34 584 Wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met het toevoegen van het onderdeel participatieverklaring aan het inburgeringsexamen en de wettelijke vastlegging van de maatschappelijke begeleiding

Nr. 10 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VOORTMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7

Ontvangen 16 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «participatieverklaring» vervangen door: participatietraject.

II

In de beweegreden wordt «de participatieverklaring» vervangen door: het participatietraject.

III

In artikel I, onderdeel E, artikel 7, tweede en derde lid, wordt «participatieverklaringstraject» telkens vervangen door: participatietraject.

IV

Artikel I, onderdeel E, artikel 7a, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de inhoud van het participatietraject, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige met betrekking tot het participatietraject. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de termijn waarbinnen het participatietraject, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, wordt afgerond.

2. In het tweede lid wordt «De termijn van één jaar, genoemd in het eerste lid,» vervangen door: De termijn, bedoeld in het eerste lid,».

3. Het derde lid vervalt.

V

Artikel I, onderdeel E, artikel 8, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. de verdere verlenging van de termijn, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, en de toepassing van artikel 7b, derde lid;

2. In onderdelen b t/m e wordt «het inburgeringsexamen» telkens vervangen door: de onderdelen van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen b en c.

VI

In artikel I, onderdeel H, tweede onderdeel, vervalt: artikel 7a, derde lid,.

VII

Artikel I, onderdeel J, komt te luiden:

J

In hoofdstuk 6 wordt voor artikel 31 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 30

Het college kan een bestuurlijke boete opleggen aan de inburgeringsplichtige die het participatietraject, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, heeft afgerond.

VIII

Artikel I, onderdeel N, artikel 34, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. € 340 voor het niet afronden van het participatietraject, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, binnen de door het college vastgestelde termijn, bedoeld in artikel 7a, eerste lid;.

Toelichting

De indiener ziet toegevoegde waarde in verschillende onderdelen van een participatietraject, bestaande uit bijvoorbeeld het leren kennen van kernwaarden uit de Nederlandse Grondwet. Het feitelijk ondertekenen van de participatieverklaring is daarentegen een eenzijdige verklaring, zonder dat daar inspanning van de Nederlandse samenleving of overheid om de inburgeraar op te nemen in de samenleving tegenover staat. Het wordt niet duidelijk wat het ondertekenen van deze verklaring toevoegt aan succesvolle inburgering en straalt vooral wantrouwen jegens de inspanning om te participeren van een inburgeraar uit.

Door dit amendement wordt het woord «verklaring» uit de «participatieverklaringstraject» geschrapt, waarmee het «participatietraject» overblijft. Gemeenten kunnen dit participatietraject zelf nader vormgeven, conform de voorgestelde wet en lagere regelgeving. Het college kan zelf besluiten wanneer een inburgeraar het participatietraject heeft afgerond en of zij dat nodig vinden dat formeel af te sluiten, bijvoorbeeld met een certificaat of bewijs van deelname. Ook kan het College kiezen al dan niet een boete op te leggen als niet wordt voldaan aan verplichtingen. Dit past bij beleidsvrijheid en een stevige regierol voor gemeenten op het gebied van de inburgering.

Voortman

Naar boven