34 548 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID VOORTMAN

Ontvangen 14 december 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I, onderdeel A, onderdeel 2, wordt na onderdeel c een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. Onderdeel 4° (nieuw) komt te luiden:

  • 4°. verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen waarvan de huurprijs:

    • a. gelijk of hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, of

    • b. lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag;.

II

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende:

ca. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden:

  • f. verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen:

    • die gelegen zijn in een gemeente als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, en voor zover de huurprijs van huurwoning lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag: € 20.000 per gerealiseerde huurwoning;

    • die niet gelegen zijn in een gemeente als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d: € 10.000 per gerealiseerde huurwoning;.

2. In onderdeel 2 wordt na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende:

ca. Onderdeel f (nieuw) komt te luiden:

  • f. met betrekking tot investeringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f:

    • 1°. onder 1°, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen gerealiseerd zijn op of na 1 januari 2017;

    • 2°. onder 2°, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen gerealiseerd zijn in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017;

    • 3°. onder 2°, voor zover de huurprijs van de huurwoning lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, uitsluitend van toepassing voor zover die investeringen gerealiseerd zijn na 1 januari 2018.

3. In onderdeel 3 komt het derde lid, onderdeel f, te luiden:

  • f. De verbouw van niet voor bewoning bestemde ruimten tot huurwoningen:

    • als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, onder 1°, ten minste € 50.000 per gerealiseerde huurwoning bedragen;

    • als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, onder 2°, ten minste € 25.000 per gerealiseerde huurwoning bedragen;.

III

In artikel I, onderdeel F, onderdeel 1, wordt het eerste lid als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt na «betreft» ingevoegd: , en voor zover het een investering betreft als bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdeel f, onder 2°.

2. In onderdeel c, wordt na «betreft,» ingevoegd: of een voorgenomen investering betreft als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b, onder 4°, voor zover het een investering betreft als bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdeel f, onder 1° of 3°.

Toelichting

De indiener van dit amendement is van mening dat de transformatie van leegstaande utiliteitsbouw naar woonruimte een belangrijke bijdrage kan leveren in het oplossen van het tekort aan sociale huurwoningen. Dit amendement regelt dat de heffingsvermindering voor het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen met een huur tot de aftoppingsgrens die met dit wetsvoorstel in het leven wordt geroepen, ook komt te gelden voor nieuwe sociale huurwoningen met een huur tot de aftoppingsgrens die ontstaan uit de transformatie van niet voor bewoning bedoelde gebouwen.

Voortman

Naar boven