34 412 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op het onderwijstoezicht en het Wetboek van Strafrecht, in verband met het tegengaan van misleidend gebruik van de naam universiteit en hogeschool, het onterecht verlenen en voeren van graden, alsmede het bevorderen van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef door rpho’s (bescherming namen en graden hoger onderwijs)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID ROG

Ontvangen 22 september 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel J, wordt aan het voorgestelde artikel 1.23 een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het eerste lid, mag de naam hogeschool eveneens worden gevoerd door de Vrije Hogeschool, uitgaande van de Stichting Vrije Hogeschool.

Toelichting

De indiener beoogt met dit amendement een uitzondering in de wet op te nemen voor de Vrije Hogeschool in Driebergen die deze naam al sinds haar oprichting in 1976 voert. De Vrije Hogeschool communiceert duidelijk dat hun particuliere opleiding een tussenjaar betreft en geen door de overheid erkend bachelor- of masterdiploma verschaft. Van enige vorm van misleiding is daarom geen sprake.

In het wetsvoorstel wordt een uitzondering gemaakt voor volksuniversiteiten en volkshogescholen. De Vrije Hogeschool stelt net als deze volkshogescholen geen graden in het vooruitzicht en communiceert hier duidelijk over. Dit is voor de indiener een belangrijke voorwaarde voor het opnemen van een uitzondering in de wet voor de Vrije Hogeschool.

Net als de volkshogescholen stelt de Vrije Hogeschool geen graden in het vooruitzicht en wordt van studenten gevraagd om een deel van het cursusgeld te betalen. Een belangrijke voorwaarde voor het opnemen van de Vrije Hogeschool als uitzondering is dat de Vrije Hogeschool duidelijk communiceert over het karakter van het onderwijs, bijvoorbeeld dat geen door de overheid erkend diploma wordt verschaft dat toegang geeft tot andere opleidingen.

Rog

Naar boven