34 525 Wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid om fouten in het geluidregister te herstellen en enkele technische verduidelijkingen

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 oktober 2016

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

 

Inleiding

1

Algemeen

2

Correctie van het geluidregister

3

Geen bescherming van geluidsgevoelige objecten met een tijdelijke bestemming

4

Administratieve en bestuurslasten, voorbereiding van dit wetsvoorstel

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid om fouten in het geluidregister te herstellen en enkele technische verduidelijkingen (hierna: het wetsvoorstel) en hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben hier nog enkele vragen over en verzoeken de regering hierop in te gaan.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij stellen daarover nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggend wetsvoorstel. Hierover hebben deze leden enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie zouden graag toelichting willen zien op de vraag in hoeverre dit wetsvoorstel toeziet op de gevolgen van cumulatie van geluid.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of de wijzigingen die in dit wetsvoorstel worden voorgesteld op enige wijze kunnen leiden tot een hoger geluidsniveau en/of meer overlast. Zo ja, wat zijn de gevolgen hiervan voor omwonenden? Waarom acht de regering deze stap noodzakelijk?

De leden van de SP-fractie delen de mening dat onjuistheden hersteld dienen te worden. Echter, deze leden kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de voorgestelde wijzigingen tot doel hebben het vooral voor de uitvoerders te vergemakkelijken en de daadwerkelijke overlast die omwonenden ervaren van ondergeschikt belang lijkt te zijn. Deze leden zien een erg technische benadering, zij vragen in hoeverre ook is gekeken naar geluidshinder die men daadwerkelijk ervaart. Graag ontvangen deze leden hierop een toelichting.

De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat de voorgenomen wijzigingen niet van toepassing zijn op de geluidsplafonds met betrekking tot windturbines. Zo nee, betekent dit dat bij vaststelling van hinder de geluidsproductieplafonds kunnen worden aangepast? Welke gevolgen heeft dat voor eventuele klachtenprocedures? Hoe wordt ervoor gezorgd dat ook met betrekking tot windturbines de juiste geluidsplafonds worden gehanteerd? Wanneer geluidshinder veroorzaakt door windturbines niet onder de reikwijdte van deze wet valt, kan de regering dan toelichten waarom daartoe is besloten? Kan voorliggende wijziging alsnog toepasbaar worden op geluidshinder afkomstig van windturbines? Zo nee, waarom niet? Hoe zal tegemoetgekomen worden aan de hinder en overlast die wordt ervaren? In welke wet komt een normering ten aanzien van geluidshinder van windturbines dan wel te liggen? Graag ontvangen deze leden hier een toelichting op.

De leden van de SP-fractie vragen hoe deze wet en de wijzigingen daarin zich tot de Omgevingswet verhouden. Gaat de Wet geluidhinder (Wgh) op termijn op in de Omgevingswet?

De leden van de D66-fractie vragen wanneer de resultaten van het nieuwe geluidsbeleid precies bekend zullen zijn en hoe deze precies zullen worden verankerd in de Omgevingswet. De leden van deze fractie zijn zich ervan bewust dat dit zal gaan door middel van de Aanvullingswet geluid, maar vragen de regering in te gaan op het proces daarnaartoe, het tijdspad en de inhoudelijke afwegingen die in dat proces worden gemaakt. Ook vragen deze leden de regering in te gaan op de periode gelegen tussen nu en het moment waarop door middel van de Aanvullingswet geluid het nieuwe geluidsbeleid in de Omgevingswet zal worden verankerd.

Correctie van het geluidregister

De leden van de VVD-fractie willen graag informatie over welke consequenties het verruimen en verbreden van de mogelijkheid om onjuistheden op te nemen in het geluidregister heeft voor de doelstellingen inzake geluidbesparende maatregelen. Kan de regering toelichten of dit nu automatisch wordt verruimd of dat de uitgangspunten gelijk blijven?

Graag ontvangen de leden van de VVD-fractie een toelichting op de vraag in hoeverre dit wetsvoorstel helpt om sneller nieuwe tracébesluiten te kunnen nemen. Indien dat niet het geval is, waarom is hier dan niet voor gekozen? Kan de regering hierbij een onderscheid maken tussen rijksinfrastructuur en de infrastructuur die door andere overheden wordt beheerd? In dat kader willen deze leden ook graag een toelichting op in hoeverre dit wetsvoorstel helpt om sneller reeds bestaande tracébesluiten aan te kunnen passen. Indien dat niet het geval is, waarom is hier niet voor gekozen? Kan de regering hierbij een onderscheid maken tussen rijksinfrastructuur en de infrastructuur die door andere overheden wordt beheerd?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan toelichten wie er voor de kosten opdraait in het geval de Minister besluit dat moet worden onderzocht of extra maatregelen voor geluidsgevoelige objecten nodig zijn. Kan een inschatting worden gegeven van de kosten die daar mee gemoeid zijn?

De leden van de VVD-fractie lezen «Indien er bij de vaststelling van een nieuw geluidproductieplafond sprake is van in de buurt liggende (delen van) infrastructuur die bij dezelfde beheerder in beheer is, en die op de omliggende geluidsgevoelige objecten reeds een geluidsbelasting bij volledige benutting van de geldende geluidproductie-plafonds veroorzaakt die boven die voorkeurswaarde ligt, zal deze waarde van de geluidsbelasting leidend zijn.» Kan de regering toelichten welke gevolgen dit exact heeft in de praktijk?

De leden van de SP-fractie vragen of de regel kan worden toegelicht die bepaalt dat de geluidproductieplafonds uitgaan van vastgestelde geluidsproducties en het vermeerderen daarvan. Blijft deze regel in principe ongewijzigd?

Het is deze leden niet geheel duidelijk of er na deze voorgestelde wijzigingen wordt gewerkt met echte normering of met bandbreedtes.

De leden van de SP-fractie vragen of de ervaren geluidshinder meegewogen is of dat dit enkel een technische vaststelling is. Hoe werkt dit uit in de praktijk bij klachten over geluidshinder? Worden deze problemen nu ondervangen? Hoe wordt bijvoorbeeld de participatie bij nieuwe plannen geregeld?

De leden van de SP-fractie merken op dat aangegeven wordt dat onjuistheden als gevolg van verkeerde weergave of onjuiste overname van gegevens niet onder de reikwijdte van voorgestelde wetswijziging vallen. Wordt ten aanzien van die specifieke onjuistheden de daartoe op korte termijn wel geëigende procedure gevolgd? Binnen welke termijn gaat dat gebeuren? Zo nee, hoe worden deze onjuistheden dan gecorrigeerd?

De leden van de SP-fractie vragen of toegelicht kan worden waarom voor de ene weg/spoorbaan wel en de andere weg/spoorbaan niet is gekozen om deze onder te brengen onder de zogenaamde geluidsplafondkaart. Kan worden toegelicht hoe windturbines in de geluidsplafondkaart passen?

Geen bescherming van geluidsgevoelige objecten met een tijdelijke bestemming

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de geluidsgrenswaarden niet in acht hoeven te worden genomen indien maximaal 10 jaar van het bestemmingsplan wordt afgeweken. Deze leden vragen de regering of dit betekent dat bijvoorbeeld tijdelijke woningen, die voor maximaal 10 jaar worden gebouwd, niet beschermd zijn tegen geluidsoverlast. Worden deze in dat geval op een andere wijze beschermd tegen geluidsoverlast?

De leden van de SP-fractie vragen of toegelicht kan worden waarom is gekozen onder het begrip «tijdelijke bestemming» maximaal 10 jaar te verstaan. Is hierbij alleen gekeken naar gezondheidseffecten die pas na 10 jaar optreden? Kan dit er in de praktijk toe leiden dat omwonenden 10 jaar lang (ernstige) geluidsoverlast kunnen ervaren zonder dat daar maatregelen tegen genomen hoeven te worden? Graag ontvangen deze leden een toelichting waarom 5 jaar of 8 jaar geluidshinder wel acceptabel wordt geacht. Er wordt immers gesteld dat ook op korte termijn nadelige effecten op het dagelijks functioneren optreden. Waarom wordt daaraan voorbijgegaan?

De leden van de SP-fractie vragen hoe deze tijdelijke bestemmingsregel zich tot de Crisis- en herstelwet verhoudt. Kan hier verder op worden ingegaan?

De leden van de CDA-fractie vragen de regering om voorbeelden te geven van bouwwerken die afwijken van het bestemmingsplan. Welke functie kunnen deze tijdelijke bouwwerken hebben? In hoeverre kunnen tijdelijke bouwwerken permanente bouwwerken worden?

De leden van de D66-fractie vragen op welke studies de regering zich baseert wanneer zij stelt dat de meeste gezondheidseffecten van geluid – anders dan hinder – niet direct optreden, maar zich na verloop van tijd manifesteren. De leden van deze fractie vragen de regering nogmaals aan te geven welke studies dit betreft, aan te geven of deze studies de laatste stand van zaken in de wetenschap weerspiegelen en om uiteindelijk nader te beargumenteren waarom zij van mening is dat deze studies nog altijd de juiste basis vormen voor regeringsbeleid.

Administratieve en bestuurslasten, voorbereiding van dit wetsvoorstel

De leden van de D66-fractie vragen de regering nader te beargumenteren waarom zij er niet voor gekozen heeft een internetconsultatie te organiseren voor deze wetswijziging. De leden van deze fractie verbazen zich over de stelling dat het wetsvoorstel geen noemenswaardige gevolgen zou hebben voor burgers, bedrijven en instellingen. Dit omdat deze leden wel degelijk een aantal wijzigingen zien die effect zouden kunnen hebben op burgers (bijvoorbeeld inzake geluidsoverlast voor de korte termijn), gemeenten (in verband met het herstel van geluidsproductieplafonds of (bron)gegevens op basis van artikel 11.47, eerste lid) en bedrijven (aangezien de regering wil voorkomen dat de beheerder van een weg of spoorweg geluidbeperkende of geluidwerende maatregelen ten behoeve van geluidsgevoelige objecten zou moeten nemen als gevolg van een beslissing van een gemeente waarbij niet hoeft te worden voldaan aan grenswaarden van de Wgh.). Deze leden vragen de regering hier nader op in te gaan.

De voorzitter van de commissie, Van Dekken

Adjunct-griffier van de commissie, Jansma

Naar boven