34 561 (R2075) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Verenigde Staten van Amerika inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart voor voorinspectie-operaties op de internationale luchthaven Koningin Beatrix op Aruba; Washington, 7 april 2016

B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 16 juni 2016 en het nader rapport d.d. 26 augustus 2016, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 28 april 2016, no. 2016000767, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en de Verenigde Staten van Amerika inzake de veiligheid van de burgerluchtvaart voor voorinspectie-operaties op de internationale luchthaven Koningin Beatrix op Aruba; Washington, 7 april 2016 (Trb. 2016, ....), met toelichtende nota.

Het verdrag is een aanvullend verdrag bij het bestaande verdrag met de Verenigde Staten inzake douanevoorinspectie. Het aanvullend verdrag heeft specifiek betrekking op de screening van passagiers en bagage door middel van voorinspectie bij vluchten van Aruba naar de Verenigde Staten.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk adviseert de goedkeuringsprocedure voort te zetten, maar maakt een opmerking over de aandacht in de toelichting voor de bescherming van persoonsgegevens.

De toelichtende nota vermeldt dat Artikel XIII van het verdrag bepalingen bevat over de overdracht van vertrouwelijke informatie en gevoelige veiligheidsinformatie. Partijen dienen er voor te zorgen dat de vertrouwelijke en gevoelige veiligheidsinformatie wordt beschermd tegen ongeautoriseerde bekendmaking. De toelichting stelt dat het voor Aruba niet nodig is om de overdracht van vertrouwelijke informatie nader te regelen, omdat in onderdeel A van artikel XIII al is vermeld dat de overdracht van vertrouwelijke informatie in overeenstemming geschiedt met de van toepassing zijnde nationale wet- en regelgeving en beleid.

Gelet op het genoemde Artikel XIII rijst de vraag in hoeverre dit aanvullend verdrag zorgt voor een uitbreiding van de overdracht van informatie tussen de Verenigde Staten en Aruba. Uit de toelichting blijkt dit niet. De Afdeling merkt in dat verband op dat de overdracht van vertrouwelijke informatie en gevoelige veiligheidsinformatie ook persoonsgegevens kan bevatten. In dat geval betreft het een inmenging in de persoonlijke levenssfeer die beschermd wordt door artikel 8 van Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De toelichting geeft geen inzicht in de belangenafweging die bij een dergelijke inmenging noodzakelijk is en in hoeverre de van toepassing zijnde wet- en regelgeving van Aruba op dit punt voldoende waarborgen biedt. Zij adviseert de toelichting aan te vullen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 april 2016, no. 2016000767, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 juni 2016, nr. W02.16.0106/II/K, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling heeft in zijn advies enkele punten opgebracht ten aanzien van Artikel XIII van het verdrag. De Afdeling vraagt in hoeverre het verdrag zorgt voor een uitbreiding van de overdracht van informatie tussen de Verenigde Staten en Aruba. De Afdeling merkt in dat verband op dat de overdracht van vertrouwelijke informatie en gevoelige veiligheidsinformatie ook persoonsgegevens kan bevatten. In dat geval zou het een inmenging in de persoonlijke levenssfeer betreffen die beschermd wordt door artikel 8 van het EVRM. De Afdeling geeft aan dat de toelichting geen inzicht geeft in de belangenafweging die bij een dergelijke inmenging noodzakelijk is en in hoeverre de van toepassing zijnde wet- en regelgeving van Aruba op dit punt voldoende waarborgen biedt. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen.

In reactie op de opmerkingen van de Afdeling kan opgemerkt worden dat het verdrag niet zorgt voor een uitbreiding van de overdracht van informatie tussen Aruba en de Verenigde Staten. Daarnaast kan worden opgemerkt dat de overdracht van vertrouwelijk informatie en gevoelige veiligheidsinformatie, zoals bedoeld in Artikel XIII, niet gaat om de uitwisseling van passagiersgegevens. Het betreft enkel de overdracht van operationele en administratieve processen.

De toelichting bij Artikel XIII is overeenkomstig aangepast.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichtende nota nog enkele redactionele correcties aan te brengen.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

J.G.C. Wiebenga

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Aruba.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

De oorspronkelijke tekst van de toelichtende nota zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State (van het Koninkrijk) is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven