Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 34767 nr. 64 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 34767 nr. 64 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2022
Met deze brief informeer ik u over mijn voornemen om voor de openbare jaarverantwoording bestaande zorgaanbieders die behoren tot de nieuwe doelgroep van deze jaarverantwoording, de ruimte te geven om deze in de eerste twee boekjaren op een later tijdstip openbaar te maken, te weten 31 december 2023 en 1 oktober 2024. Aanleiding daarvoor is dat uit gesprekken met diverse partijen mij duidelijk is geworden dat de bedrijfsvoering van zowel bestaande zorgaanbieders die behoren tot de nieuwe doelgroep als hun financiële dienstverleners aanpassing vraagt om te kunnen voldoen aan de gestelde termijn van 1 juni. Hiermee stel ik deze zorgaanbieders en hun financiële dienstverleners in staat om aan deze termijn te kunnen voldoen.
Omdat ik dit voornemen in afwachting van een wetsbehandeling nog niet in een ministeriële regeling op kan nemen, heb ik in bijlage 1 een meer «technische» toelichting opgenomen, waarmee ik tijdig voldoende duidelijkheid wil geven aan alle belanghebbenden.
Voortgang overleg eerstelijnscoalitie
In juni dit jaar heb ik bestuurlijk overleg gehad met de eerstelijnscoalitie over de jaarverantwoording. Daarbij is afgesproken dat we gezamenlijk een stap voorwaarts maken met als uitgangspunt dat het afleggen van maatschappelijke verantwoording erbij hoort, ook voor de eerstelijnspartijen. De eerstelijnscoalitie heeft mij recent bevestigd dat we voortgaan met deze afspraken.
Onderdeel van deze afspraken is dat we aanvullend op eerdere onderzoeken toetsen of de uitvoering van de huidige regeling proportioneel, zo eenvoudig mogelijk is en beperkt tijd vraagt. Ook zijn afspraken gemaakt over het meervoudig gebruik van deze data. Naar verwachting zijn deze resultaten eind dit jaar beschikbaar. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten zo spoedig mogelijk berichten.
Eerdere vereenvoudiging
In de afgelopen jaren zijn, mede door het overleg met de eerstelijnscoalitie, al meerdere stappen gezet om de regeldruk van de openbare jaarverantwoording te beperken en de uitvoering eenvoudiger te maken. Voor de financiële verantwoording is voor alle zorgaanbieders nu zoveel mogelijk aangesloten bij de al bestaande verplichtingen op grond van het Burgerlijk Wetboek. Hieronder een overzicht:
Categorieën van zorgaanbieders |
Financiële verantwoording |
---|---|
Rechtspersonen |
Kleine rechtspersonen:1 Een enkelvoudige jaarrekening (Middel)grote rechtspersonen: – enkelvoudige jaarrekening; – geconsolideerde jaarrekening. |
Personenvennootschappen |
Balans en staat van baten en lasten (vergelijkbaar met een jaarrekening) |
Eenmanszaak (geen zzp’er) |
Zes financiële ratio’s (ratio’s vanwege privacy) |
Zorgaanbieders die op grond van de Gemeente- of Provinciewet moeten verantwoorden kunnen gewoon die jaarrekening aanleveren. Dat geldt ook voor de abortusklinieken die al op grond van de Subsidieregeling moeten verantwoorden.
Ook worden straks bekende gegevens uit het handelsregister automatisch ingevuld en is de openbare vragenlijst tot het minimum beperkt en bestaat voornamelijk uit ja/nee vragen en een aantal basale gegevens. In tijdsbesteding kost de openbare jaarverantwoording kleine zorgaanbieders volgens de standaardberekening administratieve lasten in totaal ca. 2 uur per jaar. Deze tijdsbesteding wordt als onderdeel van de afspraken met de eerstelijnscoalitie nogmaals getoetst.
In tegenstelling tot wat was voorgeschreven onder de Wet toelating zorginstellingen (Kamerstuk 34 767), hoeft de categorie van kleine zorgaanbieders jaarlijks geen beoordelingsverklaring meer openbaar te maken en is de omzetgrens voor het aanleveren van een accountantsverklaring verhoogd naar € 12 miljoen. Daarmee neemt dus de totale regeldruk voor de oude doelgroep af. In bijlage 2 is voor de volledigheid een overzicht van de huidige regeling en eerdere vereenvoudiging toegevoegd.
Tot slot
Ik hecht eraan dat beschikbare tijd van zorgaanbieders zoveel mogelijk daadwerkelijk aan de zorg wordt besteed en dat de regeldruk zo minimaal mogelijk is. Ook voor de jaarverantwoordingsplicht die per 1 januari 2022 in beginsel voor alle zorgaanbieders geldt. Met het hiervoor geschetste voornemen om de termijn voor het openbaar maken tijdelijk te verlengen is er voor alle bestaande zorgaanbieders voor wie de openbare jaarverantwoording nieuw is meer tijd om hun financiële bedrijfsvoering aan te kunnen passen.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Wettelijk kader en doel openbare jaarverantwoording
In 2020 heeft zowel de Tweede als Eerste Kamer bij de behandeling van de wetsvoorstellen Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: Wtza) en de bijbehorende aanpassingswet (hierna: AWtza) unaniem ingestemd met een openbare jaarverantwoordingsplicht voor in beginsel alle zorgaanbieders in de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg). Met de AWtza is de doelgroep uitgebreid ten opzichte van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi), waarin voorheen de jaarverantwoordingsplicht voor zorgaanbieders was opgenomen. Doel van deze openbaarmakingsplicht voor alle zorgaanbieders is een maatschappelijke verantwoording over de besteding van de collectieve middelen. Daarbij heeft de Tweede Kamer unaniem een nader gewijzigd amendement van het lid Ellemeet c.s. aangenomen dat een toereikende financiële verantwoording van kleine zorgaanbieders beoogt, zodat ook meer zicht komt op deze categorie zorgaanbieders.1
Op 1 januari 2022 zijn de AWtza en de Regeling openbare jaarverantwoording WMG inwerking getreden. Omwille van de zorgvuldige implementatie zijn in de wet- en regelgeving omtrent de openbare jaarverantwoording overgangsbepalingen opgenomen. Door het overgangsrecht gaan pas vanaf 1 januari 2023 in beginsel alle zorgaanbieders zich voor het eerst jaarlijks vóór 1 juni 2023 verantwoorden (over boekjaar 2022).
In de Regeling openbare jaarverantwoording WMG zijn in principe alle kleine zorgaanbieders, om de regeldruk zo veel mogelijk te beperken, vrijgesteld van de verplichting om de financiële verantwoording door een accountant te laten controleren
Voornemen tijdelijk later tijdstip voor openbaarmaking
Om bestaande zorgaanbieders die behoren tot de nieuwe doelgroep meer ruimte en gelegenheid te geven om hun financiële bedrijfsvoering geleidelijk aan een jaarlijkse verantwoordingscyclus aan te passen en de regelgeving uitvoerbaar te houden voor de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa), heb ik samen met de vertegenwoordigers van de alliantie van administratie- en accountantskantoren, de NZa, de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) en het Centraal Bureau voor de Statistiek een ingroeipad afgesproken.
Na afweging van alle voors- en tegens die ik heb gehoord in de gesprekken met betrokken partijen kom ik tot het volgende:
– Over boekjaar 2022 (vanaf 1 januari 2023) wordt gebruik gemaakt van de maximale termijn die het Europese recht toestaat voor het openbaar maken van een jaarverantwoording, namelijk uiterlijk 31 december 2023 (12 maanden). Deze maatregel verlicht de gevolgen van de regeldruk voor zorgaanbieders, omdat zorgaanbieders geen uitstel hoeven aan te vragen.
– Voor boekjaar 2023 (vanaf 1 januari 2024) wordt het tijdstip voor openbaarmaking vóór 1 oktober 2024 (9 maanden). In dit geval krijgen zij de mogelijkheid om uitstel bij de NZa in het geval van bijzondere omstandigheden digitaal aan te vragen.
– Vanaf boekjaar 2024 (vanaf 1 januari 2025) wordt het tijdstip zoals nu in de regeling opgenomen jaarlijks vóór 1 juni, dan wel 15 juli2, verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording. De tijdige transparantie is daarmee de structurele norm voor de gehele zorg, jeugdhulp en Veilig Thuis sector.
Nieuw opgerichte zorgaanbieders binnen de nieuwe doelgroep
Nieuw opgerichte zorgaanbieders die behoren tot de nieuwe doelgroep vallen niet onder het ingroeipad, omdat zij sinds eind september 2021 rekening kunnen houden bij het inrichten van hun financiële bedrijfsvoering met de nieuwe wet- en regelgeving omtrent de jaarverantwoording. Deze categorieën van zorgaanbieders hebben naar mijn oordeel daarom geen extra ruimte nodig om hun financiële bedrijfsvoering om te zetten in een maatschappelijke verantwoordingscyclus.
Oude doelgroep van jaarverantwoordingsplichtigen
Alle categorieën van zorgaanbieders die op grond van de WTZi, de Regeling ambulancezorgvoorzieningen, de Provinciewet of Gemeentewet jaarverantwoordingsplichtig waren, jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis-organisaties vallen ook niet onder het voorgenomen ingroeipad. Voor deze categorieën van organisaties is het tijdstip voor openbaarmaking vóór 1 juni, dan wel 15 juli3 al lang gebruikelijk en zij hebben hun financiële bedrijfsvoering daarop reeds ingericht. Voor deze doelgroep, die zowel bestaat uit kleine als grote zorg- en jeugdhulpaanbieders is het tijdstip voor openbaarmaking haalbaar gebleken. Bij bijzondere omstandigheden kunnen zij een verzoek om coulance dan wel een aanvraag tot uitstel van het tijdstip voor openbaarmaking bij de NZa4, dan wel IGJ5 indienen.
Noodzaak tijdige transparantie
In de huidige wettekst van de Wmg is, de Regeling ambulancezorgvoorzieningen, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het tijdstip voor openbaarmaking vóór 1 juni, van het kalenderjaar volgende op het boekjaar opgenomen. Tijdige en gelijktijdige transparantie is wezenlijk voor de kwaliteit van data voor het risicogestuurd toezicht op de integriteit van de bedrijfsvoering en bijvoorbeeld het inschatten van risico’s voor de continuïteit van zorgverlening. Door een later tijdstip dan 1 juni zal de bruikbaarheid van de openbaar gemaakte data voor het risicogestuurd toezicht afnemen. De datum van 1 juni blijft de norm in de gehele sector.
Gelet op het overgangsrecht over boekjaar 2021 en met het oog op de politieke en maatschappelijke wens van een toereikende financiële controle op alle zorgaanbieders heb ik gekozen voor een periode van twee boekjaren (boekjaar 2022 en 2023) en een duidelijke structurele norm.
Bespreking van ingroeipad met een alliantie van administratie- en accountantskantoren
De vertegenwoordigers van de alliantie van accountants- en administratiekantoren zijn verheugd met het voornemen het ingroeipad in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG op te nemen, vooral gezien de brede zorgen voor de verantwoording over het boekjaar 2022. Met een ingroeipad van twee boekjaren en het bestaande overgangsrecht (over boekjaar 2021) wordt meer ruimte voor de bestaande zorgaanbieders binnen de nieuwe doelgroep gecreëerd. De vertegenwoordigers van de alliantie van accountants- en administratiekantoren hebben aangegeven zich in te zetten om in het huidige werkproces het opstellen van de openbare financiële verantwoording in de komende jaren te versnellen en te optimaliseren.
Verder proces later tijdstip voor openbaarmaking
Op dit moment is er geen wettelijke grondslag om het ingroeipad en uitstel voor een zorgaanbieder in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG te regelen. Het ingroeimodel is uitsluitend mogelijk als artikel 40b Wmg wordt gewijzigd. De wijziging is opgenomen in het wetsvoorstel Verzamelwet VWS 2022 die nu voor behandeling in uw Kamer ligt. Het is mijn bedoeling de wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG zo snel mogelijk in de Staatscourant laten publiceren en inwerking te laten treden tegelijk met de inwerkingtreeding van het wetsvoorstel Verzamelwet VWS.
Verder heeft de NZa aangegeven om voor de genoemde categorie van zorgaanbieders de Regeling structurele informatieverstrekking bedrijfsvoering WMG aan te passen, zodat voor alle aan te leveren informatie dezelfde datum van openbaarmaking geldt.
Voorlichting en communicatie
Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG en de Regeling structurele informatieverstrekking bedrijfsvoering WMG wordt, tezamen met de Klankboardgroep communicatie Wtza, waaraan een 20-tal brancheorganisaties van zorgaanbieders deelnemen, het nieuwe ingroeipad aan de leden, Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) en SRA gecommuniceerd als voornemen. Tevens zal een nieuwsbericht op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl worden geplaats om zorgaanbieders tijdig in kennis te kunnen stellen van dit begunstigd beleid.
Wettelijk kader
In 2020 heeft zowel de Tweede als Eerste Kamer bij de behandeling van de wetsvoorstellen Wet toetreding zorgaanbieders (hierna: Wtza) en de bijbehorende aanpassingswet (hierna: AWtza) unaniem ingestemd met een openbare jaarverantwoordingsplicht voor in beginsel alle zorgaanbieders in de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg). Met de AWtza is de doelgroep uitgebreid ten opzichte van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi), waarin voorheen de jaarverantwoordingsplicht voor zorgaanbieders was opgenomen. Doel van deze openbaarmakingsplicht voor alle zorgaanbieders is een maatschappelijke verantwoording over de besteding van de collectieve middelen. Daarbij heeft de Tweede Kamer unaniem een nader gewijzigd amendement van het lid Ellemeet c.s. aangenomen dat een toereikende financiële verantwoording van kleine zorgaanbieders beoogt, zodat ook meer zicht komt op deze categorie zorgaanbieders.6
Met alle hieronder genoemde aanpassingen neemt de regeldruk minder toe dan in de internetconsultatie-versie van de regeling uit najaar 2020. Vergeleken met de per 1 januari 2022 vervallen bepalingen over de jaarverantwoording onder de WTZi, is vanaf boekjaar 2022 sprake van een lichter regime voor de accountantsverklaring en vragenlijst voor de sectoren van zorgaanbieders die onder de WTZi verantwoordingsplichtig waren. Onder de WTZi was namelijk al sprake van een beoordelingsverklaring voor een zorgaanbieder met kortweg een netto-omzet van meer dan € 700.000 en een veel uitgebreidere vragenlijst.
Inhoud jaarverantwoording
De openbare jaarverantwoording bestaat kortweg uit drie onderdelen:
1) De financiële jaarverantwoording: deze sluit zoveel als mogelijk aan bij de al bestaande verplichtingen voor zorgaanbieders in het Burgerlijk Wetboek (BW). De verplichting tot het opstellen van een balans en staat van baten en lasten geldt al voor een ieder die een bedrijf of zelfstandig beroep in Nederland uitoefent, dus voor rechtspersonen en niet-rechtspersonen (waaronder eenmanszaken en personenvennootschappen)7. Daarmee is de regeldruk minimaal.
2) De accountantsverklaring: deze wordt geschrapt voor kleine zorgaanbieders met kortweg een netto omzet van niet meer dan € 12 miljoen. Voor andere zorgaanbieders wordt aangesloten bij de al bestaande verplichtingen op grond van het BW om de regeldruk zo minimaal mogelijk te laten zijn.
3) De vragenlijst: deze is teruggebracht tot het meest basale, namelijk enkele vragen over de identiteit, de naleving van de Governancecode Zorg 2022, personeelssamenstelling, organisatiestructuur, aantal unieke patiënten en naleving van de eisen omtrent klachten, inspraak en cliëntenraden.
Daarbij wordt nu gebouwd aan een nieuw digitaal portaal van het CIBG dat vanaf boekjaar 2022 op een klantvriendelijke en «slimme» manier is vormgegeven. Hierdoor worden bijvoorbeeld al bekende gegevens uit het handelsregister of voorgaande boekjaar automatisch ingevuld en krijgen via een digitale beslisboom zorgaanbieders uitsluitend de vragen te zien die op hun individuele situatie van toepassing zijn. De inhoud van de openbare vragenlijst is daarmee tot in de verste mogelijkheid beperkt. In tijdsbesteding kost de openbare jaarverantwoording kleine zorgaanbieders in totaal ca. twee uur per jaar. Op dit moment wordt door een onderzoeksbureau de tijdsbesteding opnieuw getoetst en wordt de ervaren regeldruk in kaart gebracht.
Tevens is toegezegd een commissie in te richten die vanaf het najaar 2023 de ervaringen van alle betrokken partijen zal bespreken en mij adviseert welke verbeteringen kunnen worden aangebracht. Daarbij vind ik het een belangrijke taak van die commissie om periodiek te beoordelen of een aanpassing in de basisset van gegevens van de openbare jaarverantwoording nodig is. Hierbij moet een zorgvuldige afweging plaatsvinden tussen enerzijds het behouden van een stabiele dataset en anderzijds de impact van wijzigingen voor zorgaanbieders. Daarmee houd ik continu een vinger aan de pols als het gaat om de uitvoerbaarheid en werkbaarheid van de openbare jaarverantwoording.
Aanvullend op bovenstaande zijn in juni 2022 met de eerstelijnscoalitie afspraken gemaakt over onder meer een extra toets op de eenvoudige uitvoering en het meervoudig gebruik van openbaar gemaakte data.
Volledigheidshalve wordt verwezen naar de gepubliceerde voorlichtingsmaterialen op de website van het CIBG, te raadplegen via https://www.jaarverantwoordingzorg.nl/voorlichtingsmateriaal.
Documenten:
– Brochure Jaarverantwoording 2022
– Leeswijzer Jaarverantwoording voor kleine zorgaanbieders en combinatie-instellingen
– Toelichting op de openbaarmakingsplicht voor advieskantoren
– Infographic Jaarverantwoording
– Infographic Financiële bedrijfsvoering en derivaten
– Stroomschema jaarverantwoording
Daarnaast is op de website een overzicht gemaakt naar categorie van zorgaanbieders en hetgeen wat zij moeten openbaar maken, te raadplegen via:
https://www.jaarverantwoordingzorg.nl/wat-en-hoe-aanleveren-jvz/zorgaanbieders.
Om aan te sluiten bij de Wmo 2015 is het voornemen om zorgaanbieders die op grond van de Provinciewet of Gemeentewet een jaarrekening opstellen de jaarverantwoording uiterlijk vóór 15 juli, van het kalenderjaar volgende op het boekjaar.
Deze datum geldt voor Veilig Thuis-organisaties die vallen onder de Wet op de gemeenschappelijke regelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34767-64.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.