34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen (Wet zorgplicht kinderarbeid)

Nr. 13 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 januari 2017

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. toezichthouder: de bij algemene maatregel aan te wijzen toezichthouder;.

3. In onderdeel f wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

4. In onderdeel h, wordt « de Minister: vervangen door: Onze Minister.

II

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Iedere natuurlijke persoon en rechtspersoon wiens belangen geraakt zijn door het doen of laten van een onderneming bij de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet, kan daarover een klacht indienen bij de toezichthouder.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Uitsluitend een concrete aanwijzing voor niet naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet door een aanwijsbare partij, biedt grond voor het indienen van een klacht.

III

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Elke in Nederland gevestigde onderneming die goederen of diensten aan Nederlandse eindgebruikers verkoopt of levert, verklaart dat zij gepaste zorgvuldigheid als bedoeld in artikel 4 betracht om te voorkomen dat die goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand komen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op niet in Nederland gevestigde ondernemingen met een jaaromzet van ten minste 2 miljoen euro die goederen of diensten aan Nederlandse eindgebruikers verkopen of leveren.

2. In het tweede lid, eerste volzin, wordt «dient» vervangen door «zendt», wordt «als bedoeld» vervangen door «, bedoeld» en vervalt: te zenden.

3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «dienen» vervangen door «zenden» en vervalt: te zenden.

IV

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De onderneming die met inachtneming van het bepaalde krachtens het vierde lid onderzoekt of er een redelijk vermoeden bestaat dat de te leveren goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen en die in geval van het bestaan van een redelijk vermoeden, een plan van aanpak vaststelt en uitvoert, betracht gepaste zorgvuldigheid.

2. In het tweede lid vervalt: , onder a,.

3. Het derde lid vervalt.

4. Het vierde lid komt te luiden:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden, met inachtneming van de ILO-IOE Child Labour Guidance Tool for Business, nadere eisen gesteld aan het onderzoek en aan het plan van aanpak, bedoeld in het eerste lid.

V

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «tweede lid» een komma geplaatst.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De toezichthouder kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste het bedrag van de geldboete van de zesde categorie van artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht ter zake van:

  • a. het niet voldoen aan de verplichting tot het verrichten van onderzoek of het opstellen van een plan van aanpak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, of

  • b. het niet voldoen aan de vereisten voor het onderzoek of het plan van aanpak, bedoeld in artikel 4, vierde lid.

3. In het derde lid wordt »de eerste twee leden van dit artikel» vervangen door: het eerste en tweede lid.

4. Het vijfde lid vervalt.

VI

In artikel 6 wordt «totdat de termijn» vervangen door: tot het tijdstip waarop de termijn.

VII

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in alfabetische rangschikking ingevoegd:

de Wet zorgplicht kinderarbeid, artikel 3, tweede lid, en artikel 4, eerste en vierde lid, indien in de vijf jaar voorafgaand aan de overtreding, op grond van artikel 5, eerste of tweede lid, van die wet een bestuurlijke boete is opgelegd voor eenzelfde overtreding door de onderneming, begaan in opdracht of onder feitelijke leiding van eenzelfde bestuurder.

Toelichting

Deze nota van wijziging herstelt enige wetstechnische gebreken. In deze nota van wijziging zijn voorts enkele verduidelijkingen opgenomen ten aanzien van de strafbaarstelling die reeds was opgenomen in het wetsvoorstel. Zo is verduidelijkt dat de strafbaarstelling ziet op het niet voldoen aan de verplichting tot het indienen van een verklaring en het niet voldoen aan het doen van onderzoek of het opstellen van een plan van aanpak naar aanleiding van dit onderzoek. Gezien het feit dat deze wet toeziet op ondernemingen, is ervoor gekozen om overtreding van de verplichtingen op te nemen in de Wet economische delicten (WED). Er wordt op gewezen dat via de WED alleen die feiten strafbaar zijn waarvoor eerder een boete was opgelegd. Hier is geen verschil met de eerdere strafbaarstelling opgenomen. Indien een onderneming reeds onder het strafrecht valt en een gewoonte blijft maken van het strafbare feit, biedt de WED hiervoor passende sanctiemogelijkheden.

Hoewel in artikel 7 een andere wet (WED) als aanknopingspunt voor strafbaarstelling wordt gebruikt, worden hiermee verder geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

Van Laar

Naar boven