34 547 Evaluatie Wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met nieuwe medisch-technische ontwikkelingen

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2016

Met deze brief bied ik u de evaluatie aan van de wijziging van de Wet op de orgaandonatie (WOD) van 20131. Deze wijziging had tot doel om te verhelderen wat er wel en niet toegestaan is wat betreft voorbereidende handelingen voor een orgaantransplantatie, in situaties waarin de patiënt een infauste prognose heeft, en mogelijk in aanmerking komt als donor. Aanleiding voor deze wetswijziging waren signalen uit het veld die wezen op een gevoel van onduidelijkheid als de patiënt niet meer in staat is toestemming te geven en er geen toestemming in het donorregister voorhanden is.

Onderzoeksbureau Ergo heeft door middel van een schriftelijke enquête onder intensivisten geëvalueerd in welke mate zij nog steeds onzekerheid ervaren op dit gebied en in welke mate zij op de hoogte zijn van de geldende regelgeving.

De situatie nu heeft het onderzoeksbureau vergeleken met de situatie van drie jaar geleden, voordat de wetswijziging in werking is getreden (1 juli 2013).

Uit deze evaluatie blijkt dat de ervaren onduidelijkheid onder intensivisten over wat er wel en niet is toegestaan significant is gedaald, met name als gekeken wordt naar de groep die aangeeft meerdere malen hiermee te zijn geconfronteerd (dit cijfer is gedaald van 28% naar 8%). Ook blijkt dat de daadwerkelijke kennis over de wet duidelijk is toegenomen, doordat de wet in de huidige situatie beter aansluit op de praktijk.

Een aandachtspunt dat in het rapport naar voren komt, is dat een kleine groep intensivisten ten onrechte lijkt te menen dat toestemming van de naasten altijd afgewacht moet worden om de voorbereidende handelingen uit te kunnen voeren. Dit is strikter dan de wet aangeeft. Aangezien het denkbaar is dat deze onduidelijkheid onder omstandigheden belemmerend kan werken in het proces van orgaandonatie, zal ik in overleg met de beroepsgroep bezien hoe dit verbeterd kan worden. De suggestie van het onderzoeksbureau om hieraan bijvoorbeeld

aandacht te laten geven in de nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging van Intensivisten zal ik in elk geval meenemen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven