Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 29 juni 2017 en het nader rapport d.d. 30 augustus 2017, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 17 mei 2017, no. 2017000819, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het verdrag inzake luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
de Argentijnse Republiek; Amsterdam, 27 maart 2017 (Trb. 2017, 54), met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 mei 2017, no. 2017000819,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
29 juni 2017, nr. W14.17.0136/IV, bied ik U hierbij aan.
Het verdrag heeft betrekking op de luchtdiensten tussen en via de grondgebieden van
het Koninkrijk der Nederlanden en de Argentijnse Republiek en vervangt het huidige
verdrag om Europeesrechtelijke en luchtvaartpolitieke redenen. De Afdeling advisering
van de Raad van State acht ter uitvoering van artikel 2 van de Rijkswet goedkeuring
en bekendmaking verdragen aanpassing van de toelichtende nota aangewezen.
De Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen bepaalt dat bij de voorlegging van
een verdrag aangegeven wordt of het verdrag naar het oordeel van de regering bepalingen
bevat die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden.1 Het gaat daarbij om bepalingen die onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn
om in de nationale rechtsorde zonder meer als objectief recht te kunnen worden toegepast.2 De toelichtende nota stelt kortweg dat het verdrag dergelijke bepalingen naar het
oordeel van de regering niet bevat.3 De Afdeling onderschrijft dit oordeel niet. Hoewel slechts van belang voor de beperkte
groep van door Argentinië aangewezen luchtvaartmaatschappijen, bevat het verdrag concrete
bepalingen waarop deze maatschappijen zich in voorkomend geval voor de Nederlandse
rechter zouden kunnen beroepen.4
De Afdeling adviseert de toelichtende nota op dit punt in overeenstemming te brengen
met de eerder genoemde rijkswet.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert de toelichtende nota in overeenstemming
te brengen met artikel 2 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Aan
het advies is gevolg gegeven door in de toelichtende nota, in de vierde alinea van
de inleiding, de passage aan te passen die betrekking heeft op het oordeel van de
regering omtrent bepalingen in het Verdrag die naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed te vinden
dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat
aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
S.F.M. Wortmann
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het Verdrag vergezeld van de toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders