Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
In het in artikel I, onderdeel CE, voorgestelde artikel 2.74b wordt na «artikel 2.71,
eerste en vierde lid,» ingevoegd: en artikel 2.74a, tweede lid,.
B
In artikel I, onderdeel FA, vervalt onderdeel c.
C
In het in artikel I, onderdeel HP, onderdeel c, voorgestelde artikel 3.59, vijfde
lid, wordt «40 dagen» vervangen door: 24 dagen en niet minder dan 10 dagen.
Toelichting
Onderdeel A (artikel 2.74b)
In het wetsvoorstel is ervoor gekozen de huidige termijnen voor inschrijving bij onder
meer de niet-openbare procedure en de mededingingsprocedure met onderhandeling van
40 dagen te handhaven. Dit geldt onder meer voor artikel 2.74a, tweede lid. Artikel 28,
vierde lid, eerste alinea, van richtlijn 2014/24/EU noemt een termijn van ten minste
10 dagen. Gelet op de in het wetsvoorstel gekozen termijn is het logisch de inkortingsmogelijkheid
van 5 dagen van artikel 2.74b ook te doen gelden voor artikel 2.74a, tweede lid.
Onderdeel B (artikel 2.148)
Dit onderdeel bevat een technische verbetering.
Onderdeel C (artikel 3.59)
In het wetsvoorstel is ten aanzien van speciale-sectoropdrachten bepaald dat als geen
overeenstemming wordt bereikt over een termijn voor inschrijving bij de niet-openbare
procedure en de onderhandelingsprocedure met aankondiging, die termijn ten minste
40 dagen bedraagt. Deze termijn wijkt af van het huidige artikel 3.59, vijfde lid,
waarin in algemene zin de termijn ten minste 24 dagen bedraagt en niet minder dan
10 dagen is. De hier voorgestelde wijziging strekt er toe deze termijn aan te houden,
aangezien geen inhoudelijke wijziging van een termijn werd beoogd.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp