34 715 Besluit houdende deelneming in de Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 18 april 2017.

De wens dat de deelneming door het Rijk krachtens een wet dient te geschieden kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 16 mei 2017.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2017

Het Regionaal Historisch Centrum Limburg is de opvolger van het voormalig Rijksarchief in de provincie en beheert de overgebrachte archieven van de gemeente Maastricht en de rijksorganen in de provincie Limburg. Namens het Rijk neemt de Minister van OCW deel aan deze gemeenschappelijke regeling.

De samenwerking tussen deze overheden vindt plaats op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De Wgr is bij wet van 9 juli 2014 (Stb. 2014, nr. 306) gewijzigd, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot het aanpassen van deze gemeenschappelijke regeling.

Hierbij bied ik u aan mijn Besluit, houdende deelneming in de (gewijzigde) Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Limburg1. De door de overige deelnemers ondertekende gemeenschappelijke regeling treft u aan als bijlage bij deze brief2.

In de gemeenschappelijke regeling is de hoogte van de financiële bijdragen van alle deelnemers gelijk gebleven. Er zijn geen wezenlijke aanpassingen gedaan, behoudens aanpassingen in het kader van de door de gewijzigde Wgr voorgeschreven dualisering van het bestuur en enkele redactionele wijzigingen.

De voorlegging van mijn besluit tot deelneming geschiedt in het kader van artikel 97, tweede lid van de Wgr. Conform deze bepaling bied ik uw Kamer gedurende vier weken de mogelijkheid om de wens kenbaar te maken dat de inwerkingtreding van het besluit bij wet geregeld wordt. Indien u van deze mogelijkheid geen gebruik maakt zal het besluit tot deelneming na afloop van deze termijn gepubliceerd worden in de Staatscourant, waarbij de betreffende (gewijzigde) gemeenschappelijke regeling als bijlage bij de toelichting wordt gevoegd. Het besluit tot deelneming zal in werking treden op een bij afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit te bepalen tijdstip.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven