34 471 Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Nr. 13 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MEI LI VOS EN VAN WIJNGAARDEN

Ontvangen 23 januari 2017

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Het vierde lid van artikel III komt te luiden:

  • 4. De rechtspersoon die op grond van het derde lid houder wordt van de tien vergunningen en een rechtspersoon die tot dezelfde groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek behoort als de houder van de tien vergunningen, komen niet in aanmerking voor de overige zes vergunningen tot het organiseren van een speelcasino.

Toelichting

Het vierde lid van artikel III van het wetsvoorstel staat er in zijn huidige formulering niet aan in de weg dat een rechtspersoon die behoort tot dezelfde groep (concern) als de rechtspersoon die de tien vergunningen verkrijgt, een of meer andere vergunningen verkrijgt. Zolang de winnende aanvraag is ingediend door een andere rechtspersoon dan de winnaar van de tien vergunningen, kan op grond van het vierde lid geen afwijzing volgen. Als gevolg daarvan kan, anders dan de bedoeling is, niet worden voorkomen dat de nieuwe houder van de tien vergunningen een (al te) dominante marktpositie verkrijgt. Voorgesteld wordt het vierde lid te herformuleren waarmee zeker wordt gesteld dat ook alle rechtspersonen waarmee de nieuwe houder van de tien vergunningen (rechtspersoon) in een groep zit, niet in aanmerking komen voor een van de andere zes vergunningen. Die groep is de economische eenheid waarin rechtspersonen organisatorisch zijn verbonden (artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek). Het gaat dus om de eigen dochterondernemingen van de houder van de tien vergunningen, waarover die houder directe zeggenschap heeft of feitelijke invloed kan uitoefenen (artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek). Maar het gaat ook om de andere rechtspersonen waarmee de houder van de vergunningen in de groep zit, zoals de topholding of een andere afsplitsing van dochtervennootschappen van die topholding. In de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij die aan het hoofd van de groep staat (de topholding of, als die geen consolidatieplicht heeft, de direct daaronder gelegen feitelijke moederonderneming van de groep), staat vermeld welke rechtspersonen onderdeel uitmaken van de groep.

Mei Li Vos Van Wijngaarden

Naar boven