34 355 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEENEN

Ontvangen 22 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 1.19 een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Een krachtens het vierde of vijfde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treed in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.

Toelichting

Dit amendement regelt een zware nahang procedure voor de AMvB’s waarin nadere voorschriften worden vastgesteld over het verzorgen van opleidingen in het buitenland en over de gronden voor weigering en intrekking van de toestemming van de Minister. De indiener is van mening dat de Kamer, gezien het grote belang van dit artikel voor het Nederlandse Hoger Onderwijs, inspraak moet hebben op de inhoud van de AMvB’s.

Van Meenen

Naar boven