34 471 Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

Ontvangen 20 januari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 27j wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • aa. de aanvrager, dan wel een tot hetzelfde concern als aanvrager behorende rechtspersoon, reeds binnen een straal van 500 meter van de beoogde vestiging van het speelcasino activiteiten van recreatieve aard exploiteert. Onder een concern wordt verstaan de gezamenlijkheid van een rechtspersoon en haar dochtermaatschappijen.

2. Aan artikel 27k wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De vergunning, bedoeld in artikel 27h, eerste lid, wordt ingetrokken indien de houder van de vergunning, dan wel een tot hetzelfde concern als aanvrager behorende rechtspersoon, binnen een straal van 500 meter van het speelcasino activiteiten van recreatieve aard exploiteert. Onder een concern wordt verstaan de gezamenlijkheid van een rechtspersoon en haar dochtermaatschappijen.

Toelichting

De regering wil – in tegenstelling tot de huidig situatie met de Holland Casino’s – private vergunninghouders voortaan toestaan andere activiteiten aan te bieden naast het casino. Hoewel het vrije ondernemerschap een groot goed is in Nederland, baart indiener dit zorgen. Hierdoor is het mogelijk dat de overheid faciliteert dat vergunninghouders naast het casino een breed scala aan activiteiten kunnen organiseren en tegelijkertijd de drempel voor die bezoekers verlagen om een bezoek te brengen aan het casino. Gedacht kan worden aan bordelen, hotels, restaurants en bars, bioscopen, theaters, zwembad en attractieparken, conferentieoorden of amusementshallen.

Het Nederlandse kansspelbeleid kent drie centrale doelen, namelijk het voorkomen van kansspelverslaving, beschermen van de consument en tegengaan van fraude en criminaliteit. Het openstellen van de markt en privatiseren van Holland Casino is een grote stap. Aanbieders, ook uit het buitenland, krijgen de kans om de fysieke gokmarkt in Nederland te beïnvloeden. Dat vraagt om waarborgen om te voorkomen dat consumenten overmatig verleid worden deel te nemen aan gokken waar ze dat normaal gesproken niet hadden gedaan. Ook door de openstelling van de online gokmarkt, parallel aan onderhavig wetsvoorstel, kan behalve het aantal recreatieve, ook het aantal risico- en probleemspelers de komende jaren toenemen met grote gevolgen van dien. De regering erkent dit risico terdege: «Het valt inderdaad niet helemaal uit te sluiten dat de aanwezigheid van legaal kansspelaanbod ertoe leidt dat er spelers aan de aldus gereguleerd kansspelen zullen deelnemen die dat, als dat legale aanbod er niet geweest zou zijn, niet hadden gedaan.»1

Het toestaan van exploiteren van nevenactiviteiten naast het speelcasino verhoogt het risico hierop, alleen al door de mogelijkheid om effectief reclamebeleid te voeren richting de klanten van bijvoorbeeld hotels, restaurant of bars om ’s avonds een gokje te wagen in het nabijgelegen casino. Daarom wil indiener dit verbieden. Dit verbod strekt zich ook uit tot eventuele dochterondernemingen van het bedrijf waaraan de vergunning is verleend.

Ook met betrekking tot het tegengaan van fraude en criminaliteit is alertheid gewenst. In 2015 heeft Holland Casino bijna 2.000 meldingen gedaan bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU) over ongebruikelijke transacties.2 Witwassen en andere criminele praktijken komen helaas voor in casino’s. Een overlap in exploitatie van fysiek nabijgelegen nevenactiviteiten waar ook grote sommen gelden (hotels, bordelen, etc.) gespendeerd kunnen worden, maakt de beheersbaarheid van dit risico niet groter, maar juist kleiner. Ook gelet hierop is het niet wenselijk een vergunninghouder van een speelcasino toe te staan andere activiteiten te ontwikkelen die fysiek maar ook boekhoudkundig in nauwe verbinding kunnen staan tot diens nabijgelegen casino.

Van Toorenburg


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, 34 471, nr. 6, p. 18.

X Noot
2

Idem.

Naar boven