34 620 XVIII Wijziging van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

Blz.

     

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

1

     

B.

Begrotingstoelichting

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties

3

     

2.2

De beleidsartikelen

3

Artikel 1. Woningmarkt

3

Artikel 2. Woonomgeving en bouw

4

Artikel 3. Kwaliteit Rijksdienst

5

Artikel 6. Uitvoering rijksvastgoedbeleid

6

     

3.

Baten-lastenagentschappen

7

3.1

FMHaaglanden

7

3.2

Rijksvastgoedbedrijf

9

A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 4

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:

  • de begrotingsstaat van Wonen en Rijksdienst;

  • de begrotingsstaten inzake de agentschappen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen en agentschappen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

B. Begrotingstoelichting

1. Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2016. De stand van de tweede suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerp begroting 2016 opgebouwd.

Dit begrotingshoofdstuk is een programma-begroting en heeft geen apart centraal apparaatsartikel. De apparaatsuitgaven zijn opgenomen bij de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden per artikelonderdeel op het niveau van de financiële documenten de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht groter dan of gelijk aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingvoorschriften (RBV) zijn opgenomen (de zgn. staffel).

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 21 oktober 2016.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties

Tabel belangrijkste mutaties

De relevante mutaties worden toegelicht bij het desbetreffende artikel.

2.2 De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

3.569.919

3.847.506

21.266

– 1.200

3.867.572

             
 

Uitgaven:

3.569.919

3.846.506

21.266

– 200

3.867.572

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

       

100%

             

1.1

Betaalbaarheid

3.562.537

3.839.624

21.266

– 1.100

3.859.790

 

Subsidies

9.788

48.821

26.551

– 27.432

47.940

 

Begrotingsreserve NHG

0

0

26.932

– 26.932

0

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid

508

508

– 358

0

150

 

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

8.122

7.122

0

– 500

6.622

 

Huisvestingsvoorziening statushouders

0

25.000

0

0

25.000

 

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

0

15.033

0

0

15.033

 

Woonconsumentenorganisaties

1.158

1.158

– 23

0

1.135

 

Opdrachten

987

1.837

575

26.932

29.344

 

Begrotingsreserve NHG

0

0

0

26.932

26.932

 

Begrotingsreserve WSW

0

850

419

0

1.269

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid

987

987

156

0

1.143

 

Inkomensoverdracht

3.536.049

3.770.219

– 2.596

0

3.767.623

 

Huurtoeslag

3.536.049

3.770.219

– 2.596

0

3.767.623

 

Bijdrage aan agentschappen

2.890

1.124

– 218

– 100

806

 

Autoriteit woningcorporaties (ILT)

0

0

635

0

635

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid (Agentschap RvO)

2.890

0

0

0

0

 

Uitvoeringskosten BEW (Agentschap RVO)

0

124

115

– 100

139

 

Uitvoeringskosten huisvestingsvoorziening statushouders (RVO)

0

1.000

– 968

0

32

 

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

12.417

12.717

– 71

0

12.646

 

Huurcommissie

12.102

12.402

244

0

12.646

 

Overige uitvoeringsinstanties

315

315

– 315

0

0

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

406

4.906

– 2.975

– 500

1.431

 

Belastingdienst

406

4.906

– 2.975

– 500

1.431

             

1.2

Onderzoek en kennisoverdracht

7.382

6.882

0

900

7.782

 

Subsidies

1.801

1.968

0

0

1.968

 

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

1.801

1.968

0

0

1.968

 

Opdrachten

5.581

3.764

0

– 200

3.564

 

Basisonderzoek en verkenningen

5.581

3.764

0

– 200

3.564

 

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

0

1.150

0

1.100

2.250

 

Basisonderzoek en verkenningen

0

1.150

0

1.100

2.250

             
 

Ontvangsten:

442.429

448.983

27.351

250

476.584

Toelichting

Begrotingsreserve NHG.

De achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) van stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) over 2015 van circa € 27 mln. wordt gestort in de daarvoor bestemde begrotingsreserve. Ten onrechte stond dit in de begroting vermeld onder het instrument subsidie (in plaats van opdracht). Dit is nu gecorrigeerd.

Beleidsartikel 2. Woonomgeving en bouw

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e Suppletoire begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

105.530

409.768

– 6.186

– 174.224

229.358

             
 

Uitgaven:

26.530

195.768

– 6.186

– 224

189.358

 

Waarvan juridisch verplicht

         
 

(percentage)

       

77%

             

2.1

Energie en bouwkwaliteit

15.588

104.988

– 15.085

– 1.899

88.004

 

Subsidies

9.182

89.910

– 5.125

– 1.900

82.885

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

8.222

7.922

0

100

8.022

 

Beleidsprogramma bouwregelgeving

600

828

200

100

1.128

 

Energiebesparing Koopsector

0

25.000

– 5.400

– 1.000

18.600

 

Energiebesparing verhuurders

300

1.100

0

– 1.100

0

 

Fonds duurzaam funderingsherstel

0

0

20.000

0

20.000

 

Revolverend fonds EGO

0

55.000

– 20.000

0

35.000

 

FES IAGO

0

0

75

0

75

 

Tijdelijke regeling blok voor blok

60

60

0

0

60

 

Opdrachten

6.406

2.303

200

883

3.386

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

4.313

438

400

900

1.738

 

Beleidsprogramma bouwregelgeving

2.093

1.865

– 200

– 17

1.648

 

Bijdrage aan agentschappen

0

12.550

– 10.310

– 632

1.608

 

Agentschap DPC

0

0

900

100

1.000

 

Handhaving Energielabel (ILT)

0

500

0

0

500

 

Toezicht EU-Bouwregelgeving (ILT)

0

0

50

0

50

 

Uitvoering Energieakkoord (RVO)

0

12.050

– 11.260

– 732

58

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

0

225

150

– 250

125

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

0

225

0

– 100

125

 

Omgevingsloket (I&M)

0

0

150

– 150

0

             

2.2

Woningbouwproductie

8.583

15.328

8.946

132

24.406

 

Subsidies

200

200

178

0

378

 

Beleidsprogramma Woningbouw

200

200

178

0

378

 

Opdrachten

1.573

1.573

– 456

– 200

917

 

Beleidsprogramma Woningbouw

1.573

1.573

– 456

– 200

917

 

Bijdrage aan agentschappen

6.810

13.555

9.224

332

23.111

 

Beleidsprogramma Woningbouw (RVO)

6.810

13.555

9.224

332

23.111

             

2.3

Kwaliteit woonomgeving

1.959

2.205

– 50

1.543

3.698

 

Subsidies

749

1.295

0

701

1.996

 

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

749

1.295

0

701

1.996

 

Opdrachten

1.210

910

– 50

842

1.702

 

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

1.210

910

– 50

842

1.702

             

2.4

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

400

73.247

3

0

73.250

 

Leningen

0

72.800

0

0

72.800

 

Revolverend Fonds Energiebesparing verhuurders

0

72.800

0

0

72.800

 

Bijdrage aan agentschappen

400

447

3

0

450

 

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders (RVO)

400

447

3

0

450

             
 

Ontvangsten:

91

91

0

31

122

Toelichting

Agenda Stad.

De beschikbare middelen voor programma’s die de Nederlandse steden moeten versterken, zoals Agenda Stad, Europese Agenda Stad en Nationaal Programma Rotterdam-Zuid zijn herschikt en gebundeld op dit artikel.

Beleidartikel 3. Kwaliteit Rijksdienst

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

19.187

21.466

2.055

2.697

26.218

             
 

Uitgaven:

19.187

21.466

2.055

2.697

26.218

 

Waarvan juridisch verplicht

         
 

(percentage)

       

76%

             

3.1

Kwaliteit Rijksdienst

19.187

21.466

2.055

2.697

26.218

 

Subsidies

3.600

3.600

0

0

3.600

 

Fysieke Werkomgeving Rijk

200

200

0

0

200

 

Subsidie A&O-fonds

3.400

3.400

0

0

3.400

 

Opdrachten

8.172

8.651

2.055

371

11.077

 

Bedrijfsvoering Rijk

8.172

8.651

2.055

371

11.077

 

Bijdrage aan agentschappen

7.415

9.215

0

2.326

11.541

 

Bijdrage

1.660

1.660

– 1.660

0

0

 

Arbeidsmarkt Communicatie (UBR)

5.755

5.755

0

0

5.755

 

Eigenaarsbijdrage FMHaaglanden

0

1.000

0

0

1.000

 

Eigenaarsbijdrage P-Direkt

0

0

0

1.000

1.000

 

Eigenaarsbijdrage UBR

0

800

0

0

800

 

Agentschap UBR

0

0

0

1.100

1.100

 

Agentschap Logius

0

0

1.660

126

1.786

 

Bedrijfsvoering Rijk (RIdM)

0

0

0

100

100

             
 

Ontvangsten:

0

7.322

1.967

500

9.789

             

Beleidsartikel 6. Uitvoering rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Art.nr.

Verplichtingen:

144.746

165.459

1.290

3.628

170.377

             
 

Uitgaven:

144.746

165.459

1.290

3.628

170.377

 

Waarvan juridisch verplicht

         
 

(percentage)

       

88%

             

6.1

Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

54.394

67.897

287

628

68.812

 

Bijdrage aan agentschappen

54.394

67.897

287

628

68.812

 

Bijdrage voor huisv HoCoSta's (RVB)

24.424

37.926

168

443

38.537

 

Bijdrage voor huisv Koninklijk Huis (RVB)

15.028

15.028

104

10

15.142

 

Bijdrage voor monumenten (RVB)

5.576

7.155

– 94

100

7.161

 

Bijdrage voor rijkshuisvesting (RVB)

9.366

7.788

109

75

7.972

             

6.2

Beheer materiele activa

90.352

97.562

1.003

3.000

101.565

 

Opdrachten

11.179

16.179

72

– 1.500

14.751

 

Beheer en plankosten

11.179

16.179

72

– 1.500

14.751

 

Bekostiging

58.949

61.149

407

4.500

66.056

 

Zakelijke lasten

58.949

61.149

407

4.500

66.056

 

Bijdrage aan agentschappen

20.224

20.234

524

0

20.758

 

Bijdrage RVB

20.224

20.234

524

0

20.758

             
 

Ontvangsten:

186.568

339.266

23.925

15.278

378.469

Toelichting

Specifieke ontvangsten.

De raming voor de ontvangsten uit de grondverkoop dient neerwaarts bijgesteld te worden door tegenvallende verkoopcijfers. Daar staan meerontvangsten voor ingebruikgevingen en zakelijke lasten tegenover. Echter, er zijn naast hogere ontvangsten op zakelijke lasten ook hogere uitgaven. De meerontvangsten voor ingebruikgevingen en zakelijke lasten worden thans ingezet om de hogere uitgaven op zakelijke lasten te dekken.

3. Baten-lastenagentschappen

3.1 FMHaaglanden

Exploitatie-overzicht

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap FMHaaglanden 2e Suppletoire begroting 2016

(Bedragen x € 1.000)

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

19.747

57.380

77.127

Omzet overige departementen

89.616

– 57.184

32.432

Omzet derden

 

720

720

Rentebaten

 

Vrijval voorzieningen

 

Bijzondere baten

 

         

Totaal baten

109.363

916

110.279

         

Lasten

       

Apparaatskosten

101.401

– 5.198

96.203

– Personele kosten

36.919

– 2.304

34.615

Waarvan eigen personeel

29.909

– 817

29.092

Waarvan externe inhuur

7.009

– 1.486

5.523

Waarvan overige personele kosten

 

– Materiële kosten

64.482

– 2.894

61.588

Waarvan apparaat ICT

2.900

– 2.856

44

Waarvan bijdrage aan SSO's

20.800

7.342

28.142

Waarvan overige materiële kosten

40.782

– 7.380

33.402

Rentelasten

429

 

– 33

396

Afschrijvingskosten

7.534

– 1.197

6.337

– Materieel

7.534

– 1.197

6.337

– Immaterieel

Overige lasten

– Dotaties voorzieningen

– Bijzondere lasten

         

Totaal lasten

109.363

– 6.427

102.936

         

Saldo van baten en lasten

0

7.343

7.343

Toelichting

Omzet

De toename van de omzet moederdepartement betreft met name een verschuiving van overige departementen naar moederdepartement. Het centraal opdrachtgeverschap FMH is per 1 januari 2016 belegd bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De budgetten hiervoor zijn overgeheveld vanuit de andere departementen.

De omzet derden heeft met name betrekking op de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan de Kansspelautoriteit (een zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid).

Personele kosten

Ondanks de hogere omzet is bij zowel het eigen personeel als externe inhuur sprake van een lagere inzet dan begroot. FMH stuurt actief op de beperking van de personele kosten.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn lager door enerzijds afboekingen uit voorgaande jaren voor met name beheer en onderhoud en anderzijds lagere externe leverancierskosten dan voorzien.

De ICT dienstverlening wordt voor een belangrijk deel uitgevoerd door SSC ICT. Deze kosten zijn daarom verantwoord onder bijdrage aan SSO’s in plaats van apparaat ICT.

De toename van de post bijdrage aan SSO’s heeft enerzijds te maken met de verschuiving van apparaat ICT naar bijdrage aan SSO’s en anderzijds met de inbesteding van schoonmaak (Rijksschoonmaakorganisatie) en beveiliging (Rijksbeveiligingsorganisatie) waardoor het aandeel bijdrage aan SSO’s toeneemt. Hierdoor nemen de overige materiële kosten af.

Afschrijvingslasten

De materiële afschrijvingskosten zijn € 1,2 mln lager dan begroot. Deze daling wordt veroorzaakt door uitgestelde investeringen in meubilair.

Saldo van baten en lasten

De hogere omzet is het gevolg van een hogere omzet voor specifieke dienstverlening. Dit betreft omvangrijke maatwerkprojecten die voortvloeien uit het masterplan huisvesting.

Zowel de personele als materiële kosten vallen lager uit dan voorzien. De bovenstaande mutaties leiden tot een verwacht resultaat van circa € 7,3 mln.

Kasstroomoverzicht

 

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)

Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3)

Totaal geraamd

Rekening-courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen

12.894

 

6.454

19.348

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

       

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

       
         

Totaal operationele kasstroom

4.754

9.498

14.252

         

Totaal investeringen (–/–)

– 4.635

– 4.635

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

         

Totaal investeringskasstroom

– 4.635

– 4.635

         

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

– 7.321

– 7.321

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

1.000

1.000

Aflossingen op leningen (–/–)

– 4.754

142

– 4.612

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.635

4.635

         

Totaal financieringskasstroom

– 4.754

– 1.544

– 6.298

         

Rekening-courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand 0,5 miljoen €.

12.894

9.773

22.667

Toelichting

Investeringskasstroom

De investeringen hebben betrekking op de aanschaf van meubilair en audio/video. Het gaat met name om investeringen in het pand Hoftoren. Deze investeringen waren nog niet afdoende in de begroting verwerkt, vandaar dat nu een relatief hogere investeringskasstroom is opgenomen.

Financieringsstroom

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen vanwege het overschrijden van het toegestane maximum van het eigen vermogen in 2015.

De storting is een bijdrage van de eigenaar voor de financiële problematiek ten gevolge van de ingebruikname van het DBFMO pand aan de Rijnstraat 8.

3.2 Rijksvastgoedbedrijf

Exploitatie-overzicht

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVB Suppletoire begroting 2016 (Tweede suppletoire begroting)

(Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Stand 1e sup. begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

35.166

 

35.166

Omzet overige departementen

1.063.378

40.000

1.103.378

Omzet derden

81.105

 

81.105

Rentebaten

0

 

0

Vrijval voorzieningen

0

 

0

Bijzondere baten

37.665

 

37.665

       

Totaal baten

1.217.314

40.000

1.257.314

       

Lasten

     

Apparaatskosten

211.492

0

211.492

– personele kosten

159.466

0

159.466

– Waarvan eigen personeel

130.969

 

130.969

– Waarvan externe inhuur

21.750

 

21.750

– Waarvan overige personele kosten

6.747

 

6.747

Materiële kosten

52.026

0

52.026

– Waarvan apparaat ICT

24.247

 

24.247

– Waarvan bijdrage SSO's

0

 

0

– Waarvan overige materiële kosten

27.779

 

27.779

Rentelasten

32.641

30.000

62.641

Afschrijvingskosten

238.477

17.000

255.477

– Materieel

238.477

 

238.477

– Waarvan apparaat ICT

0

 

0

– Immaterieel

0

 

0

Overige lasten

734.704

– 77.000

657.704

– Dotaties voorzieningen

12.000

 

12.000

– Bijzondere lasten

722.704

– 77.000

645.704

       

Totaal lasten

1.217.314

– 30.000

1.187.314

       

Saldo van baten en lasten

0

70.000

70.000

Toelichting

Omzet

Er zullen meer baten worden ontvangen, omdat er meer m2 huisvesting (met name in Den Haag) worden verhuurd dan in de begroting voorzien. De verwachte leegstand is lager dan in de le suppletoire 2016 was opgenomen.

Rentelasten, Afschrijvingskosten

De Bijzondere lasten wijzigen doordat het kapitaalelement van de kosten voor DBFMO (Design, build, finance, maintain & operate) overeenkomstig de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving wordt behandeld als rente en afschrijving. Hierdoor vindt een verschuiving van € 57 mln. plaats van Bijzondere Lasten naar Rentelasten en Afschrijvingskosten.

Voorts is sprake van minder investeringen in de rijkshuisvesting (leenfaciliteit) dan voorzien, waardoor ook de kosten van rente en afschrijving, tezamen, met € 10 mln. dalen. Deze daling bij Rentelasten en Afschrijvingskosten is in de tabel gesaldeerd met de hiervoor genoemde verschuiving van € 57 mln.

Bijzondere lasten

Tenslotte wordt ook voorzien dat er voor € 20 mln., minder kosten zullen worden gemaakt voor onderhoud, onderdeel van de Bijzondere Lasten. De invoering van een nieuw huisvestingstelsel voor kantoren heeft geleid tot een wijziging in de governance. De onderhoudsprocessen moesten hierop aangesloten worden. Opdrachtverstrekking aan de markt kon pas plaats vinden, na instemming van de opdrachtgevers.

Tezamen met de in de vorige alinea genoemde schuif van € 57 mln. komt de totale verlaging van de Bijzondere lasten hiermee op € 77 mln.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht 2016 (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Stand 1e sup. Begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

661.883

 

661.883

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.179.649

 

1.179.649

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

981.563

 

981.563

         

2.

Totaal operationele kasstroom

198.086

0

198.086

         
 

Totaal investeringen (–/–)

– 520.000

195.000

– 325.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

30.000

 

30.000

         

3.

Totaal investeringskasstroom

– 490.000

195.000

– 295.000

         
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

– 161.108

 

– 161.108

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 388.039

 

– 388.039

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

520.000

– 195.000

325.000

         

4.

Totaal financieringskasstroom

– 29.147

– 195.000

– 224.147

         

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

340.822

0

340.822

Toelichting

Investeringen & leenfaciliteit

Zowel voor de rijkshuisvesting als voor KORV-projecten worden lagere investeringen (en daarmee beroep op de leenfaciliteit) voorzien.

Bij projecten voor rijkshuisvesting is sprake van vertragingen door vertraagde besluitvorming bij gebruikers als gevolg van de invoering van nieuwe huisvestingsstelsels (onzekerheid over de effecten van de financiering). Daarnaast ontstaan vertragingen omdat de integratie van de drie diensten in het Rijksvastgoedbedrijf nog niet over alle processen volledig is uitgevoerd.

Daarnaast verkeren de investeringen voor het Kader Overname Rijks Vastgoed (KORV))nog in een aanloopfase. Het betreft objecten die het RVB aankoopt van de departementen en deels direct afrekent. Dit proces loopt nog niet optimaal omdat nog nadere afspraken moesten worden gemaakt met de materieel beheerders over de verschillende taken en verantwoordelijkheden in het proces van overname en de wijze waarop overdrachtsdocumenten moesten worden aangeleverd.

Naar boven