34 374 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (gegevensverstrekking Belastingdienst)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 5 februari 2016

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zullen hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

 
     

1.

Algemeen

1

2.

Artikelsgewijs

2

1. Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorgestelde wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

Deze leden vragen de regering of er inderdaad nog steeds aanleiding is om de genoemde sancties aan verhuurders op te leggen in het geval van misbruik. Kan de regering aangeven hoe vaak in 2015 sprake was van misbruik van deze regeling door verhuurders?

Daarnaast vragen deze leden zich af of deze wijziging niet een extra belemmering oplevert voor verhuurders om de inkomensverklaring op te vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetvoorstel houdende wijziging van de regels omtrent gegevensverstrekking door de Belastingdienst aan verhuurders. Deze leden zijn blij met de verduidelijking dat onnodig opvragen van inkomensgegevens onwettig is en kunnen leiden tot uitsluiting van de gegevens van de Belastingdienst.

Deze leden willen vanwege de gevoeligheid van de opgevraagde gegevens graag weten of de Autoriteit Persoonsgegevens geconsulteerd is over het voorliggende wetsvoorstel en hoe hun advies luidde. Als er geen advies gevraagd is willen deze leden weten waarom niet.

De leden van SP-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden kunnen zich vinden in de verduidelijking van de reeds bestaande tekst van de wet en de aanscherping van de mogelijkheid om verhuurders aan te spreken die in strijd met de wet een inkomensverklaring opvragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben verder geen vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggende wetsvoorstel. Deze hebben echter nog een enkele vraag over het wetsvoorstel die zij graag beantwoord zien worden. De leden van de D66-fractie achten het onrechtmatig opvragen van een inkomensverklaring een zeer ernstige schending van de privacy. Het is daarom goed dat hier in de toekomst vaker tegenop getreden zal worden. Is er echter enige duidelijkheid hoe vaak een inkomensverklaring onrechtmatig door de verhuurder is opgevraagd? En zou het, om schendingen van privacy beter in kaart te brengen, mogelijk zijn om in kaart te brengen hoe vaak en waar deze schendingen optreden naast het bestraffen ervan?

2. Artikelsgewijs

Artikel II

De leden van de SP-fractie hebben vanaf het begin van de invoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging zorgen geuit over de privacybescherming van de huurders. De zorgen werden bewaarheid toen in het eerste uitvoeringsjaar veel te veel inkomensgegevens zijn opgevraagd door verhuurders, namelijk van de bewoners van ongeveer 350.000 huurwoningen. De leden van de SP-fractie willen graag een overzicht van de aantallen onterecht opgevraagde inkomensgegevens door verhuurders bij de Belastingdienst, vanaf het begin tot aan nu. Ook vragen deze leden hoeveel onterechte opvragen van verhuurders er naar verwachting zullen blijven ondanks het voorliggende wetsvoorstel.

De leden van de SP-fractie vragen in hoeveel specifieke gevallen er inkomensgegevens door verhuurders zijn opgevraagd waar niet tegen op te treden was door de huidige wet. Tevens vragen deze leden waar de verhuurders deze inkomensgegevens voor hebben gebruikt, en in hoeverre er mogelijk misbruik is gemaakt van persoonlijke gegevens van huurders. Daaruit volgt de vraag op welke manier daar tegen is opgetreden of geprobeerd is tegen op te treden.

De leden van de SP-fractie vragen hoe het voorliggende wetsvoorstel in het kader tot de gegevensverstrekking bij de Belastingdienst zich verhoudt tot de aanpak van woonfraude. Kunnen inkomensgegevens van een huishouden voor deze reden worden gebruikt en komt dit voor?

De leden van de SP-fractie hebben vernomen dat de gemeente Oss informatie uit de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) wil koppelen aan een woningcorporatie.1 Deze leden willen weten of dit rechtmatig is en vragen om een nadere verklaring. Deze leden vragen in hoeveel gemeenten gegevens uit de BRP zijn gekoppeld aan een woningcorporatie, en in hoeveel gevallen particuliere verhuurders inzage hebben in de BRP.

Ook vragen de leden van de SP-fractie of alle huurders op de hoogte zijn van het feit dat hun verhuurder inzage heeft in het BRP. In hoeverre zijn verhuurders en/of gemeenten verplicht om huurders op de hoogte te stellen van de koppeling aan het BRP? De leden van de SP-fractie vragen of deze verplichting eenzelfde soort verplichting is die het geval is bij gegevensverstrekking door de Belastingdienst, en zo nee, waarom niet. Tevens vragen deze leden welke bezwaarmogelijkheden een huurder heeft als een verhuurder wordt gekoppeld aan het BRP. De leden van de SP-fractie zien graag een toelichting hierop.

De voorzitter van de commissie, Geurts

De griffier van de commissie, Van der Leeden

Naar boven