34 775 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2018

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2017

Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas- en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire wet.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2017 voor de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII). De genoemde mutaties zullen worden verwerkt in de Slotwet. Naar verwachting wordt in 2017 een ODA-prestatie van 0,61% van het BNI gerealiseerd.

Artikel 1: Duurzame handel en investeringen

Uitgaven

Op sub-artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie worden de non-ODA budgetten voor internationaal ondernemen en versterking concurrentiepositie Nederland met respectievelijk EUR 9,4 miljoen en EUR 2,7 miljoen verlaagd. De verlaging betreft vooral een verschuiving van programmakosten naar uitvoeringskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het budget voor de bijdrage aan RVO op sub-artikel 1.2 wordt daarom opgehoogd.

Het budget voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) wordt met EUR 2,3 miljoen verhoogd. Reden hiervoor is dat eind 2017 nog een aantal DTIF-transacties heeft plaatsgevonden.

Het budget op sub-artikel 1.3 Private Sector Development wordt met EUR 11,5 miljoen verhoogd. Omdat de implementatie van het PSD-programma sneller gaat dan geraamd, worden extra middelen toegevoegd aan programma’s zoals Marktontwikkeling in het kader van Private Sector Development en Financiële sector ontwikkeling. Daarentegen is sprake van een onderbesteding op het Dutch Good Growth Fund (DGGF) van in totaal ongeveer EUR 28 miljoen door vertraagde betalingen. De niet-bestede middelen blijven binnen het DGGF beschikbaar en schuiven binnen het ODA-budget door naar latere jaren.

Ontvangst

De ontvangsten op artikel 1 worden ongeveer EUR 7 miljoen lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit heeft met name te maken met de vertraging bij het aangaan van de DTIF-transacties. Hierdoor zijn ook de premieontvangsten en de aflossingen op wisselfinancieringen lager.

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op sub-artikel 2.2 wordt verhoogd met ongeveer EUR 7 miljoen. Dit komt doordat er verplichtingen zijn aangegaan met het Middle East Desalination Research Centre (MEDRC) van EUR 1,4 miljoen, RVO (voor Disaster Risk Reduction) van EUR 2,5 miljoen, Water Integrity Network van EUR 1,5 miljoen en de European Investment Bank van EUR 2 miljoen.»

Artikel 3: Sociale ontwikkeling

Verplichtingen

De stijging van EUR 7 miljoen op sub-artikel 3.4 Onderwijs en onderzoek wordt veroorzaakt doordat er een verplichting is aangegaan voor het nieuwe programma met het NUFFIC.

Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

Uitgaven

Vanwege het betalen van een Algemene Vrijwillige Bijdrage (AVB) van EUR 8 miljoen aan het Wereldvoedselprogramma (WFP) neemt het budget voor 2017 voor sub-artikel 4.1 (Humanitaire Hulp) per saldo toe met ruim EUR 9 miljoen.

Artikel 5: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Uitgaven

De budgetten voor sub-artikel 5.1 Versterkte multilateraal betrokkenheid en sub-artikel 5.2 Overig armoedebeleid zijn verhoogd met in totaal ongeveer EUR 56 miljoen. Dit komt doordat een aantal betalingen voor schuldkwijtschelding en middelenaanvullingen voor multilaterale banken en fondsen – die oorspronkelijk geraamd stonden voor 2018 – al in 2017 zijn gedaan. Voor sub-artikel 5.1 betreft dit een betaling aan de Asian Development Fund (AFD) van EUR 8,8 miljoen en voor sub-artikel 5.3 een betaling aan de International Development Association (IDA) van de Wereldbank van EUR 41,9 miljoen en een betaling aan de African Development bank (AfDB) van EUR 8,6 miljoen. Het betreft hierbij aanpassingen in het kasritme binnen bestaande meerjarige verplichtingen.

Ontvangsten

De koerswinst (sub-artikel 5.22) over 2017 op de BHOS-begroting is naar verwachting ongeveer EUR 12 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ministerie werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgn. corporate rate). Deze koers wordt met de presentatie van de begroting vastgesteld en voor het hele jaar gehanteerd. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat een saldo.

Naar boven