34 763 Wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid)

Nr. 17 MOTIE VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN SNELLER

Voorgesteld 8 februari 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit de jurisprudentie en evaluatie van artikel 13b Opiumwet («Wet Damocles») volgt dat meer maatwerk geleverd moet worden bij de toepassing van de bevoegdheid tot het sluiten van panden en woningen;

overwegende dat dit maatwerk in ieder geval vraagt om het nadrukkelijk afwegen van de gevolgen voor betrokkenen (in het bijzonder voor minderjarige kinderen) en de hoeveelheid drugs voordat wordt overgegaan tot het sluiten van een pand;

overwegende dat om de proportionaliteit van sluiting als sanctie te borgen ook de verwachte effectiviteit van minder vergaande maatregelen expliciet dient te worden afgewogen en dat voor sluiting vrijwel altijd een waarschuwing (desnoods als last onder dwangsom) dient te worden gegeven;

overwegende dat de wetgever de sluitingsbevoegdheid als ultimum remedium in het leven heeft geroepen, maar dat in de praktijk sluitingen vaker niet dan wel als ultimum remedium worden ingezet in de strijd tegen drugshandel;

voorts overwegende dat de mate waarin gemeenten maatwerk betrachten sterk verschilt en dat een landelijk kader voor de omgang met de sluitingsbevoegdheid vooralsnog ontbreekt;

verzoekt de regering een landelijk kader op te stellen voor gemeenten om tot een meer uniform beleid ten aanzien van de bevoegdheid om panden te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet te komen in lijn met bovenstaande uitgangspunten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Sneller

Naar boven