34 725 IIA Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2016

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

Aangeboden 17 mei 2017

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen (bedragen x € 1.000)

Inhoudsopgave

A.

ALGEMEEN

4

 

1.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

4

 

2.

Leeswijzer

6

       

B.

BELEIDSVERSLAG

7

 

3.

Beleidsartikelen

7

   

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

7

   

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

11

   

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

14

   

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

20

 

4.

Niet-beleidsartikel

21

   

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

21

 

5.

Bedrijfsvoeringparagraaf

22

       

C.

JAARREKENING

25

 

6.

De verantwoordingsstaat

25

 

7.

De saldibalans

26

 

8.

WNT verantwoording 2016 – Staten Generaal

31

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2016 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2016 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2016;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2016 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2016, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2016 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Opbouw Jaarverslag 2016

Het jaarverslag over 2016 bestaat conform de regelgeving uit de volgende delen:

  • A. Algemeen

  • B. Beleidsverslag

  • C. Jaarrekening

De paragraafindeling van de artikelen is als volgt:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidsconclusies

  • D. Budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting artikelonderdeel

Bij de begrotingen HIIA en HIIB wordt vermeld dat er sprake is van een afwijkend regime voor het centrale apparaatsartikel. Dit betekent dat geen apart centraal apparaatsartikel hoeft te worden opgenomen. Vaak bestaan deze begrotingen uit één artikel. In de toelichting per artikelonderdeel is een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Wijziging artikel Nominaal en Onvoorzien

Conform de RBV 2017 is niet-beleidsartikel 10 Nominaal en Onvoorzien gewijzigd. De onderdelen loon- en prijsbijstelling worden onderverdeeld naar programma en apparaat. Omdat in de begroting 2016 deze wijziging nog niet van kracht was, wordt alleen voor het verschil (de laatste kolom) deze onderverdeling naar programma en apparaat gemaakt.

De bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.

Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 0,5 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2016 en de realisatie 2016.

Rechtmatigheid

In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid op hoofdstukniveau niet overschreden en is er sprake van een getrouw beeld. Een toelichting op de rechtmatigheid per College is te vinden in de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

B. BELEIDSVERSLAG

3. BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstelling van de Eerste Kamer ligt op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

C Beleidsconclusies

Er zijn in 2016 geen beleidswijzigingen ten aanzien van de aandachtspunten. Voor wat betreft de uitvoering en beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

Aandachtspunten 2016

Gegeven de algemene doelstelling worden jaarlijks accenten gelegd. Voor 2016 zag de Eerste Kamer de volgende bijzondere aandachtspunten:

  • 1. Voortzetting viering 200 jaar Staten-Generaal/Eerste Kamer

  • 2. Voorzitterschap Europese Unie

  • 3. Verdere ontwikkeling digitaal parlement

  • 4. Beheer gebouwen

Viering 200 jaar Staten-Generaal/Eerste Kamer

Het parlementaire jaar 2015–2016 stond in Nederland mede in het teken van de viering van 200 jaar parlementaire democratie. In 2015 bestonden de Staten-Generaal 200 jaar als bicameraal parlement. Daaraan werd passende aandacht besteed tijdens een Bijzondere Verenigde Vergadering der Staten-Generaal op 16 oktober 2015. Gedurende het gehele parlementaire jaar waren er activiteiten die relateren aan dit jubileum.

Europese samenwerking

Op Europees vlak vindt intensieve samenwerking plaats op het niveau van de Speakers Conference (voorzitters van nationale parlementen en het Europees parlement), de Interparlementaire Conferentie die het Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) volgt, de interparlementaire samenwerking in het kader van het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie, de Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC) en in interparlementaire samenwerking en uitwisseling van informatie op velerlei beleidsterreinen.

In 2016 bekleedde Nederland het voorzitterschap van de Europese Unie, van 1 januari tot 1 juli 2016. Samen met de Tweede Kamer gaf de Eerste Kamer invulling aan de parlementaire dimensie van dit voorzitterschap. Nederland richtte zich vooral op een innovatieve Unie, die zich tot hoofdzaken beperkt en verbindt.

Verdere ontwikkeling digitaal parlement

De Eerste Kamer is het eerste parlementaire huis ter wereld dat agenda’s en vergaderstukken in beginsel uitsluitend digitaal (via de «Eerste Kamer App») aan haar leden aanbiedt. In het content management systeem en de websites van de Kamer zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd.

Beheer gebouwen

Tijdens de renovatie van het Binnenhof zal de Eerste Kamer verhuizen naar het pand Lange Voorhout 34–36 / Kazernestraat. In dit pand was de Hoge Raad gehuisvest en eerder de Koninklijke Bibliotheek. De Eerste Kamer gaat een begin maken met inrichten van dit project. Rijksvastgoedbedrijf coördineert de renovatie.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 Wetgeving en controle EK
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

11.632

11.844

9.915

11.047

11.732

13.061

– 1.329

 

Uitgaven:

11.701

11.807

9.938

11.017

11.771

13.061

– 1.290

 

1.1

Apparaat Eerste Kamer

7.504

6.530

6.528

7.086

8.317

9.477

– 1.160

 

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

4.149

3.304

3.346

3.368

3.360

3.511

– 151

 

1.3

Verenigde vergadering

48

1.973

64

563

94

73

21

 

Ontvangsten:

93

204

101

213

198

79

119

E Toelichting artikelonderdeel

Personeel

In 2016 heeft er geen personeelsuitbreiding plaatsgevonden, en er is aanzienlijk minder uitgeput dan eerder begroot, doordat er tussentijds personeel vertrok en de WKR over 2015 lager uitviel dan begroot.

Materieel

In tegenstelling tot de verwachting is er in 2016 minder uitgeput dan eerder begroot. Dit geldt onder andere voor de volgende posten: Uitbesteding advisering/opdrachtverlening, Porti- en bezorgkosten, EU Voorzitterschap, Websitekosten, Technische- en bedrijfsinstallaties.

Verdere ontwikkeling digitaal parlement

De Eerste Kamer is het eerste parlementaire huis ter wereld dat agenda’s en vergaderstukken in beginsel uitsluitend digitaal (via de «Eerste Kamer App») aan haar Leden aanbiedt. In het content management systeem en de websites van de Kamer zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. De digitalisering van de stukkenstroom is, ook buiten het kader van het vergadercircuit, in 2016 verder verfijnd.

Beheer gebouwen

Voor het gehele gebouw van de Eerste Kamer (inclusief het deel dat van de Raad van State is overgenomen) blijft een grootscheepse renovatie (met name ook installatietechnisch) op termijn noodzakelijk. In 2016 is besloten tot een tijdelijke uithuizing van de gehele Eerste Kamer voor de duur van de renovatie van het Binnenhofcomplex.

EU voorzitterschap 1e helft jaar 2016

Van 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 vervulde Nederland voor de twaalfde keer het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Prioriteiten waren: een strategische agenda voor de EU in tijden van verandering, banen scheppen door innovatieve groei en verbinding zoeken met maatschappelijke actoren.

Tijdens het EU-voorzitterschap zat Nederland de vergaderingen van de Raad voor en werd door Nederland het voortouw genomen bij onderhandelingen tussen de lidstaten onderling. Ook behartigde Nederland de belangen van de lidstaten bij onderhandelingen met de andere Europese instellingen over nieuwe regelgeving.

Nederland nam het stokje over van Luxemburg en gaat nauw samenwerken in een trojka met Slowakije en Malta. Slowakije nam op 1 juli 2016 het voorzitterschap van Nederland over.

Specificatie apparaatsuitgaven

Bedragen x € 1.000

Apparaat

2016

Personeel

4.267

Eigen personeel

3.976

Externe inhuur

182

Overig personeel

109

Materieel

4.050

Overig materieel

4.050

Totaal apparaat

8.317

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement verantwoord.

Activiteiten

Zorg dragen voor uitbetalingen in verband met wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.

Tabel 2.1 Aantallen deelgerechtigden
 

2013

2014

2015

2016

Pensioenen oud-leden

452

455

460

455

Wachtgelden oud-leden

66

55

36

15

Totaal

518

510

496

470

In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2012–2016

Tabel 2.2
 

2012

2013

2014

2015

2016

2.1 schadeloosstelling

22.107

18.700

18.801

19.305

22.583

gemiddeld per lid TK

147

125

125

129

152

2. 2 pensioenen en wachtgelden

11. 683

10.999

8.859

8.775

8.606

– totaal 1 en 2

33.790

29.699

27.660

28.080

31.189

gemiddeld per lid TK

225

198

184

187

208

2.3 schadeloosstelling leden Europarlement

192

191

144

99

103

Gemiddeld per lid EP1

96

96

96

99

103

X Noot
1

Vanaf de nieuwe zittingsperiode in het voorjaar van 2009 wordt de schadeloosstelling voor het overgrote deel van de leden betaald door het Europarlement (en vanaf de verkiezingen in 2014 niet meer door de Tweede Kamer). Een lid is echter in mei 2014 herkozen en blijft daarom door de Tweede Kamer betaald worden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C. Beleidsconclusies

Vanaf de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 worden er geen Europarlementariërs meer betaald door de Tweede Kamer, met uitzondering van een herkozen lid. Deze blijft tot de volgende Europese Verkiezingen op de begroting van de Tweede Kamer drukken, tenzij dit lid wederom herkozen wordt.

Voor wat betreft de uitvoering en beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde

begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

33.982

29.890

27.804

28.227

31.243

29.396

1.847

 

Uitgaven:

33.982

29.890

27.804

28.178

31.292

29.396

1.896

 

2.1

Schadeloosstelling

22.107

18.700

18.801

19.304

22.583

19.561

3.022

 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

11.683

10.999

8.859

8.775

8.606

9.735

– 1.129

 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

192

191

144

99

103

100

3

 

Ontvangsten:

62

86

34

51

33

86

– 53

E. Toelichting artikelonderdeel

Het getoonde verschil betreft het verschil tussen de oorspronkelijk vastgestelde begroting en de realisatie over 2016. Opgemerkt zij (dit geldt voor de gehele begroting) dat in de loop van 2016 diverse begrotingsmutaties hebben plaatsgevonden, onder andere een generieke begrotingsverhoging als gevolg van compensatie voor gestegen lonen en prijzen (loon- en prijsbijstelling 2016).

2.1 Schadeloosstelling

De overschrijding op het onderdeel 2.1 «Schadeloosstelling» is het gevolg van de eindheffing werkkostenregeling ad. € 2,4 mln.

2.2 Pensioenen en wachtgelden

De onderuitputting op dit artikelonderdeel is gelegen in het lagere aantal wachtgeldgerechtigden. De uitgaven aan pensioenen zijn vrij constant, de uitgaven aan wachtgelden zijn afhankelijk van het feit of een oud-lid nog een beroep kan doen op de regeling. Het al dan niet stoppen van het wachtgeld als gevolg van het vinden van werk is moeilijk voorspelbaar. In de periode november 2015 – november 2016 is het aantal wachtgeldgerechtigde oud-leden afgenomen van 36 naar 15.

Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetgeving) en enkele andere grondwet- en wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. De ambtelijke organisatie wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden en de fractie organisatie in alle facetten van het werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend voor de ambtelijke organisatie.

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2013 – 2016) de uitgaven per artikelonderdeel binnen dit artikel als totaal en als gemiddelde per Kamerzetel opgenomen.

Tabel 3.1 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel
 

2013

2014

2015

2016

Apparaatskosten

64.281

61.760

68.292

68.639

Kennis en onderzoek

927

719

180

160

Publicatie officiële documenten

2.432

1.768

1.512

1.528

Fractiekosten

27.077

25.730

27.431

26.813

Uitzending leden

186

333

298

187

Enquêtes

526

2.215

1.230

115

Bijdrage ProDemos

1.672

1.867

Totaal artikel 3

95.429

92.525

100.615

99.309

Gemiddeld per zetel

636

617

671

662

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2016 geen beleidswijzigingen ten aanzien van de aandachtspunten. Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

Aandachtspunten 2016

Als aandachtspunten voor 2016 koos het presidium de volgende onderwerpen:

  • Voorzitterschap EU 1e helft 2016;

  • Veiligheid en beveiliging, zowel fysiek als digitaal;

  • Verdere digitalisering primair proces;

  • Implementatie aanbevelingen: rapport «Voorop in Europa»;

  • Voorbereidingsactiviteiten rond de renovatie van het Binnenhofcomplex;

  • Implementatie van de besluitvorming op basis van het rapport van ABDTOPconsult;

  • 200 jaar Staten-Generaal.

Voorzitterschap EU 1e helft 2016

De Stuurgroep van het project EU-voorzitterschap heeft na afronding van dit project de ambtelijke organisatie van beide Kamers opdracht gegeven tot een snelle, beknopte, interne procesevaluatie. Het doel van de procesevaluatie was het identificeren van aandachtspunten en trekken van lessen voor Eerste en Tweede Kamer, die nuttig kunnen zijn voor een volgend EU-voorzitterschap of voor vergelijkbare projecten. De parlementaire dimensie van het Nederlands EU-voorzitterschap is binnen budget afgerond.

Veiligheid en beveiliging, zowel fysiek als digitaal

Het bewaken en beschermen van de continuïteit van het werk van de Tweede Kamer; voor Tweede Kamerleden, bewindspersonen, gasten, bezoekers en medewerkers is een van de hoofdthema’s voor de ambtelijke organisatie.

In 2012 is een aanvang gemaakt met het verkrijgen van inzicht in risico’s van informatiebeveiliging hetgeen heeft geleid tot het opstellen van de Baseline Informatiebeveiliging TK. De baseline heeft in 2016 geleid tot een beschrijving hoe de Tweede Kamer wat betreft informatiebeveiliging op orde wenst te komen en bevat een set beheersmaatregelen.

Verdere digitalisering primair proces

Op 17 mei 2016 is de app Debat Direct geïntroduceerd. Met Debat Direct volgt de gebruiker overal live de plenaire debatten en openbare commissievergaderingen van de Tweede Kamer. Dat kan onderweg of thuis via smartphone of tablet. De app kan in combinatie met televisie ook worden gebruikt als zogenaamde «second screen app»: men kijkt het debat op tv terwijl de app de bijbehorende debat- en sprekersinformatie toont.

Implementatie aanbevelingen «Voorop in Europa» (VIE)

De aanbevelingen uit het rapport «Gericht op Europa» van de Radboud Universiteit zijn meegenomen bij de implementatie van het rapport «Voorop in Europa» (VIE; Kamerstuk 33 936).

De vaste commissie voor Europese Zaken heeft in 2016 een opzet voor een evaluatie van VIE besproken en aangehouden tot nadere bespreking begin 2017. Deze evaluatie ziet toe op de mate waarin alle aanbevelingen van VIE zijn geïmplementeerd.

Voorbereidingsactiviteiten rond de renovatie van het Binnenhofcomplex

In 2016 is besloten tot een tijdelijke uithuizing van de gehele Tweede Kamer voor de duur van de renovatie van het Binnenhofcomplex.

Implementatie van de besluitvorming op basis van het rapport van ABDTOPconsult.

In 2016 is uitvoering gegeven aan het ABD-rapport «Meer verzakelijking en verdere professionalisering».

De aanbevelingen zijn vertaald in een strategisch plan voor de ambtelijke organisatie gericht op het realiseren van meer politieke dienstbaarheid. Er is een activiteitenplan gemaakt voor verdeling van capaciteit en middelen. Er zijn dienstenplannen, die het MT en het presidium meer mogelijkheden tot sturing moeten geven. Voor de begrotingsuitvoering is een nieuwe rapportage aan het presidium in gebruik genomen. Deze biedt meer inzicht in financiën en geeft eveneens meer mogelijkheden tot sturing en bijsturing. Er is een Veiligheidsplan en een Informatiestrategie vastgesteld met kaders waarbinnen gewerkt moet worden.

In 2016 is een personeelsschouw uitgevoerd die inzicht biedt in de staat van de personele bezetting. Daarmee moet sterker kunnen worden gestuurd op de inzetbaarheid en kwaliteitsontwikkeling van de medewerkers en leidinggevenden. Dit wordt onder andere bereikt door alle leidinggevenden te laten deelnemen aan een Management Development-traject waarbinnen kwaliteitsontwikkeling en mobiliteit centraal staan.

200 jaar Staten-Generaal

Het parlementaire jaar 2015–2016 stond in Nederland mede in het teken van de viering van 200 jaar parlementaire democratie. Gedurende het gehele parlementaire jaar waren er activiteiten die relateren aan dit jubileum. Het project is afgerond. In het 4e kwartaal van 2016 zijn de laatste uitgaven verrekend met de Eerste Kamer.

D Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 3 Wetgeving/controle TK
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

98.521

97.690

99.047

100.320

96.927

97.421

– 494

 

Uitgaven:

100.501

95.429

92.524

100.615

99.309

97.421

1.888

 

3.1

Apparaat Tweede Kamer

69.926

64.281

61.759

68.292

68.639

67.858

781

 

3.2

Onderzoeksbudget

281

927

719

180

160

2.174

– 2.014

 

3.3

Drukwerk

3.689

2.432

1.768

1.512

1.528

1.789

– 261

 

3.4

Fractiekosten

25.597

27.077

25.730

27.431

26.813

23.248

3.565

3.5

Uitzending leden

334

186

333

298

187

432

– 245

 

3.6

Parlementaire enquêtes

673

526

2.215

1.230

115

0

115

 

3.7

Bijdrage ProDemos

0

0

0

1.672

1.867

1.920

– 53

 

Ontvangsten:

6.749

4.766

4.385

5.845

5.001

4.966

35

E Toelichting artikelonderdeel

Specificatie apparaatsuitgaven

Bedragen x € 1.000

Apparaat

2016

Personeel

44.066

Eigen personeel

36.944

Externe inhuur

6.103

Overig personeel

1.019

Materieel

24.573

Overig materieel

24.573

Totaal apparaat

68.639

3.2 Kennis en onderzoek

Dit betreft de uitgaven voor de toekomst- en onderzoeksagenda. In 2016 hebben geen parlementaire onderzoeken plaatsgevonden, hetgeen heeft geleid tot een onderuitputting van ruim € 2,0 mln.

3.3 Publicatie officiële documenten

Deze begrotingspost betreft de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op Overheid.nl. De uitgaven in 2016 zijn lager dan begroot. In 2016 is sprake van een onderuitputting van ruim 0,2 mln.

3.4 Fractiekosten

De overschrijding op het artikel is het gevolg van de in 2015 gewijzigde systematiek van bevoorschotting van de fracties. De fracties hebben in 2015 en 2016 een 100% bevoorschotting ontvangen terwijl de begroting is gebaseerd op een bevoorschotting van 90% (het oude percentage van bevoorschotting). In de loop van 2016 is de begroting van dit artikel structureel verhoogd met een ramingsbijstelling van € 1,6 mln. (en loon- en prijsbijstelling ad € 0,74 mln.).

3.5 Uitzending Leden

Er zijn in 2016 minder reizen gemaakt dan voorzien. Dit resulteert in een onderuitputting van ca € 0,25 mln.

3.6 Parlementaire enquêtes

De uitgaven voor parlementaire enquêtes betreft uitgaven die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2015 of eerder. De uitgaven kunnen niet met terugwerkende kracht ten laste van een afgesloten begrotingsjaar worden gebracht.

Ontvangsten

Toelichting op de ontvangsten

De daadwerkelijke ontvangsten komen nagenoeg overeen met de oorspronkelijk geraamde ontvangsten.

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2016 geen beleidswijzigingen. Voor wat betreft de uitvoering en beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 4 Wetgeving/controle EK en TK
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

2.219

1.285

1.589

944

1.070

1.482

– 412

 

Uitgaven:

1.029

1.384

1.799

1.357

1.070

1.482

– 412

 

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.029

1.384

1.799

1.357

1.070

1.482

– 412

 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

23

– 23

E. Toelichting artikelonderdeel

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer kent één artikelonderdeel, namelijk «interparlementaire betrekkingen». Dit artikelonderdeel kent een vijftal subcategorieën. Twee daarvan hebben betrekking op contributies aan internationale organisaties en één op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties en vertegenwoordigers van internationale organisaties. De twee overige categorieën betreffen reizen naar de overzeese gebiedsdelen en het reizen naar internationale organisaties.

4. NIET-BELEIDSARTIKEL

Beleidsartikel 10. Nominaal en onvoorzien

Beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

Realisatie

2016

Vastgestelde begroting

2016

Verschil

2016

Verplichtingen:

0

0

0

0

0

– 1.781

1.781

 

Uitgaven:

0

0

0

0

0

– 1.781

1.781

 

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

– waarvan programma

0

– waarvan apparaat

0

 

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

– waarvan programma

0

– waarvan apparaat

0

 

10.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

– 1.781

1.781

 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

0

0

Dit bedrag heeft betrekking op een deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I en II die zowel betrekking heeft op de EK als de TK. Voor de TK geldt dat dit gaat om het deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I dat niet wordt geaccepteerd om dat het hier gaat om niet beïnvloedbare uitgaven (schadeloosstelling, pensioenen en wachtgelden aan de oud-leden).

5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Artikel 1. Eerste Kamer

1. Rechtmatigheid

Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen van hoofdstuk IIA Staten Generaal die gerapporteerd moeten worden.

In 2016 is uitsluitend betaald na levering van een product of dienst. Voor alle leveringen die groter zijn dan € 5.000,00 excl. BTW worden er meerdere offertes aangevraagd en wordt in ieder geval een opdrachtbrief gemaakt, waarin bij derden (niet zijnde onderdelen van de Staat der Nederlanden) wordt verwezen naar de ARVODI 2014 en in de laatste maand van jaar 2016 naar de ARVODI 2016 (zie www.rijksoverheid.nl). Bovendien wordt bij bedragen groter dan € 5.000,00 excl. BTW de verplichting aangemaakt. Alle facturen worden eerst gecontroleerd en getekend door de financieel medewerker, daarna door het Hoofd van betreffende afdeling. Facturen met een bedrag groter dan € 1.500,00 incl. BTW worden ook nog door de Griffier getekend, voordat deze facturen betaald kunnen worden.

Catering en Internet – diensten zijn aanbesteed, resp. nationaal meervoudig onderhands (2B dienst) en niet-openbaar Europees.

Meubilair Noenzaal is in 2016 aanbesteed.

De salarisadministratie via Centric heeft een ISAE-3402 verklaring.

Prestatie-indicator: rechtmatig financieel beheer.

2. Totstandkoming beleidsinformatie

Doorontwikkeling van de ondersteuning aan leden en commissies.

Het betreft hier de doorontwikkeling van de kerntaak van de ambtelijke organisatie: het leveren van een effectieve en optimale ondersteuning aan haar leden en commissies op velerlei gebied: inhoudelijk, organisatorisch en publicitair.

Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.

Streefniveau 2016: kwalificatie «goed».

3. Financieel en materieelbeheer

Er wordt gewerkt met het financieel systeem «Oracle». Alle documenten, van zowel P&O, Salaris als Financiën en Inkoop worden beoordeeld vanuit minstens het vier-ogenprincipe. Dit om fraude en omissies te voorkomen.

Prestatie-indicator: ordentelijk financieel en materieel beheer.

Streefniveau 2016: een positief oordeel van de Auditdienst Rijk.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering

Het faciliteren van Kamerleden

In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan de verbetering van huisvesting, ICT- ondersteuning en digitalisering van de stukkenstroom.

Prestatie-indicator: flexibele werkplekken in de Mauritstoren.

Administratie

Er is een beschrijving van de AO op financieel administratief terrein, waaronder valt de financiële-, de salaris- en de personeelsadministratie. In 2016 is dit verder uitgebouwd in Visio.

Doorontwikkelen van de Managementrapportage in samenhang met het financiële systeem «Oracle».

De contracten worden beheerd door de financiële administratie en bijgehouden in een apart Excel bestand.

De Werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd per 1 januari 2013.

Overig

Het betaalgedrag is zodanig, dat in 2016 minstens 95% van de facturen binnen 30 dagen is betaald.

Er is een inventarisatie aanwezig van alle in het gebouw zijnde Kunst, Schilderijen, etc. de Keuken inventaris, TV’s, ICT Hardware met procesverbalen, Meubiliair en Apparatuur voor live uitzenden.

De abonnementen van Leden en ambtenaren worden bijgehouden door de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning, specifiek het CIP. Dit zal blijvend worden geactualiseerd.

Streefniveau punt 4 2016: kwalificatie «goed».

Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
  • 1. MenO beleid en MenO-risico’s

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 2. Grote lopende ICT-projecten

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 3. Gebruik open standaarden en open source software

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 4. Betaalgedrag

    Het betaalgedrag is binnen de normen.

  • 5. Audit Comittees

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Artikel 2, 3 en 4. Tweede Kamer

Paragraaf 1 – Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

In 2016 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Het rapport van de Auditdienst Rijk geeft geen aanleiding tot opmerkingen.

2. Totstandkoming beleidsinformatie

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De Tweede Kamer heeft voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie de procedure gevolgd.

3. Financieel en materieelbeheer

De Auditdienst Rijk constateert dat de bevindingen uit 2015 rond de fractiekosten zijn opgelost.

Het financieel en materieelbeheer in 2016 geven aanleiding tot opmerkingen van de ADR. Bij de Tweede Kamer zijn verbeteringen noodzakelijk in de bijsturing van de informatiebeveiliging en het beheer van het financiële informatiesysteem Oracle en de onderliggende database.

De Tweede Kamer heeft inmiddels belangrijke stappen gezet richting de verbetering van de informatiebeveiliging en beheer van het financiële informatiesysteem. In 2016 is een Informatiebeveiligingsplan opgesteld, waarin risico's en te nemen maatregelen zijn uitgewerkt. Daarnaast is In overleg met de andere Hoge Colleges van Staat een model ontwikkeld voor een beheerrapportage. De volgende stap daarin is het periodiek opstellen en bespreken van de deze beheerrapportages. De door de ADR geadviseerde intensivering en versnelling zal ter hand worden genomen.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering.

De aanbevelingen van de Auditdienst Rijk uit 2015 zijn ingevoerd. Een punt van aandacht voor 2017 is nog het implementeren van de maatregelen genoemd in het informatiebeveiligingsplan financieel informatiesysteem en de maatregelen ter versterking van het databasebeheer van het Oracle platform waarop dit informatiesysteem draait.

Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
  • 1. MenO beleid en MenO-risico’s

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 2. Grote lopende ICT-projecten

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 3. Gebruik open standaarden en open source software

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 4. Betaalgedrag

    Het betaalgedrag is binnen de normen.

  • 5. Audit Comittees

    Het Audit Committee is in 2016 tweemaal onder de nieuwe ambtelijke leiding van de Tweede Kamer bijeengekomen en heeft op basis van de in 2015 opgestelde evaluatie, een nieuwe koers besproken.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

C. JAARREKENING

6. DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2016 VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

   

1

2

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

139.579

139.579

5.154

140.972

143.442

5.232

1.393

3.863

78

                     

Beleidsartikelen

                 

1

Wetgeving en controle EK

13.061

13.061

79

11.732

11.771

198

– 1.329

– 1.290

119

2

Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

29.396

29.396

86

31.243

31.292

33

1.847

1.896

– 53

3

Wetgeving/controle TK

97.421

97.421

4.966

96.927

99.309

5.001

– 494

1.888

35

4

Wetgeving/controle EK en TK

1.482

1.482

23

1.070

1.070

0

– 412

– 412

– 23

                     
 

Niet beleidsartikelen

                 

10

Nominaal en onvoorzien

– 1.781

– 1.781

0

0

0

0

1.781

1.781

0

7. SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2016 VAN DE STATEN-GENERAAL (HIIA) (BEDRAGEN X € 1.000,–)

Activa

31-12-2016

31-12-2015

 

Passiva

31-12-2016

31-12-2015

 

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

143.442

141.167

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

5.232

6.109

                 

3)

Liquide middelen

9

14

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

136.042

133.146

                 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

110

238

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

2.287

2.164

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel extra-comptabele posten

143.561

141.419

   

Subtotaal intra-comptabel

143.561

141.419

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

0

0

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

0

                 

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

                 

12)

Voorschotten

45.476

71.830

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

45.476

71.830

                 

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

9.089

10.077

 

13)

Garantieverplichtingen

9.089

10.077

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

7.899

10.394

 

14)

Andere verplichtingen

7.899

10.394

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

62.464

92.301

   

Subtotaal extra-comptabel

62.464

92.301

                 
 

Overall Totaal

206.025

233.720

   

Overall Totaal

206.025

233.720

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2016 HIIA

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2016 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

160

b) Tweede Kamer

8.724

Totaal

8.884

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

(Bedragen in €)

Rekening-courant FIN/RHB

136.041.363

Totaal

136.041.363

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

12.429

b) Tweede Kamer

98.034

Totaal

110.463

Ad a) Eerste Kamer

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan volledig uit reguliere debiteuren (€ 1.755) en verstrekte voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen (€ 10.674).

Ad b) Tweede Kamer

De vorderingen van de Tweede Kamer bestaan bijna volledig uit een nog te verrekenen bedrag (€ 30.647) en verstrekte voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen (€ 65.521).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

167.338

b) Tweede Kamer

2.119.623

Totaal

2.286.961

Ad a) Eerste Kamer

De schulden van de Eerste Kamer bestaan volledig uit de in de maand december ingehouden loonheffing en sociale premies (€ 167.338) die in de maand januari 2017 zijn afgedragen.

Ad b) Tweede Kamer

De schulden van de Tweede Kamer bestaan voornamelijk uit de ingehouden loonheffing en pensioenpremies (€ 2.057.798) die in de maand januari 2017 zijn afgedragen.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2016 openstaande voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

803.122

b) Tweede Kamer

44.671.981

Totaal

45.475.103

Ad a) Eerste Kamer

Het saldo van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 503.008) en aan Loyalis (€ 200.114).

Ad b) Tweede Kamer

Het saldo van de Tweede Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fracties (€ 26.387.815) en aan Loyalis (€ 16.014.300).

Specificatie afgerekende voorschotten in 2016:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

543.093

b) Tweede Kamer

63.963.585

Totaal

64.506.678

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag aan openstaande garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

 

10.076.249

 

Aangegane verplichtingen in 2016

 

0

+/+

   

10.076.249

 
       

Tot betaling gekomen in 2016

0

   

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

987.683

   
   

987.683

–/–

       

Garantieverplichtingen Binnen Begrotingsverband

 

9.088.566

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

 

10.393.386

 

Aangegane verplichtingen in 2016

 

140.971.610

+/+

   

151.364.996

 
       

Tot betaling gekomen in 2016

143.442.208

   

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

24.464

   
   

143.466.672

–/–

       

Verplichtingen Binnen Begrotingsverband

 

7.898.324

 

8. WNT-VERANTWOORDING 2016 – STATEN GENERAAL

Inleiding

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging en/of eventuele ontslaguitkeringen (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk maximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.

Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het wettelijk bezoldigingsmaximum bedraagt in 2016 € 179.000.

In artikel 10b van de Beleidsregels WNT 2017 (Staatscourant 2016, nr. 70032) is bepaald dat er geen toezicht of handhaving zal plaatsvinden op de naleving van de publicatieplicht van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan niet-topfunctionarissen voortvloeiend uit contractovername door een mobiliteitsbureau. In 2016 is namelijk gebleken dat voor deze categorie de volledige uitvoering van de wettelijke bepalingen bij een aantal instellingen op korte termijn niet mogelijk is. Accountants hoeven in dat geval op dit onderdeel van de financiële verslagen ook geen controle uit te voeren (niet op volledigheid en niet op juistheid). Het inventariseren van de contractovernames en de daarmee gemoeide uitkeringen aan niet-topfunctionarissen in 2016 is om die reden achterwege gelaten.

Bezoldiging van (gewezen) topfunctionarissen

Naam instelling

Naam (gewezen) topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Omvang dienstverband in fte

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalendermnd; > 12 kalendermnd)

Beloning

Onkosten-vergoedingen (belast)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn

Totale bezoldiging in 2016

Individueel WNT- maximum

Motivering (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. G.J.A. Hamilton

Griffer

   

1

nee

136.188

6.496

11.680

154.364

179.000

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mevr. R.G.K. Voss

Griffier

   

1,11

nee

151.177

6.496

16.686

174.359

179.000

Gewezen topfunctionarissen zijn gemarkeerd met *).

Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom Motivering met **).

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2016 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2016 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.


X Noot
1

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

X Noot
2

Comptabiliteitswet artikel 19.

X Noot
3

Comptabiliteitswet artikel 19.

X Noot
4

Comptabiliteitswet artikel 19.

Naar boven