34 648 Staat van de Europese Unie 2017

C BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR EUROPESE ZAKEN EN VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Den Haag, 22 februari 2017

De Eerste Kamer heeft op 27 december 2016 uw brief inzake het raadplegen van experts over vertrouwelijke EU-informatie ontvangen, waarin u ingaat op een toezegging die u aan de Tweede Kamer heeft gedaan.1 Zoals u bekend is, is door de commissies voor Europese Zaken en voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad van de Eerste Kamer de behoefte aan het kunnen raadplegen van deskundigen in geval van niet-openbare Raadsdocumenten bestendig gearticuleerd. Recent is dit nog aangekaart tijdens de Algemene Europese Beschouwingen van 2015 en 2016.2 Hiermee verband hield ook de toezegging aan de Kamer dat bij de evaluatie van de werkwijze van de Raad (T02267) de toegang voor deskundigen tot limité-documenten zou worden meegenomen.3

De commissies streven ernaar dat de democratische legitimiteit van het Europese wetgevingsproces wordt versterkt door optimale transparantie en openbaarheid, waaronder het vertrouwelijk kunnen raadplegen van experts over Raadsdocumenten door Kamerleden.

De commissies danken u hartelijk voor onderhavig voorstel en stellen voor de door u gestelde randvoorwaarden als volgt in te vullen.

Allereerst merken de commissies op dat de Kamer instaat voor de naleving van de relevante Europese voorschriften omtrent de behandeling van documenten. De griffie zal gevraagd worden een lijst te beheren van personen en hun functie en het Kamerlid dan wel de commissie die het betreft. Experts die inzage krijgen, tekenen voorafgaand een geheimhoudingsverklaring. Het op aanvraag overleggen van een overzicht van de door de Kamer geraadpleegde experts past echter niet bij de verhouding tussen de Kamer en de regering. Daarbij is onduidelijk met welk doel dit overzicht overlegd zou moeten worden.

De commissies stellen voor om de voorwaarde dat inzage alleen mag geschieden onder begeleiding van een Kamerlid zo te lezen dat deze begeleiding ook kan plaatsvinden door hiertoe bevoegde medewerkers van de griffie die eveneens uit hoofde van hun functie gebonden zijn aan vertrouwelijkheid (aansluitend aan de afspraken die de Eerste Kamer in 2013 heeft gemaakt met de regering over de toegang tot de Delegates Portal4). Dit laat onverlet dat de desbetreffende experts steeds vanuit de Kamer worden uitgenodigd om vertrouwelijk te adviseren over de te raadplegen limité-documenten. Conform de richtsnoeren van de Raad inzake de behandeling van interne documenten (Raadsdocument 11336/11), met name punten 7 en 16, stellen de commissies voor dat de deskundige met de documenten binnen het Kamergebouw werkt in delen niet zichtbaar voor derden. Aantekeningen worden op een zelfde manier als fysieke limité-documenten in afgesloten meubilair bewaard en zullen niet zichtbaar zijn voor derden. Er kan geen gebruik worden gemaakt van laptops, mobiele telefoons, camera’s en andere opnameapparatuur. De deskundige kan op vertrouwelijke wijze de commissie of leden adviseren over de inhoud van documenten, hetzij in een besloten gesprek, hetzij in een vertrouwelijke notitie.

De commissies vernemen graag of u akkoord bent met deze invulling.

De commissies verzoeken u nader te onderbouwen waarom van het raadplegen van deskundigen over restreint-documenten geen sprake kan zijn. Volgens raadsbesluit 2013/488 geschiedt inzage op basis van een need-to-know principe, waarbij geldt dat het Raadsbesluit de bestaande werkwijze omtrent het informeren van nationale parlementen onverlet laat. Voor de uitoefening van de controlerende taken van de Kamer kan het nodig zijn dat deskundigen worden geraadpleegd over restreint-documenten. Indien er beveiligingsmaatregelen worden genomen die passen bij dit type documenten, zien de commissies geen reden om het raadplegen van deskundigen categorisch uit te sluiten. Het is de commissies daarbij niet duidelijk waarom de grotere gevolgen van ongeoorloofde openbaarmaking redengevend is om de Kamer te beletten experts in te schakelen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, E.B. van Apeldoorn

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, G. Markuszower


X Noot
1

Kamerstukken I, 2016–2017, 34 648, B.

X Noot
2

Handelingen I, 2014–2015, nr. 28 en Handelingen I, 2015–2016, nr. 22.

X Noot
3

Zie toezegging met nummer T02267 op www.eerstekamer.nl.

X Noot
4

«Toegang tot de EU-extranet-database zal uitsluitend mogelijk zijn via de EU-informatiespecialisten van de griffie. Kamerleden, fractiemedewerkers en griffie staan ervoor in dat de Limité-documenten, verkregen uit de EU-extranetdatabase, niet door hun toedoen openbaar worden gemaakt.», zie Kamerstukken I, 2012–2013, 32 317 CN.

Naar boven