34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Nr. 52 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TEN BROEKE C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 42

Ontvangen 5 december 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 7 Apparaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.500 (x € 1.000).

II

In artikel 7 Apparaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.500 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel de oprichting van een Forced Marriage Unit in Nederland naar Brits model, waarbij opsporing en repatriëring van slachtoffers centraal staat. Dit houdt in dat er vanaf 2017 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken één vast team komt waarin de expertise wordt gebundeld die noodzakelijk is om Nederlandse slachtoffers van huwelijksdwang in het buitenland snel en veilig terug te krijgen naar Nederland.

Momenteel verblijven meer dan honderd Nederlandse vrouwen in het buitenland als slachtoffer van huwelijksdwang. Hen is daarmee het onvervreemdbare recht ontnomen om hun leven in te richten zoals zij dat zelf willen. Ontkomen aan hun hachelijke situatie is vaak niet mogelijk zonder steun van buitenaf. Met dit amendement wordt aan die steun concreet vorm gegeven, waardoor de huidige aanpak kan worden geïntensiveerd en geconcentreerd.

Door diplomatieke, consulaire, juridische kennis en ervaren recherchecapaciteit te bundelen en actief mee te helpen slachtoffers naar Nederland terug te brengen, kan meer resultaat geboekt worden dan thans het geval is. De Forced Marriage Unit gaat zich onder meer bezighouden met het opsporen, accommoderen en repatriëren van slachtoffers, het verstrekken van reisdocumenten en het leggen van contacten met de lokale overheden. Hierdoor kan Nederland meer doen voor minderjarige meisjes en vrouwen die tegen hun wil in worden uitgehuwelijkt in een ander land. De vrijgemaakte middelen kunnen in het eerste jaar (deels) worden aangewend voor onderzoek naar juridische mogelijkheden en eventuele obstakels. Daarna verschuift de inzet ervan naar daadwerkelijk recherchewerk en repatriëring van slachtoffers.

Dit amendement wordt gefinancierd door middelen in artikel 7 «Apparaat» vrij te spelen en in te zetten voor dit doel.

Ten Broeke Sjoerdsma Knops Voordewind Grashoff Van der Staaij

Naar boven