

128.118

IenM

11.01 Algemeen waterbeleid (Partners voor Water)

11.368

0

11.541

0

11.602

0

 

19.02 Klimaat/Int. Beleid, coördinatie en samenwerking

10.244

0

7.277

0

4.038

0

 

23.01 Meteorologie en seismologie (contributie WMO)

1.028

38

940

35

940

35

EZ

4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

           
 

4.55 Opdrachten (Joint Implementation)

5

0

620

0

0

0

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

803

0

918

0

1.081

0

 

6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

           
 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (FAO)

7.325

3.762

7.743

3.876

7.707

3.878

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (UNEP)

242

242

256

256

255

255

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Overig)

2.475

0

2.068

0

2.064

0

 

8 Natuur en biodiversiteit

           
 

8.55 Opdrachten

0

0

0

0

0

0

 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.040

0

1.302

0

1.097

0

 

Totaal

683.059

650.757

694.244

663.800

695.280

668.864

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdrage aan multilaterale fondsen en internationale programma’s. Nederland participeert in het private sector loket van het Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP). Vanuit dit fonds, dat wordt beheerd door de Wereldbank, kunnen bedrijven geld lenen en ondersteuning krijgen voor investeringen in de landbouw- en voedselproducerende sectoren in ontwikkelingslanden.

  • In Afrika wordt gewerkt aan landbouwontwikkeling met Comprehensive African Agriculture Development Programma (CAADP).

  • Met UNICEF en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) wordt in zes partnerlanden samengewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.

  • Met het International Fund for Agricultural Development (IFAD) en het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO) wordt bijgedragen aan het klimaatweerbaar maken van de kleinschalige landbouw.

  • Via bilaterale programma’s in partnerlanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van inclusieve voedselproductie en het hele ecologische systeem waarin boer(inn)en opereren.

  • Met de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd.

  • In partnerlanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan lokale vergroting van de voedselzekerheid door te investeren in productiviteitsverbetering, markttoegang en ketenontwikkeling.

  • Algemene bijdrage aan het United Nations Environmental Programma (UNEP).

  • Bijdrage aan het Klimaatfonds.

  • Bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke en ontwikkelingsimpact van de winning van mineralen in ontwikkelingslanden door nieuwe bijdragen aan programma’s van het IMF (Managing Natural Resources Wealth Topical Fund) en de Wereldbank (Extractives Global Programmatic Support) en aan het internationaal secretariaat van het Extractives Industries Transparancy Initiative.

IenM

  • In 2016 is het nieuwe programma Water Internationaal gestart als opvolger van het programma HGIS Partners voor Water 3. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de interdepartementale Internationale Water Ambitie (IWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de drie Ministeries BZ, EZ en IenM samenwerken. Voor de uitvoering van het Partners voor Water 2016–2021 programma is mandaat verleend aan RvO. Het budget dat wordt ingezet is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie. Een belangrijke doelstelling in 2018 binnen de IWA is om het Partners voor Water instrument inclusief het subsidie instrument beter te verbinden met het overige instrumentarium.

  • Daarnaast draagt IenM op het terrein van water jaarlijks contributie af aan de riviercommissies voor de Rijn, Maas en Schelde, en voor de Flussgebietsgemeinschaft Ems. Ook wordt contributie afgedragen aan de OSPAR-commissie die zich inzet voor milieubescherming in de noordoostelijke Atlantische Oceaan.

  • Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenM op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, de International Transaction Log UNFCCC en het International Transport Forum (ITF). Verder worden er verschillende opdrachten uitgevoerd, waaronder vanuit IenM het aandeel van de Nederlandse bijdrage aan Estec/Galieo Reference Center (GRC). Specifiek voor klimaat draagt IenM bij aan het Partnership for Market Readiness en de Carbon Pricing Leadership Coalition.

  • Daarnaast draagt IenM contributie af aan de World Meteorological Organization (WMO).

EZ

  • Contributies aan Food and Agriculture Organization (FAO), United Nations Environment Programme (UNEP) en overige bijdragen aan internationale organisaties.

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang

Algemeen

Nederland zet zich in voor menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling ten behoeve van een duurzame en rechtvaardige wereld. Dit krijgt onder meer vorm door de bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en aan het stoppen van de verspreiding van HIV/aids. Ook spant Nederland zich in voor het bevorderen van gelijke rechten en kansen voor vrouwen, de versterking van het maatschappelijk middenveld, inclusief de bevordering en bescherming van politieke ruimte voor organisaties om effectief te opereren, en het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen. De inzet richt zich ook op een toename van het aantal goed opgeleide professionals, de versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Met deze agenda wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de overkoepelende gedachte van inclusieve ontwikkeling en de «leave no one behind» agenda die centraal staat in de Sustainable Development Goals

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids

424.010

422.316

416.784

415.173

417.784

416.173

 

03.02 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

57.944

57.944

43.699

43.699

52.539

52.539

 

03.03 Versterkt maatschappelijk middenveld

230.337

230.337

221.365

221.365

219.304

219.304

 

03.04 Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek

43.333

43.333

35.300

35.300

35.300

35.300

OCW

06.70 Hoger beroepsonderwijs

3.155

3.155

2.858

2.858

2.858

2.858

 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

52.588

45.483

49.001

42.160

49.001

42.160

 

08.71 Internationaal onderwijs;Subsidies

211

0

196

0

196

0

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

90

0

185

0

185

0

 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

454

454

454

EZ

7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (ISRIC/Int.onderwijs)

           
 

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.300

1.251

1.331

1.251

1.325

1.251

VWS

09.12.07 Bijdrage aan agentschappen

0

 

579

     
 

09.12.10 Bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.816

0

3.289

0

3.868

0

 

Totaal

817.238

804.273

775.041

762.260

782.814

770.039

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdrage aan het United Nations Population Fund (UNFPA).

  • Inzet van menselijk, financieel en politiek kapitaal op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Zo wordt in de SRGR-partnerschappen met diverse NGOs en allianties niet alleen financieel geïnvesteerd (subsidies) maar ook beleidsinhoudelijk.

  • Intensivering op de thema’s vrouwenrechten en gendergelijkheid in fragiele settings en binnen humanitaire hulp. Het derde Nationaal Actieplan Vrouwen, vrede en veiligheid ging op 8 maart 2016 van start. De activiteiten die worden gefinancierd uit het Subsidiekader Vrouwen, vrede en veiligheid zijn op 1 november 2016 begonnen. De doellanden zijn Afghanistan, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Irak, Jemen, Libië, Syrië en Zuid-Soedan.

  • Versterking capaciteit hoger (beroeps)onderwijs via het NICHE-programma en het Netherlands Fellowship Programme (NFP).

  • Bijdrage aan het Voice-fonds om de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem te geven om hun positie te verbeteren en beleid te beïnvloeden.

OCW

  • Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen.

EZ

  • Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC)

VWS

  • Financiering van het partnerschapsprogramma met de World Health Organization (WHO) (2014–2017) zal in afwachting van een nieuw kabinet met een jaar worden verlengd. Het partnerschap programma vergroot de Nederlandse invloed binnen de WHO.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Versterkte kaders voor ontwikkeling en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren; het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland en bijdragen aan migratie en ontwikkeling.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

05.01 Versterkte multilaterale betrokkenheid

152.608

152.608

142.515

142.515

131.057

131.057

 

05.02 Overig armoedebeleid

67.647

65.559

71.437

68.788

70.589

64.680

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

15.264

15.264

25.000

25.000

9.000

9.000

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

0

– 18.250

– 18.250

– 41.575

– 41.575

Financiën

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

518.329

518.329

3.725

3.133

274.895

274.895

 

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

0

0

38.527

31.977

38.496

31.952

 

04.52.01 Technische assistentie

1.039

0

1.500

0

1.500

0

 

04.55.01 Technische assistentie subsidies

350

0

0

0

0

0

Toerek.

Opvang asielzoekers

392.327

392.327

750.818

750.818

534.254

534.254

 

Totaal

1.147.564

1.144.087

1.015.272

1.003.981

1.018.216

1.004.263

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden. Deze organisaties leveren ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de klimaatafspraken.

  • Compensatie van de Wereldbank (IDA) en regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte een sterker eigen armoedebeleid te voeren.

  • Bijdrage aan UNESCO.

  • Financiering van programma’s van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.

  • In bijlage 8 worden de verwachte uitgaven in 2018 op het terrein van migratie nader toegelicht.

  • Om de inzichtelijkheid van de BHOS begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 een nieuw artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook de Kamerbrief over de inzichtelijkheid van de BHOS begroting. Het ODA-budget wordt meerdere keren per jaar gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) en de asielopvangkosten. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald naar de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toe- of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.

Financiën

  • Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.

  • In 2015 is besloten om toe te treden tot de nieuw op te richten Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), welke sinds januari 2016 operationeel is. Op basis van een door de oprichtende aandeelhouders bepaalde verdeelsleutel heeft Nederland een aandeel toegewezen gekregen en zich hierop ingeschreven. De doelstelling van de AIIB is tweeledig:

    • o Het bevorderen van duurzame economische ontwikkeling, het creëren van welvaart en het verbeteren van het infrastructuurnetwerk in Azië door te investeren in infrastructuur en andere productieve sectoren;

    • o Het bevorderen van regionale samenwerking en partnerschappen door samen te werken met andere multilaterale en bilaterale ontwikkelingsinstellingen bij het adresseren van ontwikkelingsuitdagingen.

    Wegens de Nederlandse deelname aan de AIIB is een kapitaalstorting geraamd. De totale toegezegde Nederlandse kapitaalstorting bij de AIIB is USD 206,3 miljoen. Deze kapitaalstorting wordt tussen 2015 en 2019 in 5 gelijke tranches van elk USD 41,26 miljoen betaald waarvan de eerste twee in 2016 zijn betaald. Als gevolg van een besluit van de OESO-DAC is het mogelijk om 83% van de kapitaalinleg te rapporteren als ODA. Mede gelet hierop en gezien het internationale karakter van de kapitaalstorting aan de AIIB worden de middelen per 2017 toegevoegd aan de HGIS.

  • Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.

  • Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Toerekening

  • De toerekening betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven.

  • Vanaf 2016 geldt dat 63% van de kosten voor de instroom van asielzoekers in het lopende jaar worden toegerekend aan ODA en 37% in het daaropvolgende jaar. Vóór 2016 was dat 100% in het lopende jaar. De reden voor het veranderde ritme is dat een gedeelte van de instroom laat in het kalenderjaar plaatsvindt, waardoor de kosten voor de eerstejaarsopvang van die groep veelal doorlopen in het daaropvolgende jaar.

Beleidsthema 9: Overige uitgaven

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

05.01 Geheim

0

0

0

0

0

0

 

06.01 Nominaal en onvoorzien

0

0

– 1.057

0

68.329

0

 

07.01 Apparaat

744.579

238.340

715.219

241.352

667.613

240.616

V&J

91.01 Eigen personeel/attachés

2.069

0

1.904

0

1.891

0

BZK

11.01 Centraal apparaat (attachés)

0

0

286

0

183

0

71.01 Apparaat (attaché’s)

177

0

0

0

0

0

OCW

08.76 Internationaal onderwijs Bijdragen (inter)nationale organisaties: attachés

135

0

135

0

135

0

FIN

01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.044

0

1.044

0

1.044

0

 

01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

0

371

0

371

0

 

10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés)

– 64

0

– 67

0

– 67

0

 

21.01.01 Algemeen/apparaat (attachés)

1.097

0

1.066

0

1.066

0

DEF

08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés

18.378

0

20.031

0

19.145

0

IenM

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel)

1.113

0

1.340

0

1.337

0

98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel)

584

0

612

0

612

0

EZ

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

           
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

4.497

0

6.559

0

6.611

0

 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

9.106

0

10.888

0

9.680

0

 

6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

           
 

6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

14.601

0

16.636

0

16.009

0

 

40 Apparaat (attachés)

2.277

0

1.469

0

1.481

0

SZW

96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

491

0

483

0

483

0

VWS

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.318

0

1.116

0

1.158

0

 

Totaal

801.773

238.340

778.035

241.352

797.081

240.616

BZ

  • Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.

  • De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Defensie

  • Het Ministerie van Defensie draagt bij aan de internationale veiligheid en rechtsorde door onder andere deelname aan internationale missies en de bondgenootschappelijke verplichtingen. De uitgaven hebben betrekking op het attaché-netwerk.

EZ

  • Het Netwerk van Innovatie Attachés – ook wel IA Netwerk genoemd – werkt aan het versterken van het Nederlandse innovatievermogen door samenwerking tussen Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheidsorganisaties met toonaangevende buitenlandse counterparts te bevorderen of door hun informatiepositie over trends en ontwikkelingen in het buitenland te versterken. Het gaat daarbij om het te gelde maken van Nederlandse innovaties en kennis in het buitenland, het naar Nederland halen van innovatie en kennis opdat hier het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden en het samen met toonaangevende internationale partijen werken aan nieuwe innovaties en kennis.

  • Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZ en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

  • Bijdrage aan het landbouwradennetwerk. Landbouwraden en -attachés verrichten specialistische, beleidsmatige en uitvoerende economische dienstverlening voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het terrein van landbouw, biodiversiteit, duurzame grondstofketens, voedselzekerheid en -veiligheid). Zij spelen hierbij voortdurend in op veranderingen in mondiale landbouwpraktijken, voedingspatronen en opkomende markten waarbij de agrarische kennis en technologie uit Nederland in binnen en buitenland wordt ingezet.

BIJLAGE 1 DE HGIS VERTICAAL: WIJZIGINGEN NA DE MILJOENENNOTA 2017 (BEDRAGEN IN MLN EUR)

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

HGIS-uitgaven

           

Stand Miljoenennota 2017

5.436,8

4.977,1

4.859,7

4.880,3

5.088,3

 

Macrobijstellingen (BNI-mutaties)

137,6

228,4

251,8

279,4

288,5

 

Eindejaarsmarge

198,6

105,8

20,8

 

Overboekingen van/naar HGIS

101,4

40,0

44,7

126,6

291,2

 

Intertemporele kasschuiven

17,8

228,6

238,7

101,3

– 108,1

 

Desalderingen

– 27,0

20,1

0,1

0,1

0,1

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2018

5.865,2

5.601,9

5.415,8

5.387,7

5.560,0

5.634,3

             

HGIS-ontvangsten

           

Stand Miljoenennota 2017

183,3

134,7

134,6

134,5

134,4

 

Desalderingen

– 23,1

20,1

0,1

0,1

0,1

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2018

160,2

154,8

134,7

134,6

134,5

134,0

             

Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten

5.705,0

5.447,2

5.281,1

5.253,1

5.425,4

5.500,3

BIJLAGE 2A DE HGIS HORIZONTAAL: MEERJARENCIJFERS PER BEGROTINGSARTIKEL

a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2016, vermoedelijke uitkomsten 2017 en begrotingsramingen 2018 t/m 2022 (bedragen x EUR 1.000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

V Buitenlandse Zaken

                           

01 Versterkte int. rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

                           
 

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

54.569

7.127

60.066

7.740

56.035

7.740

55.135

7.740

55.135

7.740

55.135

7.740

55.135

7.740

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

56.243

35.117

54.614

35.250

53.770

35.250

53.770

35.250

53.870

35.250

53.870

35.250

53.870

35.250

02 Veiligheid en stabiliteit

                           
 

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

16.919

 

17.329

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 
 

02.02 Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

7.694

 

8.835

 

9.265

 

7.151

 

4.751

 

4.751

 

4.751

 
 

02.03 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

12.343

2.298

11.493

3.438

10.855

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

259.698

79.378

211.455

67.313

197.978

67.313

199.305

67.313

198.913

67.313

198.913

67.313

198.913

67.313

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

22.191

8.322

26.628

7.822

20.257

7.822

20.513

7.822

22.322

7.822

22.322

7.822

22.322

7.822

03 Europese samenwerking

                           
 

03.02 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden

174.600

174.600

192.479

192.479

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

192.735

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.734

 

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

27.908

 

5.227

 

5.327

 

4.827

 

4.327

 

4.327

 

4.327

 

04 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

                           
 

04.01 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

13.378

 

13.645

 

13.645

 

13.645

 

13.645

 

13.645

 

13.645

 
 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

7.659

 

6.304

 

6.199

 

6.199

 

6.199

 

6.199

 

6.199

 
 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7.154

 

7.876

 

7.856

 

7.856

 

7.856

 

8.944

 

8.944

 
 

04.04 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

18.999

106

19.401

136

19.606

136

19.606

136

19.648

136

18.648

136

18.648

136

 

04.05 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

22.586

 

4.005

 

2.787

 

2.150

 

2.100

 

2.100

 

2.100

 

05.01 Geheim

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

06.01 Nominaal en onvoorzien

0

 

– 1.057

 

68.329

 

68.824

 

109.494

 

121.830

 

148.415

 

07.01 Apparaat

744.579

238.340

715.219

241.352

667.613

240.616

659.085

240.616

655.183

240.616

655.501

240.616

655.647

240.616

Totaal

1.456.254

545.288

1.363.239

559.418

1.352.992

558.752

1.338.330

558.752

1.377.707

558.752

1.390.449

558.752

1.417.180

558.752

                               

VI Veiligheid en Justitie

                           

31 Nationale politie

                           
 

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

                           
 

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

534

 

540

 

540

 

540

 

540

 

540

 

540

 
 

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

22

22

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

91 Apparaatsuitgaven kerndepartement

                           
 

91.01 Europol en Eurojust

27.873

 

33.308

 

21.314

 

21.314

 

21.314

 

21.314

 

21.314

 
 

91.01 WIPO

218

 

362

 

362

 

362

 

362

 

362

 

362

 
 

91.01 Eigen personeel/attachés

2.069

 

1.904

 

1.891

 

1.891

 

1.891

 

1.891

 

1.891

 

Totaal

39.228

8.534

44.914

8.800

32.907

8.800

32.907

8.800

32.907

8.800

32.907

8.800

32.907

8.800

                               

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

                           

07.01 Overheid als werkgever

   

1.900

 

200

                 

11.01 Centraal apparaat (attachés)

   

286

 

183

 

183

 

183

 

183

 

183

 

71.01 Apparaat (attaché’s)

177

                         

Totaal

177

0

2.186

0

383

0

183

0

183

0

183

0

183

0

                               

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

                           

06 Hoger Beroepsonderwijs

                           
 

06.70 Hoger beroepsonderwijs

3.155

3.155

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

2.858

07 Wetenschappelijk Onderwijs

                           
 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

52.588

45.483

49.001

42.160

49.001

42.160

49.001

42.160

49.001

42.160

49.001

42.160

49.001

42.160

08 Internationaal onderwijsbeleid

                           
 

08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies

211

 

196

 

196

 

196

 

196

 

196

 

196

 
 

08.76 Internationaal onderwijs Bijdragen (inter)nationale organisaties: attachés

135

 

135

 

135

 

135

 

135

 

135

 

135

 
 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

90

 

185

 

185

 

185

 

185

 

275

 

275

 
 

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

450

 

426

 

426

 

426

 

426

 

426

 

426

 

14.71/76 Cultuur; subsidies/Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

5.739

 

4.640

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.527

 

4.527

 

16 Onderzoek en wetenschappen

                           
 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

Totaal

62.822

49.092

57.895

45.472

57.872

45.472

57.872

45.472

57.872

45.472

57.872

45.472

57.872

45.472

                               

IXB Financiën

                           

01 Belastingen

                           
 

01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.044

 

1.044

 

1.044

 

1.044

 

1.044

 

1.044

 

1.044

 
 

01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

 

371

 

371

 

371

     

371

 

371

 

04 Internationale financiele betrekkingen

                           
 

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

518.329

518.329

3.725

3.133

274.895

274.895

274.645

274.645

255.052

255.052

207.001

207.001

265.188

265.188

 

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

   

38.527

31.977

38.496

31.952

37.984

31.527

           
 

04.52.01 Technische assistentie

1.039

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 
 

04.55.01 Technische assistentie subsidies

350

                         

10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés)

– 64

 

– 67

 

– 67

 

– 67

 

– 67

 

– 67

 

– 67

 

21.01.01 Algemeen/apparaat (attachés)

1.097

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

Totaal

522.166

518.329

46.166

35.110

317.305

306.847

316.543

306.172

258.595

255.052

210.915

207.001

269.102

265.188

                               

X Defensie

                           

01 Opdracht inzet

                           
 

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties (inclusief contributies)/tevens verdeelartikel BIV

275.226

 

255.542

 

332.682

 

312.682

 

312.682

 

312.682

 

312.682

 

08 Ondersteuning krijgsmacht door CdO Dienstencentra

                           
 

08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés

18.378

 

20.031

 

19.145

 

17.307

 

17.225

 

17.225

 

17.225

 

10 Centraal apparaat

                           

Totaal

293.604

0

275.573

0

351.827

0

329.989

0

329.907

0

329.907

0

329.907

0

                               

XII Infrastructuur en Milieu

                           

11.01 Algemeen waterbeleid (Partners voor Water)

11.368

 

11.541

 

11.602

 

11.602

 

11.602

 

11.602

 

8.802

 

17.01 Luchtvaart

1.113

 

1.312

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

18.01 Scheepvaart

925

 

1.067

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

19.02 Klimaat/Int. Beleid, coördinatie en samenwerking

10.244

 

7.277

 

4.038

 

4.038

 

4.038

 

4.830

 

4.830

 

23.01 Meteorologie en seismologie (contributie WMO)

1.028

38

940

35

940

35

940

35

940

35

940

35

940

35

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel)

1.113

 

1.340

 

1.337

 

1.337

 

1.337

 

1.337

 

1.337

 

98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel)

584

 

612

 

612

 

612

 

612

 

612

 

612

 

Totaal

26.375

38

24.089

35

20.906

35

20.906

35

20.906

35

21.698

35

18.898

35

                               

XIII Economische Zaken

                           

1 Goed functionerende economie en markten

                           
 

1.55 Opdrachten

10

 

120

 

145

 

145

 

145

 

145

 

145

 
 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.655

 

2.512

 

2.498

 

2.498

 

2.498

 

2.498

 

2.498

 

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

                           
 

2.05 Subsidies

89

                         
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

4.497

 

6.559

 

6.611

 

6.219

 

6.229

 

6.239

 

6.249

 
 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

   

402

 

402

 

402

 

402

 

402

 

402

 
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

9.106

 

10.888

 

9.680

 

9.505

 

8.805

 

8.805

 

8.805

 
 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

3.606

 

1.588

 

1.929

 

1.884

 

1.779

 

1.779

 

1.854

 

4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

                           
 

4.55 Opdrachten (Joint Implementation)

5

 

620

                     
 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

803

 

918

 

1.081

 

1.081

 

1.081

 

1.081

 

1.081

 

6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

                           
 

6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

14.601

 

16.636

 

16.009

 

15.888

 

15.618

 

15.618

 

15.618

 
 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (FAO)

7.325

3.762

7.743

3.876

7.707

3.878

7.707

3.878

7.707

3.878

7.707

3.878

7.707

3.878

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (UNEP)

242

242

256

256

255

255

255

255

255

255

255

255

255

255

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Overig)

2.475

 

2.068

 

2.064

 

2.060

 

2.060

 

2.060

 

2.060

 

7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (ISRIC/Int.onderwijs)

                           
 

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.300

1.251

1.331

1.251

1.325

1.251

1.325

1.251

1.325

1.251

1.325

1.251

1.325

1.251

8 Natuur en biodiversiteit

                           
 

8.55 Opdrachten

                           
 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.040

 

1.302

 

1.097

 

1.097

 

1.097

 

1.097

 

1.097

 

40 Apparaat (attachés)

2.277

 

1.469

 

1.481

 

1.480

 

1.480

 

1.480

 

1.480

 

Totaal

50.031

5.255

54.412

5.383

52.284

5.384

51.546

5.384

50.481

5.384

50.491

5.384

50.576

5.384

                               

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

                           

96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

491

 

483

 

483

 

483

 

483

 

483

 

483

 

Totaal

491

0

483

0

483

0

483

0

483

0

483

0

483

0

                               

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

                           

02.11.06 Opdrachten (EMA)

   

700

 

1.100

 

300

             

02.11.07 Bijdragen agentschappen (EMA)

   

2.700

 

2.700

 

2.700

             

09.12.07 Bijdrage aan agentschappen

   

579

                     

09.12.10 Bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.816

 

3.289

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.318

 

1.116

 

1.158

 

1.158

 

1.158

 

1.158

 

1.158

 

Totaal

5.134

0

8.384

0

8.826

0

8.026

0

5.026

0

5.026

0

5.026

0

                               

XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking

                           

01 Duurzame handel en investeringen

                           
 

01.01 Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

14.305

5.010

18.483

9.048

19.113

9.758

19.113

9.758

18.113

9.758

18.222

9.758

18.222

9.758

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid

58.139

 

92.555

 

84.031

 

90.494

 

82.281

 

78.327

 

70.516

 
 

01.03 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

314.331

306.774

298.024

290.443

292.186

283.535

294.090

285.695

292.156

285.570

292.156

285.570

292.156

285.570

 

01.04 Dutch good growth fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met een focus op het MKB

73.451

73.451

108.500

108.500

113.500

113.500

55.500

55.500

27.500

27.500

106.500

106.500

500

500

02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

                           
 

02.01 Toename van voedselzekerheid

335.375

335.375

347.795

347.795

337.295

337.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

 

02.02 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

194.457

194.457

195.210

195.210

199.283

199.283

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

 

02.03 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

118.697

116.883

118.574

116.628

129.918

128.118

130.418

129.318

130.418

129.318

130.873

129.318

130.873

129.318

03 Sociale vooruitgang

                           
 

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids

424.010

422.316

416.784

415.173

417.784

416.173

416.784

415.173

416.784

415.173

416.784

415.173

416.784

415.173

 

03.02 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

57.944

57.944

43.699

43.699

52.539

52.539

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

 

03.03 Versterkt maatschappelijk middenveld

230.337

230.337

221.365

221.365

219.304

219.304

220.270

220.270

221.206

221.206

221.206

221.206

221.206

221.206

 

03.04 Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek

43.333

43.333

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

35.300

04 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

                           
 

04.01 Humanitaire hulp

247.216

245.862

220.191

219.000

205.191

204.000

205.017

204.000

205.017

204.000

205.017

204.000

205.017

204.000

 

04.03 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

353.591

353.591

333.935

333.935

191.788

191.788

195.243

195.243

195.243

195.243

195.243

195.243

195.243

195.243

 

04.04 Noodhulpfonds

184.735

184.735

160.348

160.348

                   

05 Versterkte kaders voor ontwikkeling

                           
 

05.01 Versterkte multilaterale betrokkenheid

152.608

152.608

142.515

142.515

131.057

131.057

129.107

129.107

129.107

129.107

129.107

129.107

129.107

129.107

 

05.02 Overig armoedebeleid

67.647

65.559

71.437

68.788

70.589

64.680

70.853

64.070

70.953

64.170

70.953

64.170

70.953

64.170

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

15.264

15.264

25.000

25.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

   

– 18.250

– 18.250

– 41.575

– 41.575

– 44.675

– 44.675

81.322

81.322

225.681

225.681

336.007

336.007

Totaal

2.885.440

2.803.499

2.831.465

2.714.497

2.466.303

2.353.755

2.411.962

2.293.207

2.499.848

2.392.115

2.719.817

2.615.474

2.716.332

2.619.800

                               

Toerekeningen

                           

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

EKI-kwijtschelding

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Opvang asielzoekers

392.327

392.327

750.818

750.818

534.254

534.254

441.456

441.456

348.133

348.133

334.653

334.653

330.214

330.214

Totaal

797.927

722.194

1.156.418

1.080.685

939.854

864.121

847.056

771.323

753.733

678.000

740.253

664.520

735.814

660.081

                               

TOTAAL UITGAVEN

6.139.649

4.652.229

5.865.224

4.449.400

5.601.942

4.143.166

5.415.803

3.989.145

5.387.648

3.943.610

5.560.001

4.105.438

5.634.280

4.163.512

BIJLAGE 2B: DE HGIS-ONTVANGSTEN HORIZONTAAL: MEERJARENCIJFERS PER MINISTERIE EN PER BEGROTINGSARTIKEL

Realisaties 2016, vermoedelijke uitkomsten 2017 en begrotingsramingen 2018 t/m 2022 (bedragen x EUR 1.000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

V Buitenlandse Zaken

             

2 Veiligheid en stabiliteit

             
 

10 Doorberekening Defensie diversen

182

212

227

242

242

242

242

 

40 Restituties contributies

2.578

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

3 Europese samenwerking

             
 

30 Restitutie Raad van Europa

277

250

250

250

250

250

250

4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

             
 

10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

19.790

18.300

18.300

14.300

14.300

14.300

14.300

 

20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

32.034

23.000

23.000

27.000

27.000

27.000

27.000

 

40 Doorberekening Defensie diversen

794

790

790

790

790

790

790

7 Apparaat

             
 

10 Diverse ontvangsten

44.267

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

 

11 Koersverschillen

3.835

           
 

Totaal

103.757

65.002

65.017

65.032

65.032

65.032

65.032

                 

IXB Financiën

             

04.50.03 Ontvangsten IFI’s

4.067

           
 

Totaal

4.067

0

0

0

0

0

0

                 

X Defensie

             

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties (inclusief contributies)

55.346

16.707

26.707

6.707

6.707

6.707

6.707

 

Totaal

55.346

16.707

26.707

6.707

6.707

6.707

6.707

                 

XII Infrastructuur en Milieu

             

19.09 Ontvangsten klimaat

2.000

6.400

         
 

Totaal

2.000

6.400

0

0

0

0

0

                 

XIII Economische Zaken

             

13 Een excellent ondernemingsklimaat

10

           

16 Een concurr., duurzame en veilige agro- viss.- en voedselketen

18

           
 

Totaal

28

0

0

0

0

0

0

                 

XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

             

1 Duurzame handel en investeringen

             
 

1.10 ontvangsten internationaal ondernemen

78.815

12.626

3.619

3.491

3.373

3.264

3.264

 

1.40 ontvangsten DGGF

1.474

500

500

500

500

500

 

5 Versterkte kaders voor ontwikkeling

             
 

5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen

28.494

27.812

27.812

27.812

27.812

27.812

27.812

 

5.21 Ontvangsten OS

120.327

31.176

31.176

31.176

31.176

31.176

31.176

 

5.23 diverse ontvangsten non-ODA

6.933

           
 

Totaal

236.043

72.114

63.107

62.979

62.861

62.752

62.252

                 
 

TOTAAL ONTVANGSTEN

401.241

160.223

154.831

134.718

134.600

134.491

133.991

BIJLAGE 3: BEREKENING ODA-PLAFOND 2017–2022 EN REALISATIE ODA-PRESTATIE 2016 EN RAMING ODA-PRESTATIE 2017–2022

Berekening ODA-plafond 2017–2022 (bedragen in miljoenen EUR)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Raming BNI

726.030,0

756.850,0

781.060,0

808.010,0

836.160,0

865.040,0

             

Basisbedrag 0,7% BNI

5.082,2

5.298,0

5.467,4

5.656,1

5.853,1

6.055,3

Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen

39,5

37,8

33,2

31,3

23,0

23,0

Bij: geraamde ontvangsten OS

31,7

31,7

32,3

31,7

31,7

31,7

Taakstelling Rutte/Asscher

– 1.000,0

– 1.000,0

– 1.000,0

– 1.000,0

– 1.000,0

– 1.000,0

Kasschuiven

91,2

131,7

– 117,5

– 304,0

– 331,2

– 475,4

Ruilvoettaakstelling

– 48,7

– 48,7

– 48,7

– 48,7

– 48,7

– 48,7

Correctie ESA 2010

– 250,4

– 257,0

– 263,7

– 263,7

– 263,7

– 263,7

EKI-reservering

– 150,1

– 150,0

– 150,0

– 150,0

– 150,0

– 150,0

Overig (o.m eindejaarsmarge en Voorjaarsnotabesluitvorming)

596,8

72,5

9,4

– 4,4

– 4,0

– 3,9

ODA binnen het BIV

30,0

         

AIIB

32,0

32,0

31,5

     

ODA-plafond 2017–2022

4.454,1

4.147,9

3.993,9

3.948,3

4.110,2

4.168,2

Realisatie netto ODA prestatie 2016 en Raming netto ODA-prestatie 2017–2022 (bedragen in miljoenen EUR)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Bruto ODA-totaal

4.657,0

4.454,1

4.147,9

3.993,9

3.948,3

4.110,2

4.168,2

Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen

36,0

– 39,5

– 37,8

– 33,2

– 31,3

– 23,0

– 23,0

Af: geraamde ontvangsten OS

132,8

– 31,7

– 31,7

– 32,3

– 31,7

– 31,7

– 31,7

Bi: ODA binnen het BIV

   

30,0

30,0

30,0

30,0

30,0

Netto ODA (in miljoenen euro)

4.488,1

4.383,0

4.108,4

3.958,4

3.915,3

4.085,5

4.143,5

               

Raming BNI (in miljarden euro)

692,3

726,0

756,9

781,1

808,0

836,2

865,0

               

Netto ODA in % van het BNI

0,65

0,60

0,54

0,51

0,48

0,49

0,48

BIJLAGE 4: DE ODA-UITGAVEN NAAR BELEIDSTHEMA (BEDRAGEN X EUR 1.000)

Begroting

Omschrijving

2016

2017

2018

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van de mensenrechten

       

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

7.127

7.740

7.740

V-01.01

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

35.117

35.250

35.250

V-01.02

V&J

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

22

200

200

VI-33.03.39

   

42.266

43.190

43.190

 
           

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

       

BZ

02.03 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

2.298

3.438

3.252

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

79.378

67.313

67.313

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

8.322

7.822

7.822

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

245.862

219.000

204.000

XVII-04.01

 

04.03 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

353.591

333.935

191.788

XVII-04.03

 

04.04 Noodhulpfonds

184.735

160.348

0

XVII-04.04

V&J

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.600

8.600

VI-31.03.21

   

882.698

800.456

482.775

 

3. Europese samenwerking

       

BZ

03.02 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden

174.600

192.479

192.735

V-03.02

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

0

3.888

3.888

V-03.03

Toerek.

EU-begroting

329.867

329.867

329.867

Toerekening

   

504.467

526.234

526.490

 
           

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

       

BZ

04.04 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

106

136

136

V-04.04

   

106

136

136

 
           

5. Duurzame handel en investeringen

       

BHOS

01.01 Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

5.010

9.048

9.758

XVII-01.01

 

01.03 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

306.774

290.443

283.535

XVII-01.03

 

01.04 Dutch good growth fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met een focus op het MKB

73.451

108.500

113.500

XVII-01.04

   

385.235

407.991

406.793

 
           

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

       

BHOS

02.01 Toename van voedselzekerheid

335.375

347.795

337.295

XVII-02.01

 

02.02 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

194.457

195.210

199.283

XVII-02.02

 

02.03 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

116.883

116.628

128.118

XVII-02.03

IenM

23.01 Meteorologie en seismologie (contributie WMO)

38

35

35

XII-23.01

EZ

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (FAO)

3.762

3.876

3.878

XIII-16.95

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (UNEP)

242

256

255

XIII-16.95

   

650.757

663.800

668.864

 
         

7. Sociale vooruitgang

       

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

422.316

415.173

416.173

XVII-03.01

 

03.02 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

57.944

43.699

52.539

XVII-03.02

 

03.03 Versterkt maatschappelijk middenveld

230.337

221.365

219.304

XVII-03.03

 

03.04 Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek

43.333

35.300

35.300

XVII-03.04

OCW

06.70 Hoger beroepsonderwijs

3.155

2.858

2.858

VIII-06.70

 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

45.483

42.160

42.160

VIII-07.70/76

 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

VIII-16.70

EZ

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.251

1.251

1.251

XIII-17.35

   

804.273

762.260

770.039

 
           

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

       

BHOS

05.01 Versterkte multilaterale betrokkenheid

152.608

142.515

131.057

XVII-05.01

 

05.02 Overig armoedebeleid

65.559

68.788

64.680

XVII-05.02

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

15.264

25.000

9.000

XVII-05.03

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

– 18.250

– 41.575

XVII-05.04

Financiën

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

518.329

3.133

274.895

IXB-50.01

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

0

31.977

31.952

IXB-50.01

Toerek.

Opvang asielzoekers

392.327

750.818

534.254

Toerekening

   

1.144.087

1.003.561

1.002.093

 

9. Overige uitgaven

       

BZ

07.01 Apparaat

238.340

241.352

240.616

V-07.01

   

238.340

241.352

240.616

 
           

Totaal ODA binnen HGIS

4.652.229

4.449.400

4.143.166

 

ODA buiten HGIS (instituten EZ)

4.725

4.725

4.725

 

TOTAAL ODA

4.656.954

4.454.125

4.147.891

 

BIJLAGE 5A: DE GEPLANDE ODA-UITGAVEN IN PARTNERLANDEN (HULPRELATIES EN OVERGANGSRELATIES) 2018

Hulprelatielanden

2018

Afghanistan

 

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

20.000.000

totaal

20.000.000

   

Burundi

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

18.100.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

5.400.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

3.000.000

totaal

26.500.000

   

Jemen

 

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

2.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

4.500.000

3.2 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

200.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

4.500.000

totaal

11.200.000

   

Mali

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

1.000.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

9.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

15.500.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

7.000.000

totaal

32.500.000

   

Palestijnse gebieden

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

1.000.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

6.400.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

4.000.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

7.450.000

totaal

18.850.000

   

Rwanda

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

34.500.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

7.500.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

6.300.000

totaal

48.300.000

   

Zuid-Soedan

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

4.500.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

4.500.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

10.500.000

 

19.500.000

Overgangsrelatielanden

2018

Bangladesh

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

3.000.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

10.400.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

25.200.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

6.300.000

3.2 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

2.500.000

totaal

47.400.000

   

Benin

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

13.050.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

15.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

7.189.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

500.000

totaal

35.739.000

   

Ethiopië

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

1.840.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

39.050.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

18.074.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

1.213.000

totaal

60.177.000

   

Ghana

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

3.000.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

9.600.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

10.000.000

totaal

22.600.000

   

Indonesië

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

3.000.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

2.500.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

5.000.000

2.3 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

286.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

3.500.000

totaal

14.286.000

   

Kenia

 

1.3 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

4.000.000

2.1 Toename van voedselzekerheid

3.300.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

5.900.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

1.000.000

totaal

14.200.000

   

Mozambique

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

10.050.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

9.813.000

2.3 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

500.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

13.000.000

3.2 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen

1.000.000

totaal

34.363.000

   

Oeganda

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

13.000.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

3.000.000

totaal

16.000.000

Regionale programma’s

2018

Afrika Grote Meren

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

9.300.000

2.2 Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

5.500.000

2.3 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

514.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

4.500.000

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

4.500.000

totaal

24.314.000

   

Hoorn van Afrika

 

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

7.113.000

totaal

7.113.000

   

Midden-Amerika Programma

 

4.3 Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie

0

totaal

0

Dit overzicht betreft alleen de aan ambassades gedelegeerde landenbudgetten (en omvat dus niet uitgaven uit centrale budgetten).

BIJLAGE 5B: DE ODA-UITGAVEN IN EXITLANDEN

Exitlanden

2016

2017

2018

2019

Colombia

426.000

375.000

0

0

Congo, Democratische Republiek

412.000

650.000

600.000

600.000

Egypte

124.000

60.000

0

0

Pakistan

1.103.000

0

0

0

Suriname

2.995.000

1.869.000

2.425.000

2.725.000

Zuid-Afrika

1.246.000

478.000

0

0

         

Totaal Exitlanden

6.306.000

3.432.000

3.025.000

3.325.000

Dit overzicht betreft alleen de aan ambassades gedelegeerde landenbudgetten (en omvat dus niet uitgaven uit centrale budgetten).

BIJLAGE 6: DE NON ODA-UITGAVEN NAAR BELEIDSTHEMA (BEDRAGEN X EUR 1.000)

Begroting

Omschrijving

2016

2017

2018

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van de mensenrechten

       

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

47.442

52.326

48.295

V-01.01

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

21.126

19.364

18.520

V-01.02

V&J

91.01 Europol en Eurojust

27.873

33.308

21.314

VI-91.01.02/09

 

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

534

540

540

VI-33.03.10

 

91.01 WIPO

218

362

362

VI-91.01.02/09

BZK

07.01 Overheid als werkgever

0

1.900

200

VII-07.01

IenM

17.01 Luchtvaart

1.113

1.312

1.311

XII-17.01

 

18.01 Scheepvaart

925

1.067

1.066

XII-18.01

   

99.231

110.179

91.608

 
           

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

       

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

16.919

17.329

11.015

V-02.01

 

02.02 Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

7.694

8.835

9.265

V-02.02

 

02.03 Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

10.045

8.055

7.603

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

180.320

144.142

130.665

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

13.869

18.806

12.435

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

1.354

1.191

1.191

XVII-04.01

Defensie

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties (inclusief contributies)/tevens verdeelartikel BIV

275.226

255.542

332.682

X-01.01.01

   

505.427

453.900

504.856

 
           

3. Europese samenwerking

       

BZ

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.734

5.832

5.832

V-03.03

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

27.908

5.227

5.327

V-03.04

VWS

02.11.06 Opdrachten (EMA)

0

700

1.100

XVI-02.11

 

02.11.07 Bijdragen agentschappen (EMA)

0

2.700

2.700

XVI-02.11

Toerek.

EU-begroting

75.733

75.733

75.733

Toerekening

   

113.375

90.192

90.692

 
           

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

       

BZ

04.01 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

13.378

13.645

13.645

V-04.01

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

7.659

6.304

6.199

V-04.02

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7.154

7.876

7.856

V-04.03

 

04.04 Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

18.893

19.265

19.470

V-04.04

 

04.05 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

22.586

4.005

2.787

V-04.05

OCW

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

450

426

426

XIII-08.77

 

14.71/76 Cultuur; subsidies/Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

5.739

4.640

4.617

XIII-14.71

   

75.859

56.161

55.000

 
           

5. Duurzame handel en investeringen

       

BHOS

01.01 Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

9.295

9.435

9.355

XVII-01.01

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid

58.139

92.555

84.031

XVII-01.02

 

01.03 Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden

7.557

7.581

8.651

XVII-01.03

EZ

1.55 Opdrachten

10

120

145

XIII-11.55

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.655

2.512

2.498

XIII-11.95

 

2.05 Subsidies

89

0

0

XIII-12.05

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

0

402

402

XIII-12.95

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

3.606

1.588

1.929

XIII-13.95

   

81.351

114.193

107.011

 
           

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

       

BHOS

02.03 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

1.814

1.946

1.800

XVII-02.03

IenM

11.01 Algemeen waterbeleid (Partners voor Water)

11.368

11.541

11.602

XII-11.01

 

19.02 Klimaat/Int. Beleid, coördinatie en samenwerking

10.244

7.277

4.038

XII-19.02

 

23.01 Meteorologie en seismologie (contributie WMO)

990

905

905

XII-23.01

EZ

4.55 Opdrachten (Joint Implementation)

5

620

0

XIII-14.55

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

803

918

1.081

XIII-14.95

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (FAO)

3.563

3.867

3.829

XIII-16.95

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Overig)

2.475

2.068

2.064

XIII-14.95

 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.040

1.302

1.097

XIII-18.95

   

32.302

30.444

26.416

 
           

7. Sociale vooruitgang

       

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

1.694

1.611

1.611

XVII-03.01

OCW

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

7.105

6.841

6.841

VIII-07.70/76

 

08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies

211

196

196

VIII-08.71

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

90

185

185

VIII-08.76

EZ

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

49

80

74

XIII-17.35

VWS

09.12.07 Bijdrage aan agentschappen

0

579

0

XVI-09.12.07

 

09.12.10 Bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.816

3.289

3.868

XVI-09.12.10

   

12.965

12.781

12.775

 
           

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

       

BHOS

05.02 Overig armoedebeleid

2.088

2.649

5.909

XVII-05.02

Financiën

04.52.01 Technische assistentie

1.039

1.500

1.500

IX-04.52.01

 

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

0

6.550

6.544

IX-04.50.01

 

04.55.01 Technische assistentie subsidies

350

0

0

IX-04.55.01

   

3.477

11.291

13.953

 
           

9. Overige uitgaven

       

BZ

Geheim

0

0

0

V-05.01

 

Nominaal en onvoorzien

0

– 1.057

68.329

V-06.01

 

Apparaat

506.239

473.867

426.997

V-07.01

Div. dept.

Attachés

57.194

63.873

61.139

Div. Begrotingen

   

563.433

536.683

556.465

 
           

Totaal non-ODA

1.487.420

1.415.824

1.458.776

 

BIJLAGE 7: INTERNATIONALE KLIMAATFINANCIERING VOOR ONTWIKKELINGSLANDEN 2018

In het Parijse Klimaatakkoord hebben de rijke landen hun toezegging uit 2009 om de ontwikkelingslanden te ondersteunen bij hun investeringen op het terrein van klimaat herbevestigd. Het moet daarbij vanaf 2020 gaan om USD 100 miljard per jaar. Tevens is overeengekomen dat de ontwikkelde landen aangeven op welke wijze de klimaatfinanciering collectief wordt opgeschaald in de aanloop naar 2020. Omdat er nog geen internationaal overeengekomen richtlijnen bestaan zal tussen nu en 2018 gewerkt worden aan een definitie en gemeenschappelijke rapportage voor klimaatfinanciering.

Nederland wil de komende jaren een geleidelijke stijging van de publieke en private klimaatuitgaven realiseren en blijft er zich internationaal voor inzetten dat andere landen dat ook doen. Nederland streeft ernaar in 2018 EUR 400 miljoen aan publieke klimaatrelevante uitgaven voor ontwikkelingslanden te realiseren, plus EUR 350 miljoen aan private klimaatfinanciering door middel van publiek-private partnerschappen, multilaterale klimaatfondsen, multilaterale ontwikkelingsbanken en FMO.

De publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden zijn onderdeel van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Er wordt maximale synergie tussen klimaat en ontwikkeling nagestreefd. Klimaatverandering raakt de armsten het hardst en ondermijnt ontwikkelingsresultaten. Voor het behalen van de SDG’s en doelen van Parijs is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk.

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dit gebeurt vooral binnen de speerpunten voedselzekerheid en water. Daarnaast wordt ingezet op vergroening van de economie en reductie van CO2-uitstoot door bevordering van toegang tot hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing en het behoud van ecosystemen. Voor het bereiken van resultaten wordt onder andere samengewerkt met het bedrijfsleven, NGO’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering in 2018. Bij de verantwoording over 2018 zal op basis van de thans in ontwikkeling zijnde OESO-methodiek gerapporteerd worden over de gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden.

Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2018 (bedragen x EUR mln):

Artikel BHOS-begroting

Indicatie 2018

1. Duurzame handel en investeringen

40

2. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

 

2.1 Toename van voedselzekerheid

80

2.2 Verbeteren waterbeheer, drinkwater en sanitatie

80

2.3 Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

70

3. Sociale vooruitgang

40

Overig

 

Internationale financiële instellingen en VN

90

Totaal

400

Gemobiliseerd privaat kapitaal

350

BIJLAGE 8: INTERNATIONALE INSPANNINGEN VOOR MIGRATIE

Deze bijlage licht de verwachte HGIS-uitgaven in 2018 toe op het gebied van migratie. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op migratie. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op migratie

Artikel

Budget

2018

   

EUR in mln.

waarvan ODA

06.37.02

Asieltoerekening

535

535

17.05.03

Migratie en ontwikkeling

9

9

 

Totaal

544

544

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang voor asielzoekers in Nederland (VenJ-begroting)

In de begroting van Veiligheid en Justitie staat wat de totale kosten voor asielopvang zijn en welk deel daarvan wordt toegerekend aan Official Development Assistance (ODA). Conform de richtlijnen van het OESO Development Assistance Committee (DAC) wordt de eerstejaarsopvang voor asielzoekers in Nederland uit ODA-middelen gefinancierd. Deze HGIS-middelen worden alleen overgeheveld naar de VenJ-begroting voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO DAC gelden als ontwikkelingslanden. Voor 2018 houdt het kabinet rekening met een asielinstroom van 37.000. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijs van het COA, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte opvangduur.

Migratie en ontwikkeling (BHOS-begroting)

Er is tevens EUR 9 miljoen structureel beschikbaar voor migratie en ontwikkeling als onderdeel van het artikel versterkte kaders voor ontwikkeling. Uit deze middelen worden zowel inspanningen binnen en buiten Nederland gefinancierd:

  • Financiering van activiteiten die gericht zijn op beter migratiemanagement, het tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten en bestrijding van mensensmokkel/-handel.

  • Bevorderen van dataverzameling over migratiestromen en onderzoek naar migratiemotieven en de effectiviteit van diverse interventies om de grondoorzaken van irreguliere migratie aan te pakken.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn

Naast bovengenoemde middelen zijn er meerdere instrumenten die gedeeltelijk ingezet kunnen worden voor hulp aan vluchtelingen of voor de aanpak van de grondoorzaken die mensen doen besluiten hun land te verlaten, zoals onveiligheid of gebrek aan economisch perspectief. Hieronder worden de meest relevante begrotingsartikelen genoemd. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet vanuit bijvoorbeeld de noodhulpmiddelen. Daarom worden in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen en/of migratie de begrotingsstanden van de artikelen genoemd. Om dezelfde reden is er geen totaalbedrag opgenomen in de tabel.

Artikel

Budget

2018

   

EUR in mln.

waarvan ODA

05.02.04

Stabiliteitsfonds

83

55

05.02.05

Shiraka en Matra

20

8

05.03.02

Europees ontwikkelingsfonds

193

193

17.04.01

Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNRWA en WFP

205

204

Stabiliteitsfonds (BZ-begroting)

Vanuit het Stabiliteitsfonds worden meerdere projecten gefinancierd die relevant zijn voor de aanpak van grondoorzaken van migratie. Nederland geeft via het Stabiliteitsfonds bijvoorbeeld financiële steun aan Mayday Rescue, een NGO die in Syrië het werk van de White Helmets (burgerbescherming) ondersteunt. Daarnaast kent de EU het Madad fonds (ook wel het Syrië Trust Fonds genoemd), dat verder gaat dan eerste noodhulp en zich vooral richt op de ontvangststructuren en gastgemeenschappen. Nederland heeft daar in de periode 2016–2018 EUR 5 miljoen voor toegezegd vanuit het Stabiliteitsfonds. Ook steunt Nederland de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in de humanitaire repatriatie van kwetsbare gestrande migranten in Libië. Hiernaast kunnen door het verzorgen van trainingen en verbetering van de uitrusting van de Libische kustwacht meer mensen worden gered.

Shiraka (BZ-begroting)

De overgang naar democratie in de Arabische regio is een langdurig proces met voor- en achteruitgang. Nederland steunt deze processen met het programma Shiraka (wat partnerschap betekent in het Arabisch). Shiraka streeft naar blijvende veranderingen in de Arabische regio en past daarmee ook bij de aanpak van grondoorzaken. Met Shiraka helpt Nederland de Arabische regio bijvoorbeeld met (A) lokale maatschappelijke initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van vakbondsrechten en persvrijheid; (B) capaciteitsopbouw van politieke organisaties door samenwerking van Nederlandse politieke partijen met lokale politieke partijen; (C) overheidssamenwerking bijvoorbeeld gericht op mensenrechten.

Europees Ontwikkelingsfonds (BZ-begroting)

Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is bestemd voor de economische en sociale ontwikkeling van landen uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan (ACS). Het EOF heeft echter ook bijgedragen aan het EU-noodtrustfonds van circa EUR 2 miljard dat tijdens de Valletta Top in november 2015 werd opgericht. Het EU-noodtrustfonds is gericht op het bevorderen van stabiliteit en de aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie en ontheemde personen in Afrika. De programmering daarvan loopt door in 2018.

Noodhulp en bijdragen UNHCR, UNRWA en WFP (BHOS-begroting)

Nederland verleent noodhulp aan slachtoffers van conflicten en rampen. Een deel van die slachtoffers is ontheemd. De Nederlandse humanitaire inspanningen zijn gericht op het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het beschermen van menselijke waardigheid. Het is wenselijk om slachtoffers van conflicten en rampen zoveel mogelijk te helpen in de betreffende regio’s. Dit zorgt ervoor dat ontheemde mensen zo snel mogelijk weer naar huis kunnen en houdt de kosten van humanitaire hulpverlening zo laag mogelijk. Ook in 2018 zal er sprake zijn van significante humanitaire inzet. Daarnaast wordt een groot deel van de Nederlandse bijdrage aan internationale organisaties zoals UNHCR, UNRWA en WFP gebruikt voor noodhulp aan ontheemden en vluchtelingen.

Overige relevante activiteiten vanuit migratie oogpunt

Bovenstaand overzicht is niet uitputtend. Een groot deel van de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie is gericht op economische ontwikkeling, stabiliteit en de aanpak van ongelijkheid. Ook de algemene speerpunten binnen ontwikkelingssamenwerking kunnen bijdragen aan de aanpak van grondoorzaken voor irreguliere migratie (veiligheid en rechtsorde, water, voedselzekerheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten). Vanuit het speerpunt veiligheid en rechtsorde is het Addressing Root Causes fonds een goed voorbeeld. In 2016 zijn er vanuit dit fonds meerdere NGO’s geselecteerd die activiteiten zullen uitvoeren die zijn gericht op de aanpak van de grondoorzaken van gewapend conflict, instabiliteit en irreguliere migratie (EUR 125 miljoen voor periode 2016–2021). Daarnaast kunnen Nederlandse bijdragen via andere internationale (financiële) instellingen ook deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn.

BIJLAGE 9: INDICATOREN EN STREEFWAARDEN 2018 VOOR BHOS

In de begroting voor BHOS 2018 zijn indicatoren en streefwaarden opgenomen. Kwantitatieve streefwaarden op basis van de indicatoren uit de begroting voor 2018 zijn opgenomen in onderstaande tabel om de doelstellingen inzichtelijk te maken. Vanaf het Jaarverslag over de begroting 2018 zal het kabinet op basis van de dan beschikbare informatie rapporteren over behaalde resultaten mede op basis van de 15 indicatoren en streefwaarden in de begroting voor 2018.

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Streefwaarde 2018

Streefwaarde 2020

SDG

Private sector ontwikkeling (PSD)

Artikel 1

Bedrijfsontwikkeling

Aantal banen ondersteund door PSD-programma’s (direct jobs supported naar internationaal geharmoniseerde definitie)

220.000

180.000

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei

   

Aantal bedrijven (Nederlandse en lokale ondernemingen) met een ondersteund plan voor investering, handel of dienstverlening

3.000

2.500

Voedselzekerheid

Artikel 2

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

Aantal mensen met verbeterde inname van voedsel

18 miljoen

20 miljoen

SDG 2

Einde maken aan honger

 

Stimuleren van duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector

Aantal boeren met toegenomen productiviteit en inkomen

4 miljoen

5,5 miljoen

 

Creëren van ecologisch duurzame voedselsystemen

Aantal hectare landbouwgrond dat eco-efficiënter wordt gebruikt

3 miljoen

5 miljoen

Water

Artikel 2

Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne

Het aantal mensen met toegang tot een verbeterde waterbron

2,3 miljoen

8 miljoen, cumulatief

(30 miljoen, cumulatief in 2030)

SDG 6 Toegang tot een duurzaam beheer van water

   

Het aantal mensen met toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiënische leefomstandigheden

1,6 miljoen

12 miljoen, cumulatief

(50 miljoen, cumulatief in 2030)

 

Verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s

Het aantal mensen dat voordeel ondervindt van verbeterd stroomgebied beheer en veiligere delta’s

3 miljoen

20 miljoen, cumulatief

Klimaat

Artikel 2

Hernieuwbare energie

Aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie

2,5 miljoen, cumulatief

11,5 miljoen, cumulatief

(50 miljoen, cumulatief in 2030)

SDG 7 Toegang tot duurzame en moderne energie

Vrouwenrechten en gendergelijkheid

Artikel 3

Verbeterde randvoorwaarden voor vrouwenrechten en gender gelijkheid

Aantal aantoonbare bijdragen door publieke instanties en bedrijven aan betere randvoorwaarden voor vrouwenrechten en gendergelijkheid (outcome)

200

500

SDG 5 Seksegelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen

 

Versterkte capaciteit van maatschappelijke organisaties

Aantal maatschappelijke organisaties met versterkte capaciteit voor de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid (output)

200, cumulatief

350, cumulatief

 

Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en HIV

Artikel 3

Toegang tot family planning

Aantal vrouwen en meisjes dat toegang heeft tot moderne anticonceptie in 69 FamilyPlanning2020 focuslanden

4 miljoen extra vrouwen en meisjes, cumulatief

6 miljoen extra vrouwen en meisjes, cumulatief

(ten opzichte van het basisjaar 2012)

SDG 3 Goede gezondheid en welzijn

 

Rechten

Tevredenheid van de SRGR partners over de mate waarin barrières in SRGR voor gediscrimineerde en kwetsbare groepen zijn afgenomen in hun focuslanden

Niet van toepassing

Tevredenheid (minimale score 4 op 1–5 schaal) in 80% van de focus landen

SDG 5 Seksegelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen

Veiligheid & Rechtsorde

Artikel 4

Rechtstaat ontwikkeling

Aantal mensen (man/vrouw) dat toegang heeft tot rechtspraak via een juridische instelling (formeel of informeel), om zo hun grondrechten te beschermen, strafbare feiten te laten berechten en geschillen te beslechten

In 6 fragiele of post-conflict landen, 50.000 bereikt, waarvan minstens de helft vrouwen, cumulatief

In 6 fragiele of post-conflict landen 200.000, waarvan minstens de helft vrouwen, cumulatief

SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving

 

Menselijke Veiligheid

Aantal m2 land dat is ontmijnd

7 miljoen

24 miljoen


X Noot
1

Kamerstuk 28 165, nr. 266 dd 10 februari 2017.

Naar boven