Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34620-V nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34620-V nr. 2 |
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2016 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 1.163,2 miljoen te verhogen en de ontvangsten te verlagen met EUR 1.709 miljoen.
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2016 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS en de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt vanaf 2016 gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2016. Zoals uit de hierna volgende tabel blijkt, is de netto HGIS (uitgaven minus ontvangsten) ten opzichte van de stand bij de Voorjaarsnota 2016 afgenomen met EUR 135,8 miljoen.
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Uitgaven VJN 2016 |
6.524,5 |
5.021,6 |
Totaal mutaties |
– 75,5 |
– 86,9 |
Uitgaven NJN 20161 |
6.449,1 |
4.934,6 |
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Ontvangsten VJN 2016 |
328,9 |
121,7 |
Totaal mutaties |
60,3 |
13,4 |
Ontvangsten NJN 2016 |
389,2 |
135,1 |
De toename van de HGIS is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabel zijn de uitgaven uitgesplitst.
Totaal |
Wv. ODA |
|
---|---|---|
Bijstellingen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) |
– 147,7 |
– 138,4 |
Overboekingen van, naar en binnen de HGIS |
21,7 |
38,0 |
Desalderingen op ontvangsten |
53,0 |
13,4 |
Intertemporele kasschuif |
0,0 |
|
Verwachte onderuitputting |
– 2,4 |
|
TOTAAL |
– 75,5 |
– 86,9 |
Toelichting uitgaven:
• Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP is de omvang van de HGIS naar beneden bijgesteld. Het ODA budget wordt hierdoor met EUR 138,4 miljoen verlaagd en het non-ODA budget met EUR 9,3 miljoen.
• Er vindt een aantal overboekingen van, naar en binnen de HGIS plaats. Het betreft overhevelingen tussen verschillende departementen waarbij in enkele gevallen middelen uit de HGIS gaan maar ook worden toegevoegd. De belangrijkste mutatie betreft een correctie op de toerekening eerstejaarsopvang asielzoekers waarbij EUR 25 miljoen wordt toegevoegd aan de BHOS begroting. Daarnaast aantal kleinere overheveling naar niet-HGIS onderdelen waardoor per saldo een mutatie van EUR 21,7 miljoen.
• Een deel van de ontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie, Financiën en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen. Bij Buitenlandse Zaken betreft het met name hogere consulaire opbrengsten en meerontvangsten vanwege koersontwikkelingen (EUR 16,9 miljoen). Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen (EUR 3,9 miljoen) Ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen ontvangsten opgenomen die het gevolg zijn van koersontwikkelingen op betalingen in buitenlandse valuta (EUR 9 miljoen).
• Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere realisaties dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen op de begrotingen van BZ en BHOS. Hier staat tegenover dat de HGIS onvoorzien is afgenomen vanwege een lagere inflatieraming dan eerder voorzien. Hierdoor ontstaat per saldo een mutatie van EUR – 2,4 miljoen.
Voor een verdere toelichting op de diverse mutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.
Toelichting ontvangsten:
De ontvangsten binnen de HGIS nemen toe met EUR 60,3 miljoen. Op diverse onderdelen van de begroting zijn mutaties opgenomen. Een deel van deze mutaties wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader op diverse begrotingen te verhogen.
Bij Buitenlandse Zaken betreft het met name hogere consulaire opbrengsten en meerontvangsten vanwege koersontwikkelingen en verkoop van panden in het buitenland (EUR 24,2 miljoen). Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen (EUR 3,9 miljoen) en ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen ontvangsten opgenomen die het gevolg zijn van koersontwikkelingen op betalingen in buitenlandse valuta en ontvangsten DGGF (EUR 9,5 miljoen).
Buitenlandse Zaken (V):
Het voorstel is de uitgaven voor 2016 te verhogen met EUR 1.163,2 miljoen. De belangrijkste reden hiervoor is een verhoging van de afdracht aan de Europese Unie.
In de volgende tabel volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V), gevolgd door een toelichting. Alleen de mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen zijn in het overzicht opgenomen.
Artikel |
Mutatie |
|
---|---|---|
1.1 |
Goed functionerende internationale instellingen |
– 4,6 |
2.4 |
Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde |
18,1 |
3.1 |
Afdracht Europese Unie |
1.151,3 |
3.2 |
Europees Ontwikkelingsfonds |
– 7,3 |
Toelichting
Artikel 1.1
Het artikel daalt hoofdzakelijk omdat de verplichte bijdrage aan de VN in 2016 is afgenomen. De Nederlandse bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het VN-budget en het Nederlandse aandeel hierin.
Artikel 2.4
Het geraamde budget voor de contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties stijgt als gevolg van de hogere dollarkoers en omdat een aantal missies een mandaat voor verlenging heeft gekregen van de VN-Veiligheidsraad. Deze afroepen worden nog in 2016 verwacht. Daarnaast worden er meer uitgaven gedaan ten laste van het het Stabiliteitsfonds als gevolg van de onrust in de wereld.
Artikel 3.1
De Voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is bij Miljoenennota 2017 verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de Voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Ook is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 bij Miljoenennota omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde en wordt bij Najaarsnota doorgeschoven naar 2017, zoals aangegeven in de Kamerbrief1 over de ratificatie van het Eigen Middelen Besluit van 3 oktober jl. Daarnaast wordt met de ratificatie de perceptiekostenvergoeding per 1 oktober 2016 verlaagd. Samen leidt dit in 2016 tot een tegenvaller van 2,8 miljard euro. Het kabinet heeft besloten om het uitgavenkader voor dit laatste te corrigeren, aangezien de omvang van het bedrag, in combinatie met de mate waarin het kabinet hierop nog kan sturen, op gespannen voet staat het uitgangspunt dat de begrotingsregels bestuurlijke rust, eenvoud en duidelijkheid vooraf moeten bieden.
Artikel 3.2
De bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds valt lager uit dan eerder geraamd.
Beleidsartikel 1
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
94.041 |
94.081 |
28.017 |
122.098 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
113.591 |
114.051 |
– 5.533 |
108.518 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
1.1 |
Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak |
57.921 |
58.381 |
– 4.560 |
53.821 |
|
Subsidies |
||||||
Internationaal recht |
6.385 |
6.585 |
– 100 |
6 485 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Verenigde Naties |
40.501 |
40.501 |
– 5.801 |
34.700 |
||
OESO |
6.425 |
6.425 |
400 |
6 825 |
||
VN-campagne VN Veiligheidsraad |
1.570 |
1.570 |
800 |
2 370 |
||
Internationaal Strafhof |
3.040 |
3.300 |
141 |
3 441 |
||
1.2 |
Bescherming en bevordering van mensenrechten |
55.670 |
55.670 |
– 973 |
54.697 |
|
Subsidies |
||||||
Bevordering van het vrije woord |
14.000 |
14.000 |
– 3.300 |
10.700 |
||
Landenprogramma's mensenrechten |
12.415 |
12.415 |
0 |
12.415 |
||
bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
Landenprogramma's mensenrechten |
21.505 |
21.505 |
2.300 |
23.805 |
||
Centrale mensenrechtenprogramma's |
7.750 |
7.750 |
27 |
7.777 |
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget wordt veroorzaakt doordat voor 2016 een nieuw contract met RNW media wordt aangegaan. Dit was oorspronkelijk gepland voor begin 2017. Hierdoor verschuift het budget naar 2016.
Uitgaven
Artikel 1.1
Het artikel internationale rechtsorde en mensenrechten daalt hoofdzakelijk omdat de verplichte bijdrage aan de VN in 2016 is afgenomen met EUR 5,8 miljoen. De Nederlandse bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het VN-budget en het Nederlandse aandeel hierin. Hier tegenover staat een verhoging van het budget voor de VN-Veiligheidsraad-campagne. Dit is het gevolg van het intensiveren van de campagne in het laatste half jaar voor de verkiezing. Het betreft extra inzet voor beurzenprogramma’s, conferenties en een speciaal voetbal en life skills programma. De totale (meerjarige) uitgaven voor de campagne blijven binnen het geraamde budget van EUR 4,74 miljoen.
Beleidsartikel 2
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
236.699 |
288.217 |
43.978 |
332.195 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
251.940 |
302.977 |
17.424 |
320.401 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
2.1 |
Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid |
16.122 |
20.236 |
1.147 |
21.383 |
|
Subsidies |
||||||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
2.250 |
3.250 |
200 |
3.450 |
||
Atlantische Commissie |
500 |
500 |
0 |
500 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
NAVO |
9.807 |
13.221 |
0 |
13.221 |
||
Veiligheidsfonds |
1.700 |
1.700 |
1.947 |
3.647 |
||
WEU |
565 |
565 |
0 |
565 |
||
2.2 |
Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale |
|||||
criminaliteit |
7 .00 |
8.130 |
300 |
8.430 |
||
Subsidies |
||||||
Anti-terrorisme instituut |
300 |
850 |
0 |
850 |
||
Opdrachten |
||||||
Global Forum on Cyber Expertise |
800 |
480 |
0 |
480 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
Contra-terrorisme |
6.800 |
6.800 |
300 |
7.100 |
||
2.3 |
Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid |
10.794 |
14.294 |
86 |
14.380 |
|
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
IAEA |
7.317 |
7.317 |
0 |
7.317 |
||
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties |
1.557 |
5.057 |
86 |
5.143 |
||
CTBTO |
1.920 |
1.920 |
0 |
1.920 |
||
2.4 |
Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband |
194.484 |
236.065 |
18.121 |
254.186 |
|
Subsidies |
||||||
Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) |
26.500 |
31.500 |
8.000 |
39.500 |
||
Nederland Helsinki Comité |
28 |
28 |
0 |
28 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
OVSE |
7.195 |
7.195 |
– 1.384 |
5.811 |
||
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties |
102.000 |
126.000 |
9.000 |
135.000 |
||
waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds) |
58.400 |
64.146 |
8.000 |
72.146 |
||
Training buitenlandse diplomaten |
0 |
1.400 |
– 350 |
1.050 |
||
2.5 |
Bevordering van transitie in prioritaire gebieden |
22.640 |
24.252 |
– 2.230 |
22.022 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies |
||||||
Landenprogramma's hervormingen Arabische Regio |
10.822 |
11.997 |
– 722 |
11.275 |
||
MATRA-programma's |
8.618 |
11.775 |
– 1.028 |
10.747 |
||
Ontvangsten |
1.197 |
1.197 |
1.646 |
2.843 |
||
2.10 |
Doorberekening Defensie diversen |
197 |
197 |
0 |
197 |
|
2.40 |
Restituties contributies |
1.000 |
1.000 |
1.646 |
2.646 |
Verplichtingen
De toename van de verplichtingen wordt veroorzaakt doordat, analoog aan de uitgaven, de uitgaven voor contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties stijgen. Daarnaast zijn additionele verplichtingen aangegaan voor de landenprogramma’s voor mensen (stabiliteitsfonds) zoals ook onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
Artikel 2.1
De per saldo stijging van het budget voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is met name toe te schrijven aan een verhoging van het budget voor het Veiligheidsfonds ten behoeve van ondersteuning in conflictsituaties (met name in Irak).
Artikel 2.4
De geraamde uitgaven voor de contributie aan VN- crisisbeheersingsoperaties stijgt met EUR 9 miljoen. Deze stijging is het gevolg van de hogere dollarkoers en omdat een aantal missies een mandaat voor verlenging heeft gekregen van de VN-Veiligheidsraad. Deze afroepen worden nog in 2016 verwacht. Daarnaast stijgen de uitgaven voor het Stabiliteitsfonds door extra activiteiten als gevolg van de onrust in de wereld. Het betreft o.a. aanvullende uitgaven voor EU Trustfonds Colombia, het EU-Regional Trust Fund (MADAD) gericht op de Syrische vluchtelingencrisis, de bijdrage aan het IMF capaciteitsopbouwprogramma in Oekraïne en andere kiesgroeplanden aan de Oostflank van Europa en extra uitgaven bij de aanvullende artikel 100-brief toezegging Access to Justice and Community Security Programme (AJACS). Ten slotte daalt het budget voor de OVSE met EUR 1,4 miljoen omdat de contributie over 2016 lager uitvalt dan geraamd.
Ontvangsten
Artikel 2.40
De verwachte ontvangsten nemen toe omdat van andere ministeries bijdragen zijn ontvangen voor uitgaven die zijn gedaan in het kader van het EU voorzitterschap. De hiermee verband houdende uitgaven staan binnen beleidsartikel 3 opgenomen.
Beleidsartikel 3
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
7.698.273 |
7.188.809 |
1.152.164 |
8.340.973 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
7.891.356 |
7.371.632 |
1.144.289 |
8.515.921 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
3.1 |
Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt |
7.650.799 |
7.147.646 |
1.151.332 |
8.298.978 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
BNI-afdracht |
4.238.910 |
3.735.074 |
759.477 |
4.494.551 |
||
BTW-afdracht |
478.289 |
478.972 |
302.122 |
781.094 |
||
Invoerrechten |
2.933.600 |
2.933.600 |
89.733 |
3.023.333 |
||
3.2 |
Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden |
192.735 |
181.875 |
– 7.275 |
174.600 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Europees Ontwikkelingsfonds |
192.735 |
181.875 |
– 7.275 |
174.600 |
||
3.3 |
Een hechtere Europese waardengemeenschap |
10.100 |
10.100 |
– 366 |
9.734 |
|
Bijdragen (internationale organisaties |
||||||
Raad van Europa |
10.100 |
10.100 |
– 366 |
9.734 |
||
3.4 |
Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 |
37.722 |
32.011 |
598 |
32.609 |
|
Subsidies/Opdrachten |
||||||
EU voorzitterschap |
33.385 |
27.674 |
681 |
28.355 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Benelux bijdrage |
3.979 |
3.979 |
– 73 |
3.906 |
||
EIPA |
348 |
348 |
0 |
348 |
||
Ontvangsten |
2.403.041 |
2.389.054 |
-1.733.066 |
655.988 |
||
3.10 |
Diverse ontvangsten EU |
2.402.891 |
2.388.904 |
-1.733.194 |
655.710 |
|
Invoerrechten |
325.827 |
311.840 |
343.870 |
655.710 |
||
Overige ontvangsten EU |
2.077.064 |
2.077.064 |
-2.077.064 |
|||
3.30 |
Restitutie Raad van Europa |
150 |
150 |
128 |
278 |
Verplichtingen
De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.
Uitgaven
Artikel 3.1
De Voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de Voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Mede naar aanleiding van de voorjaarsraming van de EC is de raming van de invoerrechten en de daaraan gekoppelde perceptiekostenvergoeding in de Nederlandse afdrachten verhoogd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder van EUR 144 miljoen. Daarnaast is bij Miljoenennota 2017 de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016, conform de ontvangst van de korting over de jaren 2014–2015, omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde in 2016 omdat de in het najaar verwachte ratificatie van het Eigen Middelenbesluit te laat was om de korting nog te verwerken met de maandelijkse afdrachten.
Artikel 3.2
De bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds valt, vanwege een lagere liquiditeitsbehoefte, lager uit dan eerder geraamd.
Artikel 3.4
Het budget voor het EU voorzitterschap stijgt met EUR 0,68 miljoen. Deze verhoging wordt veroorzaakt doordat uitgaven zijn verricht voor andere ministeries. Deze middelen zijn via de ontvangsten (zie beleidsartikel 2.40) binnengekomen. Met deze mutaties blijven de totale uitgaven voor het voorzitterschap binnen het gestelde budgettaire kader (EUR 46 miljoen over periode 2014–2016).
Ontvangsten
Artikel 3.10
Met de inwerkingtreding van het Eigen Middelenbesluit (EMB) worden de kortingen op de nationale afdrachten geëffectueerd. Dit wijzigt de omvang van de nationale afdrachten en moet door de Europese Commissie worden verwerkt in een aanvullende begroting. De aanname van deze aanvullende begroting door het Europees Parlement vindt waarschijnlijk pas laat in 2016 plaats, waardoor de feitelijke kasontvangst van de Nederlandse korting doorschuift naar 2017. Samen met de verschuiving van de verrekening van de perceptiekostenvergoeding (zie onderstaand) leidt dit in 2016 tot een tegenvaller van 2,8 miljard euro.
Het kabinet heeft besloten om het uitgavenkader hiervoor te corrigeren, aangezien de omvang van het bedrag, in combinatie met de mate waarin het kabinet hierop nog kan sturen, op gespannen voet staat met het uitgangspunt dat de begrotingsregels bestuurlijke rust, eenvoud en duidelijkheid vooraf moeten bieden.
De perceptiekostenvergoeding behorende bij de inning van de invoerrechten nemen toe met 344 miljoen, dit is het saldo van drie effecten.
Ten eerste is de perceptiekostenvergoeding 18 miljoen hoger, mede n.a.v. een hogere raming van de geraamde invoerrechten in de Voorjaarsraming van de Europese Commissie. Ten tweede is er een afname van de perceptiekostenvergoeding met 41 miljoen, als gevolg van het per 1 oktober 2016 verlagen van de perceptiekostenvergoeding van 25% naar 20% met de inwerkingtreding van het EMB, waar dit eerst nog voor 1 januari 2017 werd voorzien.
Ten derde vindt verrekening van de 5% teveel ontvangen perceptiekostenvergoeding over de periode 2014–2016 (excl. laatste kwartaal 2016) plaats bij het ontvangen van de Nederlandse korting. Omdat de korting in 2017 ontvangen wordt, wordt dan ook pas verrekend. Door de uitgestelde terugbetaling is de perceptiekostenvergoeding 367 miljoen hoger in 2016. Per saldo is de perceptiekostenvergoeding daarmee 344 miljoen hoger in 2016 dan geraamd bij Voorjaarsnota.
Beleidsartikel 4
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
49.920 |
62.455 |
– 6.586 |
55.869 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
49.503 |
50.450 |
914 |
51.364 |
||
waarvan juridisch verplicht |
98% |
|||||
4.1 |
Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienst-verlening bieden aan Nederlanders in het buitenland |
12.045 |
13.545 |
75 |
13.620 |
|
Subsidies |
||||||
Gedetineerdenbegeleiding |
2.000 |
2.000 |
300 |
2.300 |
||
Opdrachten |
||||||
Consulaire bijstand |
259 |
259 |
66 |
325 |
||
Reisdocumenten en verkiezingen |
5.825 |
5.825 |
– 1.630 |
4.195 |
||
Consulaire opleidingen |
400 |
400 |
– 200 |
200 |
||
Consulaire informatiesystemen |
3.761 |
6.261 |
339 |
6.600 |
||
4.2 |
Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren |
|
6.704 |
7.154 |
– 186 |
6.968 |
Opdrachten |
||||||
Visumverlening |
1.100 |
1.100 |
400 |
1.500 |
||
Ambtsberichtenonderzoek |
150 |
130 |
– 80 |
50 |
||
Legalisatie en verificatie |
80 |
80 |
0 |
80 |
||
Consulaire informatiesystemen |
3.011 |
3.156 |
1.319 |
4.475 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Asiel en migratie |
863 |
863 |
0 |
863 |
||
4.3 |
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur |
7.635 |
6.635 |
800 |
7.435 |
|
Subsidies |
||||||
Internationaal cultuurbeleid |
7.239 |
6.389 |
– 64 |
6.325 |
||
Erfgoed |
1.196 |
1.196 |
– 86 |
1.110 |
||
4.4 |
Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen |
15.231 |
16.431 |
2.749 |
19.180 |
|
Subsidies |
||||||
Instituut Clingendael |
2.320 |
2.320 |
478 |
2.798 |
||
Programma ondersteuning buitenlands beleid |
3.058 |
3.058 |
600 |
3.658 |
||
overige subsidies |
215 |
285 |
– 5 |
280 |
||
Opdrachten |
||||||
Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties |
3.000 |
2.500 |
0 |
2.500 |
||
waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken |
2.400 |
1.800 |
0 |
1.800 |
||
Adviesraad Internationale vraagstukken |
525 |
525 |
0 |
525 |
||
Internationale manifestaties en diverse bijdragen |
106 |
91 |
46 |
137 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's |
7.637 |
7.132 |
780 |
7.912 |
|
Europese bewustwording |
520 |
520 |
– 100 |
420 |
||
4.5 |
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland |
7.888 |
6.685 |
– 2.524 |
4.161 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Speciaal Tribunaal Libanon |
1.900 |
1.800 |
126 |
1.926 |
||
Internationaal Strafhof |
1.400 |
4.400 |
– 3 080 |
1.320 |
||
Nederland Gastland |
1.065 |
1.165 |
– 250 |
915 |
||
Ontvangsten |
42.090 |
42.090 |
6.094 |
48.184 |
||
4.10 |
Consulaire dienstverlening aan Nederlanders |
19.300 |
19.300 |
0 |
19.300 |
|
4.20 |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen |
22.000 |
22.000 |
6.000 |
28.000 |
|
4.40 |
Doorberekening Defensie diversen |
790 |
790 |
94 |
884 |
Uitgaven
Artikel 4.4
De uitgaven voor het Instituut Clingendael nemen toe omdat een eindbetaling op de subsidie 2013–2015 is verricht en omdat een bijdrage is verstrekt in verband met transitiekosten als onderdeel van de nieuwe subsidierelatie met het Instituut. Daarnaast worden extra uitgaven opgenomen op het terrein van voorlichting (onder andere online activiteiten en de websites van de posten) en zijn extra uitgaven verricht op de posten ter ondersteuning van het buitenlands beleid.
Ontvangsten
Artikel 4.20
De consulaire ontvangsten nemen toe doordat er meer visa zijn afgegeven dan oorspronkelijk geraamd.
Beleidsartikel 5
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
||
Verplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verplichting en uitgaven
Geen mutaties
Niet-beleidsartikel 6
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
||
Verplichtingen |
33.970 |
155 |
– 125 |
30 |
|
Uitgaven: |
|||||
Uitgaven totaal |
33.970 |
155 |
– 125 |
30 |
|
6.1 |
Nominaal en onvoorzien |
33.970 |
155 |
– 125 |
30 |
Niet-Beleidsartikel 7
Stand ontwerp- begroting |
Stand 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting |
||
---|---|---|---|---|---|
2016 (1) |
2016 (2) |
2016 (3) |
2016 (4)=(2+3) |
||
Verplichtingen |
714.489 |
725.800 |
11.583 |
737.383 |
|
Uitgaven |
704.257 |
730.186 |
6.184 |
736.370 |
|
7.1.1 |
Personeel |
442.571 |
461.644 |
13.399 |
475.043 |
Eigen personeel |
434.571 |
453.644 |
13.531 |
467.175 |
|
Inhuur extern |
8.000 |
8.000 |
0 |
8.000 |
|
Overig personeel |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
7.1.2 |
Materieel |
261.686 |
268.542 |
– 7.215 |
261.327 |
ICT |
55.000 |
56.000 |
2.000 |
58.000 |
|
bijdragen aan SSO's |
77.000 |
78.000 |
0 |
78.000 |
|
Overige materiele uitgaven |
129.686 |
134.542 |
– 9.215 |
125.327 |
|
7.2 |
Koersverschillen |
pm |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
21.450 |
21.450 |
16.300 |
37.750 |
|
7.10 |
Diverse ontvangsten |
21.450 |
21.450 |
11.300 |
32.750 |
7.11 |
Koersverschillen |
pm |
0 |
5.000 |
5.000 |
Verplichtingen
De verplichtingen zijn verhoogd en verder in lijn gebracht met het uitgavenniveau.
Uitgaven
Artikel 7.1.1; Personeelskosten:
De kosten voor personeel nemen toe met EUR 13,5 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat een deel van de uitgaven voor lokaal personeel en overige aan personeel gerelateerde uitgaven op de posten gekoppeld is aan de USD. Vanwege de koersonwtikkeling zijn de uitgaven daardoor toegenomen. Daarnaast is het budget verhoogd om extra in te zetten op Van Werk Naar Werk trajecten en om de voorheffing i.v.m. de Werkkostenregeling over 2016 af te dragen.
Artikel 7.1.2; Materiele kosten:
De materiële uitgaven nemen per saldo af met EUR 7,2 miljoen. Enerzijds zijn meer middelen nodig voor de huur van het ministerie (hogere prijs per m2) en is sprake van extra uitgaven voor aanvullende investeringen aan de Rijnstraat. Daarnaast stijgt het budget voor de vaste uitgaven aan panden in het buitenland als gevolg van de corporate rate. Ten slotte worden extra middelen toegevoegd voor IT uitgaven die verband houden met I-diplomatie. Hier staat een daling tegenover van de uitgaven voor onderhoud en investeringen in panden in het buitenland.
Ontvangsten
Artikel 7.10 en 7.20
De ontvangsten stijgen als gevolg van de verkoop van panden in het buitenland (o.a. PV OESO en Boedapest). Deze onroerend goed ontvangsten worden toegevoegd aan het zgn. huisvestingsfonds. Daarnaast zijn er extra ontvangsten die verband houden met de ontwikkeling van de wisselkoers van de USD. Het ministerie werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgn. corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld en voor het hele jaar gehanteerd. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat een saldo. Voor 2016 wordt rekening gehouden met EUR 5 miljoen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34620-V-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.