34 319 Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met verbetering van de maatregelen bij niet-betalen van de premie en de bestuursrechtelijke premie en enkele andere wijzigingen (verbetering wanbetalersmaatregelen) in verband met behoud van voormalige wettelijke reserves Zfw

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2015

In uw brief van 15 oktober 2015 heeft u mij gevraagd uw Kamer te informeren wanneer de novelle naar aanleiding van het amendement Leijten/Van Gerven op het wetsvoorstel ter verbetering van wanbetalersmaatregelen (Kamerstuk 33 683, nr. 41) aan de Kamer zal worden toegezonden, welk tijdpad ik in dat verband voor ogen heb en wat de gevolgen zijn als de invoeringsdatum van 1 januari 2016 niet wordt gehaald. Ter zake kan ik u het volgende meedelen.

De novelle is bij Koninklijke boodschap van 14 oktober jl. aan uw Kamer aangeboden. De novelle voorziet in toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum op zowel de novelle (Kamerstuk 34 319) als het wetsvoorstel (Kamerstuk 33 683). Dit betekent voor beide dat er na bekrachtiging geen termijn van 8 weken in acht genomen hoeft te worden voor de inwerkingtreding.

Voor tijdige inwerkingtreding van de novelle en het wetsvoorstel ben ik afhankelijk van de behandeling door beide Kamers.

Mochten de novelle en het wetsvoorstel onverhoopt niet per 1 januari 2016 in werking treden, dan zal zich de volgende situatie voordoen:

  • De invoering van de maatregelen ter verbetering van de wanbetalersregeling loopt vertraging op. De verlaging van de bestuursrechtelijke premie was om uitvoeringstechnische redenen voorzien per 1 juli 2016. Verlaging van de bestuursrechtelijke premie per die datum is alleen mogelijk indien het wetsvoorstel uiterlijk per 1 mei 2016 in werking treedt. Hoewel inwerkingtreding van de overige maatregelen op een later tijdstip dan 1 januari 2016 vanuit uitvoeringstechnisch oogpunt geen voorkeur verdient, levert dit voor het overige geen problemen op.

  • De termijn van tien jaar in artikel 2.1.9 van I&A Zvw loopt op 1 januari 2016 automatisch af. Vanaf dat moment kan een zorgverzekeraar statutair een winstoogmerk aannemen of zijn werkzaamheden staken zonder dat het Zorginstituut Nederland daardoor een onmiddellijk opeisbare vordering krijgt ter hoogte van de voormalige ziekenfondsreserves.

  • Dit kan niet alsnog worden teruggedraaid door de wet en de novelle na 1 januari 2016 met terugwerkende kracht aan te nemen. Omdat dit nadelig is voor de zorgverzekeraars, is dat juridisch niet houdbaar en derhalve per 1 januari onomkeerbaar.

Teneinde de bovengeschetste gevolgen te voorkomen, verzoek ik uw Kamer de novelle met spoed te behandelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven