34 591 Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 februari 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt «Verzamelwet luchtvaart» vervangen door: Verzamelwet IenM 2017.

B

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

De Spoorwegwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2, tweede lid, onder b, wordt na «spoorweg» toegevoegd: dan wel een beheerder een recht van gebruik, huur of pacht heeft.

B

In artikel 9, vierde lid, wordt «negende lid» vervangen door: achtste lid.

C

In artikel 32 wordt voor de tekst van het tweede vijfde lid de aanduiding «5» vervangen door: 6.

D

In artikel 36a, zevende lid, wordt na de eerste volzin toegevoegd: Onze Minister past bij intrekking van de vergunning of de aanvullende vergunning voor indienststelling, bedoeld in artikel 36, derde of vijfde lid, de procedure toe, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van richtlijn 2004/49/EG.

E

In artikel 38 wordt in het eerste tot en met het derde lid en in het vijfde lid, onderdeel a, «de artikelen 36, zesde lid, en 36b, derde lid» vervangen door: bedoeld in de artikelen 36, zesde lid, en 36b, derde lid.

F

In artikel 93, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 36b, achtste lid» vervangen door: artikel 36b, negende lid.

C

Na Artikel V wordt een artikel toegevoegd, luidende:

ARTIKEL VI

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet IenM 2017.

Toelichting

In deze nota van wijziging worden drie soorten wijzigingen doorgevoerd. In het navolgende wordt dit toegelicht.

Wijziging citeertitel

De citeertitel van de wet wordt gewijzigd om beter tot uitdrukking te brengen dat het wetsvoorstel niet alleen aan luchtvaart gerelateerde zaken betreft. Conform de aanwijzingen voor de regelgeving wordt er ook een bepaling in het wetsvoorstel opgenomen die de citeertitel vaststelt.

Het betreft de wijzigingsonderdelen A en C.

Technische wijzigingen in de Spoorwegwet

In artikel 9, vierde lid, van de Spoorwegwet wordt met betrekking tot de voorschriften die bij ministeriële regeling gelden abusievelijk verwezen naar het negende lid van artikel 8, in plaats van naar het achtste lid.

Voorts zijn in artikel 32 twee leden als vijfde lid genummerd en is in artikel 38 in een viertal leden verzuimd de passage «bedoeld in» op te nemen.

Tot slot wordt in artikel 93 onjuist naar het achtste lid van artikel 36b verwezen in plaats van naar het negende lid.

Met deze nota van wijziging wordt het bovenstaande rechtgezet door in Artikel III van het wetsvoorstel de onderdelen B, C, E en F op te nemen.

Implementatie richtlijn 2008/57/EG

Het betreft de implementatie van artikel 21, negende lid, van richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorsysteem in de Gemeenschap (PbEG 2008, L 191). Artikel 21, negende lid, van deze richtlijn verplicht de nationale veiligheidsinstantie bij de intrekking van een vergunning voor indienststelling in ieder geval gebruik te maken van de procedure voor de herziening van veiligheidscertificaten, zoals die in artikel 10, vijfde lid, van richtlijn 2004/49/EG is genoemd.

In artikel 36a, zevende lid, van de Spoorwegwet wordt die procedure van toepassing verklaard bij intrekking van de (aanvullende) vergunning voor indienststelling van TSI-conforme spoorvoertuigen. Via het huidige artikel 36b, negende lid, wordt het zevende lid van overeenkomstige toepassing verklaard voor de (aanvullende) vergunning voor indienststelling van niet-TSI-conforme spoorvoertuigen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven