Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2017
Platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money publiceerde op 28 oktober jongstleden
een artikel over ABDTOPConsult. Tijdens de regeling van werkzaamheden van 31 oktober
jongstleden (Handelingen II 2017/18, nr. 15, item 4) vroeg het lid Özütok om een brief over het artikel en over het beeld dat daaruit
is ontstaan. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek.
Het beeld dat het artikel oproept is dat de leden van ABDTOPConsult niet onafhankelijk
zijn bij de adviezen die zij geven, maar dat hun adviezen vooral bedoeld zijn om bewindspersonen
uit de wind te houden. Met nadruk distantieer ik mij van dat beeld.
De ministerraad besloot in 2010 om binnen de reeds bestaande Top Management Groep
een aantal ambtenaren beschikbaar te houden voor bijzondere opdrachten. Aanleiding
was de constatering dat er voor complexe bestuurlijke en gevoelige opdrachten, en
voor de vervulling van tijdelijke topfuncties, vaak een beroep werd gedaan op externe
adviseurs of oud-bewindspersonen/bestuurders, terwijl zittende topambtenaren deze
opdrachten ook zouden kunnen vervullen. Het doel van ABDTOPConsult was dan ook het
beperken van externe inhuur en het beter benutten van kennis die binnen de rijksoverheid
bestaat. ABDTOPConsult is onafhankelijk qua werkwijze en oordeelsvorming. Opdrachtgevers
kunnen geen aanwijzingen geven over onderzoeksmethodes of over conclusies en aanbevelingen.
Follow the Money lijkt vragen te stellen bij het feit dat leden soms maar voor een
korte periode worden benoemd. Juist in dit type functies is dat in mijn ogen geen
bezwaar. Er is immers geen sprake van een functie waarin kennis moet worden gemaakt
met een omvangrijke nieuwe organisatie, of waarin een nieuw netwerk moet worden opgebouwd.
Leden van ABDTOPConsult werken per definitie aan kortdurende opdrachten. Zij kunnen
ook in korte tijd en in deeltijd hun kennis en ervaring inzetten voor het beter functioneren
van de overheid.
De leden van ABDTOPConsult zijn topfunctionaris in de zin van de Wet normering topinkomens
(WNT). Dat betekent dat hun inkomen op grond van die wet is genormeerd. Medewerkers
met een inkomen boven die norm (thans € 181.000) vallen onder het overgangsrecht dat
toestaat dat medewerkers meer verdienen dan de norm. De rijksoverheid rapporteert
jaarlijks over de bezoldiging van topfunctionarissen via de wettelijk verplichte WNT-rapportage
die op Verantwoordingsdag verschijnt.
ABDTOPConsult voert jaarlijks 40 à 50 opdrachten uit. Het initiatief ligt steeds bij
opdrachtgevers uit de top van de rijksoverheid: Ministers, Staatssecretarissen en
topambtenaren. Sporadisch worden opdrachten met een interbestuurlijk karakter uitgevoerd.
De groep werkt tevens voor Hoge Colleges van Staat; voor uw Kamer zijn ook twee adviesopdrachten
uitgevoerd.
De schrijver van het artikel van Follow the Money vestigt de aandacht op het punt
dat de leden van de groep verschillende rollen vervullen. Dat is juist. Rollen verschillen
al naar gelang het type opdracht. Als leden van de groep een interim-managementopdracht
verrichten, werken zij tijdelijk in de lijnorganisatie van het betreffende rijksonderdeel,
onder politieke verantwoordelijkheid van de betreffende bewindspersoon. Zij zijn in
een dergelijke rol derhalve niet onafhankelijk. Ook opdrachten voor bijvoorbeeld programmamanagement
of kwartiermakerschap vergen geen onafhankelijke rol. Anders is dat bij (evaluatie)onderzoeken
of adviesvragen. Daar komt de onafhankelijke positie van de groep nadrukkelijk in
beeld.
ABDTOPConsult is transparant in de werkwijze en legt daar verantwoording over af aan
de opdrachtgever. Leden van ABDTOPConsult zoeken zelf geen publiciteit over opdrachten.
In dit opzicht heeft ABDTOPConsult een andere positie dan bijvoorbeeld onderzoeksraden
en planbureaus. Wel geven leden van de groep desgevraagd toelichting op hun werk,
bijvoorbeeld in de vorm van een briefing aan de Tweede Kamer.
Al met al ben ik van mening dat ABDTOPConsult in aanpak en werkwijze voldoet aan de
doelstellingen die destijds door de ministerraad werden beoogd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren