De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 46.000 (x € 1.000).
II
In artikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 81.000 (x € 1.000).
III
In artikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 31.000 (x € 1.000).
Toelichting
De in dit amendement beoogde ophoging van € 158 miljoen van het budget van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking is gerechtvaardigd gezien de aanzienlijke daling
van het netto ODA-bedrag minus de asielkosten in 2017 ten opzichte 2016 (zie de HGIS-nota
2017). Gecorrigeerd voor de lagere economische groei gaat het om een netto verlaging
van het budget van ruim € 500 miljoen. Juist de instabiliteit in landen aan de Europese
oost- en zuidgrenzen, en de directe gevolgen hiervan voor Nederland in de vorm van
migratie en terrorismedreiging, maken de voorgenomen bezuinigingen op Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking volgens de indiener onverantwoord en onwenselijk.
Dit amendement beoogt daarom een deel van de voorgenomen bezuiniging teniet te doen.
Binnen artikel 4 «Vrede en veiligheid voor ontwikkeling» wordt sub-artikel 04.01 «Humanitaire
hulp» verhoogd van € 220,017 naar € 283,017 miljoen, ten behoeve van de Dutch Relief
Alliance, en wordt tevens sub-artikel 04.03 «Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw,
vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van
corruptie» verhoogd van € 191,718 miljoen naar € 209,718 miljoen. Via investeringen
in noodhulp voor de korte termijn, opvang in de regio voor de korte en middellange
termijn, en rechtsstaatontwikkeling voor de lange termijn, kan Nederland bijdragen
aan stabiliteit en vrede in landen die getroffen zijn door onrust en geweld. Omdat
de grondoorzaken en «push-factoren» voor migratie worden aangepakt, kan deze verhoging
uiteindelijk bijdragen aan de reductie van irreguliere migratie richting Europa.
Binnen artikel 5 «Versterkte kaders voor ontwikkeling» wordt sub-artikel 05.03 «Bijdrage
aan migratie en ontwikkeling» verhoogd van € 15 miljoen naar € 61 miljoen. Hiermee
worden eveneens de grondoorzaken van migratie geadresseerd, en verder ingezet op ontwikkeling
van fragiele staten. De verhoging creëert mogelijkheden tot directe ondersteuning
van organisaties die programma’s opzetten om mensen in fragiele en instabiele staten
perspectief te bieden op veiligheid en welvaart, waardoor irreguliere migratie verder
tegengegaan wordt.
Binnen artikel 2 «Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water» wordt sub-artikel
02.03 «Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering
en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering» verhoogd
van € 117,067 miljoen naar € 150,067 miljoen. Tevens wordt sub-artikel 02.01 «Toename
van voedselzekerheid» verhoogd van € 347,795 miljoen naar € 360,795 miljoen. Middels
verhoging van deze sub-artikelen wordt recht gedaan aan het belang van zowel migratie-gerelateerde
ontwikkelingshulp als niet-migratie-gerelateerde ontwikkelingshulp. Het draagt bij
aan de noodzakelijke, duurzame ondersteuning van projecten gericht op voeding en versterking
van de armste bevolkingsgroepen. Daarbij gaat het onder meer om publiek-private partnerschappen
tussen bedrijven en overheden waardoor een bijdrage wordt geleverd aan werkgelegenheid
en voedselzekerheid.
Dekking wordt gevonden in een beperking van de 30%-regeling voor expats tot de Balkenendenorm,
dat via een afzonderlijk amendement wordt geregeld.
Dijkgraaf Thieme Grashoff