Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34477 nr. 20 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34477 nr. 20 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2017
Hierbij ontvangt u een reactie op het advies van Actal van 2 december 2016 «Hoe de regeldruk te verlagen bij het aanvragen van sociale voorzieningen?»1 over de ervaren regeldruk voor burgers in het toegangsproces tot voorzieningen in het sociaal domein. Het advies is als bijlage bijgevoegd. De reactie is mede namens de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Regeldruk in het toegangsproces van het sociaal domein
Actal constateert dat gemeenten hard bezig zijn om uitvoering te geven aan de opgaven op het gebied van het sociaal domein en waar mogelijk knelpunten wegnemen en verbeteringen aanbrengen. Tegelijkertijd laat onderzoek dat in opdracht van Actal is uitgevoerd zien dat er meer tijd en inspanning nodig is om vermindering van regeldruk te bereiken. De beoogde regeldrukreductie van circa € 15,5 miljoen in 2016 zal nog niet in dat jaar gerealiseerd zijn. Op basis van de bevindingen uit het onderzoek ziet Actal een aantal mogelijkheden om onnodige regeldruk te verminderen. Actal doet daartoe een aantal aanbevelingen, zowel gericht aan gemeenten als aan het Rijk.
Het kabinet kan zich vinden in het beeld dat Actal schetst en is Actal erkentelijk voor de aanbevelingen. Regeldruk is een belangrijk aandachtspunt, en het kabinet blijft actief inzetten op het verminderen ervan zoals blijkt uit de brief van de Staatssecretaris van VWS over administratieve lasten in de langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Kamerstuk 29 515, nr. 388). De vermindering van de regeldruk kost tijd en kan niet op de korte termijn volledig worden bereikt. Er zijn daarnaast grenzen aan de vermindering van de administratieve lasten, doordat inhoudelijke beleidsoverwegingen tot keuzen kunnen leiden die vanuit een oogpunt van lastendruk niet optimaal zijn. Ik merk op dat het onderzoek van Actal zich richt op ervaren regeldruk, een subjectief begrip, en dat de inspanningen ook gericht zijn op de vermindering van de feitelijke lasten.
Veel van de aanbevelingen van Actal zijn gericht aan het adres van de gemeenten. De gemeenten moeten het leeuwendeel van de vermindering realiseren. Het advies van Actal is daarom mede gericht aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het kabinet heeft met waardering kennis genomen van de uitgebreide en positief getoonzette reactie van de VNG.
De aanbevelingen van Actal aan het Rijk hebben betrekking op de volgende onderwerpen die wij graag nader toelichten:
1. de gegevensuitwisseling binnen het sociaal domein;
2. de werking van de Participatiewet in relatie tot de beoogde integrale aanpak in het sociaal domein;
3. rechtsbescherming van de burger in de aanvraagprocedure.
Ad 1 Gegevensuitwisseling binnen het sociaal domein
Ten aanzien van gegevensuitwisseling in het sociaal domein stelt Actal dat er te weinig gegevens hergebruikt en uitgewisseld worden wat leidt tot extra lasten voor burgers. Volgens Actal liggen daar de volgende oorzaken aan ten grondslag:
– Een gemeente mag gegevens die mensen aanleveren voor het domein van werk en inkomen niet gebruiken voor het domein zorg en vice versa, omdat elke afzonderlijke wet in het sociaal domein zijn eigen bepalingen heeft voor de verwerking van persoonsgegevens. In die regelgeving is onvoldoende voorzien in de mogelijkheid van domeinoverschrijdende gegevensdeling.
– Een gemeente mag niet rechtstreeks informatie opvragen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) wanneer iemand overgaat van een WW-uitkering naar de bijstand.
– Er ontbreekt een wettelijke bepaling die de uitwisseling van inkomens- en uitkeringsgegevens tussen het UWV en gemeenten ten behoeve van de uitvoering van de Wmo mogelijk maakt.
– Er sprake is van wettelijke beperkingen bij uitwisseling van medische gegevens tussen instanties.
– Gemeenten weten niet goed wat wel en niet mogelijk is, doordat de wettelijke grondslagen voor de verwerking van persoonsgegevens bij de uitvoering van taken in het sociaal domein niet eenduidig zijn.
Actal beveelt aan om:
– nader onderzoek te doen naar wettelijke knelpunten en onnodige belemmeringen voor de informatie-uitwisseling tussen instanties weg te nemen.
– voor het sociaal domein een eenduidige en werkbare grondslag op te nemen die uitwisseling en verwerking van gegevens voor een integrale taakuitoefening in het sociaal domein mogelijk maakt en
– een handreiking te ontwikkelen die duidelijkheid biedt over de interpretatie en reikwijdte van de wettelijke bepalingen voor de uitwisseling en verwerking van gegevens.
Een aantal van de belemmeringen die Actal constateert is al opgelost.
Met de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU) is reeds geregeld dat het UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en gemeenten gegevens die zij hebben bij het uitvoeren van de wetten rond werk en inkomen slechts eenmaal aan burgers mogen vragen. Daarbij is ook geregeld dat reeds beschikbare gegevens niet van burgers mogen worden verkregen. Nog niet alle gemeenten maken gebruik van de digitale aanvraagmogelijkheden waarmee ze aan de WEU kunnen voldoen. Deze gemeenten menen dat het elektronische formulier niet alle benodigde gegevens bevat en dat inlezen van de aanvraaggegevens nog niet door alle ICT-leveranciers wordt aangeboden. Dit moeten gemeenten en het UWV samen oplossen.
Ten aanzien van gegevensoverdracht tussen het UWV en gemeenten ten behoeve van uitvoering van de Wmo ontbreekt inderdaad een bepaling omtrent gegevensdeling, maar die is ook niet nodig. De Belastingdienst beschikt over dezelfde gegevens voor zover relevant, en voor de uitwisseling tussen Belastingdienst en gemeente kent de Wmo 2015 wel een wettelijke grondslag.
Er zijn inderdaad beperkingen bij het uitwisselen van medische gegevens tussen instanties en dat is niet voor niets zo. Bij de totstandkoming van de Wmo 2015 en de Jeugdwet heeft de afweging hieromtrent zorgvuldig plaatsgevonden. Het kabinet is dan ook van mening dat er geen aanleiding is om de wettelijke mogelijkheden voor het uitwisselen van medische gegevens te verruimen. In de praktijk blijkt overigens dat partijen soms niet de ruimte die de huidige wetgeving biedt voor het uitwisselen van medische gegevens ten volle benutten, vaak uit angst om over de schreef te gaan. In de ondersteuning van gemeenten is hier ook al aandacht aan besteed. Ook binnen het programma Informatievoorziening Sociaal Domein (ISD) dat door gemeenten en zorgaanbieders is opgezet is dit een belangrijk thema.
In de aanloop naar de decentralisaties zijn de drie decentralisatiewetten specifiek op het aspect gegevensdeling over domeinen heen onder de loep genomen. In de kabinetsvisie «Zorgvuldig en bewust; Gegevensverwerking en Privacy in een gedecentraliseerd sociaal domein» is hieromtrent geconstateerd dat de betreffende wet- en regelgeving voldoende ruimte biedt om noodzakelijke gegevensverwerking bij integrale dienstverlening plaats te laten vinden onder gelijktijdige waarborging van privacy en gegevensbescherming (Kamerstuk 32 761, nr. 62). Ook is de bereidheid uitgesproken dit standpunt opnieuw te bezien als in de praktijk gemeenten niet met de wet- en regelgeving uit de voeten zouden kunnen. Er is ook aan de Kamer toegezegd de ontwikkelingen in de lerende praktijk te volgen om indien nodig bij te kunnen sturen. In het kader van de lerende praktijk zijn er de afgelopen jaren verschillende handreikingen gemaakt voor gemeenten om de handelingsverlegenheid bij professionals weg te nemen. Die zijn via internet beschikbaar. Ook zijn er masterclasses georganiseerd voor medewerkers van wijkteams, voor juristen en voor beleidsmedewerkers van gemeenten.
Inmiddels is zichtbaar geworden dat integraliteit in het sociaal domein zich vaak niet beperkt tot de drie decentralisatiewetten. Dit komt ook tot uitdrukking in het interbestuurlijke en interdepartementale programma sociaal domein (Kamerstuk 34 477, nr. 16). In dat programma vormt «gegevensdeling en privacy» één van de onderwerpen waar oplossingen worden gezocht voor knelpunten die zich in de praktijk voordoen. Dat betekent dat ook andere wetgeving in ogenschouw moet worden genomen met het oog op informatiedeling over sectoren heen zoals het veiligheidsdomein. Daarnaast blijkt dat de verschillende formuleringen in de sectorwetten nog voor verwarring zorgen in de praktijk tussen gemeenten en bijvoorbeeld partners in de zorg. Op dit punt zijn in het kader van het voornoemde programma ISD, door alle partners die het manifest «in goed vertrouwen» hebben getekend en in de Stuurgroep Veiligheidshuizen belangrijke stappen gezet om tot gelijkluidende interpretaties en vuistregels te komen. Daar waar deze initiatieven niet toereikend zijn zal in samenwerking met alle partijen aan oplossingen worden gewerkt.
Ad 2 Experimenteerruimte in de Participatiewet
Actal adviseert de Participatiewet zodanig aan te passen dat in aanvulling op een minder terughoudende toepassing van individuele hardheidsclausules ook een integrale benadering voor groepen burgers in het sociaal domein mogelijk wordt. Actal adviseert daarom om gemeenten in de regelgeving meer experimenteerruimte te bieden zodat niet alleen op individuele basis, maar ook in beleidsmatige zin de gewenste integrale aanpak met de (jeugd)zorgdomeinen kan worden gerealiseerd.
Individueel maatwerk staat voorop in de Participatiewet. Als gemeenten een signaal krijgen dat iemand in de problemen komt, is het de bevoegd- en verantwoordelijkheid van gemeenten om actie te ondernemen. Maatwerk biedt een oplossing wanneer specifieke omstandigheden van individuele bijstandsgerechtigden daar om vragen. De keuze voor individueel maatwerk heeft tot doel om zo goed en passend mogelijk te ondersteunen.
Experimenten kunnen inzicht bieden in of een beoogde oplossing werkt. De Participatiewet kent mogelijkheden om binnen en buiten de kaders van de wet te experimenteren. Zo biedt het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet aan maximaal 25 gemeenten de mogelijkheid om voor groepen bijstandsgerechtigden te experimenteren met de arbeids- en re-integratieverplichtingen en de inkomensvrijlating. Daarnaast zijn gemeenten volop bezig om, binnen de wettelijke kaders, proefondervindelijk te leren van de beste oplossingen voor groepen kwetsbare burgers. Een voorbeeld is de City Deal Inclusieve Stad, waarin partijen in het sociaal domein zich inzetten voor samenwerking aan alternatieve betere ondersteuning aan de meest kwetsbare inwoners. Binnen wijken experimenteren wijkteams onder andere met het werken met integrale budgetten waarover zij zelf mogen beslissen. Het advies van Actal geeft geen concrete aanleiding tot het herzien van (experimenteerruimte in) de Participatiewet.
Ad 3 Rechtsbescherming in het toegangsproces
Actal adviseert helderheid te creëren over een aantal kernbegrippen die worden gebruikt in de toegang tot voorzieningen in het sociaal domein. Verder adviseert Actal een handreiking te ontwikkelen voor uniforme beschikkingen, die verschillen in de interpretatie en uitvoering van regelgeving omtrent het toegangsproces in het sociaal domein wegnemen en de rechtsbescherming van burgers beter borgen. Volgens Actal is er namelijk sprake van veel onduidelijkheid bij burgers rondom de aanvraagprocedure en de mogelijkheden voor bezwaar en beroep. Zo is het inwoners niet altijd duidelijk hoe gemeenten tot beslissingen komen. Verder blijkt dat niet alle inwoners een beschikking ontvangen nadat er een beslissing wordt genomen over het al dan niet toekennen van zorg en ondersteuning. De praktijk laat verder zien dat gemeenten op het terrein van beslistermijnen en rechtsbescherming verschillend handelen. Een grotere inzet op onafhankelijke cliëntondersteuning zou de rechtsbescherming van burgers ook kunnen verbeteren.
Knelpunten op het gebied van de rechtsbescherming komen ook terug in het door de Nationale ombudsman uitgebrachte rapport over klachtbehandeling in het sociaal domein («Terug aan tafel, samen de klacht oplossen») van 2 maart 2017 en in de door de Raad van State aangeboden periodieke beschouwing interbestuurlijke verhoudingen van 6 maart 2017. Om knelpunten te adresseren is vanuit het programma «Prettig contact met de overheid» van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties een handleiding geschilbeslechting sociaal domein beschikbaar gesteld (Kamerstuk 34 477, nr. 2). Daarnaast is onder leiding van de regeringscommissaris Algemene wet bestuursrecht (Awb) Scheltema een ambtelijke werkgroep opgestart om te bezien of de Awb in het kader van de rechtsbescherming aanpassing behoeft.
Ten slotte heeft de doorontwikkeling van de functie onafhankelijke cliëntondersteuning de aandacht van het Rijk. Een onafhankelijke cliëntondersteuner kan een bijdrage leveren aan de versterking van de positie van de cliënt in de Wmo door de vraag van de cliënt te verhelderen, zijn keuzemogelijkheden inzichtelijk te maken bij het verkrijgen van passende zorg en ondersteuning en door de cliënt te adviseren over zijn positie als deze eenmaal van zorg en ondersteuning gebruik maakt.
Tot slot
Rijk en gemeenten hebben een gezamenlijk programma sociaal domein. In het programma brengen we de ontwikkelingen in het sociaal domein samen in kaart, organiseren we een netwerk van betrokken partijen om vraagstukken te analyseren en proberen we samen tot verdere verbetering te komen. Het gezamenlijk leren, ontwikkelen en versnellen staat daarbij centraal. Dat biedt een goede basis om samen alert te blijven op de aspecten die Actal aankaart.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34477-20.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.