34 485 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2016 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

2

2.

Het beleid

2

2.1.

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten

2

2.2.

Beleidsartikelen

5

2.3.

Niet-beleidsartikelen

29

1. Leeswijzer

In deze 1e suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2016 een uitgavenpeil van € 38,4 miljard geraamd.

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € miljoen

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties met de budgettaire effecten voor 2016 weergegeven:

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire mutaties 2016 (x € 1 miljoen)
   

Artikelnr.

Uitgaven

Ontvangsten

Vastgestelde begroting 2016

 

36.863,4

1.337,2

Belangrijkste suppletoire mutaties:

     

1

Leerlingen- en studentenontwikkeling

diverse

69,9

0,0

2

Bijstelling autonome raming studiefinanciering

11, 12, 13

-8,6

– 8,8

3

Instroom asielzoekers

1,3

62,0

4

Overige uitvoeringsproblematiek

diverse

50,7

5

Dekking uitvoeringsproblematiek

91

– 130,4

6

Lumpsum- en subsidietaakstelling

diverse

– 46,8

5,6

7

Eindejaarsmarge 2015/2016

diverse

325,9

8

Kasschuiven

diverse

111,7

9

Loon- en prijsbijstelling

91

813,5

10

Niet kaderrelevante mutaties

11,12

276,5

14,7

11

Rente studiefinanciering

11

– 60,6

12

Overige mutaties

diverse

– 7,0

24,3

Stand 1e suppletoire begroting 2016

 

38.380,8

1.312,3

Bovenstaande uitgaven- en ontvangstenmutaties hebben een meerjarige doorwerking.

Toelichting:

1.

Uit de referentieraming 2016 blijkt dat het aantal leerlingen en studenten per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2016 verwerkte referentieraming 2015. Voor het primair en voortgezet onderwijs wordt dit onder meer veroorzaakt door de hogere instroom van asielzoekers en voor het wetenschappelijk onderwijs door meer internationale studenten.

De nieuwe raming van het aantal hbo-studenten ligt daarentegen lager. Dit komt door een daling van de instroom in de voltijd-hbo bachelor. Zie ook de kamerbrief (februari 2016) over de instroom in het hoger onderwijs.

Onderstaande tabel geeft het budgettaire effect per sector weer:

Tabel 2 Leerlingen- en studentenontwikkeling (x € 1 miljoen)

Artikelnr.

Omschrijving

2016

1

Primair onderwijs

15,8

3

Voortgezet onderwijs

44,8

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

0,0

6

Hoger beroepsonderwijs

– 45,5

7

Wetenschappelijk onderwijs

57,4

11,12,13

Studiefinanciering, WTOS en lesgelden

– 2,6

Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling

69,9

2.

De raming voor studiefinanciering laat voor 2016 lagere kaderrelevante uitgaven en ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2016 verwerkte raming uit het voorjaar 2015. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. Per saldo is er voor de jaren 2016 tot en met 2018 sprake van een meevaller bij de uitgaven, maar vanaf 2019 slaat dit om naar een tegenvaller. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de gewijzigde verwerking van de OV-studentenkaart voor minderjarige bolstudenten. Zij krijgen per 1 januari 2017 een OV-reisvoorziening. Voor deze reisvoorziening geldt voor de meeste studenten de prestatiebeurssystematiek waardoor de relevante uitgaven over het algemeen pas plaatsvinden als de student is afgestudeerd.

3.

De instroom van asielzoekers is de afgelopen periode sterk gestegen. Dit heeft niet alleen effect op de leerlingenraming, maar ook op de aanvullende bekostigingsregelingen in het primair en voortgezet onderwijs.

4.

Dit betreft de financiering voor het programma vernieuwing studiefinanciering (PVS) (€ 14,2 miljoen in 2016) en de bijdrage die OCW moet leveren aan de begroting van V&J (€ 8,2 miljoen voor de jaren 2016 tot en met 2018). Daarnaast zijn er naar aanleiding van de instroom van asielzoekers ook afspraken met de VNG gemaakt over aanvullende maatregelen. De bijdrage van OCW bedraagt respectievelijk € 17,3 miljoen (Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom 2015) en € 11,0 miljoen (Uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom 2016) voor de jaren 2016 en 2017.

5.

De uitvoeringsproblematiek voor 2016 wordt gedekt door inzet van een deel van de eindejaarsmarge (€ 117,9 miljoen) en door het niet uitdelen van de loon- en prijsbijstelling over de instrumenten subsidies en opdrachten (totaal € 12,5 miljoen).

6.

Het restant van de uitvoeringsproblematiek voor 2016 wordt gedekt met een lumpsum- en subsidietaakstelling. Dit is verdeeld over de sectoren naar rato van begrotingsomvang:

Tabel 3 Lumpsum- en subsidietaakstelling (x € 1 miljoen)
 

2016

Primair onderwijs

– 16,5

Voortgezet onderwijs

– 12,6

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

– 6,7

Hoger beroepsonderwijs

– 4,7

Wetenschappelijk onderwijs

– 6,9

Cultuur

– 1,2

Media

– 1,7

Onderzoek en wetenschapsbeleid

– 1,6

Overig

– 0,5

Totaal

– 52,3

7.

In 2015 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. De eindejaarsmarge bedraagt € 325,9 miljoen en dit wordt toegevoegd aan de OCW-begroting. Voor een deel betreft dit overlopende verplichtingen die niet in 2015 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2016 (totaal € 128,1 miljoen). Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor een nadere toelichting op de inzet van de eindejaarsmarge.

8.

Deze post is het saldo van diverse kasschuiven op de OCW-begroting. Zo wordt een deel van verplichtingen aan vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart voor 2017 vooruitbetaald in 2016 (€ 191,1 miljoen). Daarnaast worden er middelen uit 2016 doorgeschoven naar de jaren 2017 tot en met 2020 omdat de uitgaven in andere jaren zullen plaatsvinden dan eerder was geraamd. Dit betreft voornamelijk kasschuiven voor Digitale Taken Rijksarchieven van het Nationaal Archief (– € 43,6 miljoen), flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (– € 17,2 miljoen) en voor de onderwijshuisvesting op Caribisch Nederland (– € 11,8 miljoen).

9.

Dit betreft de toevoeging aan de OCW-begroting van: de loonbijstelling tranche 2016 (€ 488,6 miljoen), de meerjarige doorwerking van de loonruimte-overeenkomst publieke

sector 2015–2016 (€ 232,2 miljoen), een eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies in 2016 (€ 36,4 miljoen) en de prijsbijstelling tranche 2016 (€ 56,4 miljoen).

10.

De raming voor studiefinanciering laat hogere niet-kaderrelevante uitgaven en ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2016 verwerkte raming van het voorjaar 2015. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. De hogere uitgaven komen vooral doordat meer studenten zijn gaan lenen. De hogere ontvangsten worden voornamelijk verwacht door extra inzet van DUO op de invordering van schulden.

11.

De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2016 verwerkte raming uit het voorjaar 2015. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de neerwaarts bijgestelde rentevoet. Conform de begrotingsregels worden mutaties in de renteontvangsten generaal verwerkt.

12.

De overige mutaties betreffen overboekingen van en naar andere departementen en desalderingen van uitgaven en ontvangsten.

2.2. Beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

9.957.395

0

9.957.395

26.436

9.983.831

45.798

35.124

18.250

– 7.065

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Uitgaven

9.957.395

0

9.957.395

26.436

9.983.831

45.798

35.124

18.250

– 7.065

Waaran juridisch verplicht

99,4%

     

%

       
                       

Bekostiging

9.413.102

0

9.413.102

26.993

9.440.095

49.701

38.695

21.824

– 3.491

Hoofdbekostiging

9.261.007

0

9.261.007

26.993

9.288.000

49.701

38.695

21.824

– 3.491

 

– 

Bekostiging Primair Onderwijs

9.248.334

 

9.248.334

26.816

9.275.150

49.701

38.695

21.824

– 3.491

 

– 

Bekostiging Caribisch Nederland

12.673

 

12.673

177

12.850

0

0

0

0

Prestatiebox

151.000

0

151.000

0

151.000

0

0

0

0

Aanvullende bekostiging

1.095

0

1.095

0

1.095

0

0

0

0

 

– 

Conciërgeregeling

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Overig

1.095

 

1.095

0

1.095

0

0

0

0

                       

Subsidies

119.427

0

119.427

4.804

124.231

4.341

4.393

4.390

4.390

 

– 

Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

23.862

 

23.862

0

23.862

0

0

0

0

 

– 

Nederlands onderwijs buitenland

13.400

 

13.400

0

13.400

0

0

0

0

 

– 

Herstart en Op de Rails

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek)

7.080

 

7.080

1.804

8.884

0

0

0

0

 

– 

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

10.000

 

10.000

0

10.000

0

0

0

0

 

– 

Overig

65.085

 

65.085

3.000

68.085

4.341

4.393

4.390

4.390

                       

Opdrachten

11.413

 

11.413

– 1.498

9.915

– 280

0

0

0

                       

Bijdrage aan agentschappen

25.082

0

25.082

0

25.082

0

0

0

0

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

25.082

 

25.082

0

25.082

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.698

0

15.698

7.036

22.734

– 7.964

– 7.964

– 7.964

– 7.964

 

– 

Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds

5.371

 

5.371

15.000

20.371

0

0

0

0

 

– 

Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid

7.964

 

7.964

– 7.964

0

– 7.964

– 7.964

– 7.964

– 7.964

 

– 

UWV

2.363

 

2.363

0

2.363

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan medeoverheden

361.750

0

361.750

0

361.750

0

0

0

0

 

– 

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

261.750

 

261.750

0

261.750

0

0

0

0

 

– 

Convenant G37

95.000

 

95.000

0

95.000

0

0

0

0

 

– 

Ondersteuning niet G37

5.000

 

5.000

0

5.000

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan sociale fondsen

10.923

0

10.923

– 10.899

24

0

0

0

0

 

– 

Brede Scholen

10.923

 

10.923

– 10.899

24

0

0

0

0

Ontvangsten

1.661

0

1.661

15.000

16.661

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 26,4 miljoen verhoogd.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 27,0 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  • Het budgettaire effect van de leerlingenraming (€ 15,8 miljoen). Deze mutatie is nader toegelicht in het algemene deel.

  • Meerkosten voor asielzoekerskinderen en eerste opvang van vreemdelingen (€ 11,0 miljoen). De oorzaak is een groter beroep op de regeling eerste opvang vreemdelingen en de introductie van maatwerkbekostiging.

  • Een overboeking van Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s naar bekostiging. Met ingang van 1 januari 2016 zijn de middelen voor de bedrijfsgezondheid toegevoegd aan de materiële bekostiging (€ 8,0 miljoen).

  • Een overboeking van artikel 14 naar artikel 1 (€ 7,5 miljoen) ten behoeve van cultuureducatie voor het schooljaar 2016–2017.

  • Toevoeging uit de eindejaarsmarge voor de overlopende verplichting voor de bekostiging van speciaal onderwijs (€ 2,3 miljoen).

  • Een verlaging van de bekostiging van € 16,5 miljoen. Deze mutatie is nader toegelicht in het algemene deel.

Bijdragen aan sociale fondsen

Het budget voor de bijdrage aan sociale fondsen wordt overgeboekt naar BZK ten behoeve van het Gemeentefonds (GF). Dit betreft € 10,9 miljoen voor «impuls brede scholen» en «Sport en cultuur» (combinatiefuncties).

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 15,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten aan het Participatiefonds (PF).

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

7.579.547

 

7.579.547

246.037

7.825.584

121.463

117.271

125.981

142.075

Waarvan garantieverplichtingen

     

3.324

3.324

       

Uitgaven

7.574.452

0

7.574.452

130.864

7.705.316

125.752

109.047

117.270

125.981

Waarvan juridisch verplicht

99,9%

     

%

       
                       

Bekostiging

7.445.589

0

7.445.589

97.675

7.543.264

111.849

107.560

115.784

124.495

Hoofdbekostiging

7.084.338

0

7.084.338

46.675

7.131.013

56.849

82.560

105.284

119.495

 

Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum

6.473.351

 

6.473.351

45.732

6.519.083

56.906

82.617

105.341

119.552

 

Bekostiging lichte ondersteuning

598.566

 

598.566

 

598.566

       
 

Bekostiging Caribisch Nederland

12.421

 

12.421

943

13.364

– 57

– 57

– 57

– 57

Prestatiebox

201.295

0

201.295

0

201.295

5.000

5.000

5.000

5.000

 

Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs

201.295

 

201.295

 

201.295

5.000

5.000

5.000

5.000

Aanvullende bekostiging

159.956

0

159.956

51.000

210.956

50.000

20.000

5.500

0

 

Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)

3.200

 

3.200

 

3.200

       
 

Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen

78.020

 

78.020

51.000

129.020

50.000

20.000

5.500

 
 

Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo

250

 

250

 

250

       
 

Regeling functiemix VO Randstadregio's

61.386

 

61.386

 

61.386

       
 

Convenanten met RMC-regio's

17.100

 

17.100

 

17.100

       
                       

Subsidies

54.590

0

54.590

4.644

59.234

1.723

312

311

311

 

Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE

12.000

 

12.000

 

12.000

       
 

ICT-projecten

0

 

0

 

0

       
 

Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek)

3.000

 

3.000

– 1.804

1.196

       
 

Onderwijs Bewijs

474

 

474

 

474

       
 

Regionale verwijzingscommissies VO

0

 

0

 

0

       
 

Pilots zomerscholen

9.000

 

9.000

 

9.000

       
 

Overige projecten

30.116

 

30.116

6.448

36.564

1.723

312

311

311

                       

Opdrachten

1.788

0

1.788

106

1.894

– 20

– 25

– 25

– 25

 

In- en uitbesteding

1.788

 

1.788

106

1.894

– 20

– 25

– 25

– 25

                       

Bijdragen aan agentschappen

27.241

0

27.241

2.423

29.664

1.200

1.200

1.200

1.200

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

27.241

 

27.241

2.423

29.664

1.200

1.200

1.200

1.200

                       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

45.006

0

45.006

15.016

60.022

0

0

0

0

 

ZBO: College voor Examens

5.084

 

5.084

4.050

9.134

       
 

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/MBO (incl. examens)

39.922

 

39.922

10.966

50.888

       
                       

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

11.000

11.000

11.000

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting gemeenten?

0

 

0

11.000

11.000

11.000

     
                       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

238

0

238

0

238

0

0

0

0

 

GRAZ (ECML) en PISA

238

 

238

 

238

       

Ontvangsten

4.661

0

4.661

5.552

10.213

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 246,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 115,2 miljoen) wordt veroorzaakt door:

  • Garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2016 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat.

  • Bijstelling van de verplichtingenraming doordat een deel van de uitgavenmutaties voor 2017 reeds in 2016 wordt verplicht.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

  • Het budget voor de bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum wordt per saldo met € 45,7 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:

    • De realisatie van het aantal leerlingen is hoger dan de raming (+ € 44,8 miljoen).

    • Overig (+ € 0,9 miljoen)

  • Het budget voor de regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen wordt per saldo met € 51,0 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de hogere instroom van asielzoekers en vreemdelingen.

Subsidies

  • Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 4,6 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • Een overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 3,1 miljoen voor de Leerlabs in het traject Onderwijs 2032.

    • Het saldo van diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (€ 1,5 miljoen).

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

  • Het budget voor het College voor Toetsen en Examens wordt per saldo met € 4,1 miljoen verhoogd. Deze verhoging is het gevolg een overboeking van beleidsterrein 4 beroepsonderwijs en volwasseneneducatie inzake de bijdrage voor de rekentoets.

  • Het budget voor de SLOA-instellingen is met € 11,0 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

    • Overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 4,5 miljoen inzake de bijdrage aan het CITO en het SLO voor voornamelijk de (adaptieve) eindtoets (€ 3,7 miljoen) en diverse projecten.

    • Overboeking van beleidsterrein 4 beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van € 6,5 miljoen inzake hun bijdrage aan het CITO.

Bijdragen aan medeoverheden

  • Het budget voor onderwijshuisvesting gemeenten wordt per saldo met € 11,0 miljoen verhoogd. Deze verhoging is het gevolg van de bijdrage van OCW aan het uitwerkingsakkoord van de VNG 2016 inzake onderwijshuisvesting van asielzoekers.

Ontvangsten

De ontvangsten worden met € 5,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging houdt verband met de te verwachten extra ontvangen als gevolg van afrekening van subsidies en opdrachten.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

4.026.058

 

4.026.058

– 5.023

4.021.035

– 13.006

9.925

22.529

27.521

Waarvan garantieverplichtingen

     

4.840

4.840

       

Uitgaven

4.064.713

0

4.064.713

– 14.969

4.049.744

3.448

– 8.203

11.707

21.106

Waarvan juridisch verplicht

99,7%

     

99,9%

       
                       

Bekostiging

3.618.097

0

3.618.097

3.908

3.622.005

– 3.579

– 11.598

8.380

21.702

Hoofdbekostiging

3.173.954

0

3.173.954

4.166

3.178.120

5.021

– 11.098

7.380

19.502

 

– 

Bekostiging roc's/overige regelingen

3.107.548

 

3.107.548

4.170

3.111.718

5.021

– 11.098

7.380

19.502

 

– 

Bekostiging kbb's

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Bekostiging Caribisch Nederland

6.872

 

6.872

– 4

6.868

0

0

0

0

 

– 

Bekostiging vavo

59.534

 

59.534

0

59.534

0

0

0

0

Kwaliteitsafspraken

319.900

0

319.900

0

319.900

– 8.000

0

0

0

 

– 

Investeringsbudget

184.000

 

184.000

0

184.000

– 8.000

0

0

0

 

– 

Resultaatsafhankelijk budget

135.900

 

135.900

0

135.900

0

0

0

0

Aanvullende bekostiging

124.243

0

124.243

– 258

123.985

– 600

– 500

1.000

2.200

 

– 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

15.000

 

15.000

0

15.000

0

0

0

0

 

– 

Regionaal Investeringsfonds

18.410

 

18.410

– 258

18.152

– 600

– 500

1.000

2.200

 

– 

Salarismix Randstadregio's

41.283

 

41.283

0

41.283

0

0

0

0

 

– 

Plusvoorzieningen overbelaste jongeren

30.400

 

30.400

0

30.400

0

0

0

0

 

– 

Programmagelden regio's

19.150

 

19.150

0

19.150

0

0

0

0

 

– 

Convenanten met RMC-regio's

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Taal en Rekenen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Leerlinggebonden financiering (LGF)

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

School-ex 2.0

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2

0

 

0

0

0

0

0

0

0

                       

Subsidies

252.140

0

252.140

– 5.931

246.209

– 3

595

– 473

– 1.496

 

– 

Subsidieregeling praktijkleren

206.500

 

206.500

– 10.000

196.500

– 10.000

– 10.000

– 10.000

– 10.000

 

– 

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal

11.300

 

11.300

– 550

10.750

0

550

0

0

 

– 

Pilots laaggeletterdheid

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Loopbaanorientatie

1.300

 

1.300

0

1.300

500

0

0

0

 

– 

ROC Leiden

20.000

 

20.000

0

20.000

0

0

0

0

 

– 

Sectorplan mbo-hbo techniek

1.800

 

1.800

– 35

1.765

35

     
 

– 

Netwerkscholen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Overige projecten

11.240

 

11.240

4.654

15.894

9.462

10.045

9.527

8.504

                       

Opdrachten

2.311

0

2.311

1.160

3.471

– 20

0

0

0

 

– 

In- en uitbesteding

2.311

 

2.311

1.160

3.471

– 20

0

0

0

 

– 

Caribisch Nederland

0

               
                       

Bijdrage aan agentschappen

19.699

0

19.699

7.068

26.767

1.443

2.499

2.405

2.405

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

17.199

 

17.199

7.068

24.267

1.443

2.499

2.405

2.405

 

– 

Rijksdienst Ondernemend Nederland

2.500

 

2.500

0

2.500

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

63.251

0

63.251

– 11.486

51.765

– 543

– 1.699

– 1.605

– 2.105

 

– 

College voor Examens

4365

 

4.365

– 4.050

315

0

0

0

0

 

– 

Wet SLOA

9.588

 

9.588

– 9.261

327

– 543

– 1.699

– 1.605

– 2.105

 

– 

SBB

49.298

 

49.298

1.825

51.123

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan medeoverheden

109.215

0

109.215

– 9.688

99.527

6.150

2.000

3.000

600

 

– 

RMC's

32.550

 

32.550

0

32.550

0

0

0

0

 

– 

Educatie

56.234

 

56.234

0

56.234

0

0

0

0

 

– 

Caribisch Nederland

20.431

 

20.431

– 9.688

10.743

6.150

2.000

3.000

600

                       

Bijdrage aan sociale fondsen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Participatiebudget

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

3.000

0

3.000

0

3.000

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 5 miljoen verlaagd.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 3,9 miljoen opgehoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  • De jaarlijkse meerjarige doorrekening van de referentieraming 2016 leidt tot hogere aantallen mbo-studenten ten opzichte van de referentieraming 2015. Bovendien vindt er substitutie plaats van de bbl-opleiding naar de duurdere bol-opleidingen. Daarom wordt het macrobudget opwaarts bijgesteld (zie ook de algemene toelichting).

  • In 2016 wordt er eenmalig € 5 miljoen gekort op het macrobudget voor de financiering van de doorontwikkeling van BRON.

  • Vanaf 2017 wordt er structureel € 5 miljoen van het macrobudget ingezet voor de OV-kaart voor minderjarige mbo-studenten in de bol.

  • In het kader van de problematiek rondom ROC Leiden is bij ontwerpbegroting 2016 zowel in 2016 als 2017 € 20 miljoen overgeheveld uit het macrobudget naar het instrument subsidies. Om deze uitname uit het macrobudget over de jaren te spreiden vindt er een kasschuif plaats binnen het macrobudget van € 10 miljoen van 2018 naar 2016 en wordt in 2017 € 8 miljoen uit het investeringsbudget van de kwaliteitsafspraken overgeheveld naar het macrobudget.

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 5,9 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  • Bij de ontwerpbegroting 2016 is op de gehele OCW-begroting vanaf 2016 structureel een ramingsbijstelling van € 20 miljoen gedaan. Toen was deze taakstelling onder andere ingevuld op de overige subsidies met een bedrag van € 7,7 miljoen in 2016 oplopend naar € 8,9 miljoen, maar dat is nu ongedaan gemaakt. De taakstelling wordt vanaf 2016 voor een bedrag van € 10 miljoen structureel ingevuld op de regeling praktijkleren.

  • Daarnaast vindt er in 2016 eenmalig een taakstelling van € 6,7 miljoen plaats op de overige subsidies ter dekking van de uitvoeringsproblematiek (zie ook de algemene toelichting).

  • Het restant wordt verklaard door een kasschuif van overlopende verplichtingen uit 2015.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 7,1 miljoen verhoogd.

Hiermee wordt het budget voor het uitvoeren van projecten zoals de doorontwikkeling van BRON en het digitaal verzuimloket op het juiste niveau gebracht. De middelen zijn afkomstig van de instrumenten bekostiging, subsidies en bijdrage aan ZBO’s en RWT’s.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 11,5 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  • Voor het College voor Examens wordt een bedrag van € 4 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs).

  • Voor het Cito (Wet SLOA) wordt een bedrag van € 6,5 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs).

  • De middelen voor de Wet SLOA worden herschikt en een bedrag van € 2,7 miljoen wordt overgeheveld naar het instrument bijdrage aan agentschappen.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 9,7 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland, hierdoor kunnen betalingen pas later plaatsvinden.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

2.848.076

 

2.848.076

– 138.255

2.709.821

– 113.828

– 130.228

– 144.969

– 159.991

Waarvan garantieverplichtingen

     

9.000

9.000

       

Uitgaven

2.823.794

0

2.823.794

– 63.662

2.760.132

– 85.275

– 105.499

– 127.929

– 145.624

Waarvan juridisch verplicht

99,9%

     

99,9%

       
                       

Bekostiging

2.770.700

0

2.770.700

– 64.510

2.706.190

– 85.398

– 105.505

– 127.935

– 145.630

Hoofdbekostiging

2.585.882

0

2.585.882

– 64.510

2.521.372

– 85.398

– 105.505

– 127.935

– 145.630

 

– 

Onderwijsdeel hbo

2.496.001

 

2.496.001

– 53.661

2.442.340

– 83.853

– 112.108

– 136.838

– 153.833

 

– 

Deel ontwerp en ontwikkeling

69.202

 

69.202

 

69.202

       
 

– 

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren)

19.195

 

19.195

– 10.849

8.346

– 1.545

6.603

8.903

8.203

 

– 

Bekostiging experimenten open bestel

   

0

 

0

       
 

– 

Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo

1.484

 

1.484

 

1.484

       

Prestatiebox

184.818

0

184.818

0

184.818

0

0

0

0

 

– 

Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering

184.818

 

184.818

 

184.818

       
                       

Subsidies

3.044

0

3.044

331

3.375

123

6

6

6

 

– 

Regeling stimulering Bèta/techniek

2.524

 

2.524

 

2.524

       
 

– 

Overig

520

 

520

331

851

123

6

6

6

                       

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Uitbesteding

   

0

 

0

       
                       

Bijdragen aan agentschapppen

15.195

0

15.195

0

15.195

0

0

0

0

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

15.195

 

15.195

 

15.195

       
                       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

34.855

0

34.855

517

35.372

0

0

0

0

 

– 

NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo)

28.510

 

28.510

263

28.773

       
 

– 

NWO (Promotiebeurs voor leraren)

2.869

 

2.869

 

2.869

       
 

– 

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

3.476

 

3.476

254

3.730

       
                       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Stichting Studiekeuze 123

   

0

 

0

       

Ontvangsten

1.213

 

1.213

263

1.476

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 138,3 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 74,6 miljoen) wordt veroorzaakt door:

  • Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2016 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (+ € 9,0 miljoen).

  • Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2017 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2016 worden verplicht. Daarom worden deze (– € 83,6 miljoen) verwerkt in het verplichtingenbudget 2016.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

  • Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 64,5 miljoen verlaagd. De verlaging is het gevolg van:

  • een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: – € 45,5 miljoen uit de referentieraming 2016 (zie het algemeen deel);

  • de doorverdeling naar artikel 6 (hbo) van de lumpsumkorting (– € 4,7 miljoen) ter dekking van de uitvoeringsproblematiek;

  • een kasschuif (– € 13,1 miljoen in 2016) om de beschikbare middelen voor de bekostiging van Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven. Daarnaast is het oorspronkelijk op artikel 7 (wo) ondergebrachte budget (€ 2,5 miljoen) overgeheveld naar artikel 6 (hbo), omdat de pilots flexibilisering en het experiment vraagfinanciering in het kader van flexibel hoger onderwijs voor volwassenen alleen in het hbo plaatsvinden;

  • diverse overige mutaties (met name interne overboekingen naar andere beleidsartikelen) die het budget in totaal verlagen met € 3,7 miljoen.

Subsidies

  • Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd als gevolg van een technische herschikking over de instrumenten binnen artikel 6 (hbo) van de middelen voor het lerarenbeleid.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

  • Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt met € 0,5 miljoen verhoogd in verband met:

  • een toevoeging van € 0,3 miljoen aan het budget van NWO voor praktijkgericht onderzoek SIA (zie ook ontvangsten hierna);

  • een aanvullende bijdrage aan het NVAO voor ondersteuning van de pilots flexibilisering (Leven Lang Leren).

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 0,3 miljoen verhoogd vanwege overblijvende kennisfunctiemiddelen uit het RAAK-programma 2009 (praktijkgericht onderzoek) die ondergebracht worden bij het NWO ten behoeve het praktijkgericht onderzoek SIA.

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

4.142.227

0

4.142.227

117.747

4.259.974

67.910

74.589

82.112

89.895

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Uitgaven

4.160.209

0

4.160.209

52.418

4.212.627

64.417

68.950

75.044

82.517

Waarvan juridisch verplicht

99,96%

     

99,96%

       
                       

Bekostiging

4.131.818

0

4.131.818

51.508

4.183.326

64.119

68.611

74.699

82.217

Hoofdbekostiging

3.990.020

0

3.990.020

51.508

4.041.528

64.119

68.611

74.699

82.217

 

– 

Onderwijsdeel wo

1.636.333

 

1.636.333

53.713

1.690.046

65.774

69.714

75.802

83.320

 

– 

Onderzoeksdeel wo

1.733.463

 

1.733.463

 

1.733.463

       
 

– 

Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek

618.019

 

618.019

 

618.019

       
 

– 

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren)

2.205

 

2.205

– 2.205

0

– 1.655

– 1.103

– 1.103

– 1.103

Prestatiebox

141.798

0

141.798

0

141.798

0

0

0

0

 

– 

Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering

141.798

 

141.798

 

141.798

       
                       

Subsidies

2.930

0

2.930

116

3.046

114

123

128

128

 

– 

Subsidieregeling Sirius programma 2

   

0

 

0

       
 

– 

Subsidieregeling Libertas Noodfonds

   

0

 

0

       
 

– 

3TU's samenwerking

   

0

 

0

       
 

– 

Open en online onderwijs

1.000

 

1.000

 

1.000

       
 

– 

Overig

1.930

 

1.930

116

2.046

114

123

128

128

                       

Opdrachten

1.667

0

1.667

794

2.461

184

216

217

172

 

– 

Uitbesteding

1.667

 

1.667

794

2.461

184

216

217

172

                       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO)

   

0

 

0

       
                       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

23.794

0

23.794

0

23.794

0

0

0

0

 

– 

Organisaties conform tabel 6.5

23.794

 

23.794

 

23.794

       

Ontvangsten

16

0

16

 

16

       

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 118,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 65,6 miljoen) wordt veroorzaakt doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2017 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2016 worden verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2016.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

  • Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 51,5 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:

  • een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 57,4 miljoen (Referentieraming 2016: zie het algemeen deel);

  • de doorverdeling naar artikel 7 (wo) van de lumpsumkorting (– € 6,9 miljoen) ter dekking van de uitvoeringsproblematiek (zie algemeen deel);

  • het oorspronkelijk op artikel 7 (wo) ondergebrachte budget (€ 2,5 miljoen) voor de bekostiging van Flexibel hoger onderwijs voor volwassen wordt overgeheveld naar artikel 6 (hbo), omdat de pilots flexibilisering en het experiment vraagfinanciering in het kader van flexibel hoger onderwijs voor volwassenen alleen in het hbo plaatsvinden;

  • diverse overige mutaties (met name interne overboekingen van andere beleidsartikelen) die het budget in totaal verhogen met € 3,5 miljoen.

Subsidies

  • Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd.

Opdrachten

  • Het budget voor opdrachten wordt met € 0,8 miljoen verhoogd in verband met een overheveling van communicatiemiddelen ter grootte van € 0,6 miljoen vanuit artikel 11 (Studiefinanciering) en als gevolg van aanvullende opdrachten (€ 0,2 miljoen) ten behoeve van het lerarenbeleid.

Artikel 8. Internationaal beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

HGIS-deel 2016

Verplichtingen

12.327

0

12.327

216

12.543

148

168

168

168

 

Uitgaven

13.662

0

13.662

163

13.825

128

168

168

168

0

Waarvan juridisch verplicht

72%

     

85%

         
                         

Subsidies

1.696

0

1.696

58

1.754

0

0

0

0

0

 

– 

Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA)

612

 

612

 

612

         
 

– 

Netherlands house for Education and Research (Neth-ER)

600

 

600

 

600

         
 

– 

Frans-Nederlandse academie (FNA)

   

0

 

0

         
 

– 

Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur

364

 

364

 

364

         
 

– 

overige incidentele subsidies

120

 

120

58

178

         
                         

Opdrachten

2.500

0

2.500

– 23

2.477

0

0

0

0

0

 

– 

Beleidsonderzoek en benchmarking

100

 

100

 

100

         
 

– 

Incidentele Internationale activiteiten

86

 

86

– 23

63

         
 

– 

EU-voorzitterschap

2.314

 

2.314

 

2.314

         
                         

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

9.016

0

9.016

128

9.144

128

168

168

168

0

 

– 

OCW-vertegenwoordiging in het buitenland

135

 

135

 

135

         
 

– 

Stichting EP-Nuffic

3.485

 

3.485

 

3.485

         
 

– 

Nederlandse Taalunie

2.795

 

2.795

 

2.795

         
 

– 

Europa College Brugge

30

 

30

 

30

         
 

– 

Unesco

20

 

20

 

20

         
 

– 

OESO CERI

76

 

76

 

76

         
 

– 

Fulbright Center

368

 

368

 

368

         
 

– 

DCIC Cultural Contact Point

90

 

90

 

90

         
 

– 

Stichting Ons Erfdeel

185

 

185

 

185

         
 

– 

Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training

1.782

 

1.782

128

1.910

128

168

168

168

 
 

– 

Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

   

0

 

0

         
 

– 

Incidentele EU-programma's en activiteiten

50

 

50

 

50

         
                         

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

450

0

450

0

450

0

0

0

0

0

 

– 

Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa)

450

 

450

 

450

         

Ontvangsten

99

 

99

 

99

0

0

0

0

 

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven.

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 9 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

250.915

0

250.915

– 12.087

238.828

1.386

– 4.237

– 5.240

– 5.120

Uitgaven

250.915

0

250.915

– 11.484

239.431

783

– 4.237

– 5.240

– 5.120

Waarvan juridisch verplicht

93%

     

93,0%

       
                       

Bekostiging

28.460

0

28.460

– 3.857

24.603

– 1.030

0

0

0

Hoofdbekostiging

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve

0

 

0

 

0

       

Prestatiebox

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Professionalisering po/vo/mbo

   

0

 

0

       

Aanvullende bekostiging

28.460

0

28.460

– 3.857

24.603

– 1.030

0

0

0

 

– 

Functiemix VO Randstadregio's

   

0

 

0

       
 

– 

Salarismix MBO Randstadregio's

   

0

 

0

       
 

– 

Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

28.460

 

28.460

– 3.857

24.603

– 1.030

0

0

0

 

– 

G.O.- en vakbondsfaciliteiten po

   

0

 

0

       
                       

Subsidies

201.918

0

201.918

– 7.965

193.953

– 4.148

– 5.367

– 7.370

– 7.370

 

– 

Lerarenbeurs/zij-instroom

131.883

 

131.883

– 14.250

117.633

– 6.650

– 6.250

– 6.250

– 6.250

 

– 

Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo

34.511

 

34.511

– 2.364

32.147

– 603

     
 

– 

Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

17.100

 

17.100

– 63

17.037

– 31

     
 

– 

Verankering academische opleidingsschool

1.262

 

1.262

328

1.590

       
 

– 

InnovatieImpuls Onderwijs

0

 

0

 

0

       
 

– 

Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po

   

0

 

0

       
 

– 

Onderwijscoöperatie

2.945

 

2.945

 

2.945

       
 

– 

Open Universiteit (LOOK)

   

0

 

0

       
 

– 

Promotiebeurs voor leraren

6.750

 

6.750

 

6.750

       
 

– 

Projecten professionalisering

1.900

 

1.900

2.600

4.500

1.800

 

– 2.000

– 2.000

 

– 

Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek

1.000

 

1.000

4.400

5.400

       
 

– 

Caribisch Nederland

0

 

0

 

0

       
 

– 

Overige projecten

4.567

 

4.567

1.384

5.951

1.336

883

880

880

                       

Opdrachten

14.819

0

14.819

275

15.094

5.930

1.130

2.130

2.250

 

– 

Onderzoek, ramingen en communicatie

3.719

 

3.719

330

4.049

130

130

130

250

 

– 

Leraren- en schoolleidersregister

11.100

 

11.100

– 55

11.045

5.800

1.000

2.000

2.000

                       

Bijdrage aan agentschappen

5.718

0

5.718

63

5.781

31

0

0

0

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

5.718

 

5.718

63

5.781

31

     
                       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid

   

0

 

0

       

Ontvangsten

6.000

0

6.000

 

6.000

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Subsidies

Het budget voor de subsidies wordt per saldo met € 8 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:

  • Als gevolg van de onderuitputting van de afgelopen jaren wordt het budget voor de Lerarenbeurs/zij-instroom per saldo met € 14,2 miljoen verlaagd.

  • Op de projecten voor professionalisering is de kasschuif van 2015 naar 2016 verwerkt. Per saldo wordt het budget met € 2,6 miljoen verhoogd.

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

4.953.609

0

4.953.609

451.713

5.405.322

113.497

273.779

295.901

282.167

Uitgaven

4.953.609

0

4.953.609

451.713

5.405.322

113.497

273.779

295.901

282.167

Waarvan juridisch verplicht

100%

     

%

       
                   

Inkomensoverdrachten

2.730.556

0

2.730.556

287.462

3.018.018

– 90.252

41.243

39.818

6.569

Basisbeurs

959.045

0

959.045

27.196

986.241

30.363

– 18.241

– 15.462

– 40.430

 

Gift (R)

1.088.140

 

1.088.140

3.889

1.092.029

13.680

12.970

16.021

17.470

 

Prestatiebeurs (NR)

– 129.095

 

– 129.095

23.307

– 105.788

16.683

– 31.211

– 31.483

– 57.900

Aanvullende beurs

768.533

0

768.533

29.286

797.819

13.757

13.365

15.194

13.158

 

Gift (R)

620.752

 

620.752

– 5.281

615.471

– 4.866

1.431

9.172

11.383

 

Prestatiebeurs (NR)

147.781

 

147.781

34.567

182.348

18.623

11.934

6.022

1.775

Reisvoorziening

1.022.667

0

1.022.667

202.598

1.225.265

– 182.432

8.772

20.849

32.532

 

Bijdrage aan vervoersbedrijven (R)

1.204.730

 

1.204.730

201.488

1.406.218

– 159.993

25.025

24.060

23.476

 

Gift (R)

629.544

 

629.544

14.507

644.051

16.429

21.305

34.065

46.404

 

Prestatiebeurs (R)

– 811.606

 

– 811.606

– 13.397

– 825.003

– 38.868

– 37.558

– 37.276

– 37.348

Overige uitgaven

– 19.689

0

– 19.689

28.382

8.693

48.060

37.347

19.237

1.309

 

Overige uitgaven relevant (R)

128.913

 

128.913

– 23.861

105.052

– 24.686

– 27.529

– 30.273

– 33.011

 

Caribisch Nederland

2.129

 

2.129

884

3.013

884

884

884

884

 

Overige uitgaven niet-relevant (NR)

– 150.731

 

– 150.731

51.359

– 99.372

71.862

63.992

48.626

33.436

                       

Leningen

2.114.614

0

2.114.614

148.779

2.263.393

202.240

231.416

254.989

273.832

 

Rentedragende lening (NR)

1.910.571

 

1.910.571

116.346

2.026.917

142.893

171.637

194.592

212.237

 

Collegegeldkrediet (NR)

204.043

 

204.043

32.433

236.476

59.347

59.779

60.397

61.595

                       

Bijdrage aan agentschappen

108.439

0

108.439

15.472

123.911

1.509

1.120

1.094

1.766

 

Dienst Uitvoering Onderwijs (R)

108.439

 

108.439

15.472

123.911

1.509

1.120

1.094

1.766

Ontvangsten

869.711

0

869.711

– 54.908

814.803

– 60.676

– 64.357

– 63.400

– 60.757

 

Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R)

199.619

 

199.619

– 65.994

133.625

– 75.075

– 78.014

– 76.419

– 74.499

 

Kortlopende vorderingen (R)

96.624

 

96.624

– 3.621

93.003

– 3.621

– 3.621

– 3.621

– 3.621

 

Terugontvangen hoofdsom (NR)

573.468

 

573.468

14.707

588.175

18.020

17.278

16.640

17.363

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting instrumenten (algemeen):

Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.

De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Inkomensoverdrachten

In totaal wordt € 287,5 miljoen meer uitgegeven aan inkomensoverdrachten dan eerder geraamd. Dit is het gevolg van de volgende mutaties:

  • De basisbeursuitgaven vallen hoger uit dan eerder geraamd. In 2016 wordt per saldo € 27,2 miljoen meer aan basisbeursuitgaven verwacht.

    • Dit betreft € 3,9 miljoen meer relevante basisbeursuitgaven (gift). Deze € 3,9 miljoen is het saldo van lagere verwachte uitgaven aan de bol als gevolg van de realisatie in 2015 en hogere omzettingen van prestatiebeurs in gift in het hbo.

    • De niet-relevante uitgaven basisbeurs (prestatiebeurs) stijgen met € 23,3 miljoen. Dit is het gevolg van onder andere hogere toekenningen basisbeurs in het wo vanwege hogere aantallen studenten dan aanvankelijk geraamd. Ook spelen lagere omzettingen van prestatiebeurs in gift van bolstudenten een rol.

  • De uitgaven aanvullende beurs vallen per saldo € 29,3 miljoen hoger uit dan geraamd:

    • Dit betreft € 5,3 miljoen minder relevante aanvullende beurs-uitgaven (gift en omzettingen).

    • De niet-relevante uitgaven aanvullende beurs stijgen in 2016 met € 34,6 miljoen, zowel in het mbo, als in het ho. Dit houdt onder meer verband met de realisaties 2015 en met de nieuwe referentieraming.

  • De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen in 2016 met € 202,6 miljoen:

  • Dit is het gevolg van de volgende boekingen:

    • Een verhoging van de vergoeding aan de vervoersbedrijven van € 201,5 miljoen. In 2016 wordt € 191,1 miljoen van de voorlopige vergoeding 2017 voor de OV-studentenkaart aan de vervoersbedrijven vooruitbetaald. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de optimalisatie van het kasritme van de Staat.

    • Daarnaast een bijstelling van per saldo € 10,4 miljoen als gevolg van mutaties door onder meer lagere kaartprijzen, de bijdrage onterecht kaartbezit en de afrekening over 2015.

    • Meer omzettingen (€ 14,5 miljoen) van niet-relevante prestatiebeurs-uitgaven naar OV-uitgaven in gift.

    • Hogere niet-relevante prestatiebeurs-boekingen die als gevolg van de boekingssystematiek resulteren in lagere (– € 13,4 miljoen) relevante uitgaven op dit artikelonderdeel

  • De overige uitgaven vallen in 2016 € 28,4 miljoen hoger uit dan geraamd:

    • Van deze bijstelling is – € 23,0 miljoen relevant. Deze mutatie is voornamelijk het gevolg van de realisaties over 2015 waaruit blijkt dat er minder kwijtscheldingen hebben plaatsgevonden dan aanvankelijk geraamd.

    • De niet-relevante overige uitgaven vallen € 51,4 miljoen hoger uit. Met deze mutatie worden de technische bijstellingen op de verschillende onderdelen aangesloten.

Leningen

Er wordt per saldo naar verwachting € 148,8 miljoen meer uitgegeven aan leningen dan geraamd:

  • Dit is voornamelijk het gevolg van een stijging bij de uitgaven aan rentedragende leningen (€ 116,3 miljoen). Meer studenten zijn gaan lenen, zowel studenten onder het studievoorschot, als ook studenten die nog onder de prestatiebeursregime vallen.

  • Het collegegeldkrediet wordt met € 32,4 miljoen omhoog bijgesteld, omdat meer studenten hiervan gebruik zijn gaan maken.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 15,5 miljoen verhoogd.

Eind 2014 is de business case van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS) herijkt naar aanleiding van de invoering van het studievoorschot. Uitkomst van die herijking was dat het programma een langere doorlooptijd kreeg, en dat daarmee eenmalige aanpassingskosten gepaard gingen van circa € 21 miljoen, waarvan € 14,2 miljoen in 2016.

Een bijstelling van het DUO-budget met € 2,0 miljoen vloeit voort uit de herijking van de business-case fraude. Als gevolg van diverse kleinere ramingsaanpassingen wordt nog een bedrag van per saldo – € 0,8 miljoen gemuteerd.

Ontvangsten

De ontvangstenraming wordt per saldo verlaagd met € 54,9 miljoen:

  • Op basis van de realisatiecijfers over 2015 en de lage rente worden de relevante rente-ontvangsten naar beneden bijgesteld. Samen met de relevante ontvangsten hoofdsom wordt per saldo – € 66,0 miljoen gemuteerd.

  • Bij de kortlopende vorderingen worden € 3,6 miljoen minder ontvangsten verwacht.

  • Op basis van de realisaties 2015 worden de verwachte niet-relevante ontvangsten met € 14,7 miljoen verhoogd. Dit betreft ontvangsten van direct verstrekte rentedragende studieleningen en in langlopende leningen omgezette prestatiebeurs-uitgaven.

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 12 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

88.307

0

88.307

– 133

88.174

1.181

1.605

1.719

1.838

Uitgaven

88.307

0

88.307

– 133

88.174

1.181

1.605

1.719

1.838

Waarvan juridisch verplicht

100%

     

%

       
                       

Inkomensoverdrachten

71.686

0

71.686

– 42

71.644

1.200

1.618

1.731

1.850

TS 17-

500

0

500

0

500

0

0

0

0

 

Minderjarige deelnemers bol (R)

500

 

500

 

500

       

TS 18+

5.900

0

5.900

– 394

5.506

– 394

– 394

– 394

– 394

 

Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R)

3.955

 

3.955

– 321

3.634

– 321

– 321

– 321

– 321

 

Deeltijd vo (R)

1.945

 

1.945

– 73

1.872

– 73

– 73

– 73

– 73

VO 18+

65.286

0

65.286

352

65.638

1.594

2.012

2.125

2.244

 

Volwassenenonderwijs (vavo) (R)

5.678

 

5.678

110

5.788

240

406

559

883

 

Meerderjarige scholieren vo (R)

53.694

 

53.694

544

54.238

1.748

2.062

2.054

1.896

 

Meerderjarige scholieren vso (R)

4.966

 

4.966

– 235

4.731

– 327

– 389

– 421

– 468

 

STOEB/ALR (NR)

948

 

948

– 67

881

– 67

– 67

– 67

– 67

                       

Bijdrage aan agentschappen

16.621

0

16.621

– 91

16.530

– 19

– 13

– 12

– 12

 

Dienst Uitvoering Onderwijs (R)

16.621

 

16.621

– 91

16.530

– 19

– 13

– 12

– 12

Ontvangsten

3.034

0

3.034

– 4

3.030

32

52

57

63

 

TS 17- (R)

22

 

22

19

41

0

0

0

0

 

TS 18+ (R)

96

 

96

– 21

75

– 21

– 21

– 21

– 21

 

VO 18+ (R)

2.916

 

2.916

– 2

2.914

53

73

78

84

Artikel 13. Lesgelden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

7.071

 

7.071

– 13

7.058

6

7

11

13

Uitgaven

7.071

0

7.071

– 13

7.058

6

7

11

13

Waarvan juridisch verplicht

100,0%

     

%

       
                       

Bijdrage aan agentschappen

7.071

0

7.071

– 13

7.058

6

7

11

13

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

7.071

 

7.071

– 13

7.058

6

7

11

13

Ontvangsten

249.135

 

249.135

216

249.351

– 1.394

– 1.213

– 1.363

– 2.041

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

2.773.796

10.000

2.783.796

30.858

2.814.654

753

11.253

11.363

11.763

Waarvan garantieverplichtingen

653.100

     

653.100

       

Uitgaven

747.563

10.000

757.563

31.119

788.682

753

11.253

11.253

11.763

Waarvan juridisch verplicht

98,2%

     

%

       
                   

Bekostiging

651.718

0

651.718

– 59.870

591.848

– 7.380

4.220

4.220

4.220

 

Culturele basisinfrastructuur

510.334

0

510.334

– 40.661

469.673

2.620

4.220

4.220

4.220

   

Vierjaarlijkse instellingen

357.643

 

357.643

– 41.048

316.595

2.225

3.825

3.825

3.825

   

Vierjaarlijkse fondsen

152.691

 

152.691

387

153.078

395

395

395

395

 

Monumentenzorg

83.011

 

83.011

– 10.941

72.070

0

0

0

0

 

Archieven incl. Regionale Historische Centra

25.011

 

25.011

0

25.011

0

0

0

0

 

Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea

14.800

 

14.800

 

14.800

0

0

0

0

 

Cultuureducatie met Kwaliteit

17.500

 

17.500

– 7.500

10.000

– 10.000

0

0

0

 

Archeologie

1.062

 

1.062

– 768

294

0

0

0

0

                       

Subsidies

48.998

10.000

58.998

2.287

61.285

– 2.210

– 3.810

– 4.310

– 4.200

 

Verbreden inzet cultuur

9.470

 

9.470

0

9.470

0

0

0

0

 

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

7.775

 

7.775

2.329

10.104

500

500

0

0

 

Programma bibliotheekvernieuwing

1.248

 

1.248

– 1.200

48

– 2.600

– 4.200

– 4.200

– 4.200

 

Programma leesbevordering

2.850

 

2.850

0

2.850

0

0

0

0

 

Programma CRISP

0

 

0

0

0

0

0

0

0

 

Programma erfgoed en ruimte

6.000

 

6.000

– 2.708

3.292

0

0

0

0

 

Programma ondernemerschap

1.737

 

1.737

0

1.737

0

0

0

0

 

Specifiek cultuurbeleid

19.918

10.000

29.918

3.866

33.784

– 110

– 110

– 110

 
                       

Opdrachten

4.202

0

4.202

88.690

92.892

0

0

0

0

 

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

4.202

 

4.202

88.690

92.892

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan agentschappen

39.278

0

39.278

266

39.544

10.343

10.843

11.343

11.743

 

Nationaal Archief

39.278

 

39.278

266

39.544

10.343

10.843

11.343

11.743

                       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.367

0

3.367

– 254

3.113

0

0

0

0

 

Uitvoering internationale verdragen

2.366

 

2.366

– 276

2.090

0

0

0

0

 

Uitvoering internationale contributies

941

 

941

22

963

0

0

0

0

 

Europese samenwerking

60

 

60

0

60

0

0

0

0

Ontvangsten

494

0

494

0

494

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget wordt per saldo met € 59,9 miljoen verlaagd. De grootste mutaties achter dit saldo zijn de volgende:

  • Een bedrag van € 41,9 miljoen is overgeboekt naar begrotingsartikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid voor subsidieverlening aan de Koninklijke Bibliotheek op basis van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen.

  • Het budget voor de monumentenzorg was volledig geraamd op het financieel instrument bekostiging, maar zal gedeeltelijk worden uitgegeven aan subsidies en opdrachten. Daarom zijn middelen overgeboekt naar de andere financiële instrumenten (€ 9,7 miljoen)

  • Voor de prestatiebox cultuureducatie is € 7,5 miljoen overgeboekt naar begrotingsartikel 1 Primair onderwijs.

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 10 miljoen verhoogd als gevolg van een aangenomen amendement bij de cultuurbegroting.

Opdrachten

Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 88,7 miljoen verhoogd. De belangrijkste reden hiervoor is de aankoop van een van de huwelijksportretten van Rembrandt voor € 80 miljoen. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de brief van de minister van OCW aan de Tweede Kamer van 1 februari 2016. De rest van het saldo betreft grotendeels overboekingen uit de financiële instrumenten bekostiging en subsidies. Deze zijn nodig omdat voor een aantal beleidsterreinen een deel van het budget bestemd is voor opdrachten, terwijl het budget volledig was geraamd onder bekostiging of subsidies. Het gaat om opdrachten in het kader van erfgoedbeleid (onder andere monumentenzorg, archeologie en erfgoed en ruimte).

Artikel 15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 15 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

1.005.154

0

1.005.154

7.334

1.012.488

       

Uitgaven

1.005.485

0

1.005.485

7.334

1.012.819

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

99,9%

     

%

       
                       

Bekostiging

1.000.856

0

1.000.856

7.334

1.008.190

0

0

0

0

 

Publieke Omroep (omroepinstellingen)

912.191

0

912.191

0

912.191

0

0

0

0

   

Landelijke publieke omroep

756.397

 

756.397

 

756.397

       
   

Regionale Omroep

155.794

 

155.794

 

155.794

       
   

Minderhedenprogrammering

   

0

 

0

       
 

Beheertaken landelijke publieke omroep

61.383

0

61.383

0

61.383

0

0

0

0

   

Stichting Omroep Muziek

15.571

 

15.571

 

15.571

       
   

Uitzenden en uitzendgereedmaken

25.274

 

25.274

 

25.274

       
   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

20.538

 

20.538

 

20.538

       
 

Dotaties, bijdragen publieke omroep

30.345

0

30.345

0

30.345

0

0

0

0

   

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties

17.202

 

17.202

 

17.202

       
   

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

2.156

 

2.156

 

2.156

       
   

Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO)

7.969

 

7.969

 

7.969

       
   

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

1.498

 

1.498

 

1.498

       
   

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)

1.520

 

1.520

 

1.520

       
 

Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR)

– 3.889

 

– 3.889

7.334

3.445

0

0

0

0

 

Overige bekostiging media (uit rente AMR)

500

 

500

 

500

       
 

Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016

326

0

326

0

326

0

0

0

0

   

Vierjaarlijkse instellingen

326

 

326

 

326

       
                       

Subsidies

919

0

919

0

919

0

0

0

0

 

Subsidies

919

 

919

 

919

       
                       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

3.675

0

3.675

0

3.675

0

0

0

0

 

Commissariaat voor de Media

3.675

 

3.675

 

3.675

       
                       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

35

0

35

0

35

0

0

0

0

 

Uitvoering internationale contributies

35

 

35

 

35

       

Ontvangsten

197.500

0

197.500

9.000

206.500

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 7,3 miljoen verhoogd.

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

  • Het budget voor Bekostiging (Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve) wordt per saldo met € 7,3 miljoen verhoogd. Enerzijds betreft dit een desaldering met het ontvangstenbudget van € 9 miljoen in verband met een hogere raming van de reclameopbrengsten. Anderzijds betreft het de bijdrage van € 1,7 miljoen als bijdrage van Media in de begrotingsproblematiek 2016.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 9 miljoen verhoogd. Dit betreft de desalderingsboeking met het uitgavenbudget als gevolg van een hogere raming van de reclameopbrengsten.

Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

934.735

0

934.735

45.892

980.627

545

725

605

605

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Uitgaven

953.579

0

953.579

43.537

997.116

2.155

725

725

605

Waarvan juridisch verplicht

99,8%

     

99,9%

       
                       

Bekostiging

836.922

0

836.922

45.678

882.600

2.675

745

745

625

Hoofdbekostiging

590.395

0

590.395

42.061

632.456

0

0

0

0

 

NWO-wet en WHW

                 
 

NWO

457.552

0

457.552

0

457.552

0

0

0

0

 

KNAW

87.193

0

87.193

180

87.373

0

0

0

0

 

– 

KB

45.650

0

45.650

41.881

87.531

0

0

0

0

Aanvullende bekostiging

246.527

0

246.527

3.617

250.144

2.675

745

745

625

 

– 

NWO Talentenontwikkeling

161.409

0

161.409

 

161.409

       
 

– 

NWO STW

8.000

0

8.000

0

8.000

0

0

0

0

 

– 

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

55.295

0

55.295

0

55.295

0

0

0

0

 

– 

Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek

17.823

0

17.823

3.617

21.440

2.675

745

745

625

 

– 

Poolonderzoek

1.500

0

1.500

0

1.500

0

0

0

0

 

– 

Kust- en Zeeonderzoek

2.500

0

2.500

0

2.500

0

0

0

0

                       

Subsidies

27.783

0

27.783

– 2.302

25.481

– 520

– 20

– 20

– 20

Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap

18.100

0

18.100

0

18.100

0

0

0

0

 

– 

CPG

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Montesquieu Instituut

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

NCB/Nationaal Herbarium

6.235

0

6.235

0

6.235

0

0

0

0

 

– 

BPRC

8.303

0

8.303

0

8.303

0

0

0

0

 

– 

NCWT/NEMO

3.343

0

3.343

0

3.343

0

0

0

0

 

– 

STT

219

0

219

0

219

0

0

0

0

 

– 

NTU/INL

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Subsidieregeling St.AAP

1.028

0

1.028

0

1.028

0

0

0

0

Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap

8.655

0

8.655

– 2.302

6.353

– 520

– 20

– 20

– 20

 

– 

Genomics

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Nationale coördinatie

5.905

0

5.905

– 2.302

3.603

– 520

– 20

– 20

– 20

 

– 

Bilaterale samenwerking

2.750

0

2.750

0

2.750

0

0

0

0

                       

Opdrachten

300

0

300

0

300

0

0

0

0

 

– 

Opdrachten

300

0

300

0

300

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan agentschappen

286

0

286

0

286

0

0

0

0

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

286

0

286

0

286

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan medeoverheden

488

0

488

161

649

0

0

0

0

 

– 

Nationaal contactpunt Kaderprogramma

488

0

488

161

649

0

0

0

0

                       

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

87.800

0

87.800

0

87.800

0

0

0

0

 

EMBC

812

0

812

0

812

0

0

0

0

 

EMBL

4.851

0

4.851

0

4.851

0

0

0

0

 

ESA

31.065

0

31.065

0

31.065

0

0

0

0

 

CERN

40.000

0

40.000

0

40.000

0

0

0

0

 

ESO

8.500

0

8.500

0

8.500

0

0

0

0

 

NTU/INL

2.572

0

2.572

0

2.572

0

0

0

0

Ontvangsten

101

0

101

0

101

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Bekostiging

  • Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 45,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • Overboeking van het budget ad € 41,9 miljoen voor de WSOB van artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek.

  • Interne- en interdepartementale overboekingen ad € 3,6 miljoen ten behoeve van het Nationaal Regieorgaan Onderwijs Onderzoek (NRO).

Subsidies

  • Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 2,3 verlaagd. Deze verlaging wordt veroorzaakt door:

  • Een subsidietaakstelling ad € 1,6 miljoen ter dekking van de uitvoeringsproblematiek (zie ook algemene toelichting).

  • Interne overboekingen ad € 0,7 miljoen.

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Beleidsartikel 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

10.609

0

10.609

3.136

13.745

– 4.278

– 916

0

0

Uitgaven

13.474

0

13.474

121

13.595

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

52,6%

     

72,5%

       
                   

Bekostiging

4.153

0

4.153

45

4.198

45

45

45

45

 

Kennisinfrastructuur

4.153

0

4.153

45

4.198

45

45

45

45

 

Vrouwenemancipatie

2.952

 

2.952

– 4

2.948

– 4

– 4

– 4

– 4

 

LHBT

1.201

 

1.201

49

1.250

49

49

49

49

                       

Subsidies

7.194

0

7.194

58

7.252

– 45

– 45

– 45

– 45

 

Subsidieregeling emancipatie

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

– 

Vrouwenemancipatie

   

0

 

0

       
 

LHBT

   

0

 

0

       
 

Subsidieregeling emancipatie 2011

7.194

0

7.194

58

7.252

– 45

– 45

– 45

– 45

 

– 

Vrouwenemancipatie

5.129

 

5.129

27

5.156

4

4

4

4

 

– 

LHBT

2.065

 

2.065

31

2.096

– 49

– 49

– 49

– 49

                       

Opdrachten

1.021

0

1.021

164

1.185

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

542

 

542

164

706

       
 

LHBT

479

 

479

 

479

       
                       

Bijdrage aan agentschappen

143

0

143

0

143

0

0

0

0

 

– 

Dienst Uitvoering Onderwijs

143

 

143

 

143

       
                       

Bijdrage aan mede-overheden

923

0

923

– 296

627

0

0

0

0

 

Gemeentefonds BZK

923

0

923

– 296

627

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

789

 

789

– 246

543

       
 

LHBT

134

 

134

– 50

84

       
                       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

40

0

40

150

190

0

0

0

0

 

LHBT

40

 

40

150

190

       

Ontvangsten

0

0

0

 

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 3,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:

  • Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van meerjarige verplichtingen op het instrument bekostiging van € 4,2 miljoen.

  • Correctie verplichtingenruimte voor verplichtingen aangegaan in 2015 voor de jaren vanaf 2016 (voor 2015 gecorrigeerd met de 2e Suppletoire Wet 2015) van -/- € 1,2 miljoen.

2.3 Niet-beleidsartikelen

Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel 91 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

0

0

0

854.188

854.188

777.012

779.190

776.165

775.315

Uitgaven

0

0

0

854.188

854.188

777.012

779.190

776.165

775.315

Loonbijstelling

0

 

0

782.354

782.354

706.795

705.663

702.867

701.739

Prijsbijstelling

0

 

0

73.534

73.534

73.517

73.527

73.298

73.576

Onvoorzien

0

 

0

– 1.700

– 1.700

– 3.300

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Loonbijstelling

  • De post «Loonbijstelling» wordt per saldo met € 782,4 miljoen verhoogd. Het betreft de toevoeging van:

    • de loonbijstelling tranche 2016 (€ 488,6 miljoen);

    • de meerjarige doorwerking van de loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016 (€ 232,2 miljoen); en

    • een eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies in 2016 (€ 72,7 miljoen).

  • Een deel van de loonbijstelling tranche 2016 wordt ingezet ter dekking van OCW-brede uitvoeringsproblematiek. Het betreft de loonbijstelling over de financiële instrumenten subsidies en opdrachten (totaal € 11,1 miljoen).

  • Het restant van de loonbijstelling wordt in de begroting 2017 verdeeld over de begrotingsartikelen.

Prijsbijstelling

  • De post «Prijsbijstelling» wordt per saldo met € 73,5 miljoen verhoogd. Het betreft de toevoeging van:

    • de kaderrelevante prijsbijstelling tranche 2016 (€ 56,4 miljoen); en

    • de niet-kaderrelevante prijsbijstelling met betrekking tot studiefinanciering (€ 18,5 miljoen).

  • Een deel van de prijsbijstelling tranche 2016 wordt ingezet ter dekking van OCW-brede uitvoeringsproblematiek. Het betreft de prijsbijstelling over de financiële instrumenten subsidies en opdrachten (totaal € 1,4 miljoen).

  • Het restant van de prijsbijstelling wordt in de begroting 2017 verdeeld over de begrotingsartikelen.

Onvoorzien

  • De post «Onvoorzien» wordt per saldo met € 1,7 miljoen verlaagd. Het betreft de bijdrage van OCW aan de ontwikkeling van een eID (elektronische identiteit) door het Ministerie van BZK (€ 1,7 miljoen in 2016 en € 3,3 miljoen in 2017).

  • Daarnaast hebben er nog een aantal andere mutaties op dit artikel plaatsgevonden. Zo levert OCW een bijdrage aan de begroting van V&J (3 x € 8,2 miljoen in 2016 tot en met 2018) en aan het uitwerkingsakkoord 2015 met de VNG (2 x € 17,3 miljoen in 2016 en 2017). Deze bijdrage is geboekt op dit artikel en vervolgens gedekt binnen de OCW-begroting. Per saldo zijn deze mutaties daardoor niet zichtbaar.

  • Ook is de eindejaarsmarge 2015/2016 van € 325,9 miljoen aan dit artikel toegevoegd en vervolgens direct ingezet ter dekking van:

    • overlopende verplichtingen die niet in 2015 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2016 (totaal € 128,1 miljoen);

    • de helft van de eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies (€ 36,4 miljoen);

    • de digitale taken rijksarchieven van het Nationaal Archief (€ 43,6 miljoen); en

    • OCW-brede uitvoeringsproblematiek voor 2016 (€ 117,9 miljoen).

Artikel 95. Apparaatskosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

239.161

0

239.161

9.821

248.982

– 5.373

– 4.779

– 4.766

– 4.759

Uitgaven

239.161

0

239.161

9.821

248.982

– 5.373

– 4.779

– 4.766

– 4.759

                       

Personele uitgaven

166.545

0

166.545

6.389

172.934

– 93

– 87

– 366

– 366

Waarvan

                 
 

– 

eigen personeel

155.495

 

155.495

5.699

161.194

– 93

– 87

– 366

– 366

 

– 

externe inhuur

7.846

 

7.846

690

8.536

0

0

0

0

 

– 

overige personele uitgaven

3.204

 

3.204

0

3.204

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven

72.616

0

72.616

3.432

76.048

– 5.280

– 4.692

– 4.400

– 4.393

Waarvan

                 
 

– 

ICT

27.427

 

27.427

8.215

35.642

0

0

0

0

 

– 

bijdrage aan SSO's

28.404

 

28.404

– 5.794

22.610

– 5.053

– 4.464

– 4.201

– 4.194

 

– 

overige materiële uitgaven

16.785

 

16.785

1.011

17.796

– 227

– 228

– 199

– 199

                       

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

567

0

567

 

567

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 6,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 1,2 miljoen. Onder andere als gevolg van een vertraging in de realisatie van het project «Rijk aan informatie» en het project «OCW naar 3F» in 2015, totaal € 1,1 miljoen;

  • Teruggave van het aandeel van het surplus op het eigen vermogen van FMH en de voormalige RGD, totaal € 5,3 miljoen. Deze apparaatsmiddelen waren al van OCW, maar zijn nu overgeboekt naar de begroting van OCW.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 3,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 7,1 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:

    • als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2015 wordt € 5,9 miljoen pas in 2016 uitgegeven;

    • door vertraagde interdepartementale besluitvorming is in 2015 niet gestart met de voorziene herinrichting van de Hoftoren. De projectkosten ad € 1,2 miljoen zijn daarmee verschoven naar 2016;

  • Teruggave van het aandeel van het surplus op het eigen vermogen van FMHaaglanden en de voormalige RGD, totaal € 2,3 miljoen. Deze apparaatsmiddelen waren al van OCW, maar zijn nu overgeboekt naar de begroting van OCW;

  • Diverse interdepartementale overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van € 6,3 miljoen:

    • Een overboeking naar BZK als gevolg van de centrale bekostiging van FMHaaglanden ad € 5,2 miljoen;

    • Overboekingen naar SZW ten behoeve van de exploitatiekosten FDC, team beheer 2016 en exploitatiekosten Leer & Ontwikkelplein 2016, totaal € 1,1 miljoen;

    • Een overboeking naar Financiën zijnde een bijdrage voor de kosten van abonnementen ICBR 2016 € 0,2 miljoen;

    • Een bijdrage van EZ ad € 0,2 miljoen ten behoeve van de kosten van de AWTi 2016.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd.

BATEN-LASTENAGENTSCHAP DIENST UITVOERING ONDERWIJS (DUO)

In deze paragraaf is de 1e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

Tabel Staat van baten-lastenagentschap DUO (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

227.015

24.922

251.937

Omzet overige departementen

23.107

0

23.107

Omzet derden

10.745

0

10.745

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

260.867

24.922

285.789

       

Lasten

     

Apparaatskosten

253.852

24.922

278.774

– personele kosten

144.433

4.691

149.124

– waarvan eigen personeel

119.163

188

119.351

– waarvan externe inhuur

18.270

4.503

22.773

– waarvan overige personele kosten

7.000

0

7.000

– materiële kosten

109.419

20.231

129.650

– waarvan apparaat ICT

20.000

0

20.000

– waarvan bijdrage aan SSO's

12.500

0

12.500

Rentelasten

15

0

15

Afschrijvingskosten

7.000

0

7.000

– materieel

7.000

0

7.000

– waarvan apparaat ICT

5.500

0

5.500

– immaterieel

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

260.867

24.922

285.789

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting:

De baten van de 1e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 24,9 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2016 (€ 260,9 miljoen).

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 24,9 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel makend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 14,2 miljoen), doorontwikkeling BRON (€ 5,0 miljoen). Daarnaast betreft het bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 5,7 miljoen), zoals intensivering handhaving (€ 2,0 miljoen), afnemen centrale- en staatsexamens (KOMEX) (€ 1,0 miljoen) en overige diverse bijstellingen optellend naar € 2,7 miljoen).

Lasten

Apparaatskosten

De personele begroting laat een stijging zien van € 4,7 miljoen, benodigd voor de additionele inzet op de (basis)dienstverlening. De materiële kosten laten een stijging zien van € 20,2 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op (basis)dienstverlening en de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en doorontwikkeling BRON.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2016 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e

suppletoire

begroting

(3)=(1)+(2)

Stand

1e suppletoire

begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2016

46.755

0

46.755

 

Totaal ontvangen operationele kasstroom (+)

260.867

24.922

285.789

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 253.867

– 24.922

– 278.789

2.

Totaal operationele kasstroom

7.000

0

7.000

 

Totaal investeringen (-/-)

– 7.000

0

– 7.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 7.000

0

– 7.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalig storting van moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 315

0

– 315

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 315

0

– 315

5.

Rekening courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

46.440

0

46.440

Het kasstroomoverzicht is niet aangepast ten opzichte van de vastgestelde begroting.

Naar boven