Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2015
In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 16 oktober jl.
informeer ik u hierbij over de stand van zaken van de evaluatie van het rapport-De
Veer inzake het georganiseerd overleg tussen Defensie en de centrales van overheidspersoneel.
Ook informeer ik u nader over de aangekondigde DMP-A-brieven.
Evaluatie rapport-De Veer
In het algemeen overleg over personeel van 16 april 2013 heb ik uw Kamer gemeld de
aanbevelingen uit het rapport-De Veer inzake het georganiseerd overleg over te nemen
(Kamerstuk 33 400 X, nr. 82). In het algemeen overleg over personeel van 11 maart dit jaar heb ik uw Kamer desgevraagd
geïnformeerd over de evaluatie van dit rapport, en heb ik toegezegd daar na de zomer
op terug te komen (Kamerstuk 34 000 X, nr. 85).
Bij de uitwerking van de evaluatie heb ik ervoor gekozen de centrales van overheidspersoneel
actiever te betrekken. Ook vond ik het wenselijk de evaluatie door een onafhankelijke
derde uit te laten voeren. Ik heb daarom luitenant-generaal der mariniers b.d. Van
Ede, voormalig Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, gevraagd de evaluatie te laten
uitvoeren. Een vertegenwoordiger van de centrales van overheidspersoneel maakt deel
uit van de commissie.
De commissie is net van start gegaan en verwacht haar werkzaamheden voor het einde
van het jaar te voltooien. Ik verwacht uw Kamer het rapport in januari 2016 te kunnen
aanbieden.
DMP-A-brieven
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan vier DMP-A-brieven:
-
1) Counter Rocket Artillery and Mortar (C-RAM) en Class 1 UAV detectiecapaciteit;
-
2) Huisvesting DMO/Network Operations Centre te Soesterberg;
-
3) Renovatie CLAS/Matlogco te Leusden;
-
4) Faciliteit voor motorenonderhoud.
De laatste drie brieven zijn momenteel nog onderwerp van interdepartementaal overleg.
Bij deze brieven is derhalve al eerder een voorbehoud gemaakt in de planningsoverzichten.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert