34 589 (R2077) Goedkeuring van de op 12 december 2015 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst van Parijs (Trb. 2016, 94 en Trb. 2016, 162)

C NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 2 mei 2017

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.2 De commissie verzoekt de regering de vragen uiterlijk 2 juni 2017 te beantwoorden.

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden van de regering. Zij hebben daarbij nog enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Niet-statelijke actoren

In beantwoording op vraag 3 geeft de regering aan: «Niet-statelijke actoren – regionale/lokale overheden, bedrijven, NGO’s – van over de gehele wereld kunnen de wens uiten deel te nemen aan de klimaatbijeenkomsten die gedurende het jaar plaatsvinden.»3 Kan zij een volledig overzicht geven van alle Nederlandse niet-statelijke actoren die tot nu toe hieraan deel hebben genomen? Kan zij tevens nader aangeven welke concrete inhoudelijke inbreng is geleverd door de Nederlandse decentrale overheden (met vermelding van welke overheidsorganen dit specifiek betreft)?

Heeft Nederland als nationale overheid zich in het hele proces van totstandkoming van de Overeenkomst van Parijs zich nog ergens kritisch uitgelaten over het verdrag?

Temperatuurstijging

In het antwoord op vraag 10 wordt stellig beweerd dat de temperatuur op aarde in 2016 0,36 graad hoger was dan in 1998. Op welk bewijs baseert de regering dat deze temperatuurstijging is veroorzaakt door CO2? Of is dit een aanname?

Volgens de UAH Satellite Based Temperature of the Global Lower Atmosphere was 2016 0,02 graden warmer dan 1998. Beide jaren kenden een sterke El Niño. Intussen is de temperatuur weer terug op het niveau van de «pauze» sinds 1998. Volgens een voormalig NASA4-wetenschapper is dit een verwaarloosbaar verschil dat valt binnen de foutmarge. Bij satellietmetingen worden de waarnemingen niet telkens zelfs met terugwerkende kracht aangepast, zoals bij de gebruikte weerstations (die zelfs gevallen op geasfalteerde parkeerplaatsen staan). De Nobelprijswinnaar Ivar Giaever heeft verklaard dat landstations volkomen onbruikbaar zijn om wereldwijd de temperatuur te meten onder andere vanwege de volledige subjectieve verdeling van de stations. In hoeverre is met bovenstaande rekening gehouden?

Zeespiegelstijging

In het antwoord op vraag 11 beweert de regering dat de zeespiegelstijging 3 millimeter per jaar bedraagt. Kan zij aangeven welke concrete berekeningen, meetmethoden en technieken zijn toegepast voor het vaststellen van deze veronderstelde trend ten opzichte van de voorafgaande eeuw? In de beantwoording geeft de regering voorts aan dat, vanwege deze veronderstelde versnelling van de zeespiegelstijging, de noodzaak van uitvoering van de Overeenkomst van Parijs voor haar niet ter discussie staat. Zij geeft daarbij aan dat deze zeespiegelstijging «zeer waarschijnlijk» is met verwijzing naar de prognoses uit het IPCC5-rapport. In hoeverre is de regering, gelet op de aanwezige mate van onzekerheid in deze prognoses, bereid om de gestelde noodzaak van de Overeenkomst van Parijs te herroepen indien de gestelde prognoses uit het IPCC-rapport minder waarschijnlijk blijken te zijn?

Is de regering het met de PVV-fractieleden eens dat de gegevens van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) erop duiden dat er geen enkele versnelling van de zeespiegelstijging plaatsvindt?

Is de regering het met de wetenschappers eens die stellen dat als al het ijs op de Noordpool en Groenland (waar overigens dit jaar recordhoeveelheden sneeuw en ijs worden gemeten) zou smelten, dat voor Nederland nauwelijks effect zal hebben? Zo niet, is zij bereid om bij deze wetenschappers te rade te gaan?

IPCC-rapportages

In het antwoord op vraag 13 staat dat de regering niet op het oordeel van enkele wetenschappers afgaat, maar zich laat leiden door de rapportages van het IPCC. Kan zij aangeven waarom deze rapportages betrouwbaarder zijn dan van andere organisaties? En wat is de expertise van de wetenschappers die deze rapportages opstellen? Hebben zij individueel met meerdere klimaatgerelateerde publicaties hun sporen verdiend om zich klimaatwetenschapper te mogen noemen? Of is het slechts een aanname dat deze organisatie betrouwbare rapportages maakt?

Is het u bekend dat het IPPC alleen wetenschappers uitnodigt die reeds in lijn met de alarmistische gemeenschap hebben gepubliceerd?

CO2-beleid

In het antwoord op vraag 14 wordt duidelijk gemaakt dat de regering zich zorgen maakt over het CO2-beleid van de Verenigde Staten, maar dat het vooralsnog onduidelijk is wat het beleid van de nieuwe regering wordt. Is er inmiddels meer duidelijkheid? Zo nee, wanneer verwacht de regering hier meer over te kunnen mededelen?

In het antwoord op vraag 15 heeft de regering het over de beschikbare maximale productie per jaar (MWh). Kan zij aangeven hoe deze maximale productie zich (in petajoule) verhoudt tot het totale verbruik (huishoudens en industrie) in Nederland?

Achtergrond naar aanleiding van memorie van toelichting

Er is afgesproken dat alle landen hun bijdrage aan de mondiale emissiereductie na 2020 zouden formuleren. Is er al zicht op wat de emissiedoelen van Nederland zullen worden en hoe deze behaald dienen te worden?

Klopt het dat China en India tot 2030 niets hoeven te doen?

Hoe beoordeelt de regering het rapport van McKinsey6, dat de «Energiewende» als economische ramp kwalificeert? Waarom zou deze economische ramp in Nederland niet plaatsvinden? Is de regering bereid om nu eindelijk het herhaalde verzoek van de PVV-fractieleden te honoreren om onafhankelijk onderzoek te doen naar de gevolgen voor de economie van zowel het Energieakkoord als de Overeenkomst van Parijs? Zo nee, waarom blijft zij gokken met de welvaart van de Nederlanders?

De Overeenkomst van Parijs zou juridisch bindend zijn. Wat zijn de consequenties als de Staten-Generaal het akkoord niet ratificeren?

In hoofdstuk IV (paragrafen 106 tot en met 133) staan de afspraken vermeld om een zo hoog mitigatie-inspanning in de periode tot 2020 te verwezenlijken. Wat houden deze inspanningen fysiek in?

De Overeenkomst van Parijs bevat onder andere een dynamisch mechanisme waarmee om de vijf jaar de ambitie van partijen kan worden opgehoogd. Wat zijn de fysieke en financiële consequenties voor Nederland als men besluit de ambitie op te schroeven?

Waarom is er helemaal geen aandacht voor de goede kanten van een hogere CO2-concentratie: vergroende woestijnen, hogere opbrengst voedselproductie, minder grote waterbehoefte voor de voedselproductie?

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, Sent

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer

X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Schrijver (PvdA), Sent (PvdA) (voorzitter), Vos (GL), P. van Dijk (PVV), Atsma (CDA), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vice-voorzitter),N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV),Van der Sluijs (PVV)

X Noot
2

Wanneer in dit nader voorlopig verslag verwezen wordt naar een genummerde vraag, wordt daarmee de nummering van vragen bedoeld zoals deze door de regering is gehanteerd in de memorie van antwoord (Kamerstukken I 2016/17, 34 589 (R2077), B).

X Noot
3

Kamerstukken I 2016/17, 34 589 (R2077), B, p. 2.

X Noot
4

National Aeronautics and Space Administration.

X Noot
5

Intergovernmental Panel on Climate Change.

Naar boven