Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2015
Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas-
en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire wet.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen
Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties (intensiveringen
en overschrijdingen) ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2015 voor de
begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII). De genoemde
mutaties zullen worden verwerkt in de Slotwet. Naar verwachting wordt in 2015 een
ODA-prestatie van 0,75% van het BNI gerealiseerd.
Artikel 1
Uitgaven
Het budget voor het DGGF wordt met EUR 14 miljoen verhoogd. De vraag vanuit intermediaire
fondsen voor onderdeel 2 «Investeren lokaal MKB» is groot. Door de ruime belangstelling
en het aanbod van kwalitatief goede voorstellen heeft de uitvoerder PwC/Triple Jump
de investeringen in deze fondsen kunnen opschalen. De realisatie van het DGGF in 2015
komt daarmee uit op EUR 90 miljoen. De verhoging van EUR 14 miljoen wordt binnen artikel
1 deels gedekt door onderuitputting op sub-artikel 1.3 private sector ontwikkeling,
onder meer omdat een betaling aan de RVO doorschuift naar 2016.
Artikel 3
Verplichtingen
Het budget voor sub-artikel 3.1 wordt met EUR 150 miljoen verhoogd ten behoeve van
de bijdrage aan de Global Vaccine Alliance (GAVI), die reeds in 2015 wordt verplicht.
Artikel 4
Verplichtingen
De verplichtingenbudgetten voor humanitaire hulp (sub-artikel 4.1) en voor het Relief
Fund (sub-artikel 4.4) worden verhoogd met respectievelijk EUR 30 miljoen en EUR 112
miljoen. Het betreft grotendeels een technische bijstelling, waarmee de verplichtingenbudgetten
in lijn worden gebracht met de geraamde uitgaven voor dit jaar.
Uitgaven
Conflicten, onveiligheid en repressie in landen nabij Europa hebben ook in het afgelopen
jaar geleid tot menselijk leed op ongekende schaal. De humanitaire crises, de huidige
migratiestromen en de recente geweldsuitbarstingen blijven een grote Nederlandse inspanning
vereisen op het gebied van internationale samenwerking. In de tweede suppletoire begroting
werd het reguliere noodhulpbudget (sub-artikel 4.1) reeds verhoogd met EUR 110 miljoen
voor hulp aan vluchtelingen in de Syrië-regio. Voorts stijgen de uitgaven van het
Relief Fund (sub-artikel 4.4) ten opzichte van de tweede suppletoire begroting met
EUR 43 miljoen naar EUR 213 miljoen. De uitputting van het reguliere noodhulpbudget
en het Relief Fund samen bedraagt daarmee in 2015 ruim EUR 530 miljoen. De grootste
bestedingen betreffen de crises in de Syrië-regio (EUR 173 miljoen), Irak (EUR 25
miljoen), Ethiopië (EUR 16 miljoen), Jemen (EUR 15 miljoen), Zuid-Sudan (EUR 13 miljoen)
en de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUR 10 miljoen). Het Relief Fund, met een totale
omvang van EUR 570 miljoen, is flexibel inzetbaar gedurende de kabinetsperiode. De
overschrijding van EUR 43 mln in 2015 gaat dus ten koste van de beschikbare middelen
voor het Relief Fund in 2016/2017.
Artikel 5
Verplichtingen
Als gevolg van de hoge dollarkoers ten opzichte van de euro zijn de koersverliezen
met EUR 10 miljoen gestegen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Derhalve
wordt het verplichtingenbudget met dit bedrag verhoogd.
Uitgaven
Idem voor het kasbudget.