Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34524 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34524 nr. B |
Ontvangen 10 februari 2017
De regering dankt de leden van de fracties van de SP en van D66 voor hun inbreng op het voorliggende wetsvoorstel tot goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van Montenegro (Trb. 2016, 95).
Met belangstelling heeft de regering kennis genomen van de vragen en opmerkingen van de leden van deze fracties. De vragen worden mede namens de Minister van Defensie beantwoord.
SP-fractie
De leden van de fractie van de SP vragen of de regering de stand van zaken kan weergeven met betrekking tot de ratificatie van het Protocol. Welke landen hebben naast Nederland nog niet geratificeerd, en voorziet de regering nog enige problemen met betrekking tot ratificatie in die landen? Heeft – gezien het feit dat op dit moment de Amerikaanse Senaat nog niet geratificeerd heeft – de regering enig inzicht in de positie van de nieuwe Amerikaanse regering ten aanzien van het toetreden van Montenegro? Is deze positie ongewijzigd ten opzichte van die van haar voorganger?
De parlementen van 23 van de 28 NAVO-Bondgenoten hebben het Protocol inmiddels goedgekeurd, te weten: Albanië, België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Noorwegen, Portugal, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, de Tsjechische Republiek, Turkije en het Verenigd Koninkrijk. 16 van de 28 NAVO-Bondgenoten hebben de Verenigde Staten, als depositaris van het Protocol, door middel van het neerleggen van een akte van bekrachtiging officieel in kennis gesteld van de ratificatie, te weten: Albanië, België, Bulgarije, Estland, Hongarije, IJsland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen, Slovenië, Slowakije, de Tsjechische Republiek, Turkije en het Verenigd Koninkrijk
Het Protocol is nog niet goedgekeurd door, naast Nederland, de staten: Canada, Duitsland, Spanje en de Verenigde Staten (VS). Er is in deze landen brede steun voor de toetreding van Montenegro tot de NAVO.
In de VS heeft de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken het Protocol inmiddels goedgekeurd. Een plenaire stemming moet nog plaatsvinden. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat het beleid van de VS ten opzichte van de toetreding van Montenegro tot de NAVO is veranderd.
Op welke precieze theoretische en/of empirische gronden meent de regering dat toetreding van Montenegro zal bijdragen aan de stabiliteit in de Euro-Atlantische veiligheidsregio zoals zij stelt in de memorie van toelichting? Op welke wijze wordt deze regio, door haar uit te breiden met Montenegro, stabieler en op welke manier zal die stabiliteit zich dan uiten? En hoe draagt dit dan precies bij aan de collectieve veiligheid van de huidige 28 lidstaten van de NAVO?
Inbedding van Montenegro in de trans-Atlantische structuren stimuleert op verschillende wijzen de stabiliteit in de Euro-Atlantische veiligheidsregio.
Ten eerste heeft de toetreding van Montenegro een positief effect op de democratische- en defensiehervormingen van Montenegro zelf. Het land heeft, zoals toegelicht door de regering tijdens de Tweede Kamer-procedure in de nota naar aanleiding van het verslag1 en in het debat2, een indrukwekkende lijst aan hervormingen doorgevoerd. Bovendien blijft Montenegro gecommitteerd aan het doorvoeren van verdere hervormingen uit het «Programma voor Voortgaande Hervormingen».
Ten tweede werkt dit effect door op de regio. Doordat de NAVO met het opnemen van Montenegro laat zien dat het bereidwillig is om landen die hun systemen serieus hervormen en de NAVO-waarden onderschrijven te omarmen, stimuleert de NAVO democratische- en defensiehervormingen van aspirant bondgenoten in de regio.
Ten slotte ligt Montenegro, grenzend aan bondgenoten Kroatië en Albanië, en breder omringd door Griekenland, Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Slovenië midden in de trans-Atlantische veiligheidsregio. Het betrekken van Montenegro in de veiligheidsstructuren biedt geostrategisch continuüm.
Landen die lid wensen te worden van de NAVO dienen in staat te zijn om een bijdrage te leveren aan een sterke NAVO. Met toetreding tot de NAVO committeren landen zich aan het collectieve verdedigingsmechanisme dat de kern vormt van het bondgenootschap. Montenegro toont, onder andere door bijdragen aan de NAVO-missie in Afghanistan, de inzet van de NAVO ten behoeve van de trans-Atlantische veiligheid te steunen, ook buiten het NAVO-grondgebied. Op 2 december 2015 werd Montenegro daarom uitgenodigd voor toetredingsonderhandelingen.
Ziet de regering alleen maar voordelen – zoals de memorie van toelichting suggereert – bij het toetreden tot de NAVO van Montenegro of zijn er ook mogelijke nadelen of risico’s, en zo ja welke zijn dat dan en hoe heeft het kabinet de nadelen gewogen tegen de voordelen? In hoeverre vergroot NAVO-uitbreiding onder de huidige omstandigheden de politiek-militaire spanningen in Europa? Kan het kabinet een inschatting maken van wat het effect zou zijn van toetreding van Montenegro op de verhoudingen met de Balkan, op de verwachtingen van Oekraïne en Georgië op een eventueel lidmaatschap en op de relatie met Rusland, zo vragen de leden van de SP-fractie?
De regering is bekend met de onvrede van de Russische Federatie over de toetreding van Montenegro tot de NAVO. De regering is echter van mening dat soevereine en onafhankelijke staten het recht hebben om zelf te bepalen van welke internationale organisaties zij deel uit willen maken. De regering staat daarom volledig achter het «Open Deur-beleid» van de NAVO dat stelt dat alle Europese democratieën die een bijdrage willen en kunnen leveren aan Euro-Atlantische veiligheid, en aan de voorwaarden voor lidmaatschap voldoen, welkom zijn. De NAVO-toetreding van Montenegro draagt volgens de regering bij aan stabiliteit in de Westelijke Balkan en daarmee ook aan de veiligheid van het NAVO-bondgenootschap.
De NAVO heeft met Oekraïne en Georgië diepgaande samenwerkingsverbanden in de vorm van respectievelijk de NAVO Oekraïne Commissie en de NAVO Georgië Commissie. Toetreding van Montenegro tot het bondgenootschap staat los van deze samenwerkingsrelaties. Er is momenteel geen sprake van een concreet toetredingstraject voor Oekraïne en Georgië. De relaties van de NAVO met de andere landen op de Westelijke Balkan zijn goed. Op de Westelijke Balkan hebben zowel Bosnië-Herzegovina als Macedonië de wens uitgesproken om toe te willen treden tot de NAVO. De Servische regering heeft aangegeven dat de toetreding van Montenegro tot de NAVO de betrekkingen met Servië niet zal schaden.
D66-fractie
De leden van de fractie van D66 merken op dat de Russische regering gedreigd heeft met economische sancties tegen Montenegro. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen3 en het debat4 leiden deze leden af dat dergelijke sancties tot dat moment niet waren ingesteld. Ook stelde de regering dat zij niet kon inschatten of Rusland daadwerkelijk economische sancties zou instellen of andere maatregelen zou nemen. Kan de regering inmiddels meer duidelijkheid verschaffen over eventuele economische sancties of andere maatregelen van Rusland tegen Montenegro?
De situatie is onveranderd. De Russische Federatie heeft eerder met maatregelen gedreigd, maar tot dusver geen economische sancties of andere maatregelen ingesteld. De regering kan niet inschatten of de Russische Federatie daadwerkelijk economische sancties zal instellen of andere maatregelen zal nemen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34524-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.