34 477 Sociaal domein

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2016

De vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht te reageren op het artikel «deel gemeenten stopt zorggeld in algemene pot» op nos.nl 1. In dit artikel komen de resultaten van een enquête van de NOS en Binnenlands Bestuur, waaraan 217 gemeenten hebben meegedaan aan de orde. Op grond van deze enquête concludeert de NOS dat 35 gemeenten het huidige overschot niet apart zetten voor zorg in de toekomst.

Gemeenten hebben vanuit de Wmo2015 en de Jeugdwet wettelijke verplichtingen om passende ondersteuning thuis en kwalitatief goede jeugdhulp te bieden voor mensen die dat nodig hebben. De middelen die de gemeenten krijgen uit het gemeentefonds (dus ook voor het sociaal domein) zijn ontschot en – binnen de kaders van betreffende wetten – vrij besteedbaar. De gemeente mag dus, binnen de kaders van de wet, zelf beslissen hoe ze deze middelen wil gebruiken. Wel is er een bestuurlijke afspraak dat gemeenten en het Rijk het gezamenlijk belang delen dat de middelen besteed worden in het sociaal domein. Bovenal is hierbij van belang dat gemeenten hun wettelijke verantwoordelijkheden vervullen en dat de beoogde doelen van de wetten worden behaald.

In de brief van 31 oktober jl.,2 die ik gezamenlijk met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb verstuurd, bent u geïnformeerd over de definitieve realisatiecijfers op het gemeentelijk sociaal domein. Daarbij is ook aangegeven dat gezamenlijk onderzoek wordt gedaan om de cijfers beter te kunnen duiden en mogelijke verklaringen in beeld te krijgen. Vooruitlopend op de resultaten van dit onderzoek wil ik nog geen verregaande conclusies trekken over de keuzes die gemeenten ten aanzien van de beschikbare middelen hebben gemaakt.

Er kunnen gegronde redenen zijn dat gemeenten een deel van de beschikbare middelen in de algemene reserves stoppen. Zo zijn er bijvoorbeeld gemeenten bekend die vooruitlopend op de decentralisaties reeds een reserve sociaal domein hadden opgebouwd. Daarnaast is niet uitgesloten dat middelen uit de algemene reserve alsnog aan het sociaal domein worden besteed. Ik vind het belangrijk om meer inzicht te krijgen in de bestedingen van gemeenten en de bijbehorende context. Het deels toedelen van de gemeentelijke overschotten aan de algemene reserves zal ik ook betrekken bij bovengenoemd onderzoek.

Het onderzoek zal naar verwachting in februari 2017 gereed zijn. Vanzelfsprekend zal ik u hierover alsdan informeren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven