34 650 Voorstel van wet van de leden Bergkamp, Van den Hul en Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen)

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

Op 12 maart 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 21, item 9) heeft de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel Bergkamp, van de leden Van den Hul en Özütok tot wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) ter nadere invulling van het verbod om ongeoorloofd onderscheid te maken op grond van geslacht (Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen, Kamerstuk 34 650; hierna: het initiatiefwetsvoorstel) aanvaard.

Na uitvoering van de toezeggingen die ik tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer heb gedaan, heb ik de bekrachtiging van het initiatiefwetsvoorstel ter instemming aan de ministerraad voorgelegd. Door middel van deze brief informeer ik u, mede namens de ministers van Justitie en Veiligheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat de ministerraad op vrijdag 21 juni 2019 akkoord is gegaan met het voordragen van het wetsvoorstel voor bekrachtiging.

Het kabinet zal zorg dragen voor een zo spoedig mogelijke bekrachtiging en plaatsing in het Staatsblad en voor een inwerkingtredingsbesluit. Ik ben voornemens de wet zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. Een brief van gelijke strekking heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven