34 730 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikelen 1 en 2, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 201 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

2

     

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

6

2.3

De niet-beleidsartikelen

40

2.4

De agentschappen

45

1. Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingvoorschriften 2017 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

Vanuit het oogpunt van uniformiteit en transparantie wordt deze norm gehanteerd om mutaties toe te lichten bij de Eerste suppletoire begroting van 2017 van Infrastructuur en Milieu (XII). Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn).

Norm bij te verklaren verschillen

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € miljoen

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

5

=> 1.000

5

5

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd.

Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2017 voor de begroting van Infrastructuur en Milieu (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2017 (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 XII, nr.2). Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2 beleidsartikelen en paragraaf 2.3 niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat. De gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 1 maart 2017.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 2.4) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties 2017 (Eerste suppletoire begroting)(bedragen x € 1.000)

Suppletoire mutaties 2017 (Eerste suppletoire begroting) (in € mln.)
   

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting

 

7.994,4

246,8

Stand vastgestelde begroting 2017

 

7.994,4

246,8

         

Kaderrelevante mutaties

       

1.

Hydrologische maatregelen

13

5,0

5,0

2.

Ontvangst grondverkoop EZ

13

– 5,9

 

3.

NS Sociale Veiligheid

16

5,7

 

4.

Eindafrekening NS ERTMS pilot

16

2,7

2,7

5.

HGIS

19

1,1

3,9

6.

NaNoReg

22

1,8

1,8

7.

Overboekingen IF/DF naar PF/GF/BCF

26

– 70,1

 

8.

Generale kasschuif IF/DF

26

– 300,0

 

10.

Regeringsvliegtuig

97

90,0

 

11.

Surplus eigen vermogen agentschappen

98

5,4

5,4

12.

Surplus eigen vermogen RVB

98

3,4

 

13.

Ontvangsten bedrijfsvoering agentschappen

98

5,9

5,9

14.

PBL – opdrachten derden

98

2,0

2,0

15.

Eindejaarsmarge

99

17,8

 

16.

Nominaal en onvoorzien

     
 

– Compensatie herstelopslag ABP

99

8,4

 
 

– Loon- en prijsbijstelling

99

113,5

 

17.

Overige mutaties

div.

– 9,2

2,5

Stand 1e suppletoire begroting

 

7.871,7

276,0

Toelichting
1. Hydrologische maatregelen

Conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt in totaal € 30 miljoen vrijgemaakt vanuit de opbrengsten van grondverkopen door de RVO (Economische Zaken) voor het uitvoeren van hydrologische maatregelen door de provincies. De ontvangsten bedragen in 2017 € 5 miljoen. Deze opbrengsten worden via het Provinciefonds ingezet ten behoeve van hydrologische maatregelen. Zie ook de toelichting bij ad 2.

2. Ontvangst grondverkoop EZ

Vanaf 2016 worden de opbrengsten uit de grondverkoop door EZ (RVO) in relatie tot de bufferzones via artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling overgeboekt naar het Provinciefonds, waarbij de middelen worden ingezet ten behoeve van hydrologische maatregelen (zie ook de toelichting bij ad 1). Bij deze Eerste suppletoire wet wordt daarom € 5,9 miljoen overgeboekt naar het Provinciefonds.

3. NS Sociale Veiligheid

Op de begroting Hoofdstuk XII worden uitgaven verantwoord om de sociale veiligheid op en rond het spoor van zowel NS-personeel als reizigers te vergroten. Hiertoe wordt in de jaren 2017 en 2018 in totaal € 9,3 miljoen overgeheveld vanuit het Infrastructuurfonds naar de begroting Hoofdstuk XII. Voor 2017 wordt bij deze Eerste suppletoire wet wordt € 5,7 miljoen overgeboekt.

4. Eindafrekening NS ERTM pilot

Voor de inmiddels afgeronde pilot ERTMS Amsterdam-Utrecht heeft de NS de afgelopen jaren en in 2017 een bijdrage van totaal € 30,0 miljoen ontvangen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze bijdrage is gefinancierd uit het Infrastructuurfonds. De pilot is inmiddels afgerond en vanwege de afrekening zal het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een bijdrage ontvangen van de NS (€ 2,7 miljoen). Na de verwerking van deze eindafrekening zal het restant worden teruggeboekt naar de investeringsruimte Spoor op het Infrastructuurfonds.

5. Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

IenM droeg tot en met 2014 bij aan het Clean Development Mechanism (CDM)-programma. Dit programma beoogde een bijdrage te leveren aan het realiseren van de Kyoto-doelstellingen door middel van het ontwikkelen en onderling verbinden van CO2– markten. Na afronding van het CDM-programma is nog € 8,4 miljoen beschikbaar, waarvan € 5,9 miljoen in 2016 en € 2,5 miljoen in 2017. Deze middelen worden ingezet voor de programma’s Partnership for Market Readiness (PMR) en Carbon Pricing Leadership Coalition (CPLC). Van de aanvankelijk voor 2016 geraamde ontvangst van € 5,9 miljoen is in 2016 € 2 miljoen ontvangen. De resterende € 3,9 miljoen zal in 2017 worden ontvangen.

De uitgaven (€ 1,1 miljoen) hebben met name betrekking op het programma Partners voor Water. De beschikbare middelen worden onder andere ingezet voor de doelstelling om het handelsklimaat en het internationaal ondernemen te stimuleren in een aantal partnerlanden, de bouw van het Galileo Reference Centre (GRC) en een bijdrage aan Indonesië voor het opzetten en uitvoeren van een systeem van emissieregistratie.

6. NaNoReg

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ontvangt een bijdrage van de Europese Commissie voor het programma NaNoReg. Het NANoREG-programma levert kennis op omtrent de veiligheid van nanomaterialen.

7. Overboekingen IF/DF naar PF/GF/BCF

Dit betreft met name overboekingen naar het Provinciefonds, Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds vanuit het Infrastructuurfonds voor het programma Beter Benutten (€ 47,4 miljoen), Regionet (€ 5,5 miljoen) en de A58 Aansluiting Goed (€ 4,5 miljoen). Daarnaast zijn er overboekingen vanuit het Deltafonds voor de projecten Vismigratie (€ 3,5 miljoen) en IJsseldelta fase 2 (€ 6,1 miljoen).

8. Generale kasschuif IF/DF

Dit betreft een kasschuif via de het generale beeld om € 250 miljoen op het Infrastructuurfonds van 2017 naar 2018 (€ 60 miljoen) en 2019 (190 miljoen) te schuiven en € 50 miljoen op het Deltafonds van 2017 naar 2019. Aangezien de voeding van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds via artikel 26 loopt, wordt deze kasschuif ook op Hoofdstuk XII zichtbaar. Zie voor meer toelichting de Eerste suppletoire wet 2017 van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

9. BDU regionet

Dit betreft een overboeking in verband met een bijdrage aan de Metropoolregio Amsterdam voor het maatregelenpakket Regionet (Cuyperstrap en PEAT) (€ 5,5 miljoen).

10. Regeringsvliegtuig

Op de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is er in totaal € 90 miljoen gereserveerd voor de aanschaf van het nieuwe regeringsvliegtuig. Hiervan wordt € 50 miljoen bij de Eerste suppletoire wet 2017 toegevoegd aan Hoofdstuk XII en komt € 40 miljoen uit de niet bestede reservering van 2016.

11. Surplus eigen vermogen agentschappen

Het eigen vermogen van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEa) was in 2016 groter dan het maximum van 5 procent van de jaaromzet zoals vastgesteld in de Regeling agentschappen. Het surplus aan eigen vermogen van de ILT (€ 4,8 miljoen) en de NEa (€ 0,6 miljoen) is afgeroomd en toegevoegd aan de begroting van IenM.

12. Surplus eigen vermogen Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft een positief saldo behaald. Het netto surplus aan vermogen van oud-RGD wordt terug gegeven aan de opdrachtgevers/departementen. Het aandeel van IenM bedraagt € 3,4 miljoen.

13. Ontvangsten bedrijfsvoering agentschappen

IenM ontvangt € 5,9 miljoen van de agentschappen (met name RWS en ILT) voor centraal betaalde uitgaven voor ICT en facilitaire dienstverlening. De interne verrekening hiervan vindt plaats door middel van facturering.

14. Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) – opdrachten derden

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verwacht meer ontvangsten in 2017. Het betreft onder andere de financiering van diverse EU-onderzoeksprojecten (€ 1,7 miljoen). Daarnaast betreft het een bijdrage van de United Nations Environment Programme (UNEP) aan het onderzoek TSU-IPBES (€ 0,3 miljoen).

15. Eindejaarsmarge

Bij de Eerste suppletoire wet 2017 wordt de eindejaarsmarge van 2016 toegevoegd aan de begroting voor 2017. Voor IenM bedraagt deze € 17,8 miljoen.

16. Nominaal en onvoorzien

Dit betreft de compensatie voor de pensioenpremiestijging van het ABP en de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2017. Deze middelen worden toegevoegd aan artikel 99 Nominaal en onvoorzien van de begroting van Infrastructuur en Milieu en worden bij Ontwerpbegroting 2018 nader toegedeeld binnen de begrotingen Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

2.2 De beleidsartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer).

Artikel 11 Integraal waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

11

Integraal waterbeleid

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

60.825

0

60.825

– 2.619

58.206

994

– 118

– 118

– 418

Uitgaven:

56.206

0

56.206

– 569

55.637

1.972

1.082

1.082

282

Waarvan juridisch verplicht:

95%

               

11.01

Algemeen waterbeleid

44.543

0

44.543

– 1.885

42.658

1.360

295

195

145

11.01.01

Opdrachten

14.729

0

14.729

– 2.757

11.972

1.010

– 55

– 155

– 155

11.01.02

Subsidies

11.361

0

11.361

251

11.612

300

300

300

300

 

– Partners voor Water (HGIS)

11.311

0

11.311

230

11.541

300

300

300

300

 

– Overige subsidies

50

0

50

21

71

0

0

0

0

11.01.03

Bijdrage aan agentschappen

16.453

0

16.453

621

17.074

50

50

50

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

16.043

0

16.043

581

16.624

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

410

0

410

40

450

50

50

50

0

11.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

11.02

Waterveiligheid

2.889

0

2.889

279

3.168

0

0

0

0

11.02.01

Opdrachten

2.889

0

2.889

279

3.168

0

0

0

0

11.03

Grote oppervlaktewateren

2.727

0

2.727

50

2.777

– 50

– 50

– 50

0

11.03.01

Opdrachten

2.727

0

2.727

50

2.777

– 50

– 50

– 50

0

11.03.05

Bijdrage aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

11.04

Waterkwaliteit

6.047

0

6.047

987

7.034

662

837

937

137

11.04.01

Opdrachten

3.148

0

3.148

1.001

4.149

137

137

137

137

11.04.02

Subsidies

391

0

391

253

644

400

400

400

400

11.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

741

0

741

– 391

350

325

500

500

0

11.04.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.767

0

1.767

124

1.891

– 200

– 200

– 100

– 400

 

Ontvangsten

3.000

0

3.000

43

3.043

0

0

0

0

Verplichtingen

De mutaties in de verplichtingen in het jaar 2017 houden met name verband met het naar voren halen van verplichtingenbudget ten tijde van de Slotwet 2016 (€ 5,8 miljoen) naar 2016 ten behoeve van versnelde werkzaamheden voor de Icoon Afsluitdijk.

Uitgaven

11.01 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

In het kader van de werkzaamheden voor Icoon Afsluitdijk zijn 2016 enkele werkzaamheden versneld doorgevoerd door Rijkswaterstaat. Hierdoor heeft er bij de tweede suppletoire 2016 een kasschuif van € 0,8 miljoen plaatsgevonden van 2017 naar 2016. In de eerste suppletoire 2017 worden de budgettaire consequenties voor het jaar 2017 verwerkt. Daarnaast zijn er gegeven de werkplanning van RWS ten behoeve van Icoon Afsluitdijk voor 2017 meer middelen nodig. Daarom wordt vanuit het Deltafonds een kasschuif gefaciliteerd van € 1,2 miljoen van 2018 naar 2017. In 2018 vindt een tegengestelde kasschuif plaats, zodat de totale omvang het project niet wijzigt.

Ontvangsten

De mutatie in ontvangsten ontstaat door de bijdrage van de Europese Commissie het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij bij aan de kosten van projecten die uitgevoerd worden in het kader van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM).

Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

13

Ruimtelijke ontwikkeling

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

90.220

0

90.220

53.184

143.404

18.522

6.697

1.697

– 395

Uitgaven:

102.337

0

102.337

53.232

155.569

27.625

11.096

5.138

– 395

Waarvan juridisch verplicht:

94%

               

13.01

Ruimtelijk instrumentarium

9.081

0

9.081

1.494

10.575

623

624

466

0

13.01.01

Opdrachten

9.081

0

9.081

279

9.360

– 592

– 591

– 749

0

 

– Wabo

1.696

0

1.696

– 1.696

0

– 1636

– 1752

– 1752

– 1752

 

– Architectonisch beleid

2.920

0

2.920

– 332

2.588

– 592

– 591

– 749

0

 

– Overige opdrachten

4.465

0

4.465

2.307

6.772

1.636

1.752

1.752

1.752

13.01.02

Subsidies

0

0

0

1.215

1.215

1.215

1.215

1.215

0

13.01.03

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13.02

Geo-informatie

28.408

0

28.408

4.856

33.264

208

208

208

– 299

13.02.01

Opdrachten

2.510

0

2.510

5.185

7.695

537

537

537

451

13.02.02

Subsidies

690

0

690

1.000

1.690

0

0

0

0

 

– Basisregistraties

690

0

690

1.000

1.690

0

0

0

0

13.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

25.208

0

25.208

– 1.329

23.879

– 329

– 329

– 329

– 750

 

– Kadaster

25.208

0

25.208

– 1.329

23.879

– 329

– 329

– 329

– 750

13.03

Gebiedsontwikkeling

10.993

0

10.993

– 1.066

9.927

– 90

– 40

– 40

0

13.03.01

Opdrachten

2.642

0

2.642

1.734

4.376

– 2.890

– 40

– 40

0

13.03.02

Subsidies

60

0

60

0

60

0

0

0

0

13.03.03

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13.03.04

Bijdrage aan medeoverheden

8.291

0

8.291

– 2.800

5.491

2.800

0

0

0

 

– Projecten BIRK

4.432

0

4.432

– 2.800

1.632

2.800

0

0

0

 

– Projecten Nota Ruimte

1.309

0

1.309

0

1.309

0

0

0

0

 

– Projecten Bestaand Rotterdams Gebied

2.550

0

2.550

0

2.550

0

0

0

0

13.04

Ruimtegebruik bodem

40.721

0

40.721

1.794

42.515

– 257

– 137

– 137

– 137

13.04.01

Opdrachten

5.054

0

5.054

1.369

6.423

– 257

– 137

– 137

– 137

13.04.02

Subsidies

12.000

0

12.000

6.204

18.204

5.023

4.823

2.211

2.211

 

– Bedrijvenregeling

10.000

0

10.000

681

10.681

0

0

0

0

 

– Bodemsanering NS

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Subsidies Caribisch Nederland

0

0

0

5.523

5.523

5.023

4.823

2.211

2.211

 

– Overige subsidies

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

13.04.03

Bijdrage aan agentschappen

5.846

0

5.846

– 464

5.382

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

5.846

0

5.846

– 464

5.382

0

0

0

0

13.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

17.821

0

17.821

– 5.315

12.506

– 5.023

– 4.823

– 2.211

– 2.211

 

– Meerjarenprogramma Bodem

14.910

0

14.910

– 2.548

12.362

– 2.612

– 2.612

0

0

 

– Programma Gebiedsgericht instrumentarium

2.911

0

2.911

– 2.767

144

– 2.411

– 2.211

– 2.211

– 2.211

13.04.07

Bekostiging

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Uitvoering klimaatadaptie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13.05

Eenvoudig Beter

13.134

0

13.134

46.154

59.288

27.141

10.441

4.641

41

13.05.01

Opdrachten

6.309

0

6.309

27.145

33.454

3.441

2.341

1.441

41

 

– Eenvoudig Beter

6.309

0

6.309

27.145

33.454

3.441

2.341

1.441

41

13.05.02

Subsidies

0

0

0

9.000

9.000

6.000

3.000

0

0

13.05.03

Bijdrage aan agentschappen

6.825

0

6.825

10.009

16.834

17.700

5.100

3.200

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

6.825

0

6.825

10.009

16.834

17.700

5.100

3.200

0

 

Ontvangsten

3.824

0

3.824

5.000

8.824

0

0

0

0

Verplichtingen

De hogere verplichtingen in 2017 betreffen met name opdrachten in het kader van de implementatie omgevingswet voor Eenvoudig Beter (€ 46,3 miljoen). In het kader van Eenvoudig Beter worden middelen van het Infrastructuurfonds naar de begroting Hoofdstuk XII overgeheveld. Zie voor een uitgebreidere toelichting 13.05 Eenvoudig Beter. Daarnaast is er in 2017 een verplichtingenophoging van € 3,6 miljoen ten behoeve van de Actieagenda Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp (AARO) nodig. Deze ophoging hangt samen met de afgeboekte verplichtingen ten tijde van de Slotwet 2016 en zijn benodigd om de meerjarige subsidieverplichtingen (2017–2020) aan te gaan.

13.01 Ruimtelijk instrumentarium

Subsidies

Met betrekking tot Ruimtelijk instrumentarium is een bedrag van € 4.860.000 aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2017 tot en met 2020 opgenomen. Dit betreft de volgende projecten:

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 1.600.000 betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de Projectateliers IABR aan de Stichting Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam.

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 1.400.000 betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het Stimuleringsprogramma Innovatieve Vormen Opdrachtgeverschap aan het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 760.000 betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het praktijkprogramma Opdrachtgeverschap en Ontwerp aan de Stichting Architectuur Lokaal.

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 700.000 betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het programma Ontwerp en Praktijk aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. De Academie van Bouwkunst Amsterdam organiseert dit programma in samenwerking met de andere 5 Academies voor Bouwkunst.

  • Van dit bedrag heeft € 400.000 betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het programma Ontwerp en Overheid aan de Technische Universiteit Delft. Dit programma voorziet in een leerstoel aan de TU Delft en een onderzoeksnetwerk bij de Universiteiten Delft, Eindhoven en Wageningen.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

13.02 Geo-informatie

Opdrachten

Vanuit de reservering voor de Basisregistratie Ondergrond (BRO) op het Deltafonds wordt € 5,7 miljoen overgeheveld naar artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling. Deze middelen worden aangewend voor de kosten die in 2017 worden gemaakt in het kader van de BRO en worden verantwoord op beleidshoofdstuk XII. De BRO heeft als doel de informatiehuishouding van de overheid met betrekking tot de ondergrond efficiënter en betrouwbaarder te maken.

Subsidies

Met betrekking tot geo-informatie is een bedrag van € 1.690.000 aan subsidieverplichtingen voor 2017 opgenomen. Dit betreft de volgende projecten:

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 944.647 betrekking op de verlening van een vervolgsubsidie aan het Samenwerkingsverband van Bronhouders Basisregistratie Grootschalige Topografie (Stichting SVB-BGT) ten behoeve van de afronding van het realisatieprogramma van de Basisregistratie Grootschalige Topografie in 2017.

  • Van dit bedrag heeft ten hoogste € 342.332 betrekking op de verlening van een vervolgsubsidie aan de Stichting Landelijk Samenwerkingsverband Grootschalige Basiskaart Nederland (LSV-GBKN) ten behoeve van de afronding van het realisatieprogramma van de Basisregistratie Grootschalige Topografie in 2017.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

13.03 Gebiedsontwikkeling

Bijdrage medeoverheden

Een deel van de middelen in het kader van Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) staan momenteel niet in het correcte kasritme. Om dit op te vangen wordt binnen artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling een kasschuif gefaciliteerd over de jaren 2017 en 2018. De omvang en scope van BIRK wijzigt hiermee niet.

13.04 Ruimtegebruik Bodem

Subsidies

Vanaf 2016 worden na het beleidsarm verklaren van het BES-fonds de beschikbare middelen ten behoeve drinkwater- en afvalwaterproblematiek in Caribisch Nederland via subsidiebeschikkingen beschikbaar gesteld.

13.05 Eenvoudig Beter

Opdrachten

In de begroting van 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter. De vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar de begroting Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord, waarvan € 53,8 miljoen in 2017.

Subsidies

Dit betreft een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds artikel 18.16 Reservering Omgevingswet naar Hoofdstuk XII ten behoeve van de collectieve (gemeentelijke) invoeringsondersteuning ter voorbereiding op inwerkingtreding van de Omgevingswet bij de VNG en de Unie van Waterschappen.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds artikel 18.16 reservering omgevingswet naar Hoofdstuk XII voor de capaciteitsinzet van Rijkswaterstaat (RWS) in het kader van de implementatie van de omgevingswet.

Ontvangsten

Conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt in totaal € 30 miljoen vrijgemaakt vanuit de opbrengsten van grondverkopen door de RVO (Economische Zaken) voor het uitvoeren van hydrologische maatregelen door de provincies. De ontvangsten voor dit jaar bedragen € 5 miljoen. Deze opbrengsten worden via het Provinciefonds ingezet ten behoeve van hydrologische maatregelen.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

14

Wegen en verkeersveiligheid

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

31.892

0

31.892

– 291

31.601

– 2.146

– 1.416

– 809

– 291

Uitgaven:

34.406

0

34.406

11.215

45.621

6.304

5.220

4.442

0

Waarvan juridisch verplicht:

77%

               

14.01

Netwerk

17.587

0

17.587

11.565

29.152

6.654

5.345

4.442

0

14.01.01

Opdrachten

11.790

0

11.790

10.909

22.699

6.654

5.345

4.442

0

 

– Beter Benutten

6.471

0

6.471

11.451

17.922

6.946

5.637

4.635

0

 

– BOA wegverkeersbeleid

2.165

0

2.165

– 912

1.253

0

0

0

0

 

– Wegverkeersbeleid

1.792

0

1.792

1.012

2.804

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

1.362

0

1.362

– 642

720

– 292

– 292

– 193

0

14.01.02

Subsidies

1.176

0

1.176

0

1.176

0

0

0

0

14.01.03

Bijdrage aan agentschappen

4.621

0

4.621

656

5.277

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

4.621

0

4.621

656

5.277

0

0

0

0

14.02

Veiligheid

16.819

0

16.819

– 350

16.469

– 350

– 125

0

0

14.02.01

Opdrachten

6.766

0

6.766

– 514

6.252

– 350

– 125

0

0

14.02.02

Subsidies

8.539

0

8.539

– 352

8.187

0

0

0

0

 

– VVN

3.744

0

3.744

– 93

3.651

0

0

0

0

 

– SWOV

4.020

0

4.020

– 240

3.780

0

0

0

0

 

– Overige subsidies

775

0

775

– 19

756

0

0

0

0

14.02.03

Bijdrage aan agentschappen

584

0

584

0

584

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

584

0

584

0

584

0

0

0

0

14.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

30

0

30

0

30

0

0

0

0

 

– Euro NCAP

30

0

30

0

30

0

0

0

0

14.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

900

0

900

516

1.416

0

0

0

0

 

– CBR

900

0

900

516

1.416

0

0

0

0

 

Ontvangsten

6.782

0

6.782

0

6.782

0

0

0

0

14.01 Netwerk

Beter Benutten

De hogere uitgaven bij opdrachten Beter Benutten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII ten behoeve van het programma Beter Benutten – ITS. Intelligente Transportsystemen (ITS) heeft tot doel om het verkeer veiliger, efficiënter en betrouwbaarder te maken middels de toepassing van informatie- en communicatietechnologieën in transport, infrastructuur en voertuigen.

Wegverkeersbeleid

De hogere uitgaven bij opdrachten Wegverkeersbeleid worden voornamelijk veroorzaakt door een herschikking tussen de budgetten Opdrachten Wegverkeersbeleid en Opdrachten BOA wegverkeersbeleid van € 0,912 miljoen.

Artikel 16 Openbaar vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

16

Openbaar vervoer en Spoor

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

9.457

0

9.457

– 6.832

2.625

– 837

– 386

– 352

– 408

Uitgaven:

32.910

0

32.910

– 2.198

30.712

6.015

410

556

510

Waarvan juridisch verplicht:

91%

               

16.01

OV en Spoor

32.910

0

32.910

– 2.198

30.712

6.015

410

556

510

16.01.01

Opdrachten

5.973

0

5.973

2.071

8.044

213

272

409

460

 

– ERTMS

0

0

0

47

47

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

5.973

0

5.973

2.024

7.997

213

272

409

460

16.01.02

Subsidies

23.562

0

23.562

– 4.141

19.421

5.905

241

250

250

 

– GSM-R

20.283

0

20.283

– 8.999

11.284

0

0

0

0

 

– Bodemsanering NS percelen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Overige subsidies

3.279

0

3.279

4.858

8.137

5.905

241

250

250

16.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.022

0

1.022

– 128

894

– 103

– 103

– 103

– 200

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

0

0

0

44

44

44

44

44

44

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.022

0

1.022

– 172

850

– 147

– 147

– 147

– 244

16.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

2.253

0

2.253

0

2.253

0

0

0

0

 

– CLU Betuweroute en HSL

2.253

0

2.253

0

2.253

0

0

0

0

16.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

100

0

100

0

100

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

2.702

2.702

0

0

0

0

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget wordt met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar de begroting Hoofdstuk XII in het kader van de subsidie aan de NS ter dekking van het exploitatietekort voor de uitvoering van de Intercity Dordrecht – Breda (€ 3,8 miljoen). Daarnaast wordt in afwachting van de eindafrekening met het Ministerie van Economische Zaken € 11,3 miljoen van het subsidiebudget van GSM-R uit 2017 doorgeschoven naar de jaren 2020 en 2021 en wordt dit bedrag voorlopig geplaatst op het artikel 99 Nominaal en onvoorzien.

Door de conversie van artikel 15 naar artikel 16 dienen de overlopende verplichtingen van artikel 15 omgehangen te worden naar artikel 16. Hiervoor is extra verplichtingenruimte benodigd (€ 3,8 miljoen).

16.01 Spoor

Overige opdrachten

De hogere uitgaven bij de overige opdrachten worden voornamelijk veroorzaakt door de vertraging van het kasritme bij een aantal juridische verplichtingen. Deze bedragen zijn in 2017 weer benodigd. Daarnaast wordt voor een zesjarige uitvoeringsopdracht geluidsanering € 2,1 miljoen overgeboekt vanuit het Infrastructuurfonds Spoorwegen naar de begroting HXII. Voor 2017 betreft dit € 0,3 miljoen.

Subsidies GSM-R

In afwachting van de eindafrekening met EZ wordt bij deze begroting in totaal € 11,286 miljoen van het subsidiebudget GSM-R uit 2017 doorgeschoven naar de jaren 2020 en 2021 en wordt dit bedrag voorlopig geplaatst op het artikel 99 Nominaal en onvoorzien.

Overige Subsidies

De verhoging van het budget wordt veroorzaakt door overboekingen vanuit de investeringsruimte Spoorwegen van het Infrastructuurfonds naar de begroting HXII voor de subsidie aan de NS voor het nemen van extra maatregelen voor sociale veiligheid (2017 € 5,7 miljoen en 2018 € 3,5 miljoen), voor de subsidie aan de NS ter dekking van het exploitatietekort voor de uitvoering van de IC Dordrecht – Breda (2017 € 1,76 miljoen en 2018 € 2,0 miljoen) en voor de subsidie aan het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr voor het exploitatietekort dat zich voordoet op Nederlands grondgebied van de Regional Expres 13, Hamm-Düsseldorf-Venlo. De toezegging geldt voor de rest van de concessieduur t/m 2025 en bedraagt in 2017 € 0,5 miljoen en vanaf 2018 jaarlijks € 0,25 miljoen.

Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

17

Luchtvaart

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

11.956

0

11.956

– 2.923

9.033

300

– 726

– 693

– 890

Uitgaven:

14.049

0

14.049

– 31

14.018

291

291

– 302

– 499

Waarvan juridisch verplicht:

59%

               

17.01

Luchtvaart

14.049

0

14.049

– 31

14.018

291

291

– 302

– 499

17.01.01

Opdrachten

8.739

0

8.739

– 823

7.916

– 999

– 999

– 1.735

– 1.752

 

– Opdrachten GIS

3.487

0

3.487

– 37

3.450

– 375

– 375

– 375

– 375

 

– Overige opdrachten

5.252

0

5.252

– 786

4.466

– 624

– 624

– 1.360

– 1.377

17.01.02

Subsidies

3.664

0

3.664

755

4.419

915

915

1.058

878

17.01.03

Bijdrage aan agentschappen

69

0

69

37

106

375

375

375

375

 

– waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

49

0

49

37

86

375

375

375

375

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

20

0

20

0

20

0

0

0

0

17.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.477

0

1.477

0

1.477

0

0

0

0

17.01.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

100

0

100

0

100

0

0

0

0

 

– LVNL

100

0

100

0

100

0

0

0

0

 

Ontvangsten

325

0

325

833

1.158

790

790

197

0

Verplichtingen

De lagere verplichtingen worden voornamelijk veroorzaakt doordat in 2016 verplichtingenbudget uit latere jaren naar voren is gehaald om de subsidie te kunnen verlenen ten behoeve van de tweede tranche leefbaarheidsfonds. Voor 2017 betreft dit € 2,9 miljoen.

17.01 Luchtvaart

Overige opdrachten

De lagere uitgaven bij de Overige opdrachten betreffen voornamelijk een overboeking naar het Provinciefonds voor RBML (Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens) in het kader van de uitoefening van de taken ten aanzien van de gedecentraliseerde luchthavens. Dit betreft € 0,83 miljoen in 2017 en € 0,5 miljoen structureel vanaf 2018.

Subsidies

De verhoging betreft met name een desaldering in het kader van een subsidie om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, IenM zal een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. De desaldering vindt plaats middels de Eurocontrol internal tax, zijnde het verschil tussen de ontvangsten afkomstig van Eurocontrol voor de luchtdienstverlening boven FL 245 (het hogere luchtruim) en de door de LVNL namens de Staat der Nederlanden aan Eurocontrol betaalde contributies inzake Eurocontrol en Maastricht Upper Area Control Center (MUAC).

Verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika

In de periode tot en met 2019 wordt jaarlijks maximaal € 0,05 miljoen beschikbaar gesteld aan de stichting AviAssist ten behoeve van het verbeteren van de luchtvaartveiligheid in de regio Zuidoost Afrika. IenM heeft het initiatief genomen om te zorgen dat in die regio kennis over luchtvaartveiligheid wordt gedeeld, maar vooral goed gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen ten aanzien van luchtvaartveiligheid zoals neergelegd in het State Safety Programme.

Voor de jaren 2017 tot en met 2019 is een subsidie van jaarlijks maximaal 0,075 miljoen voorzien. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie voor de afhandeling van klachten over de vliegbasis Geilenkirchen (AWACS) en de andere buitenlandse luchthavens in de grensregio met Zuid-Limburg (Weeze-Niederrhein, Luik-Bierset) aan de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

18

Scheepvaart en Havens

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

11.665

0

11.665

23.471

35.136

– 8.419

– 313

– 138

– 467

Uitgaven:

27.752

0

27.752

3.611

31.363

– 373

– 496

– 564

– 467

Waarvan juridisch verplicht:

97%

               

18.01

Scheepvaart en havens

27.752

0

27.752

3.611

31.363

– 373

– 496

– 564

– 467

18.01.01

Opdrachten

16.908

0

16.908

3.202

20.110

– 280

– 97

– 97

0

 

– Topsector logistiek

15.323

0

15.323

2.830

18.153

– 262

– 97

– 97

0

 

– Caribisch Nederland

0

0

0

100

100

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

1.585

0

1.585

272

1.857

– 18

0

0

0

18.01.02

Subsidies

8.225

0

8.225

711

8.936

234

68

0

0

 

– Topsector logistiek

7.775

0

7.775

75

7.850

125

0

0

0

 

– Overige subsidies

450

0

450

636

1.086

109

68

0

0

18.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.441

0

1.441

– 327

1.114

– 327

– 467

– 467

– 467

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.441

0

1.441

– 327

1.114

– 327

– 467

– 467

– 467

18.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

1.178

0

1.178

25

1.203

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

700

700

0

0

0

0

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget komt hoofdzakelijk (ca. € 15 miljoen) doordat er vertraging is opgetreden bij het tot stand komen van projecten en de subsidieregeling Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek / Topconsortium Kennis en Innovatie. Hierdoor is een verplichtingenschuif van 2016 naar 2017 gedaan. Ook is een verplichtingenschuif (van € 8,7 miljoen) gedaan om het verplichtingenbudget weer in balans te brengen.

18.01 Scheepvaart en havens

Opdrachten Topsector Logistiek

Het lukt de Topsector Logistiek niet om de beschikbaar gestelde middelen dit jaar volledig te verplichten c.q. te besteden, door de trage totstandkoming van projecten. Ook de totstandkoming van de subsidieregeling heeft vertraging opgelopen, waardoor de verplichting aan NWO/TKI volgend jaar kan worden aangegaan. Door middel van een gefaciliteerde kasschuif (met het programma Eenvoudig Beter) blijven de kasmiddelen voor het programma beschikbaar.

Artikel 19 Klimaat

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

19

Klimaat

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

60.195

0

60.195

14.652

74.847

9.714

2.321

3.024

2.563

Uitgaven:

61.434

0

61.434

17.526

78.960

8.669

3.465

3.316

2.563

Waarvan juridisch verplicht:

80%

     

100%

       

19.01

Tegengaan klimaatverandering

13.244

0

13.244

12.167

25.411

8.619

3.415

3.266

2.563

19.01.01

Opdrachten

2.506

0

2.506

9.762

12.268

7.693

3.415

3.266

2.563

19.01.02

Subsidies

0

0

0

1.987

1.987

926

0

0

0

19.01.03

Bijdrage aan agentschappen

10.738

0

10.738

418

11.156

0

0

0

0

 

– Waarvan bijdrage aan KNMI

398

0

398

– 40

358

0

0

0

0

 

– Waarvan bijdrage aan RWS

3.406

0

3.406

– 360

3.046

0

0

0

0

 

– Waarvan bijdrage aan Nea

6.934

0

6.934

818

7.752

0

0

0

0

#VERW!

#VERW!

                 
 

Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

48.190

0

48.190

5.359

53.549

50

50

50

0

19.02.01

Opdrachten

7.643

0

7.643

– 1.679

5.964

50

50

50

0

 

– Uitvoering CDM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– RIVM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Interreg

322

0

322

0

322

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

7.321

0

7.321

– 1.679

5.642

50

50

50

0

19.02.02

Subsidies

1.533

0

1.533

– 235

1.298

0

0

0

0

 

– Interreg

1.533

0

1.533

– 235

1.298

0

0

0

0

 

– Overige subsidies

0

0

0

755

755

0

0

0

0

19.02.03

Bijdrage aan agentschappen

36.695

0

36.695

4.873

41.568

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

29.308

0

29.308

2.374

31.682

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

379

0

379

– 120

259

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RVO

7.008

0

7.008

2.619

9.627

0

0

0

0

19.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

2.319

0

2.319

2.400

4.719

0

0

0

0

 

Ontvangsten

226.500

0

226.500

3.900

230.400

0

0

0

0

Verplichtingen

In 2017 wordt er gestart met de uitvoering van de Duurzame Brandstofvisie welke onderdeel is van het SER-Energieakkoord. Dit veroorzaakt de stijging in het verplichtingenbudget van artikel 19.01. Daarnaast worden er middelen overgeboekt naar artikel 19 Klimaat voor de gecoördineerde opdrachtverlening RVO en RIVM.

19.01 Tegengaan klimaatverandering

Opdrachten

De verhoging in het opdrachtenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitvoering van de Duurzame Brandstofvisie. De uitvoering van de Brandstofvisie valt onder de afspraken uit het SER-Energieakkoord. Vorig jaar is aangekondigd dat er gezocht wordt naar middelen om de Brandstofvisie te financieren, hiervoor is nu dekking gevonden.

Subsidies

Er is op artikel 19 € 1,5 miljoen overgeheveld van het opdrachtenbudget naar het subsidiebudget. Dit wordt veroorzaakt doordat de intensivering van de handhaving van maatregelen bij bedrijven, welke in 2016 is verstrekt als subsidie aan de Omgevingsdienst.nl deels is doorgeschoven naar 2017 zoals vermeld bij de 2e suppletoire begroting 2016.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdrage aan de NEA wordt verhoogd met € 0,8 miljoen ter compensatie voor hoger uitvoeringskosten ten gevolge van twee gewijzigde EU-richtlijnen (ILUC-implementatie).

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Overige opdrachten

Betreft een herschikking binnen het artikelonderdeel, ten behoeve van de toezegging van Carbon Pricing-projecten aan de Wereldbank. In HGIS-kader is besloten tot terugstorting van de bij de Wereldbank (WB) resterende CDM-middelen en de gelijktijdige inzet hiervan voor projecten in het kader van Carbon Pricing. De verhoging van het verplichtingen- en uitgavenbudget heeft vervolgens plaatsgevonden op 19.02.01. Later is echter gebleken dat deze projecten niet zullen worden toegekend in de vorm van een opdracht aan de WB, maar als een bijdrage (subsidie). De in 2017 geraamde € 2,5 miljoen zullen worden overgeboekt van het opdrachten- naar het bijdragebudget (19.02.05).

Gecoördineerde opdrachtverlening RVO en RIVM

De gecoördineerde opdrachtverlening aan RVO en RIVM wordt verantwoord op artikel 19 Klimaat. In het kader hiervan worden vanuit andere artikelen middelen overgeheveld naar het opdrachtenbudget van 19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking.

Bijdrage aan internationale organisaties

Zoals toegelicht bij overige opdrachten(19.02.01) betreft het een overboeking van het opdrachten- naar het bijdragebudget á € 2,5 miljoen.

Ontvangsten

In de 1e suppletoire begroting 2016 is besloten om vrijvallende middelen van het Clean Development Mechanism (CDM) in te zetten voor de Carbon Pricing Leadership Coalition en voor Partnership for Market Readiness. Hiertoe zijn de ontvangsten in 2016 en 2017 met respectievelijk € 5,9 miljoen en € 2,5 miljoen verhoogd. Van de aanvankelijk voor 2016 geraamde ontvangst van € 5,9 miljoen is in 2016 € 2 miljoen ontvangen. De resterende € 3,9 miljoen zal in 2017 worden ontvangen.

Artikel 20 Lucht en geluid

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

20

Lucht en Geluid

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

32.977

0

32.977

– 12.074

20.903

– 8.543

– 3.415

– 3.266

– 2.563

Uitgaven:

30.402

0

30.402

– 11.899

18.503

– 8.499

– 3.415

– 3.266

– 2.563

Waarvan juridisch verplicht:

93%

               

20.01

Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder

30.402

0

30.402

– 11.899

18.503

– 8.499

– 3.415

– 3.266

– 2.563

20.01.01

Opdrachten

5.013

0

5.013

59

5.072

736

338

0

0

 

– Verkeersemissies

1.035

0

1.035

746

1.781

0

0

0

0

 

– Geluid- en luchtsanering

3.978

0

3.978

– 1.031

2.947

736

338

0

0

 

– Overige opdrachten

0

0

0

344

344

0

0

0

0

20.01.02

Subsidies

1.004

0

1.004

– 1.000

4

0

0

0

0

 

– Euro 6 en Euro-VI

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Verkeersemissies

1.004

0

1.004

– 1.000

4

0

0

0

0

20.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.419

0

1.419

267

1.686

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.419

0

1.419

267

1.686

0

0

0

0

20.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

22.020

0

22.020

– 11.400

10.620

– 9.279

– 3.753

– 3.266

– 2.563

 

– NSL

385

0

385

0

385

0

0

0

0

 

– Wegverkeerlawaai

21.635

0

21.635

– 11.400

10.235

– 9.279

– 3.753

– 3.266

– 2.563

 

– Overige bijdrage medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

20.01.07

Bekostiging

946

0

946

175

1.121

44

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De lagere verplichtingen worden voornamelijk veroorzaakt door de uitvoering van de Duurzame Brandstofvisie, dit wordt verantwoord op artikel 19. Hiervoor heeft er een herallocatie van middelen plaatsgevonden, zie voor verdere toelichting artikelonderdeel 20.01.04 bijdrage aan medeoverheden. Daarnaast worden er middelen overgeboekt naar artikel 19 klimaat voor de gecoördineerde opdrachtverlening aan het RIVM.

20.01 Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Verkeersemissies

Op het gebied van verkeersemissies worden opdrachten verstrekt voor de uitvoering van steekproefcontroleprogramma's door TNO. Artikel 19 Klimaat draagt bij aan de opdracht aan TNO. Hiertoe worden vanuit artikel 19 Klimaat middelen overgeheveld naar artikelonderdeel 20.01 Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder om de hoger geraamde uitgaven te kunnen financieren.

Geluid- en luchtsanering

Als gevolg van een aanvullende opdracht aan het RIVM voor het meerjarig onderzoek naar ultrafijnstof rond Schiphol heeft er een overboeking plaatsgevonden naar artikelonderdeel 19.03 waar de gecoördineerde opdrachtverlening RIVM wordt verantwoord. Daarnaast is er vanuit het project Slimme Gezonde Stad een bijdrage aan RWS gedaan voor verdere verduurzaming van het project A2 Maastricht en de Groene Loper.

Subsidies verkeersemissies

De verlaging van € 1 miljoen komt doordat de compensatieregeling milieuzonering heeft geen doorgang gevonden. De voor de compensatieregeling gereserveerde middelen worden geheralloceerd naar artikel 19 Klimaat in verband met de uitvoeringskosten van de Duurzame Brandstofvisie.

Bijdrage aan medeoverheden – Wegverkeerslawaai

Middels een herschikking van middelen binnen HXII, waarbij het MJPG budget wordt benut, worden de activiteiten voor de Duurzame Brandstofvisie gefinancierd. De uitvoering van de Duurzame Brandstofvisie valt onder de afspraken uit het SER-Energieakkoord en wordt verantwoord op artikel 19 Klimaat.

Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

21

Duurzaamheid

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

18.871

0

18.871

4.031

22.902

– 663

– 605

– 605

– 723

Uitgaven:

20.900

0

20.900

1.649

22.549

– 707

– 605

– 605

– 723

Waarvan juridisch verplicht:

89%

     

100%

       

21.04

Duurzaamheidsinstrumentarium

1.594

0

1.594

1.576

3.170

– 200

– 200

– 200

– 200

21.04.01

Opdrachten

1.394

0

1.394

1.776

3.170

0

0

0

0

21.04.03

Bijdrage aan agentschappen

200

0

200

– 200

0

– 200

– 200

– 200

– 200

 

– waarvan bijdrage aan RWS

200

0

200

– 200

0

– 200

– 200

– 200

– 200

21.05

Duurzame Productketens

16.184

0

16.184

1.866

18.050

1.083

1.141

1.141

1.023

21.05.01

Opdrachten

8.733

0

8.733

835

9.568

684

742

742

624

 

– Uitvoering Duurzame productketens

7.182

0

7.182

– 3.290

3.892

– 4.107

– 3.875

– 4.124

– 2.818

 

– Caribisch Nederland afvalbeheer

1.551

0

1.551

1.551

3.102

1.599

1.646

1.995

2.035

 

– Overige opdrachten

0

0

0

2.574

2.574

3.192

2.971

2.871

1.407

21.05.02

Subsidies

621

0

621

822

1.443

0

0

0

0

21.05.03

Bijdrage aan agentschappen

6.830

0

6.830

209

7.039

399

399

399

399

 

– waarvan bijdrage aan RWS

6.830

0

6.830

209

7.039

399

399

399

399

21.06

Natuurlijk kapitaal

3.122

0

3.122

– 1.793

1.329

– 1.590

– 1.546

– 1.546

– 1.546

21.06.01

Opdrachten

1.460

0

1.460

– 319

1.141

– 215

– 215

– 215

– 215

21.06.02

Subsidies

287

0

287

– 99

188

– 44

0

0

0

21.06.03

Bijdrage aan agentschappen

1.375

0

1.375

– 1.375

0

– 1.331

– 1.331

– 1.331

– 1.331

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.375

0

1.375

– 1.375

0

– 1.331

– 1.331

– 1.331

– 1.331

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Op artikel 21 Duurzaamheid worden de uitgaven aan het programma Circulaire Economie verantwoord. Artikel 19 Klimaat draagt in 2017 bij aan dit programma en derhalve worden vanuit artikel 19 middelen overgeheveld naar artikel 21 Duurzaamheid. Daarnaast vindt de opdrachtverstrekking aan het Nederlands Normalisatie-instituut Norm (NEN) gecoördineerd plaats vanuit artikel 21 Duurzaamheid. Vanuit de betreffende beleidsterreinen (artikelen) wordt daartoe budget overgeheveld naar dit artikel.

21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium

Opdrachten

Op artikel 21 Duurzaamheid worden hoofdzakelijk de uitgaven aan het programma Circulaire Economie verantwoord. Artikel 19 Klimaat draagt in 2017 € 2 miljoen bij aan dit programma en derhalve worden vanuit artikel 19 middelen overgeheveld naar artikel 21 Duurzaamheid.

21.05 Duurzame productketens

Uitvoering Duurzame productketens

Naast de ophoging van het budget voor opdrachtverstrekking aan de NEN wordt de verlaging hoofdzakelijk veroorzaakt door het apart inzichtelijk maken van de budgetten voor Caribisch Nederland en het overhevelen van budget voor Externe Programmakosten voor RWS.

Caribisch Nederland afvalbeheer

Dit betreft een interne overheveling van budgetten binnen het artikelonderdeel 21.05 vanuit Duurzame productketens naar Caribisch Nederland. Dit betreft een technische verschuiving om inzicht te krijgen in de budgetten voor Caribisch Nederland.

Overige opdrachten

Vanuit het beleidsbudget Uitvoering Duurzame productketens worden de benodigde middelen voor de Externe Programmakosten RWS overgeheveld.

Subsidies

Op Artikel 21 Duurzaamheid wordt de gecoördineerde subsidie in het kader van het programma Milieu Centraal verantwoord. De organisatie Milieu Centraal verstrekt onafhankelijke voorlichting over milieu en energie. Hiertoe wordt budget overgeheveld vanuit de belanghebbende beleidsterreinen (artikelen).

21.06 Natuurlijk kapitaal

Bijdrage aan agentschappen

De budgetten voor capaciteit van RWS zijn gecentreerd naar artikel 21.05. Verder is er budget overgeheveld naar artikel 19 Klimaat waar de gecoördineerde opdrachtverlening aan RVO en RIVM wordt verantwoord. Verder zijn de werkzaamheden op het gebied van biociden overgegaan van artikel 21 Duurzaamheid naar artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's. Het bijbehorende budget is eveneens overgeheveld.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

33.108

0

33.108

– 2.881

30.227

1.507

682

– 14.373

– 6.429

Uitgaven:

33.780

0

33.780

9.587

43.367

682

682

– 4.318

– 5.604

Waarvan juridisch verplicht:

92%

               

22.01

Veiligheid chemische stoffen

5.853

0

5.853

2.373

8.226

900

900

1.100

900

22.01.01

Opdrachten

3.312

0

3.312

1.289

4.601

900

900

1.100

900

22.01.02

Subsidies

600

0

600

1.120

1.720

0

0

0

0

 

– NANoREG

425

910

425

910

1.335

0

0

0

0

 

– Overige subsidies

175

210

175

210

385

0

0

0

0

22.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.941

0

1.941

– 36

1.905

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.941

0

1.941

– 36

1.905

0

0

0

0

22.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

22.02

Veiligheid biotechnologie

3.070

0

3.070

0

3.070

0

0

2.000

0

22.02.01

Opdrachten

3.070

0

3.070

0

3.070

0

0

2.000

0

22.02.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

22.03

Veiligheid bedrijven en transport

24.857

0

24.857

7.214

32.071

– 218

– 218

– 7.418

– 6.504

22.03.01

Opdrachten

4.377

0

4.377

– 1.004

3.373

100

100

1.100

100

 

– Omgevingsveiligheid

389

0

389

– 535

– 146

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

3.988

0

4.050

– 469

4.333

100

100

1.100

100

22.03.02

Subsidies

14.768

0

14.768

9.028

23.796

– 500

– 500

– 8.700

– 6.786

 

– Asbest en safety deals

12.278

0

12.278

9.009

21.287

– 2.350

– 2.409

– 12.501

– 8.787

 

– Overige subsidies

2.490

0

2.490

19

2.509

1.850

1.909

3.801

2.001

22.03.03

Bijdrage aan agentschappen

2.666

0

2.666

– 810

1.856

182

182

182

182

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.666

0

2.666

– 810

1.856

182

182

182

182

22.03.04

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Bijdragen asbestsanering

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Bijdragen programma Externe Veiligheid

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– Overige bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

0

22.03.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

22.03.09

Inkomensoverdracht

3.046

0

3.046

0

3.046

0

0

0

0

 

Ontvangsten

675

0

675

1.757

2.432

0

0

0

0

Verplichtingen

Het subsidieplafond 2017 voor de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken en voor de Subsidieregeling versterken omgevingsveiligheid chemische sector voor 2017 zijn in 2016 in de Staatscourant gepubliceerd. Hiertoe is het verplichtingenbudget 2017 verlaagd en zoals verantwoord in de 2e suppletoire begroting 2016 naar 2016 geschoven. Tegenover deze verlaging van het verplichtingenbudget staat een schuif met verplichtingen uit latere jaren om het budget voor asbestdaken in 2017 te kunnen verhogen.

22.01 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

De werkzaamheden op het gebied van biociden zijn overgeheveld van artikel 21 Duurzaamheid naar artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's. Hiertoe wordt het bijbehorende budget overgeheveld naar artikel 22. Daarnaast is in opdracht van het Ministerie van IenM een programmabureau opgericht dat de sanering van asbestdaken monitort. De opdracht wordt via artikelonderdeel 22.01 Veiligheid chemische stoffen verstrekt. Hiertoe worden middelen overgeheveld vanuit artikelonderdeel 22.03 Veiligheid bedrijven en transport naar artikelonderdeel 22.01.

Subsidies NANoREG

IenM ontvangt een bijdrage van de Europese Commissie voor het programma NaNoReg. De bijdrage van de Europese Commissie en de bijbehorende uitgaven hebben voor een deel niet meer in 2016 plaatsgevonden en zijn doorgeschoven naar 2017.

22.03 Externe veiligheid inrichtingen en transport

Asbest en safety deals

Het budget voor de subsidieregeling verwijderen asbestdaken wordt verhoogd om vertraging in de uitvoering te voorkomen. De RVO verwacht namelijk dat het huidige budget op korte termijn wordt uitgeput. De financiering van de ophoging van dit budget komt tot stand middels een kasschuif van budget uit latere jaren (€ 11,2 miljoen). De niet voor deze regeling bestemde middelen zijn overgeheveld naar andere artikelen, zoals artikel 19 voor de uitvoeringskosten RVO en artikel 22 voor de financiering van het programmabureau versnellingsaanpak asbestdaken (€ 2,2 miljoen).

Bijdrage aan agentschappen

De budgetten aan RWS zijn geactualiseerd. De actualisatie heeft tot gevolg dat een deel van de kosten die RWS maakt, verantwoord moeten worden op het opdrachtenbudget bij artikelonderdeel 22.01.

Ontvangsten

IenM ontvangt een bijdrage van de Europese Commissie voor het programma NaNoReg. De bijdrage van de Europese Commissie en de bijbehorende uitgaven hebben voor een deel niet meer in 2016 plaatsgevonden en zijn doorgeschoven naar 2017.

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

42.586

0

42.586

– 64

42.522

– 210

– 64

– 210

– 64

Uitgaven:

41.719

0

41.719

– 137

41.582

– 137

– 137

– 137

– 137

Waarvan juridisch verplicht:

100%

               

23.01

Meteorologie en seismologie

24.690

0

24.690

– 137

24.553

– 137

– 137

– 137

– 137

23.01.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

23.823

0

23.823

– 210

23.613

– 210

– 210

– 210

– 210

 

– Meteorologie

23.389

0

23.389

– 210

23.179

– 210

– 210

– 210

– 210

 

– Seismologie

434

0

434

0

434

0

0

0

0

23.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

867

0

867

73

940

73

73

73

73

 

– Contributie WMO (HGIS)

867

0

867

73

940

73

73

73

73

23.02

Aardobservatie

17.029

0

17.029

0

17.029

0

0

0

0

23.02.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

17.029

0

17.029

0

17.029

0

0

0

0

 

– Aardobservatie

17.029

0

17.029

0

17.029

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

De wijzigingen bij Eerste suppletoire wet binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

24

Handhaving en toezicht

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

109.561

0

109.561

– 4.912

104.649

– 5.412

– 5.412

– 5.390

– 5.390

Uitgaven:

109.561

0

109.561

– 4.912

104.649

– 5.412

– 5.412

– 5.390

– 5.390

Waarvan juridisch verplicht:

100%

     

100%

       

24.01

Handhaving en toezicht

109.561

0

109.561

– 4.912

104.649

– 5.412

– 5.412

– 5.390

– 5.390

24.01.03

Bijdrage aan het agentschap ILT

109.561

0

109.561

– 4.912

104.649

– 5.412

– 5.412

– 5.390

– 5.390

 

– Afval, industrie en bedrijven

24.549

0

24.549

– 1.224

23.325

– 1.224

– 1.224

– 1.217

– 1.217

 

– Rail en wegvervoer

24.765

0

24.765

– 1.239

23.526

– 1.239

– 1.239

– 1.235

– 1.235

 

– Scheepvaart

21.089

0

21.089

– 1.026

20.063

– 1.026

– 1.026

– 1.022

– 1.022

 

– Luchtvaart

17.352

0

17.352

– 852

16.500

– 852

– 852

– 849

– 849

 

– Water, producten en stoffen

21.806

0

21.806

– 571

21.235

– 1.071

– 1.071

– 1.067

– 1.067

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt vanwege de onderstaande mutaties bijgesteld.

24.01 Handhaving en toezicht

De verlaging van het budget heeft hoofdzakelijk te maken met een taakoverdracht. De crisistaken van de ILT worden overgedragen aan het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van Infrastructuur en Milieu (DCC-IenM). Het DCC-IenM coördineert de bestrijding van crises en rampen. Hiertoe wordt € 5,4 miljoen overgeheveld van artikel 24 Handhaving en toezicht naar artikel 97 Algemeen departement.

Artikel 25 Brede doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

25

Brede doeluitkering

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

866.780

0

866.780

– 6.299

860.481

0

0

0

0

Uitgaven:

888.311

0

888.311

26.738

915.049

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht:

100%

               

25.01

Brede doeluitkering

888.311

0

888.311

26.738

915.049

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Teneinde de bijdrage BDU voor 2017 op prijspeil 2016 te kunnen verplichten is aanvullende verplichtingenruimte noodzakelijk. Hiervoor dient verplichtingenruimte naar voren te worden gehaald ter hoogte van € 11,8 miljoen.

25.01 Brede doeluitkering

De opgehoogde uitgaven worden met name veroorzaakt door de uitgaven ten behoeve van meerdere projecten aan de Metropoolregio Amsterdam en het project Beter Benutten.

Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

26

Bijdrage investeringsfondsen

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

6.168.329

0

6.168.329

– 485.970

5.682.359

13.092

221.764

– 12.753

– 684

Uitgaven:

6.168.329

0

6.168.329

– 485.970

5.682.359

13.092

221.764

– 12.753

– 684

26.01

Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

5.450.478

0

5.450.478

– 417.251

5.033.227

16.390

172.762

– 11.755

– 684

26.02

Bijdrage aan het Deltafonds

717.851

0

717.851

– 68.719

649.132

– 3.298

49.002

– 998

0

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande kasmutaties.

26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

De bijdrage vanuit Hoofdstuk XII aan het Infrastructuurfonds voor het jaar 2017 wordt met € 417,3 miljoen verlaagd. De belangrijkste mutaties zijn:

Kasschuif via algemene middelen

Via het generale beeld is een kasschuif van € 250 miljoen van 2017 naar 2018 (€ 60 miljoen) en 2019 (€ 190 miljoen) op het Infrastructuurfonds verwerkt. De kasschuif is in de Eerste suppletoire begroting op artikel 18 verwerkt en zal in de ontwerpbegroting 2018, als de totale programmering wordt geactualiseerd, over de artikelen worden verdeeld.

Eenvoudig Beter

Bij Ontwerpbegroting 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter en deze worden tranchegewijs naar Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord. Bij de Eerste suppletoire wet 2017 wordt er in totaal € 97,1 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII, waarvan € 53,8 miljoen in 2017.

Overboekingen naar Provinciefonds, Gemeentefonds en Btw-compensatiefonds

Dit betreft overboekingen naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds in het kader van het programma Beter Benutten (– € 47,4 miljoen), Regionet (– € 5,5 miljoen), A58 Aansluiting Goes (– € 4,5 miljoen) en overige overboekingen (– € 3,4 miljoen).

Overboekingen naar BDU

Dit betreft overboekingen naar de BDU in het kader van het programma Beter Benutten (– € 13,7 miljoen), OV-SAAL middellange termijn (– € 7,5 miljoen), Regionet (– € 5,5 miljoen).

26.02 Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit Hoofdstuk XII aan het Deltafonds wordt voor het jaar 2017 per saldo met € 68,7 miljoen verlaagd. De belangrijkste mutaties zijn:

Kasschuif via algemene middelen

Via het generale beeld is een kasschuif van € 50 miljoen van 2017 naar 2019 op het Deltafonds verwerkt. De kasschuif zal in de ontwerpbegroting 2018, als de totale programmering wordt geactualiseerd, over de artikelen worden verdeeld.

Overboekingen naar Provinciefonds, Gemeentefonds en Btw-compensatiefonds

Dit betreft overboekingen naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds in het kader van de projecten Vismigratie (€ 3,5 miljoen) en IJsseldelta fase 2 (€ 6,1 miljoen).

Basisregistraties ondergrond (BRO)

Dit betreft een overheveling vanuit het Deltafonds naar Hoofdstuk XII. Het stelsel van basisregistraties kent 13 wettelijke basisadministraties en heeft als doel de informatiehuishouding van de overheid efficiënter en betrouwbaarder te maken. Twee basisregistraties zijn voor RWS van bijzonder belang omdat ze bronhouder is. Dit geldt voor Basisregistraties ondergrond (BRO) en Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Met een beter inzicht in de ondergrond zullen risico’s en kosten afnemen. Een bedrag van € 9 miljoen wordt overgeboekt naar Hoofdstuk XII waar de uitgaven met betrekking tot BRO worden verantwoord.

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 97 Algemeen departement

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

97

Algemeen departement

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

43.309

0

43.309

101.008

144.317

11.981

5.386

5.364

5.364

Uitgaven:

50.480

0

50.480

98.105

148.585

5.344

5.364

5.364

5.364

97.01

IenM-brede programmamiddelen

50.480

0

50.480

98.105

148.585

5.344

5.364

5.364

5.364

97.01.01

Opdrachten

22.618

0

22.618

95.594

118.212

5.203

5.223

5.223

5.223

 

– Onderzoeken ANVS

3.696

0

3.696

– 79

3.617

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

18.922

0

18.922

95.673

114.595

5.203

5.223

5.223

5.223

97.01.02

Subsidies

1.430

0

1.430

0

1.430

0

0

0

0

97.01.03

Bijdrage aan agentschappen

21.205

0

21.205

2.511

23.716

141

141

141

141

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

213

0

213

2.370

2.583

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan ILT

12.188

0

12.188

0

12.188

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.422

0

2.422

141

2.563

141

141

141

141

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

6.382

0

6.382

0

6.382

0

0

0

0

97.01.06

Bijdrage aan ZBO en RWT

5.227

0

5.227

0

5.227

0

0

0

0

 

– StAB

5.227

0

5.227

0

5.227

0

0

0

0

 

Ontvangsten

2.189

0

2.189

0

2.189

0

0

0

0

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties op dit artikel hangen voor een deel samen met de overdracht van de crisistaken van ILT naar het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van Infrastructuur en Milieu (DCC-IenM) (€ 5,4 miljoen). Daarnaast vindt er een verplichtingenschuif plaats in het kader van het beheer van het Regeringsvliegtuig.

97.01 IenM-brede programmamiddelen

Opdrachten

De crisistaken van de ILT worden overgedragen aan het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van Infrastructuur en Milieu (DCC-IenM). Het DCC-IenM coördineert de bestrijding van crises en rampen. Hiertoe wordt € 5,4 miljoen overgeheveld van artikel 24 Handhaving en toezicht naar artikel 97 Algemeen departement.

Bijdrage aan agentschappen

KNMI

De agentschapbijdrage voor het KNMI wordt opgehoogd met € 2,4 miljoen voor producten en diensten die het KNMI verricht voor de RWS. Het betreft producten en diensten voor taken met betrekking tot het hoofdwegennet (waaronder gladheidsverwachtingen) en het hoofdvaarwegennet (zoals wind en stormwaarschuwingen). De middelen zijn afkomstig uit het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Artikel 98 Apparaat van het kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

317.847

0

317.847

21.945

339.792

5.513

2.584

4.615

2.589

Uitgaven:

321.827

0

321.827

24.596

346.423

6.683

4.065

5.365

2.765

98.01

Personele uitgaven

218.900

0

218.900

10.284

229.184

7.506

4.849

6.063

3.548

 

– waarvan eigen personeel

192.144

0

192.144

3.385

195.529

4.493

4.057

5.657

3.142

 

– waarvan externe inhuur

17.418

0

17.418

7.058

24.476

3.020

799

413

413

 

– waarvan overige personele uitgaven

9.338

0

9.338

– 159

9.179

– 7

– 7

– 7

– 7

98.02

Materiele uitgaven

102.927

0

102.927

14.312

117.239

– 823

– 784

– 698

– 783

 

– waarvan ICT

19.845

0

19.845

5.283

25.128

– 1.135

– 1.135

– 1.165

– 1.365

 

– waarvan bijdrage aan SSO's

54.937

0

54.937

5.381

60.318

2.351

2.420

2.655

2.855

 

– waarvan overige materiële uitgaven

28.145

0

28.145

3.648

31.793

– 2.039

– 2.069

– 2.188

– 2.273

 

Ontvangsten

3.530

0

3.530

14.202

17.732

2.000

2.000

2.000

2.000

Verplichtingen

De verplichtingen mutatie is voor een groot deel het gevolg van ontvangsten van agentschappen voor centraal betaalde uitgaven voor ICT en facilitaire dienstverleningen, een verhoging van uitgaven inhuur en kosten voor de transitie van Prorail. Daarnaast is sprake van financiering van een aantal EU-projecten.

98.01 Personele uitgaven

In het kader van de ZBO-wording van de ANVS wordt de capaciteit uitgebreid met negentien fte om adequaat uitvoering te kunnen geven aan de (nieuwe) taken (€ 2,0 miljoen). Voor de dekking worden vergoedingen ingezet die de ANVS ontvangt op grond van het Besluit Vergoedingen Kernenergiewet. De invulling van de extra capaciteit vindt tranchegewijs plaats.

Hogere uitgaven voor eigen personeel, voornamelijk bij PBL, door de bijdrage van EZ voor de uitvoering van de planbureau functie en een aantal EU-bijdragen voor onderzoeksprojecten, waaronder CD-LINKS, ADVANCE, CLIMA A4, FOOD SECURE, LUC4, PATHWAYS, REINVENT, MONROE EN NATURVATION. Daarnaast betreft het een capaciteitsuitbreiding voor de transitie van Prorail (tijdelijk) en ANVS, als gevolg van de nieuwe taken uit de instellingswet ANVS. De verhoging van de uitgaven externe inhuur is met name het gevolg van de controle door de Auditdienst Rijk (ADR), waarbij is gebleken dat, ten onrechte, op uitbesteding programmamiddelen zijn geboekt die als inhuur moeten worden bestempeld.

98.02 Materiële uitgaven

De toename van uitgaven ICT en Bijdragen SSO’s is met name het gevolg van ontvangsten van agentschappen voor centraal betaalde uitgaven voor ICT en facilitaire dienstverlening. Lagere materiële kosten betreft een herschikking van huisvestingskosten PBL naar Bijdragen SSO’s.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten hangen samen met de dekking van de capaciteitsuitbreiding van de ANVS uit de vergoedingen Kernenergiewet.

De toename van de ontvangsten betreft voor een groot deel de ontvangsten van agentschappen voor centraal betaalde uitgaven voor ICT en facilitaire dienstverlening. Daarnaast worden onderzoeksopdrachten van PBL gefinancierd uit bijdragen vanuit de EU en de capaciteitsuitbreiding van ANVS uit ontvangsten van de Kernenergiewet.

Artikel 99 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid: Eerste suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

99

Nominaal en onvoorzien

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

   

(1)

(2)

(1)

(4)

(2)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

21

0

21

136.801

136.822

124.504

124.185

131.008

133.520

Uitgaven:

21

0

21

136.801

136.822

126.785

126.325

132.945

136.442

Nominaal en onvoorzien

21

0

21

136.801

136.822

126.785

126.325

132.945

136.442

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Eindejaarsmarge en loon- en prijsbijstelling

Het voordeling saldo van € 17,8 miljoen wordt via de eindejaarsmarge aan de begroting van IenM toegevoegd op Hoofdstuk XII. Bij Ontwerpbegroting 2018 vindt de overige toedeling van de eindejaarmarge plaats.

Daarnaast bestaat de mutatie op dit artikel uit ontvangsten voor de compensatie voor de herstelopslag van ABP voor 2017 en de loon- en prijsbijstelling tranche 2017. Deze middelen worden bij Ontwerpbegroting 2018 toegedeeld binnen Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

2.4 De agentschappen

Conform de Rijksbegrotingvoorschriften worden hieronder de exploitatie en kasstroomoverzichten opgenomen van agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5 procent van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

Rijkswaterstaat

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. (Eerste suppletoire begroting 2017) (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

1

2

3 = (1) + (2)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties (+of-) 1e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet IenM

2.173.987

– 8.593

2.165.394

Omzet nutw

0

347.976

347.976

Omzet overige departementen

28.360

 

28.360

Omzet derden

175.683

 

175.683

Rentebaten

800

 

800

Bijzondere baten

3.000

 

3.000

Vrijval voorziening

     

Totaal baten

2.381.830

339.383

2.721.213

       

Lasten

     

Apparaatskosten

997.445

8.338

1.005.783

 

.-Personele kosten

744.372

8.338

752.710

   

* waarvan eigen personeel

691.030

8.338

699.368

   

* waarvan externe inhuur

51.842

 

51.842

   

* waarvan overige p-kosten

1.500

 

1.500

 

.-Materiele kosten

253.073

0

253.073

   

* waarvan apparaat ICT

30.000

 

30.000

   

* waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

 

56.000

 

* waarvan overige M-kosten

167.073

 

167.073

Onderhoud

1.326.662

331.045

1.657.707

Rentelasten

8.748

 

8.748

Afschrijvingskosten

39.975

 

39.975

 

.-materieel

38.500

 

38.500

 

waarvan apparaat ICT

6.000

 

6.000

 

.-immaterieel

1.475

 

1.475

Dotaties

     

Bijzondere lasten

     

Totaal lasten

2.372.830

339.383

2.712.213

Saldo

9.000

0

9.000

Dotatie aan reserve Rijksrederij

– 9.000

 

– 9000

te verdelen resultaat

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De lagere omzet wordt voornamelijk veroorzaakt door: extra bijdrage voor personele inzet Omgevingswet naar aanleiding van nieuwe afspraken met DGMi (+ 10,3 mln.), herschikking van middelen voor Beleidsondersteuning en Advies (BOA) (– 3,2 mln.), de overgang naar realisatiefase voor het project Twentekanalen fase 2 (overheveling naar projectbudget van – 13 mln.), herbestemming van middelen vanuit het programma Beter Benutten (– 1,4 mln.), verdere verduurzaming van het project A2 Maastricht (overheveling naar projectbudget: – 1 mln.), versnelling van het project Ijsseldelta fase 2 (4,5 mln.), een bijstelling van de bijdrage aan KNMI op basis van de geoffreerde prijzen 2017 voor de producten/diensten die RWS bij dit agentschap afneemt, zoals inwinnen weergegevens (– 2,4 mln.) en een overboeking naar Defensie t.b.v de Kustwacht (– 2,8 mln.).

Omzet nutw

Deze post wordt toegelicht onder de toelichtingen van de lasten bij de post onderhoud.

Totaal Baten

De mutaties aan de batenkant hangen samen met de mutaties die worden toegelicht onder de toelichtingen van de lasten bij de posten personele kosten en onderhoud.

Lasten

Personele en materiële kosten

De extra personele uitgaven betreffen een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds voor apparaatsinzet RWS op het gebied van de Omgevingswet. Daarnaast is de inzet vanuit RWS voor BOA lager op basis van de gemaakte afspraken tussen opdrachtgevers en RWS voor het uitvoeringsjaar 2017.

Onderhoud

Dit bedrag heeft hoofdzakelijk betrekking op de post Nog uit te voeren werkzaamheden ad € 348 miljoen. Deze werkzaamheden waren gepland in 2016 maar niet in uitvoering genomen. Deze werkzaamheden worden in 2017 en later uitgevoerd. Daarnaast wordt het project Twentekanalen fase 2 in realisatiefase gebracht. Dit budget is vanuit de post NoMo-AOV (Achterstallig Onderhoud Vaarwegen) uit het agentschap naar het aanlegbudget (programmamiddelen) gebracht en verlaagt daarmee de onderhoudspost met 13 mln. In de instandhoudingsbijlage als onderdeel van de begroting 2018 wordt nader inzicht gegeven in de balanspost «nog uit te voeren werkzaamheden» van Rijkswaterstaat.

Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. (Eerste suppletoire begroting 2017) (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

1

2

3 = (1) + (2)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties (+of-) 1e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2017

250.657

351.277

601.934

2a

Totaal ontvangsten operationele kas

2.376.530

– 8.593

2.367.937

2b

Totaal uitgaven operationele kas

– 2.327.555

8.593

– 2.318.962

2.

Operationele kasstroom

48.975

0

48.975

3a

Totaal investeringen (–/–)

– 29.400

 

– 29.400

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen

     

3.

Totaal investeringskasstroom

– 29.400

 

– 29.400

4a

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

 

– 32.507

– 32.507

4b

Storting moederdepartement

14.200

 

14.200

4c

Aflossingen op leningen

– 34.000

 

– 34.000

4d

Beroep op leenfaciliteit

33.000

 

33.000

4.

Totaal financieringskasstroom

13.200

– 32.507

– 19.307

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017

283.432

318.770

602.202

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2017

Dit verschil ontstaat voornamelijk bij de operationele kasstroom waar begroot € – 204 miljoen was voor het jaar 2016 en gerealiseerd € 150 miljoen. Voor een uitgebreide toelichting van de oorzaken zie het jaarverslag 2016.

Operationele kasstroom

De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door: extra bijdrage voor personele inzet Omgevingswet (+ 10,3 mln.), herschikking van middelen voor Beleidsondersteuning en Advies (BOA) (– 3,2 mln.), de overgang naar realisatiefase voor het project Twentekanalen fase 2 (– 13 mln.), herbestemming van middelen vanuit het programma Beter Benutten (– 1,4 mln.), verdere verduurzaming van het project A2 Maastricht (– 1 mln.), versnelling van het project Ijsseldelta fase 2 (4,5 mln.), een bijstelling van de bijdrage aan KNMI op basis van de geoffreerde prijzen 2017 voor de producten/diensten die RWS bij dit agentschap afneemt, zoals inwinnen weergegevens (– 2,4 mln.) en een overboeking naar Defensie t.b.v. de Kustwacht (– 2,8 mln.).

Financieringskasstroom

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus van het eigen vermogen aan de eigenaar.

Nederlandse Emissie autoriteit

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Nederlandse Emissieautoriteit. (Eerste suppletoire begroting 2017) (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

1

2

3 = (1) +(2)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties (+of-) 1e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet IenM

7.002

1.178

8.180

Omzet overige departementen

106

– 106

0

Omzet derden

     

Rentebaten

     

Bijzondere baten

     

Totaal baten

7.108

1.072

8.180

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– Personele kosten

5.423

271

5.694

 

* waarvan eigen personeel

4.586

250

4.836

 

* waarvan externe inhuur

517

82

599

 

* waarvan overige personele kosten

320

– 61

259

– Materiële kosten

1.170

966

2.136

 

* waarvan apparaat ICT

448

368

816

 

* waarvan bijdrage aan SSO’s

502

215

717

 

* waarvan overige materiële kosten

220

383

603

Rentelasten

8

 

8

Afschrijvingskosten

507

– 165

342

– materieel

 

2

2

 

*waarvan apparaat ICT

     

– immaterieel

507

– 167

340

Overige lasten

     

– dotatie voorziening

     

– bijzondere lasten

     

Totaal lasten

7.108

1.072

8.180

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De opdracht van KLG voor 2017 is door diverse aangepaste Europese regelgeving hoger dan vooraf was ingeschat.

Omzet overige departementen

Door de grotere opdracht van KLG heeft de NEa afgezien van het aannemen van nieuwe opdrachten buiten die van KLG.

Lasten

Personele kosten: eigen personeel

Door de (structurele) grotere opdracht van KLG zal structureel meer personeel nodig zijn.

Personele kosten:externe inhuur

Door de (structurele) grotere opdracht van KLG zal structureel meer personeel nodig zijn, maar omdat de omvang daarvan nog niet geheel duidelijk is, wordt er tijdelijk met externe inzet gewerkt.

Personele kosten: overige personele kosten

De overige personeelskosten zijn voor de VJN vergeleken met de gerealiseerde overige personeelskosten over 2016 en de verwachting is dat in 2017 de kosten hoger zijn dan in 2016, maar lager dan de schatting die in de Ontwerpbegroting 2017 was opgenomen. Namelijk, in de kosten van 2016 zaten een paar verrekeningen die de kosten in 2016 omlaag haalden. In 2017 zijn deze verrekeningen nauwelijks te verwachten.

Materiële kosten: apparaat ICT

De kosten voor het beheer en onderhoud van het register EV en de kosten voor de licenties zijn hoger dan ingeschat.

Materiële kosten: bijdrage aan SSO’s

De bijdragen aan SSO’s is toegenomen doordat de kosten van de DVO ICT hoger zijn en het beheer van het informatiesysteem PAN is nu ondergebracht bij DICTU.

Materiële kosten: overige materiële kosten:

Door de grotere opdracht van KLG vindt er meer uitbesteding van werkzaamheden plaats.

Afschrijvingskosten materieel:

Dit betreft de afschrijving van de in het vorige jaar aangeschafte laptops.

Afschrijvingskosten immaterieel:

Het Register voor vervoer fase 2 wordt per 1-1-2018 opgeleverd en zal vanaf dat tijdstip afgeschreven gaan worden.

Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap Nederlandse Emissieautoriteit. (Eerste suppletoire begroting 2017) (Bedragen x € 1.000)
   

1

2

3 = (1) +(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of-) 1e suppletoire begroting

stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

1.510

203

1.713

         

2.a

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

7.108

– 6.766

342

2.b

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

6.601

– 6.601

0

2.

Totaal operationele kasstroom

507

– 165

342

         

3.a

Totaal investeringen (–/–)

– 750

 

– 750

3.b

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 750

0

– 750

4.a

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

 

– 639

– 639

4.b

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

   

0

4.c

Aflossingen op leningen (–/–)

– 340

 

– 340

4.d

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

750

750

4.

Totaal financieringskasstroom

– 340

111

– 229

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017 (=1+2+3+4)

927

149

1.076

Toelichting

Rekening Courant RHB

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2017

Operationele kasstroom (ontvangsten en uitgaven)

Bij de begroting 2017 zijn voor het eerst de ontvangsten en uitgaven benoemd. Er is toen per abuis de totale ontvangsten als de totale uitgaven van de bankafschriften geschat gecorrigeerd met de afschrijvingen. Aangezien de NEa de indirecte methode hanteert voor het kasstroomoverzicht, was het voldoende geweest om hier het bedrag van de afschrijvingen (en tevens saldo van de ontvangsten en uitgaven) van € 507 vermeld te worden. De mutatie is hierboven bij het exploitatieoverzicht beschreven.

Eenmalige uitkering aan het moederdepartement

Uit de jaarrekening 2016 is gebleken dat het eigen vermogen van de NEa boven de 5% norm uitkomt. Het overtollige vermogen wordt afgedragen aan het moederdepartement.

Beroep op de leenfaciliteit

Het beroep op de leenfaciliteit is bedoeld om de bouw van het Register voor vervoer fase 2 te financieren.

Naar boven