Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34350-VIII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34350-VIII nr. 2 |
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat van het agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
1. |
Leeswijzer |
2 |
2. |
Het beleid |
2 |
2.1. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties |
2 |
|
2.2. Beleidsartikelen |
4 |
|
2.3. Niet-beleidsartikelen |
26 |
|
2.4. Agentschap |
30 |
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2015.
In paragraaf 2 «Het beleid» wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt inzicht gegeven in de begrotingsmutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (paragraaf 2.2 en 2.3). Voor alle artikelen geldt dat in de tabel budgettaire gevolgen van beleid de «Stand 1e suppletoire begroting» inclusief de Incidentele suppletoire begroting (ISB) 2015 is. De ISB 2015 heeft namelijk alleen betrekking op artikel 14 Cultuur en daarom wordt alleen in dit artikel de «Stand incidentele suppletoire begroting» apart weergegeven.
Daarnaast geldt dat uitgaven- en ontvangstenmutaties groter dan € 2,2 miljoen worden toegelicht. De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
In de 2e suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2015 een uitgavenpeil van € 36,4 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is € 1,3 miljard.
In tabel 1 en 2 wordt de aansluiting getoond van respectievelijk de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletoire begroting 2015 en de 2e suppletoire begroting 2015. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2016 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2016.
Artikelnr. |
Uitgaven |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2015 |
36.032.123 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 20151 |
36.248.637 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Bijstelling autonome raming studiefinanciering |
11 |
– 25.000 |
2) |
Mee- en tegenvallers |
diverse |
– 43.204 |
3) |
Meerjarige kasschuiven |
1, 8, 95 |
– 10.066 |
4) |
Overlopende verplichtingen |
diverse |
– 40.176 |
5) |
Loonruimte-overeenkomst |
diverse |
231.366 |
6) |
Niet kaderrelevante mutaties |
11 |
70.000 |
7) |
Overige mutaties |
diverse |
2.442 |
Stand 2e suppletoire begroting 2015 |
36.433.999 |
Toelichting op de belangrijkste uitgavenmutaties:
1) Ramingsbijstelling autonome raming studiefinanciering
Voor de basisbeurs en de aanvullende beurs gift geldt dat de gerealiseerde uitgaven voor met name de BOL iets achterblijven bij de raming.
2) Mee- en tegenvallers
Dit betreft het saldo van diverse mee- en tegenvallers. Zo is er sprake van een tegenvaller van € 12,0 miljoen bij de asielzoekers-/leerplusregelingen. Bij de lerarenbeurs is sprake van een onderuitputting van € 31,5 miljoen. Ook is er sprake van onderuitputting op de regeling voortijdig schoolverlaten (€ 12,0 miljoen) en de regeling praktijkleren (€ 5,5 miljoen).
3) Meerjarige kasschuiven
Dit betreft een kasschuif voor het Lerarenfonds van € 4,5 miljoen van 2015 naar 2016. De inschrijving is in oktober 2015 opengesteld waardoor een groot deel van de uitgaven pas in 2016 plaatsvinden. Daarnaast wordt er op het centrale apparaatsartikel € 5,3 miljoen doorgeschoven naar de jaren 2016–2019 om aan te sluiten bij de gewijzigde financieringsbehoefte in verband met (inter)departementale ontwikkelingen.
4) Overlopende verplichtingen
Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet in 2015 tot uitgaven leiden maar in 2016.
5) Loonruimte-overeenkomst
Het Kabinet heeft op 10 juli 2015 een Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015 – 2016 afgesloten. Dit betreft de toevoeging van de kabinetsbijdrage voor OCW voor 2015. Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor de verdeling over de begrotingsartikelen.
6) Niet kaderrelevante uitgaven
De niet-kaderrelevante uitgaven voor studiefinanciering zijn hoger dan geraamd. Uit de realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2015 blijkt dat meer studenten zijn gaan lenen dan aanvankelijk geraamd.
7) Overige mutaties
Het betreft overboekingen met andere departementen en desalderingen van uitgaven met ontvangsten.
Artikelnr. |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2015 |
1.256.715 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 20151 |
1.304.577 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Bijstelling autonome raming studiefinanciering |
13 |
10.000 |
2) |
Rente studiefinanciering |
11 |
– 40.000 |
3) |
Meerontvangsten |
1, 3 |
4.300 |
4) |
Overige mutaties |
1, 14, 95 |
16.568 |
Stand 2e suppletoire begroting 2015 |
1.295.445 |
Toelichting op de belangrijkste ontvangstenmutaties:
1) Ramingsbijstelling autonome raming studiefinanciering
Uit de realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2015 blijkt dat er meer lesgeldontvangsten zijn dan geraamd. Dit heeft te maken met achterstallige betalingen over het jaar 2014.
2) Rente studiefinanciering
Uit realisatiegegevens van DUO blijkt dat de renteontvangsten tot en met de maand augustus lager zijn dan geraamd. Door de lage rente is het renteaandeel in de aflossingsbedragen laag.
3) Meerontvangsten
Dit betreft meerontvangsten als gevolg van terugvorderingen en afrekening van diverse subsidies in het po en vo.
4) Overige mutaties
Dit betreft desalderingen van uitgaven met ontvangsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
9.963.954 |
9.935.976 |
256.162 |
10.192.138 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
||||||
Totale uitgaven |
9.963.954 |
9.935.976 |
122.162 |
10.058.138 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,80% |
99,90% |
||||
Bekostiging |
9.413.110 |
9.405.548 |
124.088 |
9.529.636 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.268.730 |
9.260.328 |
124.088 |
9.384.416 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.255.775 |
9.247.128 |
123.434 |
9.370.562 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.955 |
13.200 |
654 |
13.854 |
|
• |
Prestatiebox |
128.000 |
128.000 |
128.000 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
16.380 |
17.220 |
0 |
17.220 |
|
– |
Conciërgeregeling |
11.432 |
11.432 |
11.432 |
||
– |
Subsidieregeling Passend Onderwijs |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Overig |
4.948 |
5.788 |
5.788 |
||
Subsidies |
122.615 |
103.631 |
– 7.547 |
96.084 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.862 |
23.862 |
23.862 |
||
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
13.355 |
13.355 |
13.355 |
||
– |
Herstart en Op de Rails |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
8.992 |
7.080 |
2.500 |
9.580 |
|
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
||
– |
Overig |
66.406 |
49.334 |
– 10.047 |
39.287 |
|
Opdrachten |
11.344 |
10.020 |
– 4.220 |
5.800 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
28.431 |
28.310 |
5.592 |
33.902 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
28.431 |
28.310 |
5.592 |
33.902 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
15.981 |
15.994 |
15.149 |
31.143 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
5.716 |
5.729 |
15.000 |
20.729 |
|
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
7.964 |
7.964 |
7.964 |
||
– |
UWV |
2.301 |
2.301 |
149 |
2.450 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
361.550 |
361.550 |
0 |
361.550 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
261.750 |
261.750 |
261.750 |
||
– |
Convenant G37 |
95.000 |
95.000 |
95.000 |
||
– |
Ondersteuning niet G37 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
||
Bijdragen aan sociale fondsen |
10.923 |
10.923 |
– 10.900 |
23 |
||
– |
Brede Scholen |
10.923 |
10.923 |
– 10.900 |
23 |
|
Ontvangsten |
1.661 |
1.661 |
16.700 |
18.361 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 256,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 134,0 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming (€ 154,0 miljoen) als gevolg van de schooljaarsystematiek, waardoor een deel van de nieuw aangegane verplichtingen die in 2016 tot betaling leiden, drukt op de verplichtingenstand van 2015;
• neerwaartse bijstelling van € 20,0 miljoen omdat voor een aantal subsidies met een betaaleffect in 2015 de verplichting vóór 2015 is aangegaan.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor Bekostiging Primair Onderwijs wordt per saldo met € 124,1 miljoen verhoogd door:
• de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015 (waarvan de loonbijstelling € 121,9 miljoen bedraagt, en de prijsbijstelling € 3,7 miljoen);
• middelen die vanuit het Begrotingsakkoord 2014 beschikbaar zijn gesteld voor een schone scholenfonds. Een deel hiervan loopt via het Restauratiefonds. Het benodigde budget (€ 2 miljoen) wordt aan het fonds toegevoegd.
• een dalend aantal plaatsen in justitiële jeugdinrichtingen waardoor de kosten voor het onderwijs in deze inrichtingen zijn gedaald. De teveel ontvangen bijdrage (€ 5,3 miljoen) wordt teruggestort naar DJI;
• toevoeging van middelen uit de eindejaarsmarge 2014 (€ 4,1 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 7,5 miljoen verlaagd door:
• het doorschuiven van de juridische verplichting van een aantal projecten (Platform Bèta en Techniek en doorbraak project ICT) naar 2016 en de daarmee samenhangende betalingen (€ 3 miljoen);
• het beschikbaar stellen van € 5 miljoen in 2015 voor het Lerarenontwikkelfonds. Vanwege de schooljaarsystematiek zal een groot deel van de uitgaven in 2016 plaatsvinden. Daarom wordt € 4,5 miljoen doorgeschoven naar 2016;
• een overboeking van artikel 3 naar artikel 1 (€ 2,5 miljoen) voor het project Bèta en techniek;
• een overboeking naar de bekostiging voor de regeling procesbegeleiders in krimpregio’s (1,8 miljoen).
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 4,2 miljoen verlaagd door:
• minder gestarte onderzoeksprojecten (€ 1,5 miljoen) dan oorspronkelijk voorzien;
• een overboeking van artikel 1 naar artikel 3 (€ 2 miljoen) ten behoeve van CITO.
Bijdragen aan agentschappen
• Met het Programma Dienstverlening Instellingen wordt, in lijn met kabinetsbeleid «Digitaal 2017», gewekt aan de inrichting van een optimale ICT-omgeving voor onderwijsinstellingen. Dit programma (€ 5 miljoen) draagt bij aan reductie van administratieve lasten.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
• Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 15,1 miljoen verhoogd. Voor € 15 miljoen wordt dit verklaard door een betaling aan het Participatiefonds van teruggevorderde negatief getoetste declaraties van schoolbesturen.
Bijdragen aan sociale fondsen
• Het budget voor bijdragen aan sociale fondsen is met € 10,9 miljoen verlaagd vanwege een overboeking naar het Gemeentefonds ten behoeve van de impuls brede scholen, sport en cultuur.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 16,7 miljoen verhoogd. Dit bedrag bestaat voor € 15 miljoen uit de terugvordering door het Participatiefonds van negatief getoetste declaraties van schoolbesturen. De resterende € 1,7 miljoen betreffen meerontvangsten bij afhandeling van jaarrekeningen en afrekeningen van diverse subsidies.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.502.074 |
7.581.729 |
227.713 |
7.809.442 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
1.425 |
18.163 |
19.588 |
||||
Totale uitgaven |
7.480.508 |
7.533.960 |
116.371 |
7.650.331 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
99,90% |
99,90% |
|||||
Bekostiging |
7.341.604 |
7.370.795 |
117.759 |
7.488.554 |
|||
• |
Hoofdbekostiging |
7.022.187 |
7.051.378 |
101.759 |
7.153.137 |
||
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.434.326 |
6.461.632 |
93.306 |
6.554.938 |
||
– |
Bekostiging lichte ondersteuning |
574.810 |
574.810 |
8.390 |
583.200 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
13.051 |
14.936 |
63 |
14.999 |
||
• |
Prestatiebox |
177.363 |
177.363 |
0 |
177.363 |
||
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
177.363 |
177.363 |
0 |
177.363 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
142.054 |
142.054 |
16.000 |
158.054 |
||
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
2.741 |
2.741 |
0 |
2.741 |
||
– |
Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen |
77.677 |
77.677 |
16.000 |
93.677 |
||
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
0 |
250 |
||
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.386 |
61.386 |
0 |
61.386 |
||
Subsidies |
59.937 |
71.213 |
– 10.110 |
61.103 |
|||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE |
12.052 |
12.052 |
300 |
12.352 |
||
– |
ICT-projecten |
700 |
700 |
0 |
700 |
||
– |
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) |
3.465 |
2.465 |
– 1.760 |
705 |
||
– |
Onderwijs Bewijs |
1.363 |
1.363 |
0 |
1.363 |
||
– |
Regionale verwijzingscommissies VO |
6.985 |
6.985 |
0 |
6.985 |
||
– |
Pilots zomerscholen |
9.000 |
9.000 |
– 4.623 |
4.377 |
||
– |
Overige projecten |
26.372 |
38.648 |
– 4.027 |
34.621 |
||
Opdrachten |
1.582 |
1.552 |
26 |
1.578 |
|||
– |
In- en uitbesteding |
1.582 |
1.552 |
26 |
1.578 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
30.001 |
29.980 |
1.012 |
30.992 |
|||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
30.001 |
29.980 |
1.012 |
30.992 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
47.146 |
60.182 |
7.684 |
67.866 |
|||
– |
ZBO: College voor Toetsen en Examens |
4.165 |
4.165 |
4.420 |
8.585 |
||
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens) |
42.981 |
56.017 |
3.264 |
59.281 |
||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
238 |
238 |
0 |
238 |
|||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
238 |
238 |
0 |
238 |
||
Ontvangsten |
1.361 |
1.361 |
2.600 |
3.961 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 227,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 111,3 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (€ 18,2 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming doordat, naast de extra verplichtingen voor het kalenderjaar 2015 als gevolg van de uitdeling van de kabinetsbijdrage en middelen voor de loonruimte-overeenkomst 2015, een deel van de uitgavenmutaties voor 2016 reeds in 2015 wordt verplicht (totaal € 93,2 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 117,8 verhoogd. De belangrijkste mutaties hebben betrekking op:
• een bijstelling van € 90,0 miljoen in verband met de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015;
• een bijstelling van € 3,2 miljoen in verband met de uitdeling van de prijsbijstelling 2015;
• een verhoging van € 12,0 miljoen als gevolg de stijging van het aantal nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen;
• een overboeking van subsidies naar bekostiging van € 5,5 miljoen van NOA-middelen;
• het saldo van diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (€ 7,1 miljoen).
Subsidies
Het budget wordt per saldo met € 10,1 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– een overboeking van subsidies naar bekostiging van € 5,5 miljoen van NOA-middelen;
– het saldo van diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (€ 4,6 miljoen).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
• Het budget voor ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 7,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging houdt verband met bijdragen van andere beleidsterreinen voor de instellingssubsidie van CvTE: € 4,4 miljoen en SLO/CITO: € 3,3 miljoen. De financiering van deze instellingen verloopt via het beleidsterrein van voortgezet onderwijs.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 2,6 miljoen verhoogd. Dit betreft extra ontvangsten als gevolg van terugvorderingen op diverse dossiers en projecten.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.063.888 |
3.989.619 |
30.942 |
4.020.561 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
415 |
21.730 |
22.145 |
|||
Totale uitgaven |
4.107.238 |
4.067.876 |
20.070 |
4.087.946 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,7% |
100% |
||||
Bekostiging |
3.724.131 |
3.678.515 |
10.853 |
3.689.368 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.355.048 |
3.313.868 |
67.515 |
3.381.383 |
|
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.220.435 |
3.181.547 |
86.367 |
3.267.914 |
|
– |
Bekostiging kbb's |
69.650 |
65.193 |
– 19.159 |
46.034 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
5.664 |
7.829 |
– 431 |
7.398 |
|
– |
Bekostiging vavo |
59.299 |
59.299 |
738 |
60.037 |
|
• |
Prestatiebox |
228.865 |
228.100 |
– 11.000 |
217.100 |
|
– |
Kwaliteitsafspraken |
228.865 |
228.100 |
– 11.000 |
217.100 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
140.218 |
136.547 |
– 45.662 |
90.885 |
|
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
14.017 |
13.944 |
0 |
13.944 |
|
– |
Versterken centrale en uniforme toetsing |
4.981 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
RMC's |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Plusvoorzieningen overbelaste Jongeren en wijkscholen |
30.400 |
30.400 |
0 |
30.400 |
|
– |
Programmagelden regio's |
19.150 |
19.258 |
0 |
19.258 |
|
– |
Convenanten met RMC-regio's |
17.100 |
17.065 |
– 1.000 |
16.065 |
|
– |
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Leerlinggebonden financiering (LGF) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Taal en Rekenen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
School-ex 2.0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Regionaal Investeringsfonds |
13.450 |
14.760 |
– 3.542 |
11.218 |
|
– |
Salarismix Randstadregio's |
41.120 |
41.120 |
– 41.120 |
0 |
|
Subsidies |
242.918 |
256.447 |
– 11.272 |
245.175 |
||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
209.000 |
206.253 |
– 5.253 |
201.000 |
|
– |
Actieplan Laaggeletterdheid |
4.000 |
4.000 |
0 |
4.000 |
|
– |
Pilots laaggeletterdheid |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
3.800 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Netwerkscholen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Loopbaanorientatie |
2.100 |
2.100 |
– 500 |
1.600 |
|
– |
Overige projecten |
19.018 |
39.094 |
– 5.519 |
33.575 |
|
Opdrachten |
4.294 |
4.295 |
12.310 |
16.605 |
||
– |
In- en uitbesteding |
4.294 |
4.295 |
12.310 |
16.605 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
18.141 |
22.424 |
300 |
22.724 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
18.141 |
18.158 |
300 |
18.458 |
|
– |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
0 |
4.266 |
0 |
4.266 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
5.239 |
3.236 |
20.152 |
23.388 |
||
– |
College voor Examens |
332 |
550 |
1 |
551 |
|
– |
Wet SLOA |
4.907 |
2.686 |
– 682 |
2.004 |
|
– |
SBB |
0 |
0 |
20.833 |
20.833 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
112.515 |
102.959 |
– 12.273 |
90.686 |
||
– |
Caribisch Nederland |
25.791 |
14.535 |
– 13.099 |
1.436 |
|
– |
RMC's |
32.425 |
32.425 |
125 |
32.550 |
|
– |
Educatie |
54.299 |
55.999 |
701 |
56.700 |
|
Bijdragen aan sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Participatiebudget |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
6.500 |
0 |
6.500 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 30,9 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (€ 21,7 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 10,9 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• de bekostiging voor de roc’s en vakinstellingen wordt opgehoogd met een bedrag van € 86,4 miljoen. Dit kan voor een bedrag van € 41 miljoen verklaard worden door de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015. Uit het macrobudget van 2016 wordt € 3 miljoen geschoven naar 2015 voor de incidentele bijdrage aan de SVO. De ophoging van € 41,1 miljoen wordt toegelicht bij de salarismix;
• de bekostiging van de kbb’s is verlaagd met een bedrag van € 19,3 miljoen. Vanaf 1 augustus zijn de kbb’s opgehouden te bestaan. Deze taken zijn overgeheveld naar SBB en deze middelen zullen daarom vanaf 1 augustus 2015 gerealiseerd worden op het instrument «Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s»;
• er wordt een meevaller van € 12 miljoen verwacht op de regeling voortijdig schoolverlaten (VSV). Doordat sommige instellingen gedeeltelijk niet de VSV-norm van dit jaar hebben gehaald, blijft er in 2015 geld over op deze regeling. Daarom zijn de kwaliteitsafspraken met € 11 miljoen verlaagd (mbo) en de middelen voor de convenanten met RMC-regio’s zijn met € 1 miljoen verlaagd (vo);
• in het kader van het investeringsfonds mbo wordt een bedrag doorgeschoven naar 2016 (€ 3,5 miljoen);
• in 2014 is abusievelijk de regeling salarismix 2015 (€ 41,1 miljoen) uitbetaald aan de mbo-instellingen (34 000 VIII, nr. 82). Daarom zal er in 2015 geen realisatie plaatsvinden op de regeling salarismix.
Subsidies
Het budget voor de subsidies wordt per saldo met € 11,3 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
• op de regeling praktijkleren wordt een onderuitputting van circa € 5 miljoen verwacht, omdat het aantal aanvragen lager was dan de beschikbare middelen;
• het budget voor overige projecten wordt verlaagd met € 5,5 miljoen. Dit kan grotendeels verklaard worden door een kasschuif van € 4,4 miljoen vanwege overlopende verplichtingen.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 12,3 miljoen verhoogd. Dit kan grotendeels verklaard worden door een overboeking van € 11,5 miljoen van het instrument bijdragen aan medeoverheden. Naar verwachting zal er ten behoeve van Caribisch Nederland voor dit bedrag aan opdrachten gerealiseerd worden.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 20,2 miljoen verhoogd. Dit wordt grotendeels verklaard door de overboeking van het instrument Bekostiging ten behoeve van Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) (€ 19,2 miljoen).
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 12,3 miljoen verlaagd. Dit kan grotendeels verklaard worden door de overboeking van € 11,5 miljoen naar het instrument opdrachten doordat de opdrachten voor Caribisch Nederland onder het instrument opdrachten gerealiseerd worden in plaats van onder het instrument bijdragen aan medeoverheden.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.778.940 |
2.823.030 |
49.656 |
2.872.686 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
10.000 |
14.383 |
24.383 |
|||
Totale uitgaven |
2.770.109 |
2.787.395 |
23.842 |
2.811.237 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,90% |
99,90% |
||||
Bekostiging |
2.720.998 |
2.731.341 |
24.788 |
2.756.129 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
2.544.885 |
2.555.228 |
22.771 |
2.577.999 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.474.148 |
2.484.491 |
21.978 |
2.506.469 |
|
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
69.253 |
69.253 |
793 |
70.046 |
|
– |
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo |
1.484 |
1.484 |
1.484 |
||
• |
Prestatiebox |
176.113 |
176.113 |
2.017 |
178.130 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
176.113 |
176.113 |
2.017 |
178.130 |
|
Subsidies |
375 |
3.068 |
878 |
3.946 |
||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
0 |
2.758 |
2.758 |
||
– |
Overig |
375 |
310 |
878 |
1.188 |
|
Opdrachten |
100 |
165 |
88 |
253 |
||
– |
Uitbesteding |
100 |
165 |
88 |
253 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
16.916 |
17.476 |
137 |
17.613 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
16.916 |
17.476 |
137 |
17.613 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
29.529 |
30.779 |
317 |
31.096 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
27.154 |
28.404 |
292 |
28.696 |
|
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
2.375 |
2.375 |
25 |
2.400 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2.191 |
4.566 |
– 2.366 |
2.200 |
||
– |
SKI 123 en NUFFIC |
2.191 |
4.566 |
– 2.366 |
2.200 |
|
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
1.213 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 49,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 25,8 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (€ 14,4 miljoen).
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2016 (€ 11,4 miljoen), overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2016 verplicht in 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 24,8 miljoen verhoogd in verband met:
• de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015. (€ 29,2 miljoen);
• een intertemporele compensatie (voor 2015 – € 4,1 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
• diverse geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verlagen (€ 2,3 miljoen);
• het budget voor de prestatiebox wordt met € 2,0 miljoen verhoogd in verband met de loon- en prijsbijstelling 2015 en de uitdeling van de boven sectorale loonruimte 2015.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
• Het budget voor SKI 123 en NUFFIC wordt met € 2,4 miljoen verlaagd door het overhevelen van het aandeel hbo in de middelen voor het EP-NUFFIC naar het instrument «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties» onder artikel 7.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.126.980 |
4.166.137 |
66.812 |
4.232.949 |
||
Totale uitgaven |
4.139.632 |
4.169.574 |
40.946 |
4.210.520 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
||||
Bekostiging |
4.108.307 |
4.140.416 |
38.022 |
4.178.438 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.974.053 |
4.006.162 |
36.616 |
4.042.778 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
1.628.730 |
1.657.639 |
17.455 |
1.675.094 |
|
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.728.754 |
1.731.954 |
18.163 |
1.750.117 |
|
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
616.569 |
616.569 |
998 |
617.567 |
|
– |
Bekostiging tweede mastergraden in het wo |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Prestatiebox |
134.254 |
134.254 |
1.406 |
135.660 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
134.254 |
134.254 |
1.406 |
135.660 |
|
Subsidies |
4.954 |
4.954 |
19 |
4.973 |
||
– |
Subsidieregeling Sirius programma |
2.407 |
2.407 |
2.407 |
||
– |
Subsidieregeling Libertas Noodfonds |
265 |
265 |
265 |
||
– |
Overig |
2.282 |
2.282 |
19 |
2.301 |
|
Opdrachten |
1.362 |
1.443 |
51 |
1.494 |
||
– |
Uitbesteding |
1.362 |
1.443 |
51 |
1.494 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.673 |
3.673 |
359 |
4.032 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) |
3.673 |
3.673 |
359 |
4.032 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
21.336 |
19.088 |
2.495 |
21.583 |
||
– |
Organisaties excl. NVAO en SKI 123 (zie ook tabel 6.5 uit MJN 2015) |
21.336 |
19.088 |
2.495 |
21.583 |
|
Ontvangsten |
16 |
16 |
16 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 66,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 25,9 miljoen) wordt veroorzaakt doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2016 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2015 worden verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 38,0 miljoen verhoogd in verband met:
• de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015 (€ 35,8 miljoen);
• een intertemporele compensatie (voor 2015 – € 0,3 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
• diverse geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verhogen (€ 1,1 miljoen);
• het budget voor de prestatiebox wordt met € 1,4 miljoen verhoogd in verband met de loon- en prijsbijstelling van de boven sectorale loonruimte 2015.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het budget wordt met € 2,5 miljoen verhoogd in verband met:
• Het naar artikel 7 overhevelen van het aandeel hbo (artikel 6) in de middelen voor het EP-NUFFIC (€ 2,4 miljoen);
• de loon- en prijsbijstelling 2015 en de toekenning van de extra middelen naar aanleiding van de loonruimteovereenkomst (in totaal € 0,1 miljoen).
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6.582 |
9.305 |
1.715 |
11.020 |
||||
Totale uitgaven |
11.235 |
12.158 |
1.287 |
13.445 |
||||
Waarvan juridisch verplicht |
86,40% |
93,19% |
||||||
Subsidies |
1.739 |
1.739 |
75 |
1.814 |
||||
– |
Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) |
725 |
725 |
5 |
730 |
|||
– |
Frans-Nederlandse academie (FNA) |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
||||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
364 |
364 |
364 |
||||
– |
Overige incidentele subsidies |
50 |
50 |
70 |
120 |
|||
Opdrachten |
205 |
205 |
600 |
805 |
||||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
100 |
100 |
100 |
||||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
105 |
105 |
105 |
||||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
600 |
600 |
|||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
8.841 |
9.764 |
612 |
10.376 |
||||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
135 |
||||
– |
EP-Nuffic |
3.485 |
3.485 |
20 |
3.505 |
|||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.640 |
3.493 |
623 |
4.116 |
|||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
||||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
||||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
76 |
||||
– |
Fulbright Center |
368 |
438 |
– 70 |
368 |
|||
– |
DCICC Cultural Contact Point |
90 |
90 |
90 |
||||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
||||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training (voormalig Nationaal Agentschap Leven Lang Leren) |
1.762 |
1.762 |
39 |
1.801 |
|||
– |
Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Incidentele EU-programma's en activiteiten |
50 |
50 |
50 |
||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
450 |
450 |
0 |
450 |
||||
– |
Vlaams-Nederlands Huis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa) |
450 |
450 |
450 |
||||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
257.146 |
275.863 |
– 28.824 |
247.039 |
||
Totale uitgaven |
249.541 |
268.258 |
– 39.679 |
228.579 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
97,2% |
92,5% |
||||
Bekostiging |
24.168 |
23.324 |
– 37 |
23.287 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Professionalisering po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
24.168 |
23.324 |
– 37 |
23.287 |
|
– |
Functiemix VO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Salarismix MBO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
24.168 |
23.324 |
– 37 |
23.287 |
|
– |
G.O.- en vakbondsfaciliteiten po |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
198.125 |
217.590 |
– 28.083 |
189.507 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
123.200 |
143.850 |
– 31.504 |
112.346 |
|
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
27.300 |
26.215 |
0 |
26.215 |
|
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
17.100 |
17.100 |
0 |
17.100 |
|
– |
Verankering academische opleidingsschool |
2.640 |
2.640 |
0 |
2.640 |
|
– |
InnovatieImpuls Onderwijs |
1.000 |
1.000 |
0 |
1.000 |
|
– |
Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
0 |
2.945 |
|
– |
Open Universiteit (LOOK) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Promotiebeurs voor leraren |
7.625 |
7.625 |
0 |
7.625 |
|
– |
Projecten professionalisering |
2.000 |
1.900 |
0 |
1.900 |
|
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
|
– |
Caribisch Nederland |
2.097 |
2.097 |
0 |
2.097 |
|
– |
Overige projecten |
7.218 |
7.218 |
3.421 |
10.639 |
|
Opdrachten |
21.092 |
21.222 |
– 11.686 |
9.536 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.847 |
3.977 |
0 |
3.977 |
|
– |
Leraren- en schoolleiders |
17.245 |
17.245 |
– 11.686 |
5.559 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
6.156 |
6.122 |
127 |
6.249 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.156 |
6.122 |
127 |
6.249 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
0 |
6.000 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 28,8 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 10,8 miljoen) wordt veroorzaakt doordat de uitgaven voor het lerarenregister in 2015 worden verlaagd, maar de verplichting wordt doorgeschoven naar 2016.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
• Het budget voor lerarenbeurs/zij-instroom wordt per saldo met € 31,5 miljoen verlaagd. Voor de lerarenbeurs zijn minder aanvragen ingediend.
Opdrachten
Het budget voor het lerarenregister wordt per saldo met € 11,7 miljoen verlaagd. Met het oog op de aanbevelingen van de «commissie Elias» (onder andere zorg voor draagvlak bij betrokken partijen en faseer de ICT ontwikkeling) vindt de ontwikkeling van de verschillende onderwijsregisters door PRB in een dynamisch proces plaats. Hierdoor vindt de uitputting van het ICT ontwikkel- en beheerbudget, waarover afspraken zijn gemaakt met CIBG (een beheerorganisatie voor verschillende registers), later plaats dan eerder gepland.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.246.402 |
4.217.490 |
93.589 |
4.311.079 |
||||
Totale uitgaven |
4.246.402 |
4.217.490 |
93.589 |
4.311.079 |
||||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Inkomensoverdracht |
2.214.066 |
2.241.243 |
– 75 |
2.241.168 |
||||
• |
Basisbeurs |
1.224.947 |
1.339.797 |
– 1.814 |
1.337.983 |
|||
– |
Gift (R) |
1.053.070 |
1.068.774 |
– 13.481 |
1.055.293 |
|||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
171.877 |
271.023 |
11.667 |
282.690 |
|||
• |
Aanvullende beurs |
690.044 |
725.973 |
– 2.841 |
723.132 |
|||
– |
Gift (R) |
579.416 |
587.513 |
– 6.989 |
580.524 |
|||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
110.628 |
138.460 |
4.148 |
142.608 |
|||
• |
Reisvoorziening |
135.506 |
160.935 |
4.580 |
165.515 |
|||
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
414.922 |
361.747 |
4.580 |
366.327 |
|||
– |
Gift (R) |
577.661 |
599.684 |
0 |
599.684 |
|||
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 857.077 |
– 800.496 |
0 |
– 800.496 |
|||
• |
Overige uitgaven |
163.569 |
14.538 |
0 |
14.538 |
|||
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
117.242 |
138.366 |
0 |
138.366 |
|||
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
46.327 |
– 123.828 |
0 |
– 123.828 |
|||
Leningen |
1.913.040 |
1.853.545 |
84.068 |
1.937.613 |
||||
– |
Rentedragende lening (NR) |
1.723.876 |
1.669.801 |
83.292 |
1.753.093 |
|||
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
189.164 |
183.744 |
776 |
184.520 |
|||
Bijdragen aan agentschappen |
119.296 |
122.702 |
9.596 |
132.298 |
||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
119.296 |
122.702 |
9.596 |
132.298 |
|||
Ontvangsten |
804.481 |
816.984 |
– 40.000 |
776.984 |
||||
– |
Ontvangen rente en relevante hoofdsom (R) |
236.592 |
197.052 |
– 40.000 |
157.052 |
|||
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
88.329 |
96.527 |
0 |
96.527 |
|||
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
479.560 |
523.405 |
0 |
523.405 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
• Het budget voor de basisbeurs gift wordt per saldo met € 13,5 miljoen verlaagd. Uit realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2015 blijkt dat de uitgaven iets lager zijn dan geraamd. Dit is voornamelijk het geval bij de BOL. Dit heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van € 15,0 miljoen. Daarnaast is het budget met € 1,5 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2015.
• Het budget voor de basisbeurs prestatiebeurs wordt per saldo met € 11,7 miljoen verhoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2015.
• Het budget voor de aanvullende beurs gift wordt per saldo met € 7,0 miljoen verlaagd. Evenals bij de basisbeurs gift geldt dat de gerealiseerde uitgaven voor met name de BOL iets achterblijven bij de raming. Dit heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van € 10,0 miljoen. Daarnaast is het budget met € 3,0 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2015.
• Het budget voor de aanvullende beurs prestatiebeurs is met € 4,1 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2015.
• Het budget voor de bijdrage aan vervoersbedrijven in het kader van de reisvoorziening is met € 4,6 miljoen opwaarts bijgesteld in verband met de aanpassing aan het prijspeil van 2015.
Leningen
• Het budget voor rentedragende leningen wordt per saldo met € 83,3 miljoen verhoogd. Uit gegevens tot en met augustus blijkt dat meer studenten zijn gaan lenen dan aanvankelijk geraamd. Dit verklaart € 70,0 miljoen van de bijstelling. De overige bijstelling van € 13,3 miljoen is het gevolg van aanpassing aan het prijspeil van 2015.
Bijdragen aan agentschappen
• Het budget voor DUO wordt per saldo met € 9,6 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 7,7 miljoen extra kosten voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS). Voor de overige € 1,9 miljoen betreft het terugboeken van een niet doorgegaan dereguleringsvoorstel, een compensatie voor de ondernemingsraad van DUO en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 40 miljoen verlaagd. Uit realisatiegegevens van DUO blijkt dat de renteontvangsten tot en met de maand augustus lager zijn dan geraamd. Door de lage rente is het renteaandeel in de aflossingsbedragen laag.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
89.214 |
94.738 |
626 |
95.364 |
||||
Totale uitgaven |
89.214 |
94.738 |
626 |
95.364 |
||||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||||
Inkomensoverdracht |
71.644 |
77.236 |
289 |
77.525 |
||||
• |
TS 17- |
0 |
6.600 |
0 |
6.600 |
|||
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
6.600 |
0 |
6.600 |
|||
• |
TS 18+ |
6.064 |
5.900 |
0 |
5.900 |
|||
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
4.576 |
4.412 |
0 |
4.412 |
|||
– |
Deeltijd vo (R) |
1.488 |
1.488 |
0 |
1.488 |
|||
• |
VO 18+ |
65.580 |
64.736 |
289 |
65.024 |
|||
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.031 |
5.549 |
0 |
5.549 |
|||
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
53.342 |
53.221 |
289 |
53.510 |
|||
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.954 |
5.017 |
0 |
5.017 |
|||
– |
STOEB/ALR (NR) |
1.253 |
948 |
0 |
948 |
|||
Bijdragen aan agentschappen |
17.570 |
17.502 |
337 |
17.839 |
||||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
17.570 |
17.502 |
337 |
17.839 |
|||
Ontvangsten |
3.709 |
3.288 |
0 |
3.288 |
||||
– |
TS 17- (R) |
269 |
288 |
0 |
288 |
|||
– |
TS 18+ (R) |
703 |
96 |
0 |
96 |
|||
– |
VO 18+ (R) |
2.737 |
2.904 |
0 |
2.904 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.515 |
7.452 |
153 |
7.605 |
||
Totale uitgaven |
7.515 |
7.452 |
153 |
7.605 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
||||
Bijdragen aan agentschappen |
7.515 |
7.452 |
153 |
7.605 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
7.515 |
7.452 |
153 |
7.605 |
|
Ontvangsten |
246.227 |
242.600 |
10.000 |
252.600 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 10 miljoen verhoogd.
• Uit de realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2015 blijkt dat er meer lesgeldontvangsten zijn dan geraamd. Dit heeft te maken met achterstallige betalingen over het jaar 2014.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Stand incidentele suppletoire begroting (3) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (4) |
Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
892.898 |
855.433 |
935.433 |
58.461 |
993.894 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
629.000 |
629.000 |
629.000 |
0 |
629.000 |
||
Totale uitgaven |
733.744 |
716.064 |
796.064 |
625 |
796.689 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
97,40% |
99,7% |
|||||
Bekostiging |
614.211 |
623.235 |
623.235 |
– 4.569 |
618.666 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
480.811 |
469.622 |
469.622 |
8.443 |
478.065 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
327.558 |
316.369 |
316.369 |
7.737 |
324.106 |
||
Vierjaarlijkse fondsen |
153.253 |
153.253 |
153.253 |
706 |
153.959 |
||
– |
Monumentenzorg |
82.691 |
82.691 |
82.691 |
– 4.489 |
78.202 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
24.905 |
25.011 |
25.011 |
0 |
25.011 |
|
– |
Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea |
14.242 |
34.549 |
34.549 |
– 7.230 |
27.319 |
|
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
|
– |
Archeologie |
1.562 |
1.362 |
1.362 |
– 1.293 |
69 |
|
Subsidies |
72.516 |
41.508 |
41.508 |
– 5.471 |
36.037 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
8.687 |
8.987 |
8.987 |
462 |
9.449 |
|
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.323 |
7.355 |
7.355 |
– 796 |
6.559 |
|
– |
Programma bibliotheekvernieuwing |
25.942 |
48 |
48 |
0 |
48 |
|
– |
Programma leesbevordering |
2.850 |
2.850 |
2.850 |
0 |
2.850 |
|
– |
Programma CRISP |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma erfgoed en ruimte |
8.000 |
6.200 |
6.200 |
– 4.708 |
1.492 |
|
– |
Programma ondernemerschap |
1.737 |
1.737 |
1.737 |
0 |
1.737 |
|
– |
Specifiek cultuurbeleid |
17.977 |
14.331 |
14.331 |
– 429 |
13.902 |
|
– |
Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
4.062 |
4.550 |
84.550 |
10.037 |
94.587 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
4.062 |
4.550 |
84.550 |
10.037 |
94.587 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
39.710 |
43.405 |
43.405 |
603 |
44.008 |
||
– |
Nationaal Archief |
39.710 |
43.405 |
43.405 |
603 |
44.008 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
3.245 |
3.366 |
3.366 |
25 |
3.391 |
||
– |
Uitvoering internationale verdragen |
2.310 |
2.365 |
2.365 |
1 |
2.366 |
|
– |
Uitvoering internationale contributies |
875 |
941 |
941 |
24 |
965 |
|
– |
Europese samenwerking |
60 |
60 |
60 |
60 |
||
Ontvangsten |
780 |
2.687 |
32.687 |
418 |
33.105 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 58,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
• Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van meer verplichtingen voor de monumentenzorg (€ 43,2 miljoen).
• Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van enkele meerjarige verplichtingen ten laste van het budget investeringen huisvesting rijk gesubsidieerde musea (€ 6,8 miljoen).
• Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van diverse meerjarige subsidieverplichtingen die in 2015 zijn aangegaan (€ 8,5 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
• Het budget voor vierjaarlijkse instellingen wordt per saldo met € 7,7 miljoen verhoogd. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat investeringen in de huisvesting van musea hebben geleid tot hogere structurele huisvestingssubsidies aan de musea. Daarom zijn uit het budget investeringen huisvesting musea middelen overgeboekt naar de vierjaarlijkse instellingen (€ 7,2 miljoen).
• Het budget voor monumentenzorg wordt per saldo met € 4,5 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2015 sommige uitgaven aan monumentenzorg niet via het financieel instrument bekostiging plaatsvinden, maar via subsidies en opdrachten. De bekostiging is daarom verlaagd ten gunste van deze financiële instrumenten.
• Het budget voor investeringen huisvesting musea wordt per saldo met € 7,2 miljoen verlaagd. Zie toelichting hierboven bij het eerste punt onder bekostiging.
Subsidies
• Het budget voor het programma erfgoed en ruimte wordt per saldo met € 4,7 miljoen verlaagd. De belangrijkste oorzaak is dat een groot deel van dit programma in 2015 niet wordt uitgevoerd via subsidies, maar via opdrachten. Daarom wordt bij najaarsnota € 4,1 miljoen van het budget overgeboekt naar het financiële instrument opdrachten.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 10,0 miljoen verhoogd. Deze verhoging is grotendeels afkomstig uit het programma erfgoed en ruimte (€ 4,1 miljoen, zie ook onder subsidies), uit de monumentenzorg (€ 4,6 miljoen, zie ook onder bekostiging) en uit archeologie (bekostiging, € 1,2 miljoen).
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
996.075 |
997.075 |
28.478 |
1.025.553 |
||
Totale uitgaven |
996.406 |
854.569 |
10.058 |
864.627 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,90% |
100% |
||||
Bekostiging |
991.549 |
849.917 |
9.915 |
859.832 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
905.086 |
776.241 |
0 |
776.241 |
|
Landelijke publieke omroep |
751.216 |
650.414 |
650.414 |
|||
Wereldomroep |
0 |
0 |
0 |
|||
Regionale Omroep |
153.870 |
125.827 |
125.827 |
|||
Minderhedenprogrammering |
0 |
0 |
0 |
|||
Bezuiniging Publieke Omroep (nog in te vullen) |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
60.130 |
48.671 |
0 |
48.671 |
|
Stichting Omroep Muziek |
14.885 |
11.672 |
11.672 |
|||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
24.962 |
20.413 |
20.413 |
|||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
20.283 |
16.586 |
16.586 |
|||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
30.360 |
28.652 |
0 |
28.652 |
|
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties |
17.047 |
17.047 |
17.047 |
|||
Stimuleringsfonds voor de Pers |
2.185 |
2.185 |
2.185 |
|||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
7.722 |
6.288 |
6.288 |
|||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
|||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.506 |
1.232 |
1.232 |
|||
Kabelraden |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR) |
– 4.853 |
– 4.473 |
9.940 |
5.467 |
|
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
500 |
– 25 |
475 |
|
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
326 |
326 |
0 |
326 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
326 |
326 |
326 |
|||
Subsidies |
920 |
920 |
– 457 |
463 |
||
– |
Subsidies |
920 |
920 |
– 457 |
463 |
|
Opdrachten |
0 |
0 |
522 |
522 |
||
– |
Opdrachten |
0 |
0 |
522 |
522 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.902 |
3.697 |
53 |
3.750 |
||
– |
Commissariaat voor de Media |
3.902 |
3.697 |
53 |
3.750 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
35 |
25 |
60 |
||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
25 |
60 |
|
Ontvangsten |
190.500 |
191.500 |
0 |
191.500 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 28,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van eind 2015 aan te gane verplichtingen ten behoeve van 2016 (€ 18,4 miljoen). Het betreft de verplichtingen aan de landelijke publieke omroep en de regionale omroepen. In de beschikkingen is al rekening gehouden met de wettelijke prijsindex 2015 (doorwerking in 2016) en 2016.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve wordt per saldo met € 9,9 miljoen verhoogd. Dit betreft grotendeels de in 2015 ontvangen prijsindex.
• De prijsindex is in de begrotingscijfers al opgevoerd bij de andere onderdelen van de bekostiging en in mindering gebracht op de dotatie aan de Algemene Mediareserve. Nu het bedrag daadwerkelijk is ontvangen, wijzigt de begrote onttrekking van € 4,5 miljoen aan de Algemene Mediareserve in een dotatie hieraan van € 5,5 miljoen.
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
951.909 |
950.519 |
27.221 |
977.740 |
||
Totale uitgaven |
973.046 |
1.012.511 |
23.368 |
1.035.879 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,80% |
99,90% |
||||
Bekostiging |
846.796 |
895.405 |
18.023 |
913.428 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
609.364 |
646.040 |
16.024 |
662.064 |
|
NWO-wet en WHW |
||||||
– |
NWO |
475.371 |
471.377 |
12.130 |
483.507 |
|
– |
KNAW |
87.744 |
87.744 |
1.136 |
88.880 |
|
– |
KB |
46.249 |
86.919 |
2.758 |
89.677 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
237.432 |
249.365 |
1.999 |
251.364 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
162.318 |
162.318 |
0 |
162.318 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
8.000 |
0 |
8.000 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
54.243 |
54.243 |
0 |
54.243 |
|
– |
Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek |
12.871 |
19.362 |
1.999 |
21.361 |
|
– |
Kust- en zeeonderzoek |
0 |
2.500 |
0 |
2.500 |
|
– |
Poolonderzoek |
0 |
2.942 |
0 |
2.942 |
|
Subsidies |
40.470 |
30.553 |
– 4.553 |
26.000 |
||
• |
Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap |
24.273 |
20.612 |
– 2.400 |
18.212 |
|
– |
LF TUD bibliotheek |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Stichting SURF |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
CPG |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Montesquieu Instituut |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Max Planck Instituut |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCB/Nationaal Herbarium |
9.896 |
6.196 |
70 |
6.266 |
|
– |
BPRC |
8.271 |
8.298 |
61 |
8.359 |
|
– |
NEMO |
3.327 |
3.338 |
28 |
3.366 |
|
– |
STT |
218 |
219 |
2 |
221 |
|
– |
NTU/INL |
2.561 |
2.561 |
– 2.561 |
0 |
|
– |
EIB |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Subsidieregeling St.AAP |
1.026 |
1.027 |
5 |
1.032 |
|
• |
Kaderregeling subsidiëring projecten ten behoeve van onderzoek en wetenschap |
15.171 |
8.914 |
– 2.158 |
6.756 |
|
– |
Kust- en zeeonderzoek |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Poolonderzoek |
2.942 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Genomics |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nationale coördinatie |
6.979 |
6.164 |
– 2.158 |
4.006 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
2.750 |
2.750 |
0 |
2.750 |
|
– |
Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN) |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Hersenen en Cognitie |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nader te verdelen |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
0 |
835 |
0 |
835 |
||
– |
Uitbesteding |
0 |
835 |
0 |
835 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
303 |
301 |
2 |
303 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
303 |
301 |
2 |
303 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
84.990 |
84.930 |
9.733 |
94.663 |
||
– |
EMBC |
800 |
800 |
12 |
812 |
|
– |
EMBL |
4.795 |
4.735 |
111 |
4.846 |
|
– |
ESA |
30.950 |
30.950 |
0 |
30.950 |
|
– |
CERN |
39.945 |
39.945 |
6.923 |
46.868 |
|
– |
ESO |
8.500 |
8.500 |
115 |
8.615 |
|
– |
NTU/INL |
0 |
0 |
2.572 |
2.572 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
487 |
487 |
163 |
650 |
||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
487 |
487 |
163 |
650 |
|
Ontvangsten |
101 |
101 |
0 |
101 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 27,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 3,9 miljoen) wordt veroorzaakt door:
• uitgavenmutaties voor het jaar 2016 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2015 worden verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 18,0 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van onder andere. de volgende mutaties:
• een bijstelling van € 2,3 miljoen ten behoeve van een tegemoetkoming in de BTW compensatie in het kader van de uitvoering van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen door de Koninklijke Bibliotheek;
• een bijstelling van € 9,1 miljoen in verband met de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015;
• een bijstelling van € 4,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door meerdere interne en externe overboekingen ten behoeve van projecten die worden uitgevoerd door het Nationale regieorgaan Onderwijsonderzoek alsmede door een interne overboeking ten behoeve van de Nationale Wetenschapsagenda.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 4,6 miljoen verlaagd. De verlaging is het gevolg diverse interne overboekingen onder andere. ten behoeve van de nationale Wetenschapsagenda alsmede een overboeking naar (inter)nationale organisaties.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor (inter-)nationale organisaties wordt per saldo met € 9,7 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
• een verhoging van € 6,9 miljoen van de contributie aan CERN als gevolg van het vrijgeven van de minimum wisselkoers door de Zwitserse Nationale Bank;
• een interne overboeking van € 2,6 miljoen van subsidies naar (inter-)nationale organisaties.
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.605 |
5.759 |
1.725 |
7.484 |
||
Totale uitgaven |
15.172 |
15.238 |
– 1.901 |
13.337 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
71,30% |
% |
||||
Bekostiging |
4.148 |
4.148 |
0 |
4.148 |
||
Kennisinfrastructuur |
4.148 |
4.148 |
0 |
4.148 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.948 |
2.948 |
2.948 |
||
– |
LHBT |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
||
Subsidies |
7.199 |
7.722 |
– 836 |
6.886 |
||
Subsidieregeling emancipatie |
1.446 |
1.503 |
– 1.160 |
343 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.446 |
1.446 |
– 1.160 |
286 |
|
– |
LHBT |
0 |
57 |
57 |
||
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
5.753 |
6.219 |
324 |
6.543 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
3.601 |
3.870 |
– 188 |
3.682 |
|
– |
LHBT |
2.152 |
2.349 |
512 |
2.861 |
|
Opdrachten |
1.084 |
1.256 |
451 |
1.707 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
585 |
682 |
561 |
1.243 |
|
– |
LHBT |
499 |
574 |
– 110 |
464 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
151 |
150 |
1 |
151 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
151 |
150 |
1 |
151 |
|
Bijdragen aan mede-overheden |
2.590 |
1.857 |
– 1.837 |
20 |
||
Gemeentefonds BZK |
2.190 |
1.457 |
– 1.437 |
20 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.290 |
717 |
– 697 |
20 |
|
– |
LHBT |
900 |
740 |
– 740 |
0 |
|
EL&I Talent naar de Top |
400 |
400 |
– 400 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
400 |
400 |
– 400 |
0 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
105 |
320 |
425 |
||
– |
LHBT |
0 |
105 |
320 |
425 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van verplichtingen in 2015 met kasjaren in 2016, 2017 en 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
• Het budget voor 2015 wordt per saldo met € 0,8 miljoen verlaagd. Dit als gevolg van het feit dat sinds de Midtermreview en Beleidsdoorlichting 2014 het emancipatiebeleid steeds meer gestalte krijgt via het reguliere beleid van alle departementen (gender mainstreaming). In 2015 heeft dit beleid een grote inzet van het emancipatiepersoneel gevergd. Dit beleid gebeurt zonder inzet van geldstromen. Het gevolg hiervan is lagere uitgave van € 0,8 miljoen voor 2015.
Opdrachten
• Het budget voor 2015 wordt per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd, doordat de uitgaven plaatsvinden via het instrument opdrachten in plaats van via bijdragen aan mede-overheden.
Bijdragen aan mede-overheden
• Het budget voor 2015 wordt per saldo met € 1,8 miljoen verlaagd, doordat uitgaven plaatsvinden via de instrumenten opdrachten en bijdrage (inter)nationale organisaties in plaats van via bijdragen aan mede-overheden.
• In 2015 is voor 35 gemeenten geld gereserveerd voor de uitrol kracht on tour. Voor 2015 zijn er geen aanvragen binnengekomen.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor 2015wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd. Dit betreft een bijdrage aan OESO-onderzoek over economische kosten homovijandigheid.
Artikel 91. Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting (na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.355 |
230.807 |
– 230.807 |
0 |
||
Uitgaven |
1.355 |
230.807 |
– 230.807 |
0 |
||
• |
Loonbijstelling |
0 |
103.445 |
– 103.445 |
0 |
|
• |
Prijsbijstelling |
0 |
62.887 |
– 62.887 |
0 |
|
• |
Nader te verdelen |
1.355 |
64.475 |
– 64.475 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
• De post loonbijstelling wordt per saldo met € 103,5 miljoen verlaagd. Dit betreft de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2015. De verdeling over de begrotingsartikelen is reeds toegelicht in het algemeen deel van het verdiepingshoofdstuk uit de OCW-begroting 2016.
• Daarnaast wordt de post loonbijstelling verhoogd en direct weer verlaagd met een bedrag van € 231,4 miljoen. Het Kabinet heeft op 10 juli 2015 een Loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015 – 2016 afgesloten. Dit betreft de toevoeging en doorverdeling van de kabinetsbijdrage voor OCW voor 2015. Voor de sector Onderwijs gaat het om een bedrag van € 228,3 miljoen en voor de sector Rijk om € 3,1 miljoen. Onderstaande tabellen geeft de doorverdeling over de begrotingsartikelen weer:
Art. |
Omschrijving |
2015 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
85.999 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
62.811 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
28.355 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
20.472 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
22.704 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
2.102 |
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
5.858 |
Totaal van de verdeling |
228.301 |
Art. |
Omschrijving |
2015 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
258 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
197 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
89 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
93 |
8 |
Internationaal beleid |
43 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
37 |
11 |
Studiefinanciering |
504 |
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
94 |
13 |
Lesgeld |
42 |
14 |
Cultuur |
128 |
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
2 |
25 |
Emancipatie |
1 |
95 |
Apparaatsuitgaven |
1.577 |
Totaal van de verdeling |
3.065 |
Prijsbijstelling
• De post prijsbijstelling wordt in totaal met € 62,9 miljoen verlaagd. Dit betreft voor € 33,0 miljoen de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2015. De verdeling over de begrotingsartikelen is reeds toegelicht in het algemeen deel van het verdiepingshoofdstuk uit de OCW-begroting 2016. Voor € 29,9 miljoen betreft het prijsbijstelling tranche 2015 over de niet kaderrelevante uitgaven studiefinanciering.
Nader te verdelen
• Het restant van de eindejaarsmarge 2014/2015 wordt ingezet ter dekking van incidentele OCW-brede problematiek. Het betreft onder meer extra uitgaven voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS) als gevolg van de invoering van het studievoorschot, tegenvallers bij de contributie aan het CERN en het onderwijs op Caribisch Nederland als gevolg van koersverschillen en de bijdrage van OCW aan de voorzieningen binnen de generieke digitale infrastructuur (GDI).
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand vastgestelde begroting(na nota van wijziging, amendementen en ISB) (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
247.052 |
244.571 |
4.652 |
249.223 |
||
Uitgaven |
247.052 |
244.571 |
4.652 |
249.223 |
||
Personele uitgaven |
159.386 |
171.807 |
2.948 |
174.755 |
||
Waarvan |
||||||
– |
eigen personeel |
143.343 |
160.110 |
3.698 |
163.808 |
|
– |
externe inhuur |
6.081 |
8.305 |
– 750 |
7.555 |
|
Materiële uitgaven |
87.666 |
72.764 |
554 |
73.318 |
||
Waarvan |
||||||
– |
eigen personeel |
21.136 |
30.915 |
– 5.407 |
25.508 |
|
– |
externe inhuur |
29.454 |
24.035 |
6.363 |
30.398 |
|
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
1.150 |
1.150 |
||
Ontvangsten |
567 |
567 |
1.150 |
1.717 |
In de kolom «Mutaties 2e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand 1e suppletoire begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 2,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
• de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2015 en de extra middelen uit de loonruimte-overeenkomst voor 2015 € 3,3 miljoen;
• de inzet van € 10,0 miljoen van de eindejaarsmarge ter dekking van de problematiek op de apparaatskosten;
• diverse interdepartementale overboekingen en technische mutaties hebben geleid tot een verhoging van € 0,1 miljoen;
• diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 5,5 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
– een kasschuif van 2015 naar 2016 t/m 2019 van € 4,4 miljoen waarmee het budget wordt aangepast aan het verwachte uitgavenpatroon;
– als gevolg van een vertraging in de realisatie van het project «Rijk aan informatie» en het project «OCW naar 3F» zal € 1,1 miljoen pas in 2016 uitgegeven worden.
• een verlaging van € 5,0 miljoen ten behoeve van het Programma Dienstverlening Instellingen bij DUO, waarbij, in lijn met kabinetsbeleid «Digitaal 2017», wordt gewerkt aan inrichting van een online zelfbedieningsplatform voor onderwijsinstellingen.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 0,6 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• toevoeging van de prijsbijstelling van totaal € 0,8 miljoen.
• de inzet van € 2,4 miljoen van de eindejaarsmarge ter dekking van de problematiek op de apparaatskosten;
• de dekking voor de bijdrage van OCW voor Rijksbrede ICT-problematiek (Uitwerking Commissie Elias en Generieke Digitale Infrastructuur) ad € 6,0 miljoen.
• diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 8,0 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
– een kasschuif van 2015 naar 2016 t/m 2019 van € 0,9 miljoen waarmee het budget wordt aangepast aan het verwachte uitgavenpatroon;
– als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek zal € 5,9 miljoen pas in 2016 uitgegeven worden;
– door vertraagde interdepartementale besluitvorming kan in 2015 niet gestart worden met de voorziene herinrichting van de Hoftoren. De projectkosten ad € 1,2 miljoen verschuiven daarmee naar 2016.
• diverse interdepartementale overboekingen en technische mutaties hebben geleid tot een verlaging van € 0,6 miljoen.
Begrotingsreserve schatkistbankieren
OCW staat garant voor onderwijsinstellingen die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat OCW hierdoor loopt, ontvangt OCW een vergoeding (risicopremie). De risicopremie voor 2014 is ontvangen in 2015 en deze bedraagt € 1,2 miljoen. Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren.
Ontvangsten
Zie hiervoor de toelichting bij de Begrotingsreserve schatkistbankieren.
In deze paragraaf is de 2e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2015 |
Totaal geraamd |
|
---|---|---|---|---|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
236.953 |
36.587 |
273.540 |
|
Omzet overige departementen |
18.980 |
8.400 |
27.380 |
|
Omzet derden |
8.050 |
4.371 |
12.421 |
|
Rentebaten |
0 |
|||
Bijzondere baten |
0 |
|||
Totaal baten |
263.983 |
49.358 |
313.341 |
|
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
257.938 |
45.363 |
303.301 |
|
– |
Personele kosten |
147.173 |
7.103 |
154.276 |
Waarvan eigen personeel |
131.092 |
– 816 |
130.276 |
|
Waarvan externe inhuur |
16.081 |
7.919 |
24.000 |
|
– |
Materiële kosten |
110.765 |
38.260 |
149.025 |
Waarvan apparaat ICT |
18.000 |
1.886 |
19.886 |
|
Waarvan bijdrage aan SSO’s |
0 |
12.500 |
12.500 |
|
Rentelasten |
45 |
0 |
45 |
|
Afschrijvingskosten |
6.000 |
1.727 |
7.727 |
|
– |
Materieel |
6.000 |
1.727 |
7.727 |
Waarvan apparaat ICT |
5.000 |
727 |
5.727 |
|
– |
Immaterieel |
0 |
0 |
|
Overige lasten |
0 |
2.000 |
2.000 |
|
– |
Dotaties voorzieningen |
0 |
2.000 |
2.000 |
– |
Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
263.983 |
49.090 |
313.073 |
|
Saldo van baten en lasten |
0 |
268 |
268 |
Toelichting:
De baten van de 2e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 49,4 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015 (€ 264,0 miljoen), waar een lasten stijging van € 49,1 miljoen tegenover staat resulterend in een positief saldo van € 0,3 miljoen.
Baten
Omzet moederdepartement
• De omzet moederdepartement is € 36,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel makend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 16,9 miljoen), projecten voor instandhouding systemen (onderhoud), compacte rijksdienst trajecten (€ 7,1 miljoen) en uitvoering beleidsopdrachten ad € 2,5 miljoen. Daarnaast betreft het bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 10,0 miljoen), zoals uitvoering onvindbare debiteuren, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord en uitvoering digitalisering examens (FACET).
Omzet overige departementen en derden
• De omzet overige departementen en derden stijgen met € 12,8 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het betreft hier uitbreiding van werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de Inburgeringstaak € 3,1 miljoen, projectmatige werkzaamheden ten behoeve van bekostiging Kinderopvang € 1,9 miljoen, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord € 3,7 miljoen ten behoeve van meerdere opdrachtgevers, extra werkzaamheden voor examens Wet Financieel Toezicht (Wft) ten behoeve van het Ministerie van Financiën € 2,5 miljoen, detachering van personeel € 1,3 miljoen en overige bijstellingen optellend tot € 0,3 miljoen.
Lasten
Apparaatskosten
• De personele begroting laat een stijging zien van € 7,1 miljoen, benodigd voor de additionele inzet op de (basis)dienstverlening. De materiële kosten laten een stijging zien van € 38,2 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op (basis)dienstverlening, projecten en opdrachten OCW en overige departementen. Tot slot is een dotatie voorziening ter grootte van € 2,0 miljoen voor Sociaal Beleid Rijk geraamd.
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2015 |
Stand 2e suppletoire begroting 2015 |
|
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2014 |
47.069 |
0 |
47.069 |
2. |
Totaal operationele kasstroom |
6.000 |
– 4.555 |
1.445 |
3a |
Totaal investeringen (-/-) |
– 6.000 |
0 |
– 6.000 |
3b |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
||
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 6.000 |
0 |
– 6.000 |
4a |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
|
4b |
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
|
4c |
Aflossingen op leningen (-/-) |
– 314 |
0 |
– 314 |
4d |
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 314 |
0 |
– 314 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2014 |
46.755 |
– 4.555 |
42.200 |
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van via de balans gereserveerde middelen voor in 2015 doorlopende projecten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34350-VIII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.