34 524 Goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro (Trb. 2016, 95)

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING1

Vastgesteld 3 februari 2017

Het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro, heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel van de regering het Protocol bij het Noord-Atlantische Verdrag inzake de toetreding van Montenegro goed te keuren. Naar aanleiding hiervan, en in het bijzonder naar aanleiding van de beknopte memorie van toelichting2, hebben deze leden nog enkele vragen.

Kan de regering de stand van zaken weergeven met betrekking tot de ratificatie van het Protocol? Welke landen hebben naast Nederland nog niet geratificeerd, en voorziet de regering nog enige problemen met betrekking tot ratificatie in die landen? Heeft – gezien het feit dat op dit moment de Amerikaanse Senaat nog niet geratificeerd heeft – de regering enig inzicht in de positie van de nieuwe Amerikaanse regering ten aanzien van het toetreden van Montenegro? Is deze positie ongewijzigd ten opzichte van die van haar voorganger?

Op welke precieze theoretische en/of empirische gronden meent de regering dat toetreding van Montenegro zal bijdragen aan de stabiliteit in de Euro-Atlantische veiligheidsregio zoals zij stelt in de memorie van toelichting? Op welke wijze wordt deze regio, door haar uit te breiden met Montenegro, stabieler en op welke manier zal die stabiliteit zich dan uiten? En hoe draagt dit dan precies bij aan de collectieve veiligheid van de huidige 28 lidstaten van de NAVO?

Ziet de regering alleen maar voordelen – zoals de memorie van toelichting suggereert – bij het toetreden tot de NAVO van Montenegro of zijn er ook mogelijke nadelen of risico’s, en zo ja welke zijn dat dan en hoe heeft het kabinet de nadelen gewogen tegen de voordelen? In hoeverre vergroot NAVO-uitbreiding onder de huidige omstandigheden de politiek-militaire spanningen in Europa? Kan het kabinet een inschatting maken van wat het effect zou zijn van toetreding van Montenegro op de verhoudingen met de Balkan, op de verwachtingen van Oekraïne en Georgië op een eventueel lidmaatschap en op de relatie met Rusland, zo vragen de leden van de SP-fractie?

D66-fractie

De Russische regering heeft gedreigd met economische sancties tegen Montenegro. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen3 en het debat4 leiden de leden van de fractie van D66 af dat dergelijke sancties tot dat moment niet waren ingesteld. Ook stelde de regering dat zij niet kon inschatten of Rusland daadwerkelijk economische sancties zou instellen of andere maatregelen zou nemen. Kan de regering inmiddels meer duidelijkheid verschaffen over eventuele economische sancties of andere maatregelen van Rusland tegen Montenegro?

De leden van de vaste commissie zien de reactie van de regering binnen vier weken met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Schrijver

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk


X Noot
1

Samenstelling: Kox (SP), (vicevoorzitter), Ten Hoeve (OSF), Van Kappen (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), (vicevoorzitter), Strik (GL), Knip (VVD), Barth (PvdA), Faber-van de Klashorst (PVV), De Graaf (D66), De Grave (VVD), Hoekstra (CDA), Martens (CDA), Schrijver (PvdA), (voorzitter), Van Apeldoorn (SP), Van Dijk (SGP), Lintmeijer (GL), Knapen (CDA), Markuszower (PVV), Van Rij (CDA), Van Rooijen (50PLUS), Schaper (D66), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Van Weerdenburg (PVV), Overbeek (SP) en Sini (PvdA).

X Noot
2

TK 34 524, nr. 3, 2015–2016.

X Noot
3

TK 34 524, nr. 4, 2016–2017.

X Noot
4

TK 2016–2017, nr. 38, item 9.

Naar boven