34 371 (R2066) Goedkeuring van het op 29 september 2015 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen Aanvullend Verdrag bij het op 16 december 2014 te Willemstad tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA (Trb. 2015, 171 en 182)

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Het onderhavige op 29 september 2015 tot stand gekomen Aanvullend Verdrag voorziet in een aanvulling op het op 16 december 2014 te Willemstad tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA (Trb. 2015, 11)1 (hierna: FATCA Curaçao). Het laatstgenoemde Verdrag, dat in werking zal treden op dezelfde datum als dit Aanvullend Verdrag, bevat een bepaling (het tiende lid van artikel 3), die stelt dat het Verdrag op 30 september 2015 vervalt indien op die datum voor één van de partijen artikel 2 van FATCA Curaçao nog niet effectief is. De parlementaire procedure, waarbij ook het stilzwijgen werd doorbroken, kon niet tijdig worden afgerond, waardoor die datum niet werd gehaald. De Afdeling Advisering van de Raad van State van het Koninkrijk had in haar advies bij FATCA Curaçao ook al gewezen op het risico dat artikel 3, tiende lid, met zich mee bracht en aangeraden een aanvullende regeling met de VS overeen te komen. Het Aanvullend Verdrag ziet op het aanpassen van de termijn. Het Aanvullend Verdrag is bij notawisseling tot stand gekomen.

De Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA) is een Amerikaanse wet die financiële instellingen (FI’s) wereldwijd verplicht jaarlijks te rapporteren aan de Amerikaanse belastingdienst, de Internal Revenue Service (IRS), over rekeningen die worden gehouden door Amerikaanse belastingplichtigen buiten de Verenigde Staten (VS). De Amerikaanse fiscale wetgeving verplicht Amerikanen, waar ter wereld zij ook wonen, belastingaangifte in de VS te doen. FI’s die de gegevens over Amerikanen niet aan de IRS gaan verstrekken, zullen onderworpen worden aan een bronheffing van 30% op inkomsten uit Amerikaanse bronnen.

De invoering van deze wetgeving in Amerika is voor veel landen, waaronder Nederland (op 18 december 2013) en Curaçao, aanleiding geweest zogenoemde intergouvernementele overeenkomsten (IGA’s) te sluiten met de VS. Deze overeenkomsten moeten de informatieverstrekking van financiële gegevens en de uitwisseling ervan tussen een land en de VS mogelijk en verplicht maken. FI’s die zijn gelegen in een staat die een IGA met de VS heeft gesloten, hoeven niet zelf een overeenkomst met de IRS te sluiten, maar leveren de financiële rekeninggegevens rechtstreeks aan de eigen overheid, die via automatische informatie-uitwisseling deze gegevens met de VS zal uitwisselen op wederkerige basis.

2. Toelichting

Curaçao heeft op 16 december 2014 een dergelijke IGA, FATCA Curaçao, gesloten met de VS. In het tiende lid van artikel 3 is bepaald dat het Verdrag wordt beëindigd op 30 september 2015 als op die datum voor één van de partijen artikel 2 van FATCA Curaçao nog niet effectief is overeenkomstig het bepaalde in het negende lid van artikel 3.

Deze datum werd niet gehaald, met als gevolg dat bij een ongewijzigde bepaling FATCA Curaçao op 30 september 2015 zou zijn komen te vervallen.

Met het vervallen van FATCA Curaçao zouden de Curaçaose FI’s onderworpen worden aan een bronheffing van 30% op inkomsten uit Amerikaanse bronnen. Ter voorkoming van die onwenselijke situatie, heeft het Koninkrijk de VS verzocht om een oplossing voor het probleem te vinden. Omdat de datum van 30 september 2015 in het Verdrag zelf staat, hielden de VS vast aan een juridisch bindende afspraak om die datum los te laten; deze juridisch bindende afspraak is vastgelegd in het onderhavig Aanvullend Verdrag.

Het Aanvullend Verdrag betreft het tiende lid van artikel 3 van FATCA Curaçao en houdt in dat de datum van 30 september 2015 wordt losgelaten. In het Aanvullend Verdrag wordt bepaald dat, ondanks het bepaalde in het tiende lid van artikel 3, FATCA Curaçao pas wordt beëindigd, indien twaalf maanden na de inwerkingtreding van FATCA Curaçao artikel 2 van FATCA Curaçao nog niet effectief is voor één van de partijen overeenkomstig het bepaalde in het negende lid van artikel 3. Tevens is in het Aanvullend Verdrag bepaald dat het onderhavige Aanvullend Verdrag pas in werking treedt op de datum van de schriftelijke kennisgeving van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Verenigde Staten van Amerika dat de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding van zowel het FATCA Curaçao als het Aanvullend Verdrag zijn voltooid.

Overigens is Curaçao niet de enige wederpartij van de VS die problemen had met het halen van de deadline van 30 september 2015. Andere jurisdicties die recent een IGA met de VS hadden gesloten, blijken eveneens grote problemen te hebben met het halen van de deadline van 30 september 2015. Dit probleem is door de VS onderkend.

De VS hebben aangegeven om, zolang de goedkeuringsprocedure van het Aanvullend Verdrag loopt, FATCA Curaçao niet als beëindigd te beschouwen en de Curaçaose Financiële Instellingen te zullen behandelen als handelend in overeenstemming met FATCA.

Goedkeuring wordt gevraagd voor dit Aanvullend Verdrag.

3. Koninkrijkspositie

Het Aanvullend Verdrag zal voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, alleen gelden voor Curaçao.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven