Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2016
Inleiding
Naar aanleiding van de behandeling van de verantwoordingsstukken van de ministers
over het jaar 2015 brengt de vaste commissie voor Financiën hierbij per brief advies
uit aan de Kamer over de dechargeverlening voor het door de ministers gevoerde financiële
beheer in 2015.1
Het sluitstuk van de begrotingscyclus is de goedkeuring van de slotwetten en de departementale
en niet-departementale jaarverslagen, alsmede het door de Algemene Rekenkamer onderzochte
Financieel Jaarverslag van het Rijk door de Tweede Kamer. Hieraan gekoppeld is de
dechargeverlening voor het gevoerde financieel beheer aan de desbetreffende ministers.
Nadat de Kamer heeft besloten over de dechargeverlening aan de ministers zal de Kamervoorzitter
het besluit bekrachtigen met een handtekening in de jaarverslagen, waarna deze zullen
worden doorgeleid ter behandeling in de Eerste Kamer.2
Aandacht voor dechargeverlening in de commissies
Zoals in voorgaande jaren hebben veel commissies ook dit jaar, op advies van de commissie
Financiën (Kamerstuk 31 428, nr. 9), bij de behandeling van de jaarverslagen in wetgevingsoverleggen (wgo’s) aandacht
besteed aan het gevoerde financieel beheer in relatie tot door de Kamer te verlenen
decharge aan ministers.
Vanaf 8 juni 2016 zijn negen wetgevingsoverleggen gevoerd over diverse departementale
jaarverslagen en slotwetten.3 Vijf commissies hebben rapporteurs aangesteld: de vaste commissie voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap4, de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid5, de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport6, de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu7 en de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.8 Bij de diverse wetgevingsoverleggen zijn moties ingediend, die in de week na een
gevoerd overleg in de plenaire vergadering in stemming zijn gebracht.
De commissie Financiën heeft geconstateerd dat bij behandeling van de jaarverslagen
één motie is ingediend die tot doel heeft slechts onder een bepaalde voorwaarde decharge
te verlenen aan de Minister van Infrastructuur en Milieu op het jaarverslag over 2015.9 De commissie Financiën heeft verder geconstateerd dat er geen moties zijn ingediend
die tot doel hebben de dechargeverlening voor een Minister op te schorten, dan wel
te onthouden.
Advies voor plenaire afronding dechargeverlening
Het advies van de commissie Financiën luidt, in het licht van bovenstaande, dat met
inachtneming van de diverse toezeggingen van bewindspersonen ter verbetering van het
financieel beheer, door de Kamer aan alle Ministers decharge kan worden verleend.
De voorzitter van de commissie, Duisenberg
De griffier van de commissie, Berck