34 475 XVIII Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2015

Nr. 6 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2016

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een vraag met het daarop gegeven antwoord.

De vragen zijn op 27 mei 2016 voorgelegd aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Bij brief van 3 juni 2016 is ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Geurts

De griffier van de commissie, Van der Leeden

1

Hoe komt het dat het in het Nationaal EnergiebespaarFonds (NEF) beschikbare geld niet meer tot uitbetaling is gekomen?

Antwoord: De resterende € 25 miljoen op de begroting zijn in 2015 niet tot uitbetaling gekomen, omdat de stichting Nationaal Energiebespaarfonds nog voldoende middelen in kas had. Met de huidige groeicijfers van het fonds, verwacht ik dat de € 25 miljoen in 2016 zal worden uitbetaald.

2

Wat is de achtergrond van de lagere saneringsbijdrage aan Woningstichting Geertruidenberg?

Antwoord: In algemene zin is het zo dat op basis van actuele inzichten in de meerjarige kasstroomprognoses van de saneringscorporatie, de feitelijke saneringsbijdrage in totaal en/of van jaar op jaar kan worden bijgesteld. In de tweede suppletoire begroting 2015 (Kamerstuk 34 350 XVIII, nr. 2) is rekening gehouden met de beoogde totale saneringsbijdrage van € 52 mln. Deze ontvangt WSG gespreid over de jaren afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte en actuele ontwikkelingen. In 2015 heeft WSG een bijdrage ontvangen van afgerond 8,4 miljoen euro voor het eerste kwartaal 2016. De daarmee samenhangende onttrekking in 2015 aan de begrotingsreserve op de begroting van Wonen en Rijksdienst en de betaling aan het WSG vallen daardoor bij Slotwet lager uit dan eerder geraamd.

3

Waarom is de bijdrage aan Woningstichting Geertruidenberg zoveel lager uitgevallen?

Antwoord: Zie antwoord bij vraag 2.

4

Waarom is aan Woningstichting Geertruidenberg een lagere voorlopige saneringsbijdrage verstrekt?

Antwoord: Zie antwoord bij vraag 2.

5

Hoeveel meer aanvragen voor huurtoeslag zijn er geweest in 2015? Voor hoeveel huishoudens daarvan was het de eerste aanvraag en hoeveel huishoudens daarvan hebben ooit eerder al een aanvraag gedaan?

Antwoord: De netto instroom van huishoudens in de huurtoeslag bedraagt 40.000 in toeslagjaar 2015. Het gaat hierbij om een netto instroom van voorlopige toekenningen in 2015 ten opzichte van een vergelijkbare periode voor 2014, waarbij de netto instroom is bepaald op basis van een instroom van 200.000 eerste aanvragen en de uitstroom van 160.000 aanvragers. Omdat de netto instroom is bepaald op basis van voorlopige toekenningen kan het hier gemelde aantal netto instroom in de toekomst wijzigen als gevolg van definitief toekennen 2014 en 2015.

Het aantal eerste aanvragen is gelijk aan de instroom van 200.000. Van dit aantal eerste aanvragers hebben 35.000 aanvragers in de periode 2006 – 2013 al eerder een aanvraag ingediend.

6

Wat zijn de redenen dat er meer terugvorderingen van de huurtoeslag zijn gedaan in 2015?

Antwoord: Het hogere aantal terugvorderingen in 2015 komt door de versnelling van het definitief toekennen voor de toeslagjaren 2013 en 2014. Door de versnelling worden per saldo niet meer terugvorderingen ingesteld maar worden de terugvorderingen wel eerder ingesteld dan geraamd. Voor 2015 heeft de versnelling tot gevolg gehad dat terugvorderingen die geraamd waren voor 2016 zijn verschoven naar 2015.

7

Welke onvoorziene oorzaken hebben geleid tot de uitgaven bij de huurtoeslag naast het feit dat er meer aanvragen zijn ingediend?

Antwoord: Naast het grotere aantal huishoudens dat een bijdrage huurtoeslag heeft aangevraagd en gekregen, hebben ook hogere nabetalingen die een gevolg zijn van de versnelling van de definitieve bijdragevaststellingen (DT) voor de jaren 2013 en 2014 geleid tot hogere uitgaven dan verwacht.

8

Hoe komt het dat er in beperkte mate projecten die voor financiering in aanmerking komen zijn ingediend?

Antwoord: In de voortgangsbrief energiebesparing gebouwde omgeving van december 2015 heb ik Uw Kamer bericht over de ontwikkeling van het Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) (Kamerstuk 30 196, nr. 379). Er zijn in 2015 voor bijna 10 miljoen aan aanvragen gekomen, waarvan de grootste zijn ingetrokken na de oproep van mij en Aedes om aanvragen in te trekken naar aanleiding van de geconstateerde onregelmatigheden bij aanvragen Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP) en FEH (Kamerstuk 17 050, nr. 506). Een andere belangrijke reden voor het geringe gebruik van de FEH lijkt te liggen in de tot nu toe bescheiden aantallen zeer energiezuinige renovaties die voor de laagrentende FEH-financiering in aanmerking komen. De deelnemende corporaties aan de Stroomversnelling zouden bij uitstek van FEH gebruik kunnen maken. De verwachting is dat bij inwerkingtreding van de energieprestatievergoeding, corporaties meer gaan investeren in nul-op-de-meter renovaties en hierbij gebruik gaan maken van het FEH. Het budget voor FEH is naar verwachting volledig benut indien aan zo’n 5.000 woningrenovaties naar nul-op-de-meter een laagrentende lening uit het FEH wordt verstrekt. Eind 2016 zal opnieuw worden bezien hoe de FEH-regeling loopt. Dan zal duidelijk worden of na de invoering van de energieprestatievergoeding het aantal aanvragen is toegenomen.

9

Hoe komt het dat bij het Rijksvastgoed in 2015 € 4,4 miljoen meer is uitgegeven en voor € 5,4 miljoen meer aan verplichtingen zijn aangegaan?

Antwoord: Dit komt voornamelijk door hogere zakelijke lasten (m.n. OZB, Waterschapslasten) en hogere beheer- en plankosten als gevolg van een langere gemiddelde doorlooptijd van de verkopen en de grotere portefeuille van overtollig gesteld vastgoed. Het verschil tussen verplichtingen en gerealiseerde uitgaven is ontstaan, omdat bepaalde facturen van gemeenten en waterschappen over 2015 nog niet waren ontvangen of verwerkt. De facturen worden in 2016 betaald.

10

Hoe komt het dat er extra verhuuropbrengsten zijn van voormalige Defensiepanden en wat is de omvang van deze opbrengsten?

Antwoord: Het RVB verhuurt tijdelijk leegstaand rijksvastgoed in afwachting van een verkoop. In 2014 is de Nassau Dietzkazerne in Budel door Defensie voor verkoop overgedragen aan het RVB. Deze kazerne is vervolgens verhuurd aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In 2015 is de huur voor zowel 2014 als 2015 van het COA ontvangen door het RVB. Het betreft een totaalbedrag van circa € 4 miljoen.

11

Waarom zijn er meer aanvragen voor huurtoeslag dan verwacht?

Antwoord: Uit realisatiecijfers over 2013 tot 2015 komt naar voren dat als gevolg van de economische crisis en een afname van het niet-gebruik veel meer huishoudens gebruik zijn gaan maken van huurtoeslag (veel meer instroom) dan geraamd. De definitieve verklaring van de overschrijdingen kan worden gegeven na afronding van het proces van definitief toekennen over het jaar 2015.

12

De uitgaven van de huurtoeslag zijn in 2015 € 40 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. Is dit in de ramingen voor volgend jaar meegenomen? Wordt dan verwacht meer of minder huurtoeslag toe te kennen?

Antwoord: In de ramingen voor latere jaren is de structurele doorwerking van de hogere uitgaven meegenomen. De uitgaven voor 2016 en later liggen daarom op een hoger niveau.

Op basis van 4 maanden realisatiecijfers die voor 2016 voorhanden zijn valt nog weinig te zeggen over het verder verloop van de uitgaven in 2016. Er is op dit moment in elk geval geen sprake van de zeer grote, niet voorziene instroom die zich in voorgaande jaren heeft voorgedaan.

13

De ontvangsten bij de huurtoeslag zijn € 17.5 miljoen hoger doordat er meer terugvorderingen zijn ingesteld. Hoe groot is de percentuele toename van terugvorderingen? Zit er in de jaren een stijgende lijn in het aantal terugvorderingen?

Antwoord: Ten opzichte van de ontwerpbegroting is in 2015 voor 6% meer aan terugvorderingen ingesteld.

Er is geen sprake van een stijgende lijn in het aantal terugvorderingen dat per toeslagjaar wordt ingesteld. Het aantal terugvorderingen dat bij definitief toekennen wordt ingesteld voor de meest recente toeslagjaren kent een dalende trend door de maatregelen die de Belastingdienst heeft genomen ter verbetering van de voorlopige toekenning. Hierdoor ligt de voorlopige toekenning voor de recente toeslagjaren dichter bij de definitieve toekenning met lagere terugvorderingen als gevolg.

Het hogere aantal terugvorderingen in 2015 heeft te maken met de versnelling van definitief toekennen voor de toeslagjaren 2013 en 2014 waardoor terugvorderingen van toeslagjaren 2013 en 2014 die in 2016 waren gepland naar 2015 zijn verschoven. In 2016 zullen dus minder terugvorderingen 2013 en 2014 worden ingesteld.

14

Uit het Fonds Energiebesparing Huursector zijn in 2015 geen aanvragen gehonoreerd, waardoor de uitgaven en verplichtingen € 73.2 miljoen lager zijn. Kunt u aangeven of dit lag aan een gebrek aan aanvragen, of aan de criteria voor de aanvraag van het geld? Hoe kan dit in 2016 verbeterd worden, zodat Nederland meer stappen kan zetten in energiebesparing?

Antwoord: Zie antwoord bij vraag 8.

Naar boven