Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2019
Bij brief van 7 februari 2019 reageerde u op mijn brief van 28 november 2018 over
het aangescherpte boetebeleid van de Europese Commissie bij te late implementatie
van richtlijnen.
In uw brief vraagt u mij de mogelijkheden te verkennen om adviezen van de Afdeling
advisering van de Raad van State over een voorgehangen algemene maatregel van bestuur
(hierna: amvb) in een eerder stadium onder de aandacht van uw Kamer te brengen, zodat
dit advies betrokken kan worden bij de beoordeling van voorgehangen algemene maatregelen
van bestuur. Uit uw brief begrijp ik dat uw wens niet specifiek betrekking heeft op
voorhangprocedures met betrekking tot implementatieregelgeving, maar meer in algemene
zin geldt.
Namens het kabinet zeg ik u gaarne toe dat, wanneer een vastgestelde amvb voorgehangen
wordt nadat daarover advies is uitgebracht door de Afdeling advisering van de Raad
van State, voortaan ook dit advies en het nader rapport zal worden meegezonden.
Ik merk daarbij echter tevens op dat dit slechts mogelijk is in gevallen waarin sprake
is van voorwaardelijke delegatie, ook wel nahang genoemd.2 In het normaliter als voorhang aangeduide geval van gecontroleerde delegatie3 wordt een ontwerp-amvb voorgehangen die pas voor advies aan de Afdeling advisering
wordt voorgelegd ten vervolge op de voorhangprocedure. Deze voorhangvariant is in
de praktijk de meest gebruikte omdat hierin maximale flexibiliteit bestaat om rekening
te houden met opmerkingen vanuit het parlement.4 Het verwerken van opmerkingen vanuit het parlement in een nagehangen amvb zou immers
een wijziging van een reeds vastgestelde amvb vereisen en, indien de wijzigingen van
ingrijpende aard zijn, tot een hernieuwde adviesaanvraag moeten leiden.
Het niet voorleggen van een advies van de Afdeling over het ontwerp houdt in deze
gevallen dus geen verband met de voorschriften over de openbaarmaking daarvan, maar
komt voort uit de door de wetgever gemaakte keuze over de vorm waarin de parlementaire
betrokkenheid tot uitdrukking komt. Het is daarom feitelijk niet mogelijk om daarin
verandering te brengen door middel van een toezegging of algemene voorziening.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker