Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2017
Op 5 juli 2016 heeft uw Kamer de motie Bikker c.s.2 aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om een samenhangende analyse uit te
voeren ten aanzien van de opgaven van de verschillende partners binnen de strafrechtketen.
In brieven van 16 december 20163 en 13 februari 20174 hebben mijn ambtsvoorganger en ik toegelicht op welke wijze de motie wordt uitgevoerd.
Toegelicht is dat de ketenorganisaties en het departement reeds het initiatief hebben
genomen voor een proces van reflectie op de opgaven van de keten, mede vanuit maatschappelijk
perspectief. Een samenhangende analyse van de stand van zaken en de opgaven van de
keten en het departement maakt onderdeel uit van dit proces.
Van augustus 2016 tot mei 2017 heeft de ophaalfase van genoemd proces, een maatschappelijk
ambitietraject, plaatsgevonden. Tijdens de ophaalfase lag de nadruk op het ophalen
van de verschillende beelden die professionals, bestuurders, burgers en organisaties
over de keten hebben en de vraag waar de strafrechtketen zich op zou moeten richten.
Voor het verkrijgen van deze beelden hebben de leden van het Bestuurlijk Ketenberaad
(BKB) van de strafrechtketen werkbezoeken aan alle regio’s gebracht, hebben een groot
aantal interviews, workshops en gesprekken met professionals binnen en buiten de keten
plaatsgevonden, zijn kritische rapporten over de strafrechtketen bestudeerd en zijn
ideeën en beelden uitgewisseld met slachtoffers, ex-gedetineerden en burgers. Een
samenvatting van de uitkomsten van de gesprekken, workshops, interviews en het onderzoek
is in een naslagwerk opgenomen. Hiermee is tevens een samenhangende analyse van de
opgaven van de strafrechtketen tot stand gebracht.
In bijgevoegd afschrift van mijn brief van 28 juni 2017 aan de voorzitter van de Tweede
Kamer5 licht ik het naslagwerk6 (bijlage) en de stand van zaken van het ambitietraject7 toe. Het traject leidt tot het vaststellen van ambities, doelstellingen en prioriteiten.
Deze bereidt het BKB voor ten behoeve van besluitvorming door een volgend kabinet.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok