Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34481 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34481 nr. 3 |
Vastgesteld 22 augustus 2017
De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft in het kader van een politieke dialoog een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Europese Commissie over visumliberalisatie met betrekking tot Oekraïne, Turkije en Kosovo en de herziening van het opschortingsmechanisme voor visumvrijstelling; COM (2016) 236, 277, 279 en 290.
De Europese Commissie heeft de vragen bij brief van 9 december 2016 beantwoord. De vaste commissie voor Europese Zaken brengt verslag uit door openbaarmaking van de gewisselde stukken1.
De fungerend voorzitter van de commissie, Azmani
De adjunct-griffier van de commissie, Loeffen
Aan de Europese Commissie
Den Haag, 6 juli 2016
Geachte heer Avramopoulos,
De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Nederlandse Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de EU-voorstellen betreffende visumliberalisatie COM (2016) 236, 279, 277 en 290 ontvangen. Een aantal fracties2 heeft hierover en over aanvullende migratie-onderwerpen onderstaande opmerkingen en vragen in het kader van een politieke dialoog met de Europese Commissie. De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ziet met belangstelling uw reactie tegemoet en stelt het op prijs uw antwoord zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief te ontvangen.
Vragen en opmerkingen van de fracties
Visumliberalisatie Oekraïne, Turkije en Kosovo
De fracties van VVD, PvdA, SP, CDA en D66 benadrukken allen dat Oekraïne, Turkije en Kosovo aan alle criteria voor visumliberalisatie zullen moeten voldoen alvorens overgegaan kan worden tot visumliberalisatie.
De leden van de VVD-fractie merken daarbij op dat formeel gezien de visumliberalisatietrajecten niet het recht om in de Europese Unie te komen werken of wonen betreffen. Formeel gaan deze trajecten ook niet over grenscontroles of vreemdelingentoezicht. In de praktijk heeft dit echter wel te maken met een verdere toenadering van lidstaten die in meer of mindere mate op afstand staan van de waarden in de Nederlandse samenleving. De leden van de VVD-fractie zijn er nog niet van overtuigd dat in voornoemde gevallen is voldaan aan de criteria voor visumliberalisatie, bijvoorbeeld op het terrein van biometrische paspoorten, migratiemanagement of veiligheid. Voornoemde leden zijn van mening dat landen eerst volledig moeten voldoen aan de criteria voor visumliberalisatie voordat kan worden overgegaan tot een besluit hierover.
Visumliberalisatie Turkije
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de resterende voorwaarden waaraan Turkije nog moet voldoen om in aanmerking te komen voor visumliberalisatie? Kan in detail worden aangegeven welke concrete stappen op die punten door Turkije worden gezet? Op welke wijze vindt de monitoring plaats, en wordt daarbij alle medewerking van de zijde van de Turkse diensten verkregen? Op welke wijze is gewaarborgd dat de veranderingen die Turkije doorvoert om aan de criteria te voldoen, niet alleen op papier bestaan, maar ook in de praktijk direct zijn werking hebben? Voornoemde leden vinden dat Turkije eerst aan alle voorwaarden moet voldoen, voordat van visumliberalisatie sprake kan zijn. Een aanpassing van de terreurwetten, o.a. om te voorkomen dat journalisten niet onder de noemer van «terreurbestrijding» kunnen worden berecht, is daarvan een essentieel onderdeel. Tevens moeten de rechten van alle migranten, ook niet-Syriërs, in Turkije gewaarborgd worden.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat visumliberalisatie een eigenstandig traject is waarbij op geen enkele wijze afbreuk gedaan mag worden aan de gehanteerde criteria. Het publiceren van voortgangsrapporten en dergelijke zou eveneens onafhankelijk van politieke ontwikkelingen moeten geschieden. De leden zouden graag zien dat de Commissie gedurende het traject uitvoerig toelicht hoe deze principes bij het komen tot en uitvoeren van de deal rond vluchtelingen met Turkije worden gewaarborgd, nu het voor iedereen duidelijk is dat de visumliberalisatie door deze deal is verbonden met de inspanningen die de EU van Turkije verwacht.
Voorts merken de leden van de SP-fractie op dat de Europese Commissie zich opvallend optimistisch heeft geuit over de voortuitgang die Turkije de afgelopen maanden heeft geboekt. Dat terwijl Turkije in de ogen van de SP-fractie ernstig in gebreke blijft als het gaat om het respecteren van de mensenrechten, zeker in het kader van de Turkijedeal. De Europese Commissie zou volgens de leden geen kritiek moeten schuwen en alles in het moeten werk stellen om de alarmerende signalen van mensenrechtenorganisaties, onder meer over de behandeling van vluchtelingen, serieus te nemen en onderzoek in te stellen naar de vermeende misstanden. Ook het buitenproportionele geweld dat gebruikt wordt jegens de Koerden in Zuidoost Turkije verdient een duidelijke veroordeling van de zijde van de Commissie. Tot slot willen de leden wijzen op het feit dat de persvrijheid in Turkije de afgelopen maanden nog ernstiger onder druk is komen te staan. Dat geldt overigens voor meer principes waar de EU doorgaans belang aan hecht, zoals de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en andere instituties van publiek belang. Volgens de leden van de SP-fractie mag met deze principes en rechten op geen enkele wijze gemarchandeerd worden waar het om onderhandelingen gaat.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat de resterende vijf criteria waar Turkije vooralsnog niet aan voldaan heeft, volledig moeten zijn vervuld alvorens de Commissie haar eindoordeel kan vellen over eventuele visumliberalisatie. De leden merken daarbij op dat het Europees Parlement zich veel kritischer geuit heeft over de voortgang die Turkije maakt dan de Commissie. Het feit dat de EU-ambassadeur, die eerder kritiek uitte op de wijze waarop Turkije uitvoering geeft aan de voorwaarden voor visumliberalisatie, is opgestapt, is volgens de leden een zorgwekkend signaal. Dat geldt ook voor de uitspraak van premier Yildirim, die opnieuw bevestigd heeft de antiterreurwetgeving in het kader van visumliberalisatie niet te willen wijzigen. De leden van de SP-fractie dringen er bij de Commissie op aan deze ontwikkelingen uiterst serieus te nemen en eventueel passende maatregelen te nemen.
De leden van de CDA-fractie hebben een aantal vragen inzake de criteria voor Turkse visumliberalisatie. Met betrekking tot de eerste voorwaarde over het biometrisch paspoort vragen zij: hoe staat het met de belofte dat Turkije vanaf juni (deze maand) tijdelijke paspoorten gaat maken die wél voldoen aan de EU-standaarden en ook geaccepteerd worden door de Commissie? Inzake de verplichting 22 en 68 – het volledig ten uitvoer brengen van het EU-Turkije terugnameovereenkomst, dus ook ten aanzien van Cyprus en het verlenen van visumvrijheid voor in Turkije wonende Cyprioten vragen deze leden naar de voortgang die in de ogen van de Commissie op dit punt wordt geboekt door Turkije. Voorts vragen deze leden of de Commissie met betrekking tot voorwaarde 14 kan ingaan op de wijze waarop grensbewaking wordt uitgevoerd door Turkije. Geschiedt dit volgens de Commissie overeenkomstig het internationaal vluchtelingenrecht? Is de Commissie op de hoogte van berichten van niet-gouvernementele organisaties dat op incidentele basis personen naar Syrië zijn teruggestuurd? De Turkse autoriteiten hebben eerder ontkend dat dit vluchtelingen betreft. Begrijpen deze leden goed dat de Turkse regering wel mensen terugstuurt naar Syrië maar dat zij deze mensen niet als vluchteling beschouwt? Indien dat zo is, zouden de leden van de CDA-fractie van de Commissie graag informatie ontvangen over het aantal mensen dat is teruggestuurd, welke mensen dit zijn en waarheen zij zijn teruggestuurd.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de Commissie de justitiële samenwerking van Turkije met andere lidstaten beoordeelt. Deze leden wijzen op het feit dat de samenwerking met Nederland over het uitleveren van gezochte personen, niet goed verloopt. De Nederlandse Minister van Veiligheid en Justitie liet op 7 juni jl. weten dat in Nederland veroordeelde Turkse criminelen zoals Saban B. in Turkije ongestraft rondlopen. Blijkens informatie van het Nederlandse Openbaar Ministerie zijn 88 zaken in behandeling van personen met (onder andere) een Turkse nationaliteit die een gevangenisstraf van meer dan 120 dagen opgelegd hebben gekregen, niet over een bekend adres in Nederland beschikken en nog voortvluchtig zijn. Van 18 personen is bekend dat zij momenteel in Turkije verblijven of hebben verbleven. Ten aanzien van deze personen, onder wie Saban B., zijn er op grond van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots) gerechtelijke procedures aanhangig gemaakt om te bewerkstelligen dat de veroordeelden hun straf in Turkije uitzitten. Ten aanzien van tien andere personen bestaan opsporingsindicaties dat zij hoogstwaarschijnlijk in Turkije verblijven. Vanaf 2010 is ten aanzien van 6 van de 23 personen het Nederlandse verzoek tot strafovername toegewezen. Hoe beoordeelt de Commissie deze cijfers en gebrekkige tenuitvoerlegging van straffen en het uitlevering van criminelen, in het licht van het voldoen aan voorwaarde 47 in de roadmap omtrent justitiële samenwerking?
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie of de Commissie ook kan ingaan op de vervulling van voorwaarde 65, de antiterreurwetgeving? Deelt de Commissie de mening dat op dit punt geen water bij de wijn kan worden gedaan maar deze wetten door Turkije moeten worden aangepast aan internationale standaarden? Deelt de Commissie de mening dat terrorisme in Turkije dermate breed gedefinieerd is dat het misbruikt wordt tegen journalisten en politieke tegenstander en dat hetzelfde geldt voor het garanderen van gedegen toezicht op de veiligheidsdiensten (onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechterlijke macht)? Voorts vragen deze leden de aandacht van de Commissie voor de volgende voorwaarde uit de roadmap «Turkey should fulfill the following requirements: § Ensure that freedom of movement of citizens of Turkey is not subject to unjustified restrictions, including measures of a discriminatory nature, based on any ground such as sex, race, colour, ethnic or social origin, genetic features, language, religion or belief, political or any other opinion, membership of a national minority, property, birth, disability, age or sexual orientation. Carry out related full investigations when needed.» De leden van de CDA-fractie verzoeken de Commissie aan te geven welke tekortkomingen Turkije precies op dit punt heeft en daarbij heel specifiek in te gaan op de situatie van Turkse burgers in steden in Zuid Oost Turkije. Hoe beoordeelt de Commissie de wijze waarop hun mensenrechten wordt geëerbiedigd op dit moment?
De leden van de D66-fractie wijzen de Europese Commissie graag op de aangenomen motie-Verhoeven/Klaver in de Tweede Kamer over niet versoepelen van vereisten van visumliberalisatie3. Deze leden willen graag één kwestie naar voren brengen. Waarom heeft de Europese Commissie al een voorstel voor visumliberalisatie Turkije gedaan terwijl er overduidelijk nog niet aan alle voorwaarden voor visumliberalisatie voldaan is? Kan de Commissie toelichten wat hier de rationale achter is en hoe zij dit verenigbaar achten met sterke controle van nationale parlementen op deze wetgevingsprocessen? Kan de Europese Commissie toezeggen voortaan pas voorstellen voor visumliberalisatie te doen als er duidelijk aan alle benchmarks uit het visumliberalisatie actieplan (VLAP) voldaan is? Voorts vragen de leden hoe de Europese Commissie van plan is erop toe te zien dat ook na verleende visumliberalisatie aan alle gestelde voorwaarden voldaan blijft worden. Is zij bereid hier een mechanisme voor in te stellen?
Opschortingsmechanisme
Voor de leden van de VVD-fractie is het van belang dat er de garantie is dat landen ook na de opheffing van de visumplicht blijven voldoen aan de vooraf gestelde criteria. Kunt u aangeven welke mogelijkheden en instrumentaria individuele lidstaten en nationale parlementen hebben om na te gaan dat ook daadwerkelijk aan alle criteria wordt voldaan wanneer de Europese Commissie dit stelt? Als deze landen op zeker moment niet voldoen aan die criteria, dan moet de visumvrijstelling weer opgeschort kunnen worden. Kan de Europese Commissie aangeven op welke wijze het blijven voldoen aan gestelde criteria voor visumliberalisatie een plaats heeft/krijgt in het opschortingsmechanisme? De leden van de VVD-fractie zijn tevreden met de reeds voorgestelde verscherping van het opschortingsmechanisme in gevallen dat een land niet meewerkt aan bepaalde afspraken van terugkeer van migranten, en ook met het verkorten van de opschortingstermijnen. Kan de Europese Commissie uitgebreid ingaan op de wijze waarop zij de criteria voor visumliberalisatie in de toekomst kan blijven monitoren?
Rol van de Europese Commissie
De leden van de VVD-fractie constateren dat Spanje en Portugal, die hun overheidsfinanciën niet op orde hebben, geen straf krijgen van de Europese Commissie om «politieke redenen». Ook constateren deze leden dat Frankrijk – dat sinds het bestaan van de Euro de tekortregels in 12 van de 16 gevallen overschreed – weer clementie heeft gekregen, «because it’s France». Dit komt de geloofwaardigheid van de Europese Commissie niet ten goede. Hoe kan men er nu op vertrouwen dat de Europese Commissie bij de beoordeling van de criteria van visumliberalisatie een objectief oordeel geeft in plaats van een positief oordeel, zo vragen deze leden.
Overige opmerkingen migratie
De leden van de VVD-fractie wijzen de Europese Commissie op de zorgen bij Nederlanders over de gevolgen die nieuwe migratiestromen met zich meebrengen. Het kan de angst zijn om je baan en inkomen te verliezen aan een migrant die bereid is om – al dan niet legaal – tegen ongunstigere arbeidsvoorwaarden te werken. Het kan ook de angst zijn dat je in je eigen straat je eigen taal niet of nauwelijks meer hoort, dat je nieuwe buurman niet dezelfde waarden deelt over bijvoorbeeld de gelijkheid tussen man en vrouw. De migratiestromen brengen de zorg met zich mee dat Nederland verandert, waardoor het Nederland niet meer is. Daarbij leeft in Nederland het vermoeden dat visumliberalisatie een eerste sluipende stap is naar uitbreiding van de Europese Unie. Op welke wijze adresseert de Europese Commissie deze zorgen?
De leden van de CDA-fractie willen specifiek ingaan op de situatie in Griekenland. Elke migrant die aankomt in Griekenland heeft het recht om asiel aan te vragen. Rapporten van de migranten die zijn teruggestuurd, geven aan dat zij niet wisten dat zij teruggestuurd zouden worden en geen gelegenheid gehad hebben om een asielaanvraag in te dienen in Griekenland. Kan de Commissie duidelijkheid verschaffen of alle migranten die zijn teruggestuurd de gelegenheid hebben gehad asiel aan te vragen in Griekenland? Kan de Commissie voorts ingaan op het succesvolle bezwaar dat in mei jl. door een Syrische vluchteling is gemaakt tegen zijn uitzetting naar Griekenland? Zijn er nadien vergelijkbare zaken geweest waarbij geoordeeld is dat Turkije geen veilig derde land is om naar te worden teruggestuurd, zo ja: hoeveel en wat was in die gevallen de uitkomst? Hoe dient met de toewijzing van gemaakte bezwaren volgens de Commissie te worden ingegaan? Welke gevolgen heeft het voor de gemaakte afspraken met Turkije op dit punt?
De leden van de CDA-fractie merken voorts op dat de verhouding tussen de EU en Turkije op een veelheid van vraagstukken gespannen is. Het valt deze leden op dat de EU, Turkije op een totaal andere wijze tegemoet treedt dan dat andere landen dat doen. De duidelijkste illustratie hiervan is wellicht de zin die de heer Tusk uitsprak tijdens zijn bezoek aan Turkije in het eerste weekend van april jl.: «Turkey is the best example for the whole world how we should treat refugees. No one has the right to lecture Turkey what you should do». Het tweede deel van deze zin verdween in de officiële communicatie van de Europese Commissie. Kan de Commissie dit verklaren? Waarom komen de geschreven tekst en gesproken tekst van de voorzitter van de Europese Raad op zo’n belangrijk punt niet overeen? Kan de Commissie voorts ingaan of het toegestaan is om kritiek te hebben op Turkije en op welke momenten de Europese Commissie deze kritiek heeft geuit afgelopen maanden?
De leden van de CDA-fractie vragen de Commissie om UNHCR op een prominentere manier te betrekken in de monitoring van de Turkse naleving van het migratie-akkoord. De reden waarom de leden van de CDA-fractie dit van belang vinden is vanwege de keuze van de Commissie om bij dit migratie-akkoord ook visumliberalisatie en toetredingsgesprekken te betrekken. Door het betrekken van deze beide zaken in deze migratie-deal lopen afspraken en belangen door elkaar. De leden van de CDA-fractie zijn tegen deze koppeling en willen door een actievere betrokkenheid van de UNHCR bij de monitoring van het deel van het akkoord over de vluchtelingen zodat hoofd- van bijzaken gescheiden kunnen worden. De leden van de CDA-fractie vragen de Commissie of deze eveneens belangenverstrengeling signaleert tussen de aanpak van vluchtelingen, toetredingsgesprekken en visumliberalisatie? De Turkse premier heeft immers een dreigement geuit dat de deal niet doorgaat wanneer visumliberalisatie niet doorgaat. De leden van de CDA-fractie vragen specifiek een reactie van de Commissie op deze uiting van de premier van Turkije.
De leden van de CDA-fractie vragen de aandacht van de Commissie voor de naleving van Europese zijde van het akkoord. Het niet nakomen van afspraken geeft Turkije een motief om Europa uit elkaar te spelen, bovendien moet er gezamenlijk verantwoordelijkheid genomen worden voor gemaakte afspraken. De deal tussen de EU en Turkije is niets waard wanneer van beide kanten afspraken niet worden nagekomen. Recentelijk presenteerde de Commissie een rapport waaruit blijkt dat 12 landen, ondanks de afspraken, nog geen financiële bijdragen geleverd hebben aan het fonds van 3 miljard euro dat bedoeld is om de omstandigheden in de opvangkampen in Turkije te verbeteren. De leden van de CDA-fractie vragen de Commissie een overzicht te geven van de stand van zaken aangaande de bijdrage van deze 12 lidstaten aan het fonds en welke maatregelen tegen deze landen zal worden genomen. De Commissie gaf eveneens aan dat van de 1.550 gevraagde extra grenswachten nog maar de helft daadwerkelijk is toegezegd. Ook heeft Griekenland specifiek gevraagd extra technische assistentie om de registratie goed te kunnen laten verlopen. De leden van de CDA-fractie willen van de Commissie weten welke landen in gebreke blijven. Het wordt tijd dat alle landen in de Europese Unie hun verantwoordelijkheid gaan nemen, de problemen zullen niet minder worden door niets te doen. De leden van de CDA-fractie vragen de Commissie welke acties zullen worden ondernomen om lidstaten aan de afspraken te houden. Welke deadline stelt de Commissie zich daarbij?
De Europese Commissie stelt dat het businessmodel van mensensmokkelaars wordt gebroken, het aantal vluchtelingen loopt immers terug. De leden van de CDA-fractie willen van de Commissie weten om hoeveel smokkelaars het gaat welke door Turkije zijn opgepakt en wat er met hen gebeurt. De Europese Commissie geeft bovendien in haar monitoringrapport aan dat alternatieve migratieroutes in de gaten worden gehouden en de Europese Commissie snel kan optreden mochten deze alternatieve routes werkelijkheid worden. De leden van de CDA-fractie vragen de Commissie om welke routes dat dan gaat en welke mandaat de Commissie heeft om snel te reageren? Valt er dan te denken aan nieuwe routes via bijvoorbeeld Georgië, over de Zwarte Zee of via Libië? In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie de Commissie ook uitgebreid in te gaan op de ogenschijnlijke toename van vluchtelingen (sinds de migratiedeal met Turkije) via de zogeheten Libië-route en de gevolgen voor het Europese migratiebeleid.
De leden van de CDA-fractie hebben vernomen dat de Commissie van plan is migratie tot kern te maken van haar relaties met derde landen en dan met name de Afrikaanse landen. Klopt het dat de Commissie met de nieuwe strategie € 62 miljard aan investeringen op gang brengen en hiermee op korte termijn de Commissie (financiële) impulsen wil geven om grenzen te beheren en vluchtelingen in eigen land te houden en op de lange termijn de sociaaleconomische ontwikkeling te financieren? Ander onderdeel van het partnerschap zou zijn afspraken over terugname van illegale migranten, waarbij prioritaire landen zouden zijn Niger, Nigeria, Mali, Ethiopië, Senegal, Libanon en Jordanië. Is dit juist? Deze leden zien de plannen met belangstelling tegemoet maar zouden wel graag meer informatie van de Commissie willen vernemen over de wijze waarop dit gefinancierd gaat worden. Zij hebben vernomen dat de Commissie € 3,1 miljard beschikbaar zal maken voor een nieuw fonds, wat verder aangevuld zou moeten worden door lidstaten en de private sector. Het trustfund voor Afrika wordt door de Commissie aangevuld met € 1,5 miljard, deels uit het European Development Fund. Nog € 500 miljoen zou moeten komen van de lidstaten. Tussen nu en 2020 wil de Commissie in totaal 8 miljard beschikbaar stellen voor dit beleid, zo hebben deze leden vernomen. Klopt deze informatie? En hoe gaat dit precies gefinancierd worden? Deelt de Commissie de mening dat in plaats van lidstaten hiervoor te laten opdraaien het wenselijk is te zoeken naar alternatieve financiering? Hoe denkt de Commissie over bijvoorbeeld geld laten terugvloeien dat door lidstaten niet is uitgegeven aan projecten (wat binnen twee jaar besteed zou moeten worden)? Kan de Commissie nader de mogelijkheden hiervan schetsen?
De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Ypma
In de Tweede Kamer zijn VVD (40 zetels) en PvdA (36 zetels) coalitiepartijen. SP (15 zetels), CDA (13 zetels) en D66 (12 zetels) zijn oppositiepartijen. In totaal zijn er 150 zetels in de Tweede Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34481-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.