De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 24 Handhaving en toezicht worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 480 (x € 1.000).
II
In artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 480 (x € 1.000).
III
In de Begrotingsstaat inzake de agentschappen worden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport de baten en lasten verhoogd met € 480 (x € 1.000).
IV
In de Begrotingsstaat inzake de agentschappen worden bij Rijkswaterstaat de baten en lasten verlaagd met € 480 (x € 1.000).
Toelichting
In de begroting wordt aangegeven dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
ernaar streeft om de taakstelling van Rutte II (1,7 miljoen in 2016) te halen door
fte-besparingen (circa 20 fte). Ook wordt in de begroting aangegeven dat de materiële
kosten van de ILT dalen t.g.v. krimpende budgetten, en dat hier ook kosten voor middelen
t.b.v. de uitvoering van inspectietaken bij horen. Voorts wordt aangegeven dat dit
alles zou kunnen zonder af te doen aan de kwaliteit van toezicht. De indiener van
dit amendement trekt die verwachting ernstig in twijfel.
De indieners constateren namelijk dat er op korte termijn zelfs extra inspanningen
van de ILT worden verwacht ten aanzien van enkele onderdelen van het huidige takenpakket,
en dat de ILT er op korte termijn eveneens een aantal extra taken bij krijgt.
De indieners constateren voorts dat in de begroting wordt aangegeven dat bij Rijkswaterstaat
in de periode tussen 2016 en 2020 middelen ter beschikking worden gesteld om geleidelijk
maar liefst 100 fte om te zetten van inhuur naar vast personeel. In 2016 komt dit
neer op 40 fte. Voor de volledigheid verwijzen de indieners hierbij tevens naar de
in de begroting vermelde kosten per formatieve ambtelijke fte bij Rijkswaterstaat
in 2016.
De indieners vinden het van het allergrootste belang dat de ILT haar huidige taken
adequaat kan blijven uitoefenen en ook toekomstige extra taken op een adequate manier
kan uitoefenen. Met dit amendement willen de indieners bewerkstelligen dat van de
middelen die worden vrijgemaakt om in 2016 40 fte bij Rijkswaterstaat om te zetten
van inhuur naar vast, er 10% ten goede komt aan extra fte’s voor de ILT. Dit komt
neer op 4 fte in 2016 voor de ILT.
Aangezien het voornemen om tussen 2016 en 2020 geleidelijk aan in totaal 100 fte bij
Rijkswaterstaat om te zetten van inhuur naar vast, willen de indieners met dit amendement
tevens aangeven dat niet enkel voor 2016 maar tevens voor de periode 2017–2020 er
10% van vrijkomende middelen voor deze exercitie wordt ingezet ten goede aan extra
fte’s voor de ILT.
De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de verlaging van de begroting van
het Infrastructuurfonds met een bedrag van € 480.000 (amendement 34 300 A nr. 13).
Van Veldhoven Smaling