34 624 Wijziging van het Reglement van Orde en de Regeling Grote Projecten in verband met de overdracht van de taken van de commissie voor de Rijksuitgaven aan de vaste commissie voor Financiën en de opheffing van de commissie voor de Rijksuitgaven

Nr. 2 VOORSTEL

I

Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a. Rijksuitgaven

1. De vaste commissie voor Financiën verricht tevens taken ten behoeve van de controle van de rijksuitgaven. In dat kader is zij belast met de behandeling van aangelegenheden van rechtmatigheid en doelmatigheid van besteding van collectieve middelen, alsmede met de voorlichting, advisering en ondersteuning van de Kamer en de commissies bij de uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle. Deze voorlichting, advisering en ondersteuning strekken zich behalve tot de begrotingsstukken, uit tot door de Kamer aangewezen grote projecten en tot de budgettaire en comptabele aspecten van beleidsvoornemens en -beslissingen van de regering.

2. Over een voorstel aan de Kamer om de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen, wordt niet beslist dan na advies van de commissie.

3. De commissie stelt een werkprogramma vast voor de uitoefening van haar taken, bedoeld in het eerste lid, dat zij periodiek evalueert en actualiseert.

B

Artikel 21a vervalt.

II

De krachtens artikel 31 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer vastgestelde Regeling Grote Projecten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «commissie voor de Rijksuitgaven» vervangen door: vaste commissie voor Financiën.

2. In het tweede lid wordt «commissie voor de Rijksuitgaven» vervangen door «vaste commissie voor Financiën» en wordt aan het slot toegevoegd: Indien de vaste commissie voor Financiën een voorstel overweegt tot aanwijzing van een groot project dat tot haar eigen werkterrein behoort, behoeft dit voorstel geen voorafgaand advies.

B

In de artikelen 7, eerste lid, 18 en 21 wordt «commissie voor de Rijksuitgaven» telkens vervangen door: vaste commissie voor Financiën.

Toelichting

I. Algemeen

Dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde en de Regeling Grote Projecten strekt tot het opheffen van de commissie voor de Rijksuitgaven en het overdragen van haar taken aan de vaste commissie voor Financiën. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan het besluit van de Tweede Kamer van 8 november 2016 over de brief van het presidium met bijlagen naar aanleiding van de conclusies van de evaluatie van het experiment rondom de samenvoeging van de twee commissies.1

De afzonderlijke wijzigingsvoorstellen worden hieronder nader toegelicht.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Dit artikel bevat de wijzigingen van het Reglement van Orde.

Onderdeel B schrapt daarbij artikel 21a (het artikel over de commissie voor de Rijksuitgaven), terwijl onderdeel A de inhoud van dat artikel opneemt in een nieuw artikel 16a, dat wordt gericht op de vaste commissie voor Financiën. Deze verplaatsing is noodzakelijk om het artikel op te nemen in de paragraaf over de vaste commissies (paragraaf 2 van hoofdstuk VII), maar er vindt geen inhoudelijke wijziging plaats van het takenpakket van de commissie voor de Rijksuitgaven dat nu overgaat naar de vaste commissie voor Financiën. De inhoud van het huidige artikel 21a, tweede lid, dat gaat over de inhandenstelling van stukken is evenwel niet opnieuw opgenomen, aangezien het in de praktijk een overbodige bepaling is geworden. Al enige jaren is het gebruik dat rapporten van de Algemene Rekenkamer niet in handen worden gesteld van de commissie voor de Rijksuitgaven, maar rechtstreeks in handen van de commissie(s) die het aangaat, en dat regeringsstukken van comptabele aard in handen worden gesteld van de vaste commissie voor Financiën.2 Dit laat onverlet het gebruik dat de vaste commissie voor Financiën desgewenst vroegtijdig rapporten van de Algemene Rekenkamer kan selecteren die zij zelf zal behandelen, bijvoorbeeld omdat deze rapporten nauw aansluiten bij de taken op het gebied van de rijksuitgaven.

Het eerste lid van het voorgestelde artikel 16a is inhoudelijk gelijk aan het huidige artikel 21a, eerste lid, waarbij wordt bepaald dat de betrokken taken voortaan onderdeel uitmaken van het takenpakket van de vaste commissie voor Financiën.

Het tweede lid is inhoudelijk gelijk aan het huidige artikel 21a, derde lid.

Het derde lid is volledig nieuw, en vormt een uitwerking van de aanbeveling in de voornoemde evaluatie om in het Reglement te verankeren dat de vaste commissie voor Financiën een werkprogramma Rijksuitgavenactiviteiten heeft. Daarbij benadrukt de commissie dat de activiteiten van de vaste commissie voor Financiën op het gebied van de rijksuitgaven zelfstandig herkenbaar dienen te zijn, bijvoorbeeld op de agenda en de besluitenlijst van de procedurevergadering, en dat aan het werkprogramma in de praktijk steeds actieve invulling dient te worden gegeven. Mede in verband daarmee is expliciet vastgelegd dat het werkprogramma periodiek wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Dit in lijn met de gegroeide praktijk van eerdere werkprogramma’s die de commissie voor de Rijksuitgaven in het verleden heeft uitgebracht, waarbij werd teruggeblikt op de uitvoering van het werkprogramma in een voorbije periode en/of het werkprogramma werd geactualiseerd voor een voorliggende periode.3

Artikel II

Via dit artikel wordt de Regeling Grote Projecten aangepast aan de wijzigingen van het Reglement van Orde. Daarbij worden de daarin opgenomen taken van de commissie voor de Rijksuitgaven eveneens zonder inhoudelijke wijziging toebedeeld aan de vaste commissie voor Financiën. Wel wordt via onderdeel A, onder 2, aan artikel 3, tweede lid, een volzin toegevoegd die verduidelijkt dat over het aanwijzen van een groot project dat tot het werkterrein van de vaste commissie voor Financiën zelf behoort, geen advies hoeft te worden uitgebracht.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Duisenberg, Omtzigt Neppérus Tony van Dijck Thieme Bashir Mei Li Vos Harbers Groot Ziengs Van Vliet Anne Mulder Dijkgraaf Koolmees Bruins Slot Schouten Klein Kerstens Merkies Van Weyenberg Nijboer Aukje de Vries Van der Linde Van Laar Grashoff Vermue


X Noot
1

Zie voor de brief Kamerstukken II 2016/17, 31 597, nr. 12

X Noot
2

Zie Kamerstukken II, 2013/14, 33 128, nr. 3

X Noot
3

Zie o.a. Kamerstukken II 31 597, nrs. 10 en 11 en nrs. 1 t/m 6

Naar boven