Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2022
In de hoofdlijnenbrief van 1 april jl. heb ik gemarkeerd dat ik het noodzakelijk acht
om snel stappen te zetten ten aanzien van toestemmingverlening in het kader van de
Wet natuurbescherming. Ik wil meer zekerheid en duidelijkheid bieden aan initiatiefnemers
en bevoegd gezag bij de bestaande instrumenten van toestemmingverlening. De mate waarin
dit kan is afhankelijk van de stand van de natuur.
De natuur staat momenteel onder grote druk. Zoals ik heb aangegeven in de startnotitie
Nationaal Programma Landelijk Gebied (Kamerstukken 34 682 en 35 334, nr. 96) leidt de huidige staat van de natuur ertoe dat er zeer beperkt ruimte is voor nieuwe
ontwikkelingen. Dat zal de komende jaren zo blijven, ondanks de inzet op de verbetering
van de natuur middels de gecombineerde aanpak van natuur, klimaat en water. Diverse
onderdelen van het instrumentarium voor toestemmingverlening worden momenteel getoetst
in rechterlijke procedures. Geregeld bestaat er onduidelijkheid en onzekerheid bij
initiatiefnemers en bevoegde instanties over verleende vergunningen en aanvragen voor
nieuwe initiatieven. Ik wil initiatiefnemers en bevoegde gezagen zoveel mogelijk zekerheid
en duidelijkheid geven binnen een robuust systeem van toestemmingverlening. Gezamenlijk
met vertegenwoordigers van bevoegde instanties kijk ik daarom naar aanscherpingen
en verduidelijkingen in het beleid en instrumentarium van toestemmingverlening, meer
specifiek op de onderwerpen latente ruimte, extern en intern salderen, beweiden, het
gebruik van de Rav-factoren bij toestemmingverlening en bemesten.
Mijn streven was om de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over deze aanscherpingen
en verduidelijkingen. Op een deel van de hiervoor genoemde onderwerpen, dan wel gerelateerd
aan toestemmingverlening in zijn algemeenheid, lopen op dit moment juridische procedures
bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het gaat hierbij om de
bouwvrijstelling, beweiden, bemesten en de toepassing van Rav-factoren in het kader
van toestemmingverlening. Ook ben ik nog in afwachting van de uitkomst van een aantal
onderzoeken met betrekking tot o.a. salderen.
Ik verwacht deze uitspraken en de uitkomsten van de onderzoeken rond de zomer. Ik
hecht er waarde aan om eerst deze uitspraken en uitkomsten af te wachten, zodat ik
deze kan gebruiken als input voor mijn beleid ten aanzien van toestemmingverlening.
Op deze manier kan ik de beleidskeuzes ten aanzien van toestemmingverlening in samenhang
maken.
Het kabinet spant zich in om daar waar ruimte is die ruimte verantwoord te benutten
voor het ontplooien van (nieuwe) activiteiten, maar het kabinet verkiest zekerheid
boven onzekere ruimte. Daarom zal ik de Tweede Kamer na de zomer een brief sturen
waarin ik de onderwerpen en keuzes die ik hierin maak in onderlinge samenhang behandel.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink