34 663 EU-voorstellen: Pakket «Schone Energie voor alle Europeanen» van de Energie Unie COM (2016) 759, 761, 767, 861, 862, 863 en 864

Nr. 10 VERSLAG VAN EEN INTERPARLEMENTAIRE CONFERENTIE

Vastgesteld 12 april 2017

Op 6 en 7 april vond een interparlementaire EU-conferentie plaats, georganiseerd door het EU-voorzitterschap van de Raad Malta over klimaatfinanciering en met name de rol van non-state actors. Vanuit de Tweede Kamer nam namens de Commissie IenM het Lid Remco Dijkstra (VVD) deel. De delegatie werd begeleid door EU adviseur Commissie IenM, Anke Willemstein.

De conferentie werd voorafgegaan door een briefing van de Nederlandse ambassadeur op Malta, de heer Joop Nijssen.

Voorts vond op 6 april een diner plaats met alle vertegenwoordigers in het maritiem museum in Valletta.

Interparlementaire conferentie over klimaatfinanciering

Samenvatting:

Bij de drie sessies over achtereenvolgens «de kosten van het niets doen», «klimaatfinanciering: de mogelijkheden voor non-state actors» en «interessante kansen voor non-state actors» werd door de sprekers de urgentie van het thema klimaatverandering, de noodzaak tot het nemen van maatregelen en de mogelijkheden om private financiering te genereren benadrukt. Er was weinig debat tussen deelnemers en sprekers (deels door tijdgebrek, deels door structuur en manier van voorbereiden door het voorzitterschap, deels door de verschillende invalshoeken van de aanwezigen (verschillende partijen, verschillende commissies en last but not least verschillende (debat)culturen).

Er werden geen conclusies getrokken behalve een halfslachtige conclusie dat over dit thema doorgesproken zou moeten worden, bijvoorbeeld door middel van een platform.

Algemene Inleidingen

De heer Jos Delbeke, directeur-generaal van directorate-general Clima van de Europese Commissie

Delbeke heeft een aantal positieve opmerkingen over de ontwikkelingen met betrekking tot klimaat: Hernieuwbare energie vormt een steeds groter aandeel in de energiemix; ontwikkelingslanden presteren beter; in een aantal lidstaten van de EU is er een groei van het bnp terwijl gelijktijdig de emissies afnemen, dit tekent de ontkoppeling. Groei en klimaatbescherming gaan hand in hand, volgens Delbeke, wel vraagt hij zich af hoe de ontkoppeling kan worden versterkt en de EU the lead kan houden. Hij wijst op belangrijk EU-beleid dat daarbij ondersteunt, zoals regelgeving (de EU-ETS richtlijn; de inspanningsverdeling (Effort Sharing regulation) en LULUCF (bosbeheer en landbouw)), innovatie (Innovation fund, Carbon capture storage technieken, innovatieve renewable energy) en funding. Het Modernisation fund zorgt voor modernisering van energiesystemen in landen met een laag bnp. Het EFSI fund (Juncker fund) zorgt voor strategische investeringen om risico’s bij klimaatinvesteringen te verminderen. Dit fonds was maar bedoeld voor drie jaar maar is wegens succes verlengd. Er gaat een half triljoen aan investeringen op klimaatgebied om in de EU per 2020. Horizon 2020 is het grootste EU research en innovatie programma. Meer dan een derde gaat naar klimaatgerelateerde investeringen.

Dr. Simone Borg, klimaatambassadeur Malta

Borg wijst erop dat het verdrag van Parijs een verplichting schept voor geïndustrialiseerde landen. Er zijn veel sociaal economische uitdagingen die moeten leiden tot innovatie. («From scientific observation to soul searching to political action»). De EU is gewend te leiden, maakt beleid en regelgeving, werkt samen, betrekt bedrijven, en voert wereldwijde actie. Maar er zijn ook problemen, bijvoorbeeld dat velen (w.o. ook burgers, wetenschap, media) eerder bezig zijn anderen de schuld te geven van klimaatproblemen (en non-actie), dan actie te ondernemen. Angst in het algemeen, tegenzin (hoax), angst voor banenverlies, afschuifgedrag: er zijn allerlei redenen om gedragsverandering en maatregelen uit te stellen. Op dit punt hebben nationale parlementariërs met name een rol te spelen. Klimaatactie vereist leiderschap, solidariteit en innovatie. De parlementariërs hebben een unieke mogelijkheid om verbindingen te leggen tussen wetenschap, beleid, recht en investeringen.

Er is werk aan de winkel zegt Borg, daarbij wijzend op de emission gap: met de huidige NDC’s (nationale bijdragen aan wereldwijd klimaatbeleid) stevenen we af op een toename van de temperatuur met 2,7 graden in plaats van de afgesproken 2 of 1,5 graad.

Een andere tekortkoming is de betrokkenheid van non-state actors. Parijs heeft geen dwingende bepalingen voor de financiering en de opschaling daarvan. Borg wijst op de baten van klimaatfinanciering. Zelfs al zou klimaat een hoax zijn zoals sommigen beweren, dan nog leveren klimaatmaatregelen schone lucht, schoon water, gezonde steden, «groene banen» en behoud van regenwouden op.

Sessie I «the cost of inaction»

Anthony Rizzo, CEO Malta resources authority (MRA)

MRA is het bevoegd gezag voor natuurlijke hulpbronnen (grondwater, zeewater) evenals voor broeikasgasregistratie.

Rizzo herhaalt nog eens wat experts (Stern, IPCC, UNFCCC, Oreskes) zeggen over de oorzaak van klimaatverandering en de effecten ervan. Effecten zullen het grootst zijn op de sectoren infrastructuur, bouwen, energie, landbouw, bosbeheer, verzekeringen en toerisme. Ook Rizzo wijst op de gevolgen voor gezondheid voor mens, dier en plant. Maar ook belicht hij de kansen: vergrote marktvraag; toename ontwikkelingspotentieel voor duurzame en slimme technologie, toename potentieel voor internationale diplomatie. Hij eindigt met de uitspraak van Tommaso di Lampedusa «If you want things to stay as they are, things will have to change».

Jan Dusik, directory Europe Office, UNFCCC

Wereldwijd stabiliseert in 2015 voor het eerst de uitstoot door de industrie en fossiele brandstoffen. Dusik laat zien hoe de samenhang is tussen kosten voor adaptatie en mitigatie: in 2050 kunnen adaptatiekosten twee keer zo hoog zijn bij 4 graden opwarming als bij een 2 graden scenario.

Ook Dusik wijst op de emission gap als gevolg van de huidige tekortschietende NDC’s.

Is EU leider op klimaatgebied? Dusik laat sheets zien waar EU aan kop gaat qua vermindering emissies en naar verwachting ook aan kop zal liggen in 2030. In de EU zijn emissies verminderd met 22% van 1990 tot 2015 terwijl de economische groei met 50% toenam in dezelfde periode. Ook hernieuwbare energie ligt op koers, volgens het Europees milieuagentschap is het aandeel hernieuwbaar tot 16,7% toegenomen in de EU.

Dusik zet net als anderen voor hem uiteen wat de kansen voor klimaatinvesteringen zijn, zoals energiebesparing, kostenbesparing, luchtkwaliteit, gezondheidsbaten (nu zijn er meer dan 400.000 vroegtijdige doden per jaar in de EU), innovatie, nieuwe energie-industrie, groei en banen. Hij wijst op de werkgelegenheid in de hernieuwbare energiesector, die tussen 2012 en 2015 flink toenam, en haalt een voorbeeld aan van KfW Duitsland over energie-efficiënte bouw (refurbishment programme) waarmee 360.000 huishoudens bereikt zijn en 370.000 banen gecreëerd, terwijl er 2.200 gigawatt energie is bepaard.

Hij haalt voorts het UN environment Finance Initiative aan, waarbij UN Environment met 220 banken, verzekeraars en andere investeerders samenwerkt die samen de Portfolio decarbonisation coalition vormen (decarboniseren van investeringen).

Hij eindigt met te wijzen op de grote financiële uitdagingen die er zijn: er gaat nu zo’n 700 miljard om in investeringen om klimaatverandering aan te pakken, wat een «gat» overlaat van ruwweg 800 miljard USD per jaar.

Sessie II «financing the cost of action – possibilities for non state actors»

Sean Kidney director Climate bonds initiative

De strekking van het verhaal van Kidney is «capital wanting green» oftewel kapitaal op zoek naar klimaatinvesteringen. Investeerders hebben behoefte aan een instrument als «green bonds». Verzekeraars bijvoorbeeld, investeren 10 keer zoveel in klimaatmaatregelen in 2020. In Parijs is een green bonds statement aangenomen. Waarom green bonds? Deze maken het beter mogelijk om risico’s te nemen vanwege het lange-termijnkarakter van de investeringen. In tegenstelling tot eerdere sprekers is hij van mening dat «we utterly failed» (emissies zijn afgelopen jaar weer toegenomen (met 6%)). Zelfs verzekeraars wijzen al op de grote risico's.

Zijn oplossingen:

  • 1. groene investeringen in steden en infrastructuur, energie, mobiliteit, huisvesting, broadband voor smart cities.

  • 2. Er is meer privaat kapitaal op de planeet dan ooit tevoren, aldus Kidney, 21% van het kapitaal van institutionele beleggers is nu echter belegd in niet renderende beleggingen. Dat is zonde, het geld moet naar renderende leningen.

  • 3. Hij geeft aan dat we 60 triljoen dollars nodig hebben voor klimaatmaatregelen (volgens «Parijs»). Maar we moeten zorgen dat de risico’s van de investeringen in klimaat worden geadresseerd (regelgeving, guidance?)

Dit soort investeringen leveren enorme banengroei, research & innovatie op.

EU moet volgens Kidney andere landen steunen om markten te laten functioneren.

Daarvoor is een aantal zaken nodig:

  • Structuur voor een nieuwe markt met green bonds (hij wijst daarbij op de overeengekomen green bond principles, vrijwillige afspraken over transparantie en integriteit). Ook due diligence is van groot belang.

  • Green pipeline (nationale groene investeringen en financieringsplannen; infrastructuur financieringsmodellen);

  • Centrale banken hebben een rol ten aanzien van de risico-afweging. Het gaat om enorme bedragen en de risico-afweging is een grote drempel voor investeringen, dus daarop is guidance nodig, bijvoorbeeld van de Europese Investeringsbank. Hij wijst op goede investeringsvoorbeelden, bijvoorbeeld de metro in Hong Kong die grotendeels door private sector is gefinancierd met gedeeld risico.

Zorgen voor een goed «klimaat» voor investeringen zal een «30-year-boom» creëren.

Philip von Brockdorff, hoofd economic departement University of Malta

Privaat kapitaal is essentieel om een vliegwieleffect aan de overheidsinvesteringen te geven. Het belang voor de private sector wordt deels bepaald door de effecten die klimaatverandering op die sector heeft: bijvoorbeeld de schade voor verzekeringsmaatschappijen als gevolg van zware weersomstandigheden door klimaatverandering (droogte, heftige regenval, overstromingen).

Klimaatfinanciering moet niet worden gezien als vervanging van de adaptatie-inspanningen van de overheid, benadrukt hij. In tegendeel: de private sector leunt juist sterk op de overheid waar het gaat om informatievoorziening, ondersteunend beleid en regelgeving.

Kansen voor de private sector zijn:

  • het ontwikkelen van tools voor de risicobeoordeling en – beheersing;

  • mogelijkheden voor publiek-private partnerships die weer zorgen voor nieuwe business opportunities;

  • Private investeerders kunnen producten en diensten ontwikkelen die zorgen voor lagere kosten en daarmee een effectiever antwoord bieden op klimaatverandering.

Hij wijst net als anderen op de mogelijkheden die EU fondsen bieden (o.a. Horizon 2020, internationale klimaatfinanciering door EU).

Voor het nemen van de meeste klimaatinvesteringsbeslissingen hoeft het bedrijfsleven geen toegang te hebben tot de primaire kapitaalmarkt, maar kan het zelf voor financiering zorgen door van vrije cash flow bij bestaande projecten gebruik te maken. Hiervoor moet het bedrijfsleven zijn groeistrategieën verschuiven.

Investeringen in hernieuwbare energie: jaarlijkse investeringen zijn geschat op een bedrag dat ligt tussen 310 en 360 miljard dollar. Meer investeringen zijn echter nodig om richting de 1,5 graad te gaan. Hierbij kunnen publiek-private partnerschappen een rol spelen.

Hij concludeert met te zeggen dat zowel EU- als private financiering op een adequatere manier kunnen worden ingezet voor klimaatbestendige financiering en hernieuwbare energie.

Het is echter wel nodig om te begrijpen op wat voor manier de private sector kan worden betrokken, en om bedrijven actief aan te moedigen om gebruik te maken van de nieuwe financiële kansen die ontstaan door klimaatverandering.

Reacties nationale parlementen:

  • Nederland: Remco Dijkstra brengt namens Nederland (zie de inzetnotitie) een aantal praktijkervaringen in zoals meer in het algemeen de wijze van samenwerken (het polderen), de klimaatcoalitie, de klimaattop die door Staatssecretaris Dijksma is gehouden afgelopen najaar en andere ervaringen. Zie ook de inzetnotitieKidney reageert daarop door aan te geven dat Nederland het erg goed doet, maar dat adequate regelgeving en planning en het genereren van investeringen nog verbeterd kan worden. Wel heeft Nederland goede regelgeving over energiebesparingen nieuwbouw, isolatie etc. maar er zou een grotere verschuiving richting publiek transport kunnen zijn en duidelijkheid voor de toekomst over (ver)bouwen en landbouw (t.b.v. een transitie van de landbouw).

  • Duitsland: vraagt aandacht voor lokale actieven (prijzen zonnepanelen worden steeds concurrerender, zou het helpen als landen generiek geen subsidie meer geven, zou dat de markt versterken? In Duitsland wordt nog steeds gewerkt aan draagvlak voor de energietransitie, vooral bij burgers, bijvoorbeeld door het mogelijk maken van investeringen in zonnepanelen, zodat het rendement gelijk bij de burgers terechtkomt en door financiële instrumenten om de burgers te stimuleren tot duurzaam gedrag. Duitsland vraagt ook om een minimum CO2-prijs, en noemt tot slot – als vertegenwoordiger van een «kolenregio» – het belang van sociaal beleid als mensen hun baan verliezen.

  • Spanje vraagt aandacht voor milieubescherming en adaptatie en verwijst naar Aristoteles, stel doelen hoog en realiseer het mogelijke.

  • Griekenland is trots dat het land als eerste «Parijs» heeft geratificeerd en vraagt aandacht voor energiesector en mogelijke problemen met te warm koelwater.

  • Oostenrijk: benadrukt dat parlement verantwoordelijkheid moet nemen. In Oostenrijk werken ngo’s en bedrijven nauw samen. Er zijn interessante studies in Oostenrijk gemaakt over de cost of inaction. Er zijn veel mogelijkheden voor duurzame investeringen maar criteria zijn niet scherp genoeg. Regering en parlement moeten samen duidelijke doelen stellen voor investeerders. Benadrukt tot slot dat een goede prijs voor CO2 nodig is.

  • VK: is positief over ontwikkelingen en EU beleid, emissies worden teruggedrongen, er is steeds meer draagvlak en in de VS wil Trump weliswaar niets maar zullen juist de staten en steden de doorslag geven.

  • Finland wil aanscherping (+ 10% op) EU-doelen. Ze zitten al op 40% reductie en meer is nodig voor Parijs.

  • Tsjechië geeft aan dat ze vooral negatieve effecten zien: verlies concurrentiepositie, subsidies maken de energiemarkt kapot. Ze willen nucleaire energie en geven aan geen behoefte te hebben aan green bonds.

  • België wil meer focus op landbouwsector en landgebruik. Vraagt aandacht voor bodemuitputting. België noemt het belang van aandacht voor gender en vrouwenrechten.

  • Slovenië vindt dat EU het goed doet met zijn kleine stapjes, maar maakt zich zorgen omdat de grote spelers (VS, India) niet meedoen.

  • Brockdorff benadrukt nog eens grote belang van duurzaam / energiezuinig transport en bebouwing.

  • Kidney: noemt het belang van opschalen, zeker bij bouwen: energiezuinige woningen bouwen is duur, maar wanneer je ze bij honderden bouwt werkt het een stuk beter («bulk and scale is not just an opportunity, it is a prerequisite»).

    Verder geeft hij aan hoe belangrijkrijk het voor de EU is om kennis en innovatie te exporteren, bijvoorbeeld naar India, waar de transitie dan in 1 keer gemaakt zou kunnen worden naar een duurzamer samenleving («We will be the laboratory for the green future»).

Sessie III – «climate change as an exciting opportunity for non-state actors»

David Xuereb, CEO QP Management

QP Management houdt zich bezig met infrastructuur, bouwen, architectuur maar ook met het onderbouwen van motivatie duurzame ontwikkeling (bij het ontwikkelen van projecten).

Core business is bijvoorbeeld: low carbon bouwen; benchmarken van duurzame energie doelen; groen maken van bestaande gebouwen; energie-audits MKB; ondersteunen bij het ontwikkelen van duurzame strategieën; trainen op duurzaamheid; afvalbeheer.

QP kan schema’s opstellen voor bedrijven waarin duurzaamheidseisen worden gesteld aan werkgevers en werknemers.

Xuereb laat voorbeelden zien van duurzaam ontwikkelde projecten (kantoortoren in Tripoli, waarbij waterhergebruik, ecodesign, energiebesparing, innovatieve opvang afvalwater geregeld is). In de sfeer van aanpassing van bestaande projecten laat hij het vlaggenschip Hotel Corinthia in Londen zien. Hij geeft aan dat in 2030 25% van de gebouwen 3D geprint zal worden.

Uitdagingen voor Malta zijn «opvoeden/opleiden» van de markt; R&D; fiscale structuren opzetten; beperkte grondstoffenvoorraad. Kansen voor Malta zijn: het is slagvaardig (want klein); het is ideaal als «laboratorium». Er is een goede leefomgevingskwaliteit.

Ernest Agius, Bank of Valletta

Agius vertelt met name over de interne duurzame aanpak. De bank heeft electriciteitsverbruik, afvalbeheer, water en CO2 uitstoot aangepakt en medewerkers getraind op duurzaam gedrag. In totaal heeft de bank hiermee al 1.100 ton CO2 bespaard.

Electriciteitsverbruik vormde daarbij het grootste deel, onder meer door vervanging van airco door modernere systemen: een mix van natuurlijke koeling en electrische systemen. Ook de modernisering van IT levert veel voordelen op. Verder doet de bank ook aan groene aanbesteding. Uitdagingen om nog verder te gaan zijn: technologie, financiële middelen, regelgeving – zowel nationaal als Europees. Dit laatste met name omdat diversificeren en investeren in nieuwe vormen van technologie niet past binnen de huidige (bank)regels.

Reacties nationale parlementen

Roemenië: geeft aan dat zij meeste behoefte heeft aan feiten en cijfers op dit moment. Daarnaast moeten de juiste doelen worden gesteld. Ze vragen aandacht voor de natuur. Hebben veel aan EU funding gehad op het gebied van natuurbescherming.

Slovenië: Voor het nemen van duurzame bedrijfsvoering zijn investeringen nodig. Bank of Valletta geeft aan dat er een goed terugverdienmodel aan zit met grote besparingen.

Finland: Benadrukt belang van adequate regelgeving voor financiering.

Voorzitter Schembri van Malta concludeert dat het een goede bijeenkomst was met veel uitwisseling van standpunten, dat gebleken is dat klimaatfinanciering zeer urgent is en dat de rol van parlementen uitermate belangrijk is.

Remco Dijkstra (namens de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu)

Anke Willemstein (EU adviseur)

Naar boven