34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID ÖZDIL

Ontvangen 16 januari 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen d tot en met m tot onderdelen e tot en met n, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. een regeling of afspraak op het gebied van de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaarden van het bestuur dat de rechtspersoon vertegenwoordigt alsmede van de vergoedingen die worden verstrekt aan het toezichthoudend orgaan van de rechtspersoon, wanneer deze regeling of afspraak leidt tot het verder uit elkaar lopen van de verhouding, bedoeld in artikel 31d, derde lid;

2. In het eerste lid wordt voor de slotzinsnede «een en ander voor zover betrekking hebbende op alle of een groep van de in de onderneming werkzame personen» ingevoegd: wat betreft de onderdelen a tot en met c en de onderdelen e tot en met n.

Toelichting

De verschillen in beloningsontwikkeling tussen bestuurders van grote ondernemingen en de «gemiddelde» medewerker worden steeds groter. De indiener acht deze ontwikkeling onwenselijk en wil de Ondernemingsraad (OR) meer instrumenten in handen geven daar invloed op uit te oefenen op het moment dat wordt voorgesteld om beloningsverschillen te vergroten.

De OR ontvangt al jaarlijks informatie over de beloningsverhoudingen tussen verschillende groepen in een onderneming en een vergelijking met het voorgaande jaar. Het wetsvoorstel beoogt het verplicht stellen van een jaarlijks gesprek tussen de bestuurder en de OR over de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen. Dit amendement regelt een instemmingsrecht voor de OR op het moment dat beloningsverschillen verder uit elkaar gaan lopen als gevolg van een nieuwe beloningsregeling.

Özdil

Naar boven